Hoofdtelefoon(versterker)


Kilian Bakker | 15 maart 2007

De meeste mensen kopen een hoofdtelefoon omdat ze wel eens ongestoord, in de late uurtjes of onderweg naar muziek willen luisteren. Er bestaan daarom nog meer typen hoofdtelefoons dan dat er toepassingsmogelijkheden zijn en dat kan wel eens wat verwarrend overkomen op de consument.

Kan er beter voor een open of een gesloten systeem worden gekozen en is een bepaalde technologie wel altijd praktisch? Deze en andere punten worden in dit artikel op een rijtje gezet om een idee te geven van de vele mogelijkheden en hun merites.


Gesloten Type

In professionele kringen worden vaak hoofdtelefoons met gesloten `schelpen` gebruikt, vooral omdat de drager dan akoestisch is afgesloten van de omgeving en zich dus beter kan richten op de weergave. In een rustige omgeving is een gesloten type hoofdtelefoon op zich niet noodzakelijk. Toch zijn er nog aanhangers van dit principe omdat er relatief gezien meer `druk` mee kan worden opgebouwd in het laag. Of dat wenselijk dan wel verstandig is, laten we aan de gebruiker over en het moet gezegd dat er de laatste tien jaar heel wat open types met een indrukwekkende laagweergave op de markt zijn verschenen.

Toch kan een gesloten hoofdtelefoon in bepaalde situaties grote voordelen hebben en dat is de reden dat fabrikanten als Sennheiser nog steeds (professionele) gesloten hoofdtelefoons produceren. Tot voor kort waren gesloten hoofdtelefoons vrijwel altijd van moving coil (`dynamische`) units voorzien maar nu bestaat er zelfs een gesloten electrostaat: de Stax 4070.


Open Type

Er zijn aardig wat gradaties in de mate waarin een open hoofdtelefoon `open` kan zijn uitgevoerd, net als bij luidsprekers waar zowel reflexpoorten als `open baffle` constructies worden toegepast. Bij veel open systemen wordt er toch gebruik gemaakt van de schelp om wat ondersteuning in het laag te krijgen. Wanneer de schelpen van buiten met een soort gaas zijn afgewerkt en de luidsprekers direct zichtbaar zijn, kan er van een geheel open type worden gesproken. Echter, gezien de oorkussens tegen- of om de oren zitten is de ruimte tussen de luidsprekers en de oren -en dus ook de bewogen lucht- voor een groot gedeelte afgesloten. De onstane ruimte is in feite van belang voor een goede toonbalans en dus onderdeel van het ontwerp.

Toch zijn er hoofdtelefoons waarbij de ontwerpers juist zoveel mogelijk ruimte wilden scheppen tussen de `drive units` en de oren, zoals de fameuse Jecklin Float hoofdtelefoons en de AKG K-1000 zodat er een dichtere benadering van de zo begeerde `los in de ruimte` weergave werd verkregen (met als bijkomend voordeel dat oor-broei werd vermeden). De meeste topklasse hoofdtelefoons zijn daarom van het open type omdat met dit principe een meer luchtige en ruimtelijke weergave kan worden verkregen.


Electrostatisch

Die twee laatstgenoemde merken brengen ons meteen bij de meest exotische soort hoofdtelefoon; de electrostaat. Vrijwel alle beroemde hoofdtelefoon fabrikanten hebben wel eens een electrostaat in hun pakket gehad want dat principe blijft nou eenmaal erg aantrekkelijk: het ultra-lichte en resonantie-arme membraan van een electrostaat voegt zelfs bij een kleine luisterafstand bijzonder weinig vervorming toe (daarom zijn electrostatische luidsprekers zo geliefd bij menig opname- en mastering-studio). Electrostatische hoofdtelefoons zijn praktisch altijd open types (net als hun luidspreker-familie) en kunnen zorgen voor een uiterst transparante weergave. De fabrikant Stax heeft zich daarom geheel toegelegd op dit principe en heeft daar een sterke reputatie mee verworven. Ook Sennheiser koos voor het electrostatisch principe als uitgangspunt voor hun verbijsterende non-plus-ultra hoofdtelefoon genaamd Orpheus (die in 1991 werd geïntroduceerd).

Electrostaten, of het nu `fullrange` luidsprekers zijn of compacte hoofdtelefoons, blijven kostbaare dingen. Dat zit hem niet alleen in het feit dat de weergavepanelen zelf lastig te vervaardigen zijn maar ook in de benodige voeding, die voor een hoogspanning moet zorgen en de transformator(en) waarmee de spanning van het inkomend signaal moet worden opgeslingerd naar een flink hoge waarde. Bij electrostatische hoofdtelefoons moet er daarom gebruik worden gemaakt van speciale kabels, waarmee zowel een signaal- als een voedingsverbinding tot stand komt (vaak worden die kabels als een soort lintkabel uitgevoerd) en worden deze typen hoofdtelefoons geleverd met hun eigen versterker/voeding. Bepaald niet voor iedereen weggelegd dus maar wel een heel mooie manier om in je eentje van muziek te genieten.

Hoofdtelefoonversterkers

Voorversterkers en geïntegreerde versterkers uit de hogere prijsklasse zijn slechts zelden van hoofdtelefoonuitgangen voorzien en ook de meer betaalbare versterkers krijgen steeds vaker een vrij spartaanse uitrusting van hun makers mee. Voor hoofdtelefoon gebruikers zit er dan maar één ding op: er zal een losse hoofdtelefoonversterker moeten worden aangeschaft. In Europa zijn vooral de versterkers van onder andere Creek, Naim, Musical Fidelity, Heed, Ergo en Graham Slee in trek. In Amerika is men echter al langer bezig met het ontwikkelen van super-hoofdtelefoonversterkers (mede omdat de markt voor hoogwaardige hoofdtelefoons daar nog groter is). Twee merken uit de VS vallen op doordat zij zich vrijwel geheel op hoofdtelefoonversterkers hebben toegelegd, namelijk Headroom en Ray Samuels Audio. Verder zijn de versterkers van Audio Alchemy, Melos en McCormack erg populair in Amerika.

Het bijzondere aan de versterkers van Headroom en Ray Samuels Audio (RSA) is dat ze specifiek worden ontworpen met het oog op mobiel gebruik.
Dat betekent dat er ofwel in accupacks (headroom) of batterijvakjes (RSA) wordt voorzien, zodat men met bijvoorbeeld een Sennheiser HD 600 en een CD-portable player in het vliegtuig kan genieten van hoogwaardige muziekweergave.

Headroom levert verder een scala aan draagtassen zodat de apparatuur, het accupack én een stapeltje CD`s op veilige en praktische wijze kunnen worden vervoerd. De meeste hoofdtelefoonversterkers hebben een standaard `lijnniveau` ingang met Cinchbussen maar er zijn ook hoofdtelefoonversterkers verkrijgbaar met symmetrische (XLR) ingangen. In de meeste gevallen zal de Tape-out aansluiting van de (voor-) versterker fungeren als de signaalbron voor een hoofdtelefoonversterker maar in principe kan elke bron met een uitgang op lijnniveau worden aangesloten gezien de hoofdtelefoonversterker zijn eigen volumeregeling heeft. Sommige hoofdtelefoonversterkers hebben meerdere ingangen, wat vooral handig zou kunnen zijn wanneer men een systeem met een hoofdtelefoon als enige weergever zou samenstellen. Ook zijn er typen met twee of zelfs drie hoofdtelefoon aansluitingen waarmee er tegelijkertijd door meerdere personen naar muziek kan worden geluisterd.


Compatibiliteit

Losse hoofdtelefoonversterkers zijn vrijwel altijd voorzien van relatief zwaar uitgevoerde versterkerschakelingen en zullen daarom weinig last ondervinden van impedantieverschillen tussen hoofdtelefoons. Ingebouwde (en vaak rond eenvoudige IC`s opgebouwde) hoofdtelefoonversterkers van betaalbare geïntegreerde versterkers en CD-spelers zijn soms niet in staat om met bepaalde impedantiewaarden om te gaan (hoofdtelefoons hebben namelijk verder uit elkaar liggende nominale impedanties dan luidsprekers). Niet zelden wordt een hoofdtelefoon bij een winkel beluisterd en mee naar huis genomen waar dan blijkt dat de eigen versterker of speler minder te spreken is over het nieuwe audio-familielid. Daarom is het altijd aan te bevelen om een hoofdtelefoon die men op het oog (oor) heeft, ook te beluisteren op het eigen systeem.


Draagcomfort

Het draagcomfort van een bepaalde hoofdtelefoon is niet alleen van groot belang maar ook geheel persoonlijk. Wat voor de één een fijn, robuust werkpaard is kan voor de ander uiteindelijk een hoofdklem-nachtmerrie blijken te zijn. Er zijn veel gradaties in comfort, van stevig klemmende hoofdbanden en nepleer oorkussens (lees: oor-broei) tot perfect instelbare en meedraaiende constructies met zachte schuimrubber of velours kussens.

Voor wie geen druk tegen de oorschelpen kan velen zijn de oofdtelefoons met grote oorkussens (die óm de oren liggen) zeker aan te bevelen. De Jecklin-Float hoofdtelefoons zijn uniek in dat ze simpelweg geen druk meer uitoefenen op de oren en genoeg ruimte laten tussen de luidspreker-units en de oren (let wel: teveel met het hoofd voorover knikken en de J-F ligt in de schoot of op de vloer).

De originele Jeckin Floats zijn niet meer in productie maar kunnen nog steeds worden gerepareerd door Quad Musikwiedergabe in Gering, Duitsland. Er is nog meer goed nieuws voor de Jecklin-fans: sinds enige tijd is er een geheel nieuwe hoofdtelefoonlijn verkrijgbaar van het Zwitserse merk Ergo, wat in meerdere opzichten is gebaseerd op de oude Jecklin ontwerpen. Het topmodel van Ergo is overigens voorzien van rasechte Heil A.M.T. (Air Motion Transformer) units.


Hoofdmoot

In ons kleine landje met dicht op elkaar gebouwde huizen en dichtbevolkte flats is het nou eenmaal niet altijd mogelijk om eens lekker breeduit te genieten van muziek. Een hoofdtelefoon kan dan een echte uitkomst zijn, maar alleen als zowel de weergavekwaliteit als het zitcomfort van een behoorlijk niveau zijn. De hoofdmoot van onze luistersessies zullen we toch wel achter onze geliefde luidsprekers blijven doorbrengen maar voor die momenten dat het uur -of het gezin- dat uitsluit is een hoogwaardige hoofdtelefoon toch maar een echte muzikale zegen.