Interview Bill Low AudioQuest
AudioQuest is al vanaf de jaren ’80 van de vorige eeuw een vaste waarde in de hifi-industrie. Het bedrijf behoort tot de pioniers op het gebied van hifi-kabels en is inmiddels uitgegroeid tot een van de grootste bedrijven (misschien wel hét grootste bedrijf) in hun marktsegment.
Dat is te danken aan de doelgerichte en herkenbare koers die het bedrijf vanaf het begin onder leiding van oprichter en eigenaar William E. Low heeft gevaren. Bill Low was begin juli kort in Nederland voor een promotietournee. Er zijn veel nieuwe AudioQuest producten op de markt gekomen, en wie kan daar beter over vertellen dan de man die er verantwoordelijk voor is? Hij zegt van zichzelf: “Ik ben geen techneut, maar ik geloof niet dat ik daar hinder van ondervind.”
Bill Low is veel meer een wetenschapper dan een techneut. Want naast de technische kant van het verhaal draait het volgens hem toch vooral om het houden van een ‘open mind’. Niet alleen voor wat anderen beweren, maar vooral voor de eigen waarneming. “Er zijn genoeg dingen die ik nog niet weet”, zegt hij. “En daar zijn dan weer een aantal vragen bij waar ik misschien wel nooit een antwoord op zal krijgen."
"Ik heb al lang geleerd dat je daar soms gewoon genoegen mee moet nemen. Op dat vlak wijk ik dus af van de gemiddelde techneut; die past toe wat hij heeft geleerd. Wat daar niet bij past wordt aan de kant geschoven. En dat is prima. We hebben zulke mensen nodig om bijvoorbeeld bruggen te ontwerpen. We hebben liever niet dat daarmee geëxperimenteerd wordt, want we willen zeker weten dat de brug overeind blijft. Maar je moet ze geen kabels laten ontwerpen. Ik ben niet op zoek naar wat ik al weet, ik probeer voortdurend grenzen te verleggen.”
Op de vraag of hij door de jaren heen niet een beetje moe is geworden van de kritische houding van ‘meten-is-weten’ kabelsceptici heeft hij verrassend snel een antwoord klaar: “Als we verschillen horen, betekent het dan dat ze niet bestaan omdat we nog niet weten waaróm het anders klinkt? Natuurlijk meten we dingen, omdat het ons in een aantal gevallen helpt om onze bevindingen te begrijpen. Maar je kunt op basis van die metingen niet alles voorspellen over de klankmatige uitkomst van een aanpassing. Er komt dus ook heel veel uitproberen bij kijken.”
Filosofie
“Daar kun je dagen aan een stuk over discussiëren, maar helemaal onderaan de bladzijde, onder de streep, waar alle plussen en minnen zijn opgeteld en afgetrokken, is onze filosofie “Do No Harm”. De weergave van audio en video is eigenlijk vooral schadebeperking. Het signaal is op zijn best bij de bron. Alles wat daarna komt veroorzaakt vervorming van het originele signaal. Onze kabels zijn ontworpen om zo min mogelijk schade toe te brengen aan het signaal."
"Als je lang met kabels bezig bent, zoals wij, dan weet je op een bepaald moment een heleboel dingen die invloed hebben op de geluidskwaliteit. De belangrijkste daarvan passen we op al onze kabels toe. Die noemen we De Vier Elementen: Massieve geleiders, betere metalen, een beter diëlektricum (elektrische isolatie, red.) en een optimale geometrie (de opbouw van een kabel, red.)."
"Ze hebben allemaal hun specifieke invloed, en voor verschillende kabels moeten we een andere ‘mix’ van deze elementen gebruiken.” Op de opmerking dat dat toch wel een beetje als een marketingpraatje klinkt antwoordt hij glimlachend: “Maar dat is het eigenlijk ook. We vertellen precies wat we doen, heel open en eerlijk. Want dan kunnen we laten zien dat we het ons er niet gemakkelijk vanaf maken. Alles wat we doen heeft een doel, en we hebben er geen probleem mee dat iedereen weet hoe we dat doen.”
Hoe gaat AQ te werk bij het ontwikkelen van nieuwe producten?
“Als we nieuwe producten ontwikkelen doen we dat omdat er vraag naar is, of omdat we denken dat er vraag naar zal ontstaan. Bijvoorbeeld: toen een aantal jaar geleden de mogelijkheid kwam om audio over HDMI te transporteren zagen we een sterke daling in de vraag naar optische kabels, die tot dat moment het meest werden gebruikt om het audiosignaal van een dvd-speler naar een AV-receiver te transporteren. We hebben toen besloten om onze HDMI-kabels vooral op het gebied van geluidskwaliteit te verbeteren."
"Beeld is ook belangrijk, maar we weten uit onderzoek dat consumenten fouten in de beeldweergave gemakkelijker accepteren dan een minder goede geluidskwaliteit. We brengen een nieuw model kabel trouwens pas op de markt als we er van overtuigd zijn dat de verbetering ten opzichte van het vorige model overduidelijk is.”
Hoe ziet Bill Low de nabije toekomst van de hifi en welke rol heeft AQ daarin?
“We zien dat de markt op dit moment sterk in de richting van computer audio beweegt. En dan niet alleen met streamers, maar vooral ook met de pc of laptop als onderdeel van de hifi-installatie. Wij dragen die ontwikkeling op beide fronten een warm hart toe, en dat zie je ook terug in ons assortiment. We hebben veel nieuwe producten voor deze categorie ontwikkeld. Betere USB-kabels, digitale interlinks, ethernetkabels, en natuurlijk onze mini-USB d/a-converter, de DragonFly. We blijven natuurlijk ook heel erg van analoge audio houden - we zijn niet voor niets de importeur van Lyra elementen in Amerika - maar voor de gemiddelde consument zal computer audio echt de toekomst zijn. Sterker nog, voor een hele jongere generatie is het dat al. Alleen willen we die mensen graag in aanraking laten komen met de mogelijkheden om hun computer (audio) beter te laten klinken."
De Toekomst
AQ als elektronicafabrikant: Hoe zit het met de Dragonfly?
Als je je als kabelfabrikant met de fabricage van de hifi-apparatuur gaat bezighouden, sta je natuurlijk aardig in de belangstelling van mensen die je graag zien struikelen. De DragonFly werd echter een doorslaand succes en heeft inmiddels navolging gekregen uit de hoek van de traditionele hifi-fabrikanten. Heeft AudioQuest hier desondanks geen grote gok mee genomen omdat het een deel van de markt betreft waar ze weinig ervaring mee hebben? “We hebben de Dragonfly ontwikkeld om computer audio toegankelijker te maken voor muziekliefhebbers die geen binding met hifi hebben. Wat we voor ogen hadden bestond nog niet en dus hebben we het zelf maar gemaakt."
"Daarvoor hebben we contact gezocht met Gordon Rankin, de ‘Godfather’ van de a-synchrone USB toepassing voor audio. Rankin ontwierp overigens niet alleen het USB gedeelte, hij verzorgde het volledige elektronische ontwerp. We hebben zelf natuurlijk ook mensen in dienst die van wanten weten. Steve Silverman leidde het hele project en het Dragonfly-team binnen AudioQuest tekende voor de Look & Feel. Zo is het toch een echt AudioQuest product geworden waar we net zo trots op zijn als op onze kabels, en waar we net zoveel aandacht aan hebben besteed.”
Waarom zou een duurdere ethernetkabel beter zijn dan een goedkope?
Bill Low is duidelijk gewend aan het krijgen van kritische vragen. En zijn antwoorden zijn net zo transparant als alle andere informatie die AudioQuest geeft over de fabricage van kabels. “Eerlijk gezegd is dit zo’n geval waar ik zelf nog geen compleet antwoord op heb, maar ik heb wel een aardig idee van wat er gebeurt: de digitale data die over een ethernetkabel wordt vervoerd bestaat, net als bij een DVI-, HDMI- en USB-kabel uit pakketjes nullen en enen, die op zichzelf helemaal geen audio-eigenschappen hebben. Je zou dus denken dat niks aan de hand is zo lang die datapakketjes aan de andere kant van de kabel nog maar gelezen kunnen worden en omgezet in audio. Was het maar zo simpel..."
"De wijze waarop die digitale data door de kabel wordt vervoerd is nog steeds helemaal analoog, en dus zijn alle eigenschappen die in een analoog signaal schade toebrengen van toepassing. Een digitaal signaal is een blokgolf, die het verschil tussen een nul en een één weergeeft. Een blokgolf met perfect rechte verticale lijnen bestaat in de praktijk niet, en ook de overgang van verticaal naar horizontaal is meestal verre van perfect. Het diëlektricum van de kabel veroorzaakt jitter (digitale tijdfouten in het signaal, red.) door signalen te absorberen en die met een minieme vertraging weer af te geven. Hetzelfde geldt voor de kwaliteit van het metaal. Hoe beter dat is, hoe minder tijdfouten er optreden. Voor digitale audiosignalen lijken dus in grote mate dezelfde problemen te gelden als voor analoge audiosignalen. Dus heeft het wel degelijk zin om een betere kabel te bouwen.”
WEL-kabels bij Rhapsody
Het interview vond plaats op het hoofdkantoor van AudioQuest Europe in Roosendaal, maar voor het besluit van dit verhaal begeven we ons twee dagen later naar Hilversum, waar Bill Low te gast is bij Rhapsody, om voor een zeer geïnteresseerd publiek zijn verhaal nogmaals te vertellen. Het hoogtepunt van de avond, waar ook de foto’s bij dit artikel zijn gemaakt, is de muzikale demonstratie waarbij een selectie van fantastische high end-apparatuur (een buizen voorversterker van Audio Research, een cd-speler van dCS, een eindversterker van Dan D’Agostino en luidsprekers van Magico) volledig bekabeld is met de absolute topserie van AudioQuest, die trots de initialen van de maker draagt.
De weergave is subliem, en de WEL-kabels zorgen volgens een enthousiaste Harry van Dalen voor een zeer goede synergie tussen de componenten van de set. Er wordt zo weinig weggelaten dat alle muzikale eigenschappen van de set perfect hoorbaar zijn. Precies om die reden is Rhapsody eerder dit jaar AudioQuest dealer geworden. En met deze ridderslag, want dat is het toch wel een beetje als je als merk bij Rhapsody terechtkomt, is Bill duidelijk zeer tevreden.
Met dank aan AudioQuest Europe, Rhapsody Hilversum en HiFi.nl-lezer Jeroen Visser die ons vanuit de Weekly mailing een vraag over de productontwikkeling van nieuwe kabels en de DragonFly voorstelde.