Luisterbezoek W. Klaver


Bert Dekker | 10 mei 2006

April 1976. Een kleine knul stapt op zijn fiets op weg naar de muziekschool. Deze ligt een eindje verderop, net te ver om te lopen. Hij heeft de laatste week goed geoefend aan het pianostukje dat hij deze week moest instuderen. Het was een mooi stukje van Schumann, niet te moeilijk maar toch ook niet op 1 dag spelen onder de pet te krijgen.

Een beetje zenuwachtig, dat ook wel, maar ook een beetje opgewonden klopt hij op de dikke deur van het houten lokaal. Hij wilt het stukje dat hij zo vaak heeft geoefend afgelopen week graag laten horen aan zijn muziekjuf. De deur gaat open, de klep van de piano wordt omhooggeslagen: eens kijken of de juf het mooi vindt!

April 2006. Luisterbezoek aan Wijnand Klaver, muziekleraar, een begenadigd muzikant, een groot kenner van met name klassieke muziek en, last but not least, een gepassioneerde liefhebber voor het onderwerp muziek en de betere geluidsweergave. Dat beeld kreeg ik van Wijnand in mijn voorbereiding voor het luisterbezoek dat ik binnenkort aan hem zou brengen toen ik op zijn website www.klavierles.nl terecht kwam en deelgenoot mocht worden van zijn wereld van muziek en audio. Dat beeld werd nog eens versterkt toen ik kennis nam van zijn sets op my.hifi.nl. Dit zou wellicht een bijzonder bezoek kunnen worden stelde ik me voor. Met dezelfde opwinding als weleer, 30 jaar geleden, stapt die kleine jongen van toen die nu auteur is voor HiFi.nl in zijn auto om het lange stuk naar Arnhem te rijden. Een beetje zenuwachtig, dat wel, maar zeker ook een beetje opgewonden rijd ik de auto de parkeerplaats op voor zijn huis, stap uit en bel aan ...


Een kennismaking

Het is vroeg in de avond als ik arriveer, iets later dan afgesproken. Niets te vroeg eigenlijk, mijn gastheer is net thuis, heeft pianoles gegeven waarvan hij net terugkeert.
Wijnand Klaver is 54 jaar en heeft een groot deel van zijn leven gewijd aan muziek. Hij heeft een gedegen muziekopleiding schoolmuziek, kerkmuziek, orgel, piano en koordirectie gevolgd aan het Conservatorium te Alkmaar en is naast muziekleraar voor piano en kerkorgel ook uitvoerend musicus op beide instrumenten. Zo is hij ondermeer organist van de Opstandingskerk te Arnhem en de dorpskerk te Schaarsbergen. Daarnaast adviseert hij geïnteresseerden in zijn muziekpraktijk advies bij de aanschaf van muziekapparatuur.
Hij woont al geruime tijd samen met zijn vriendin Floor, die werkzaam is als Statenlid van Groenlinks en bij een zorginstelling werkt. Ondanks dat zij zelf niet actief musiceert, is zij echter wel een groot liefhebber van muziek.

Wijnand en Floor betrekken samen een ruime nieuwbouw tussenwoning in een rustige buitenwijk in Arnhem. Op de benedenverdieping zijn twee sets te vinden. In de woonkamer is een set Heijbrook luidsprekers te vinden. Als bron dient hier een Teac CD 7 speler, een van Medevoort MA 222 versterker voorziet de luidsprekers van het signaal.
Eigenlijk zou het huis, conform de oorspronkelijke bouwplannen, voorzien moeten zijn van een garage. Gezien de muzikale activiteiten van Wijnand lukte het hem om in overleg met de aannemer deze ruimte de bestemming te geven van lesruimte. Nadat Wijnand deze ruimte volledig akoestisch had aangepast, niet in de minste plaats in verband met het voorkomen geluidsoverlast, kon hij worden aangekleed en ingericht als leslokaal. In deze ruimte is zijn tweede set te vinden, die hij met name gebruikt voor ondersteuning van zijn lesactiviteiten.

Zijn hoofdset is echter te vinden op de bovenverdieping die volledig is ingericht als “dedicated luisterruimte’. De ruime zolder, die tevens ook dienst doet als werkruimte, meet ongeveer 4 bij 7 meter, het plafond loopt schuin af waardoor geen staande golven kunnen ontstaan tussen de vloer en plafond, iets dat de weergavekwaliteit zeker ten goed zal komen naar ik inschat. Aan de achterkant van de luisterruimte is een sierlijk houten rek te vinden waar bijna duizend CD’s een plek hebben gevonden.


Werkelijkheidsweergave

We nemen plaats in de woonkamer waar zijn “woonkamerset”, bestaande uit een set Heijbrook luidsprekers, een TEAC CD 7 speler en een Van Medevoort ma 222 versterker op de achtergrond zachtjes speelt. Zoals gezegd speelt muziek een grote rol in het leven van Wijnand. Aangezien ik, net als Wijnand, naast muziekliefhebber ook uitvoerend musicus ben zijn de raakvlakken duidelijk: er blijkt er meer dan genoeg stof tot discussiëren te zijn.
Het wordt me in het gesprek snel duidelijk dat in de visie van Wijnand muziekweergave altijd ten dienste staat van het overbrengen van muziek. Geluid als middel om het doel muziek te verwezenlijken. Hoe goed de weergave van een audioset ook zal zijn, het zal volgens Wijnand echter nooit de werkelijkheid van livemuziek kunnen bereiken. Des te beter echter de weergave van een set zal zijn, des te eenvoudiger kunnen de hersens het muzikaal “beeld” reconstrueren dat tijdens de opname is vastgelegd volgens Wijnand. En dat maakt dan ook dat een set “muzikaal” zal klinken.

Iemand die muzikaal geschoold is, of door het bezoeken van veel uitvoeringen/concerten veel kennis heeft opgedaan van de klank van livemuziek is daarbij in staat een set enigszins te kunnen beoordelen op werkelijksweergave “Enigszins” is ook duidelijk het voorbehoud dat Wijnand maakt omdat er ook in live-uitvoeringen geen absolute norm bestaat voor wat betreft de “werkelijkheidweergave” ervan. “Iedere uitvoering klinkt anders, de ene keer speelt hetzelfde orkest in een andere zaal zal dan de keer daarvoor, of speelt in dezelfde zaal met andere instrumenten dan de keer ervoor. Een vleugel klinkt ook anders bij een hogere luchtvochtigheid dan bij een lagere luchtvochtigheid. Hoezo praten over “werkelijkheidweergave” als het bij livemuziek al nauwelijks mogelijk is te spreken over een absolute norm waaraan geluidssystemen zich aan moeten kunnen meten?”

De sets waar Wijnand naar luistert hebben dan ook niet zozeer de functie om te proberen de werkelijke muziekweergave te evenaren. Ze hebben veel meer de functie de luisteraars, in veel gevallen leerlingen van hem, in de gelegenheid te stellen kennis te nemen van verschillende muziekuitvoeringen, waarbij het van belang is dat de weergave zo adequaat mogelijk is en de muziekuitvoering waar naar geluisterd wordt zo goed mogelijk uit de verf komt.

Disharmonie

“Muziek maken begint dan ook bij goed luisteren”, aldus Wijnand. En die basis zou volgens Wijnand niet vroeg genoeg gelegd kunnen worden. “Liefde voor muziek, harmonie is essentieel om veel disharmonie zoals we helaas veel tegenkomen in onze huidige maatschappij tegen te kunnen gaan. Helaas wordt er veel te weinig aandacht besteedt aan muziekonderwijs aan het jonge kind. Dit terwijl de muzikale ontwikkeling van het kind het kind in staat stelt beter in harmonie met zijn omgeving te leven dan zonder muzikale ontwikkeling het geval is.” Vandaar dat zijn lespraktijk ook uit veel kinderen bestaat. Naast het geven van muziektheoretische onderbouwing bereidt hij de leerlingen voor op het conservatorium.

Tijd voor muziek. Een uitvoering van “Romeo en Julia” van Prokovjev wordt in de CD-lade van de TEAC speler geschoven. Ondanks dat de luidsprekers vrij dicht op de achterwand staan valt op dat het geluid zich eenvoudig van de Heijbrooks weet los te maken. Maar wat bovenal opvalt is de charme, de warmte van het geluid waardoor het een genot is om er naar te luisteren. En dan hebben we het nog niet eens over de twee “echte” sets die elders worden geherbergd in zijn huis.

Sonata nr.4 van de Russische pianist Aleksandr Skrjabin verdwijnt in de CD-lade. Ook hier weer hetzelfde beeld. Het geluid komt heerlijk los van de luidsprekers en ook hier weer de aangename warmte die het geluid eenvoudig in muziek transformeert. Dat het al goed zit met deze relatief eenvoudige set blijkt wel uit het feit dat er niet meer over het geluid wordt gesproken van de set maar naar de uitvoering van het zeer fraaie muziekstuk. Voor mij in ieder geval aanleiding om meer te weten te komen over deze componist, die volgens Wijnand te plaatsen is in de tijd van de “nieuwe pianistiek” waar ook Claude Debussy en, iets later, ook Maurice Ravel deel van uitmaakten. De muziek van Skrjabin kent dezelfde mystiek als de muziek van Debussy. Waar de muziek van Debussy echter als meer ingetogener te omschrijven is geeft Skrjabin zijn muziek met meer kracht en dynamiek weer en gebruikt daar ook fellere kleuren voor.

De pianomuziek van Skrjabin moet plaatsmaken voor het orgelwerk van Maurice Duruflé. De Fugue van het stuk “Prelude et Fugue sur le nom d’ Alain opus 7“ wordt ten gehore gebracht. Gelukkig ken ik de muziek, heb dezelfde CD ook thuis. De warme tonen van het majestueuze orgel van de St. Pauls Catherdral in Londen stromen de kamer in. Een genot om naar te luisteren. Het nummer kent een duidelijke dynamiekopbouw, heel goed is het crescendo te horen alsmede de ontlading aan het eind van het fraaie orgelstuk. Wat een kracht!


De lesruimte

De avond is inmiddels al een tijd gevorderd als we besluiten de lesruimte te betreden waar de eerste “echte” set van Wijnand te vinden is. De set in de lesstudio bestaat uit een Marantz PM 14 versterker en CD 14 speler met een Sony MD 50 ES speler en als weergevers de Dynaudio 1.3mkII. Deze staan op Target stands. Als interlink tussen de CD speler en de versterker dient een Siltech FTM 3 G3. Een Siltech SQ 88 G5 verbindt de MD speler met de versterker. Speakerkabels zijn de Hidiamond Power+2.
De set wordt van stroom voorzien via een Groneberg stekkerblok met netfilter. Een Rapport netkabel is aan de versterker te vinden en Cardas Golden Reference powercord aan de CD speler. Ook is een Siltech Signature digitale kabel, de Golden Ridge, in zijn set te vinden.

Dat de set weliswaar zeker niet slecht maar wel fundamenteel anders klinkt laat Wijnand horen met hetzelfde orgelwerk van Maurice Duruflé dat we zojuist mochten horen in de woonkamer.
Het feit dat de luidsprekers mooi los staan van de zij- en achterwanden zal er de oorzaak van zijn dat het geluid losser van de luidsprekers lijkt te komen dan in de woonkamer. De ruimte wordt beter opgebouwd, het orgel lijkt opeens wat meer lucht te hebben. Aan de andere kant klinkt hetzelfde stuk ook wat afstandelijker, minder muzikaal. Het lijkt hier alsof de techniek zijn werk doet, weliswaar op een hoog niveau, echter ontbreekt het enigszins aan muziek. Het ontbreekt aan een zekere “schmeltz”, het klinkt niet echt vloeiend. Wijnand heeft dezelfde ervaring, vandaar dat hij op zeer afzienbare tijd ook een paar wijzigingen in zijn set wilt aanbrengen. Zo denkt hij erover zijn Dynaudio luidsprekers te gaan vervangen door de kleine monitoren van Zingali, de Overture 1 of 2. Ook aan de bekabeling zal het e.e.a. gewijzigd worden. Dat zal dan Kimber KS worden , omdat hij Siltech wat te scherp vindt klinken.

De muziek van Duruflé moet plaatsmaken voor het orgelwerk van Dietrich Buxtehude, een Duitse componist die leefde in de 17e eeuw wiens werk we voornamelijk kennen van zijn vele werken voor orgel. Daarbij is zijn werk van grote invloed geweest op het werk van Johann Sebastian Bach.
Het verschil met de vorige opname is goed te horen. Daar waar het majestueuze orgel van de St. Pauls Cathedral de muziek van Duruflé ver op de achtergrond laat horen, waardoor de opname enigszins versluierd klinkt, is nu heel goed de timiditeit van de kleine kerk te horen waar de muziek van Buxtehude is opgenomen. Volgens Wijnand is het kerkorgel overigens heel moeilijk vast te leggen. Het moet dan ook met de grootste zorg gedaan worden wilt het instrument mooi tot zijn recht komen. In die context is het dan ook een vermelding waard dat de fraaie opnames van de orgelmuziek van Buxtehude dan niet door een professionele opnametechnicus zijn vastgelegd, maar door een “amateur”, Aart van der Waal van Toccata Records. Naast zijn beroep als tuinman oefent Aart namelijk opnametechniek als hobby uit. Hier heeft duidelijk iemand met gouden oortjes aan de knoppen gezeten blijkt overduidelijk uit de klank van de opname, die je meteen laat ervaren alsof je in de eerste bankjes vooraan de kerk zit.

Buxtehude moet plaats maken voor het orgelwerk van Johann Sebastian Bach, de Contrapunctus 14, uit: die Kunst der Fuge. Dit is het laatste werk dat Bach schreef voordat hij in 1750 op 65-jarige leeftijd stierf aan een infectie als gevolg van een verkeerde behandeling van een oogziekte waaraan hij de laatste jaren van zijn leven aan leed. Hij heeft het nooit kunnen voltooien, maar in het stuk is volgens Wijnand goed te horen dat Bach wist dat zijn einde snel naderde. Om te laten horen waar dat uit blijkt speelt Wijnand een deel van het stuk op piano na. Verborgen in het stuk, iets dat Bach in zijn eerdere werken niet gedaan zou hebben, heeft hij zijn handtekening verwerkt. Wijnand speelt nu de maten op de piano waar dat goed op te horen is. Dit wetende maakt het beluisteren van het muziekstuk tot een bijzonder indrukwekkende ervaring.

Een echte eyecatcher is wel de DC 92 DCC speler van Marantz die een prominente plek heeft in het audiorack. Wijnand vindt het jammer dat het DCC-systeem niet “lang heeft geleefd”. De geluidskwaliteit van de DCC speler doet volgens Wijnand zeker niet onder voor de CD speler en dat voor een veel lager bedrag waarvoor de CD 14 destijds werd aangeschaft. En last but not least, enkele jaren geleden kon Wijnand voor het luttele bedrag van 100 gulden een hele doos klassieke opnames weghalen bij de platenboer omdat “die krengen niet meer aan de straatstenen te slijten zijn” aldus de verkoper. De goede man heeft volgens Wijnand niet beseft wat de muzikale waarde ervan was, en mocht deze transactie zo ongeveer doorgaan als het koopje van de eeuw …

Wegcijferen

Het is inmiddels al een stuk later in de avond geworden, tijd om de luister- annex werkruimte op zolder te bezoeken. Nou, ik kan me voorstellen dat dit voor Wijnand een zeer aangename plaats is om te werken en te ontspannen. In de gang net voor de zolderingang is een heus aanrecht geplaatst, voorzien van een ijskast waarin heerlijke versnaperingen te vinden zijn.
Heel prominent aan de linkerkant is zijn “hoofdset” te vinden. Deze bestaat uit een Unison Research Mistery One vv. verbonden met Kimber KS 1021 aan de Tube Elysium Les Nations mono blokken. Deze maken gebruik van 4 KT 88 buizen en leveren 120 watt buizenvermogen. Als bron dient een Audio Analogue Maestro CD speler. Deze component is verbonden met Revelation Audio Labs cryo silver reference interlink met WBT Nextgen pluggen. De Dynaudio Contour 3.0 luidsprekers hebben de eer om te laten horen wat de versterkers en de CD speler presteren. Deze zijn verbonden met Vandenhul The Revelation en WBT`s aan de eindversterkers, die ook WBT aansluitingen hebben. De Onkyo Intergra 9090II analoge tuner doet prima zijn werk en is verbonden met een Siltech SQ80G3interlink. Tot slot is in deze set nog plaats gemaakt voor een Pure DAB tuner.

De stroomvoorziening gaat via een Kemp Powerstrip. De stroomkabels aan de UR en de AA zijn de Kemp Power Plus. De Les Nations zijn aan het net verbonden met Siltech SPX 20 netkabels. Het geheel staat in een audiomeubel van Musictools, een Italiaans design product met veel aandacht voor demping en terugkoppeling.

Om een goede vergelijking te kunnen maken met de set op in de lesruimte beneden wordt wederom de Fugue van het stuk “Prelude et Fugue sur le nom d’ Alain opus 7“ van Maurice Duruflé ten gehore gebracht. Wat een verschil! Het is alsof je als het ware op de eerste banken van de kathedraal zit, met veel ontzag omhoog kijkend naar het orgel dat het stuk op majestueuze wijze ten gehore brengt. Heel duidelijk is het uitstekende werk te horen dat de fantastische buizenversterkers hier verrichten. Geheel als vanzelfsprekend vloeien de orgeltonen de luisterruimte in. Het laagste contraoctaaf wordt hierbij niet overgeslagen maar ook de verfijnde tonen van de hogere registers raken nooit versmeerd in de duidelijke dynamische opbouw van het stuk. De versterkers zijn volgens Wijnand dan ook een bijzondere vermelding waard. Ze zijn speciaal gebouwd door Sander Mijnster, die slechts in opdracht buizenversterkers bouwt.

Duruflé moet plaatsmaken voor het eerste pianoconcert van Prokovjev. Hij heeft deze opname twee maal, eentje op het Chandos label, de andere op het Philips label.
Als eerste verdwijnt de opname van het Philips label in de lade van de Audio Analogue Meastro CD speler. Breed uitgemeten staat het orkest opeens voor me. Elke instrumentengroep is duidelijk aanwijsbaar in het geluidsbeeld dat met gemak de drie dimensies, breedte, diepte en hoogte toont. Daarbij is duidelijk te horen dat het orkest ‘er zin in heeft” Het stuk wat een snel tempo kent wordt als vanzelfsprekend, welhaast lichtvoetig ten gehore gebracht door de muzikanten die duidelijk begrijpen hoe het stuk goed vertaald moet worden.

Na een paar minuten luisteren wordt de opname op het Chandos label in de lade geschoven. Dit valt tegen. Het geluid is hard, afstandelijk en roept nauwelijks betrokkenheid op bij de luisteraar. Het ergste moet nog komen, zodra het pianospel begint lijkt het erop dat de pianist eigenlijk geen tijd, laat staan zin heeft om muziek te maken. Hij speelt alsof hij de trein nog moet halen die ieder moment op het moment staat om te vertrekken. Snel, gejaagd, en nauwelijks begrip kennend voor de muzikale boodschap die Prokovjev in dit stuk heeft willen leggen.

We bespreken deze vergelijking en het verschil tussen deze twee opnames nog eens na. Al snel komen we tot de conclusie dat de tweede opname erg ‘spectaculair” klinkt. Het stuk van het eerste pianoconcert van Prokovjev waar we naar luisterden is dan wel een dynamisch stuk met een hoog tempo, het is een valkuil dan om het dan ook nog eens overdreven snel en dynamisch uit te voeren. Het doel wordt daarmee volledige voorbij geschoten concluderen we. De spanning die duidelijk voelbaar was op de opname op het Philips label gaat op de opname van het Chandos label volledig verloren als gevolg van de verkeerde interpretatie van het stuk.

De link naar de betere audiocomponenten is dan ook snel gemaakt. Apparatuur die “spectaculair” klinkt zal volgens Wijnand na verloop van tijd, net als bij slechte uitvoeringen, snel door de mand vallen. Een goed presterend audiocomponent is in staat zich zelf weg te cijferen ten gunste van de muziek die het moet weergeven. Daarbij moet er volgens Wijnand, net als tussen een instrument en de bespeler ervan, ook sprake zijn van een harmonie tussen de set en degene die de set beluistert. In ieder geval kun je zeggen dat de set waar we nu naar luisteren deze kunst meer dan uitstekend verstaat. In plaats van luisteren naar de set gaan we beiden volledig op in de muziek en staat voortdurend de interpretatie van de uitvoerende musici centraal in de gesprekken die we voeren

Tijd voor wat onbekender klassiek werk, Samuel Barber, Cello Sonate opus 6, een werk voor vleugel en cello. Ook nu weer dezelfde ervaring “aanwezig te zijn”. Twee musici staan op twee instrumenten, afgebeeld op ware grootte bevlogen te musiceren voor ons. Duidelijk is te horen dat hier met verve en veel plezier wordt gemusiceerd. “Samen plezier maken”, een heel belangrijk motto dat Wijnand ook nastreeft in de muzieklessen die hij geeft. En weer onderstreept hij dat muzikale vorming een grote positieve invloed heeft op de wijze waarop men zich in onze huidige samenleving zal kunnen manifesteren, zeker in een samenleving waarin “verharding steeds meer de norm blijkt te worden” aldus Wijnand.

Veel tijd om het nog uitgebreid te hebben over de set in zijn geheel of de losse componenten hebben we niet meer. Wijnand geeft aan nog een aantal kleine wijzigingen door te voeren in zijn set, zo worden de Siltech SPX 20 netsnoeren vervangen door netkabels van Kimber. Stiekum denkt hij, ondanks dat hij zeer tevreden is over de Dynaudio luidsprekers, eens te gaan luisteren naar Zingali luidsprekers. Maar eigenlijk doet een uitvoerige setbespreking er niet echt meer toe. Wij beiden zijn immers opgegaan in de muziek die we vanavond mochten beluisteren en verrijkt met enkele nieuwe muzikale inzichten maakte ik, zij het enigszins aarzelend, aanstalten om te vertrekken.


Da Capo al Fine

April 1976. De pianoles loopt ten einde. Wat een leuk stukje was dat om te spelen, en de juf vond het ook heel leuk om me te horen. Gek, altijd als ik er ben heb ik het gevoel dat ik maar 5 minuten hoef te spelen ondanks dat de les maar liefst 30 minuten duurt. Ik hoop dat het nieuwe stukje muziek dat ik als huiswerk heb meegekregen ook net zo leuk te spelen is dan dat stukje van Schumann voor deze week!

April 2006. Het luisterbezoek aan Wijnand loopt ten einde. Wat een leerzame avond was het, wat een inspirerende gesprekken hebben we gevoerd. Ik had het gevoel slechts een klein uurtje te gast te zijn bij Wijnand, wat was de schrik groot toen de klok al 01.00 uur aanwees. Een ding weet ik wel, morgen ga ik in de CD winkel op zoek naar enkele werken die Wijnand heeft kunnen aanraden. Die me na het beluisteren ervan mijn nieuwsgierigheid naar het werk van deze voor mij nog onbekende componisten heeft doen aanwakkeren.
Wijnand, bedankt voor de fijne, leerzame avond, ik sta zeker open voor nog meer muzikale suggesties van jouw kant!


Naschrift

De set in de studeerkamer heeft de gemoederen nogal bezig gehouden zoals blijkt uit het laatste nieuws van Wijnand die ik ongeveer een week na mij bezoek aan hem van hem ontving:

“Inderdaad …. de combinatie Marantz en Dynaudio in de leskamer, gaf mij ook het gevoel,dat het niet helemaal naar mijn zin was. Natuurlijk, het klinkt op  zich wel goed,maar mist toch dat stukje emotie, wat een buizenversterker wel heeft. Misschien kan ik de huidige weergave wel typeren als teveel analytisch en te weinig vloeiend. Hoe dan ook, ik ben bij  Sander Mijnster te rade gegaan. En hij  gaat voor mij  een geïntegreerde buizenversterker bouwen op PushPull basis met KT88 van JJ en 6SN7 buizen in voor en eindselectie van General Electric met een prachtige opbouw en topcomponenten. Hardware opgebouwd zonder printplaten. Het vermogen wordt 15 watt klasse A en 50 watt klasse AB. Let wel buizenvermogen en onvoorwaardelijk stabiel.”


Kijk hier
voor de set van Wijnand Klaver op My.HiFi