Martin Goosen


Dieter van den Bergh | 22 juni 2006 | Fotografie Dieter van den Bergh

De Muziekbeleving van… is een nieuwe rubriek op Hifi.nl waarin iemand vertelt over zijn passie voor muziek en geluidsdragers. Deze maand deel twee: Martin Goosen, ‘Mister Quad’ en geluidspurist.

Martin Goosen (Den Bosch 1941) werkt sinds 1965 bij TransTec BV in Rotterdam, een gerenommeerde audio- en videospeciaalzaak en een kweekvijver voor talent uit de branche. Al veertig jaar is Goosens grote liefde de unieke elektrostatische Quad-luidspreker die hij overal in het land demonstreert. Het perfecte geluid is zijn passie, want muziek die nergens naar klinkt kan regelrechte terreur zijn. “Ik ben wat geluid betreft erg eigenwijs. Als ik ergens ben vraag ik regelmatig of de muziek uit kan.”

“Ik, de nestor van de Nederlandse hifi? Nee hoor, echt niet”, zegt een bescheiden Martin Goosen. “De nestor, dat is iemand als Harrie A. Van Hessen, oprichter van TransTec en één van mijn leermeesters. Ik ben nog veel te jong om nestor te zijn, ik begin het net allemaal een beetje te begrijpen.” Een audiofiel wil Goosen ook niet genoemd worden. “Bah nee, wat een vreselijk scheldwoord, wat is dat voor een afwijking?’

Enkele duizenden demonstraties gaf Goosen al in zijn carrière, hij groeide uit tot dé Nederlandse vertegenwoordiger van de Quad, een uitzonderlijke speakerset. Nog steeds kan geluid verbeterd worden, dat is ook de uitdaging aan zijn vak. “Ben momenteel bezig met een geheel nieuw luidsprekerproject. Ik hoop dat nog eens te demonstreren.” De Brabander is een geluidspurist en allergisch voor slecht geluid. Als muziek nergens naar klinkt, kun je het zelfs met hem aan de stok krijgen. “Ik heb tijdens jazzconcerten een paar keer bijna slaande ruzie gehad met een geluidstechnicus. Hij produceerde niets anders dan lawaai, je kon tegen het geluid aanleunen. Afgrijselijk.”


Muzikaal

Martin Goosen groeide op in Den Bosch, in een muzikaal gezin. Zijn vader was (klassiek) muziekleraar en koordirigent. De jonge Martin groeide op met de piano-oefeningen van zijn vaders leerlingen en met muziek van componisten als Clementie, Czerny, Scarlatti, en het betere werk van Schubert en Mozart. En de Mattheus Passion. Tien jaar lang, van ‘48 tot ’58, was zijn vader koorrepetitor voor de uitvoering van de Mattheus Passion in Zaltbommel. Ieder week repeteerde het koor bij hen thuis. Van zijn vier broers en negen zussen zat er een aantal op het conservatorium, iedereen maakte muziek. Behalve Martin. “Ik kreeg in het begin nog blokfluitles van mijn vader, maar die blokfluit heeft hij uiteindelijk in tweeën op mijn hoofd kapot geslagen. Het was nogal een temperamentvol mens. Vanaf dat moment heb ik nooit meer een instrument aangeraakt.”

Het grote gezin Goosen woonde bovendien boven de muziekwinkel van een vriend van Martins vader. In de weekenden en rond feestdagen hielp hij er een handje. Het was eind jaren vijftig. “Ik maakte op vroege leeftijd kennis met muziek en met apparatuur. Ik kan me nog goed herinneren dat ik voor het eerst een 78-toerenplaat afspeelde op zo’n grammofoon met een zwengel en een zware pickup-arm. Je kon acht deurtjes open doen en bij ieder deurtje kwam er meer muziek bij. Prachtig.”


Klassiek

Ook werd Martin Goosen in de muziekwinkel muzikaal opgevoed. “Ik was een jaar of 17, 18 toen ik met mijn "grammofoonplatendetailhandeldiploma" begon. Een jaar lang heb ik zes uur per dag naar klassieke muziek geluisterd. Dat hoefde niet, maar dat vond ik leuk. Maar we verkochten in de winkel net zo goed jazz als Louis Armstrong en de eerste rock ’n roll, Little Richard en Bill Haley, en het Franse chanson en de smartlap, Johnny Hoes, Johnny Jordaan, dat soort werk.”

Na zijn dienstplicht ging Goosen in Delft werken bij Hees Bv, een gemengde muziekzaak, waar hij een eigen hifi-afdeling opzette, die direct goed begon te lopen. Na anderhalf jaar werd hij ‘weggekocht’ door platenzaak Willem de Jong in Rotterdam. In 1965 begon de Brabander bij TransTec en werd al snel dé vertegenwoordiger van de Quad, zijn favoriete speakerset. In veertig jaar is Goosens liefde voor de beroemde elektrostatische luidspreker alleen maar groter geworden. “Het is de enige luidspreker die al vijftig jaar wordt gemaakt. Ik ben nog steeds verbaasd over zijn prestaties.”

Arrogantie

Hoeveel Quads hij verkocht heeft in zijn leven weet Goosen niet precies, véél in elk geval. Maar het hadden er nog meer kunnen zijn. Goosen raadt sommige potentiële klanten namelijk soms af om een Quad te kopen. “De Quad is niet alleen een bijzondere luidspreker, maar ook de lelijkste om te zien. Hij roept enorm veel weerstand op. Je moet wel even goed nadenken voordat je die in de woonkamer zet. Ook is hij erg servicegevoelig.” Bovendien moet iemand echt helemaal idolaat zijn van muziek vindt de hifiverkoper, voordat hij Quad aanschaft, en het specifieke geluid van de Quad, dat volgens Goosen het geluid van de concertzaal benaderd, herkennen.

“In dat geval verkoop ik hem graag.” Goosen geeft toe dat er soms een ‘bepaalde arrogantie’ heerst bij TransTec, maar dat is ook in het belang van de klant. “Er zijn klanten die willen een stuk popmuziek gebruiken om de Quad te testen. Ik kan me dat wel indenken, maar dat ligt moeilijk want het heeft weinig of niets met de concertzaal te maken.. Die mensen heb ik dan liever niet als klant, en zij hebben er zelf ook niets aan. Zo zijn er ook mensen met een prachtige installatie van een ton, maar ze hebben helemaal geen muziekverzameling in huis. Met die mensen weet ik me ook geen raad.”


Perfectie

Het belang van techniek moet niet overdreven worden, zegt Goosen. “Techniek is slechts een hulpstuk, zonder de juiste muziek of de juiste akoestiek is hifi helemaal niets. Bij demonstraties, maar ook thuis en in de concertzaal, luister je voor zeventig procent naar akoestiek, voor dertig procent naar techniek.” Ben voorzichtig met het perfectioneren van je installatie, maar probeer zoveel mogelijk goede muziek in huis te halen, is de wijze raad van de Brabantse expert. Of ga naar een goed concert. “Een luidspreker geeft maar veertig procent weer van de werkelijkheid, zelfs een Quad geeft niet alles weer, al maskeert die minder. Bij een microfoon is dat ook zo. Daarom ga ik bij voorkeur naar concerten zonder elektronica. Vooral klassiek of soms jazz. Ik kom daar ook geregeld andere hifi-liefhebbers tegen. Zoals laatst in Gent. In de zaal zaten zeker tien mensen met een Quad-installatie. Dat hifi-liefhebbers niet naar concerten zouden gaan is de grootste onzin.”


Emotie

Muziek speelt een enorme rol in het dagelijkse leven van Martin Goosen, vooral in zijn werk. “Muziek is de basis van mijn werk. Ik wil echt plezier hebben in mijn werk en muziek heeft me daarbij flink geholpen.” Maar thuis luistert Goosen net zo lief naar de stilte of naar een goed concert van de vogels in de tuin. “Het hangt van mijn stemming af of ik muziek wil horen. Muziek is emotie zeggen ze, maar muziek is helemaal geen emotie. Stel dat je muzikant bent, dan wordt je gesloopt tijdens een concert. Muziek kan emotie teweeg brengen en daar moet je dan net voor in de stemming zijn.”


Pop

Muziek die Goosen ontroert is doorgaans klassieke muziek, maar dat wil niet zeggen dat hij zich afsluit voor andere stijlen. Goosen is ook thuis in de oude jazz, interesseert zich voor niet-westerse volksmuziek (in zijn auto ligt een bandje met ‘weergaloze’ veldopnames van ex-kindsoldaten uit Noord-Uganda) en ook bezocht hij verschillende pop- en wereldmuziekconcerten van onder meer De Dijk (‘afgrijselijk geluid’) , Pink Floyds The Wall (‘perfecte dynamiek’) en Amália Rodrigues (‘pas goed toen het geluid uitviel’). Ook bezocht hij een paar jaar geleden enkele grote dance-parties, mét meetapparatuur. Uit nieuwsgierigheid. “Ik was behoorlijk onder de indruk. Tienduizenden uitzinnige jongeren. Heel mooi. Maar ook heel gevaarlijk. Je loopt tegen een geluidsmuur aan die ongeveer een factor miljoen te hard is volgens de Arbowet. Desastreus voor je oren, maar ook erg slecht voor je ogen.”


Dynamiek

Maar de muziek op de dance-parties deed Goosen niets. “Muziek waar geen dynamiek meer inzit interesseert me niet. Als het verschil tussen hard en zacht minder is dan vijf decibel, dan komt het overeen met lawaai. Ik hou van kwaliteit, wanneer geluid vervormt, gaat het mis. Het is de kunst om het verschil tussen hard en zacht te laten horen. Je hebt recente opnames van de pianosonate van Mozart waarbij het pianissimo bijna even hard is als het fortissimo, dan herken ik het origineel niet meer. De vooruitgang in opnameland is helemaal niet zo spectaculair als men ons wil doen laten geloven. Sterker nog; ik geloof dat de geluidskwaliteit van muziek de laatste tijd over het algemeen enorm achteruit is gegaan. Bij demonstraties gebruik ik daarom vaak nog muziek uit de jaren vijftig vanwege de opnames. Of neem Radio 4, dat kan ik niet meer aanhoren, klinkt vaak zo slecht. Zo ook de muziek op Radio 1. Ik bel wel eens op als een nummer niet om aan te horen is.”

Ontroerd

Terreur

“Als ik ergens ben vraag ik ook regelmatig of de muziek uit kan. In een restaurant bijvoorbeeld, als ze weer eens van die muzak draaien. ‘Houdt u niet van muziek meneer?’, vragen ze dan wel eens. U moest eens weten, zeg ik dan.” Muziek kan ook terreur zijn, zegt Goosen. Er is niets zo hinderlijk als om met iemands wansmaak lastig gevallen te worden op een antwoordapparaat of De Vier Jaargetijden van Vivaldi te horen in een lift. Laatst was ik in de Bijenkorf, draaide ze iets vervelends dance-achtigs. Ik vroeg aan de cassière: ‘wat vindt u hier nou van?’ ‘Heel irritant’, zei ze. Dat stelde me wel een beetje gerust. Het zijn ook voor een groot deel mp3’s die ze tegenwoordig draaien. Daar mag je helemaal geen kwaliteit van verwachten. Rampzalig. Als er ergens op de achtergrond een mp3 wordt gedraaid hoor je dat meteen. Het is een compressiesysteem, fataal voor het geluid.” Goosen ergert zich ook mateloos aan live-muziek die nodeloos versterkt wordt. “Ik heb bij een concert van The Rosenberg Trio wel eens aan de muzikanten gevraagd of ze in plaats van versterkt, akoestisch wilden spelen. Kregen ze een fles whisky als dank. Dat was het meer dan waard.”

Hoewel de kwaliteit van de opnames voor Goosen vaak van levensbelang is, kan hij soms ook van mindere opnames, bijvoorbeeld uit een transistorradiootje op het strand, ‘verdomd ontroerd’ raken; kwestie van ‘de juiste muziek op het juiste moment’. “Ik heb thuis naast zeer gerenommeerde opnames van de Mattheus Passion (Stuttgarter Kammerorchester, 1964) ook opnames waar je technisch gezien eigenlijk echt niet mee voor het voetlicht kan komen.” Bijvoorbeeld opnames van Svjatoslav Richter die gemaakt lijken te zijn ‘in de jaren zeventig in het Oostblok met een microfoontje tegen een transistorradiootje’. Of Portugese opnames van Maria Callas; uitvoering: magistraal, technisch: abominabel slecht. “Die opnames raken me toch elke keer weer, dan wint de kracht van muziek het van de techniek.”

 

De Muziek van… Martin Goosen

mijn set:
Quad, 77 of 66. Kef-luidsprekers van divers pluimage, en zo nu en dan Quad Esl.

favoriete genre
klassiek, jazz, volks-wereldmuziek, soms pop, en natuurlijk cabaret .

all time favourite
 J.S. Bach, Mattheus Passion, Stuttgarter Kammerorchester olv Karl Münchiner, solisten: Elly Ameling, Marga Höffgen, Peter Pears, Hermann Prey, Frits Wunderlich, Peter Krause.

gruwel echt van…
Muziek zonder dynamiek.

maar luister stiekem wel naar…
Nieuwe stromingen in de pop en dance.

omvang muziekcollectie
200 lp’s, 450 mc’s, 700 cd’s.

verzamelaar?
Nee

vinyl of cd?
Cd, maar vooral goede opnames. Het formaat/medium is niet zaligmakend

meest memorabele muziekbeleving
Dat waren er meerdere. Svjatoslav Richter, Kurhaus Scheveningen (1963), The Wall van Pink Floyd, Westfalenhalle Dortmund (1982 of ’83), Alban Berg Quartet, Frits Philips Eindhoven (2004), opnames vioolsonate van J.S. Bach door Julia Fisher, Singelkerk Amsterdam (2004).

mijn hifi-tip
Mannen neem je vrouw mee als je luidsprekers gaat kiezen!