Vintage: Philips CD100


Eric de Boer | 14 mei 2011 | Fotografie Eric de Boer | Sony

In een Vintage Special mag de cd-speler natuurlijk niet ontbreken. In 1981 werd het digitale medium voor het eerst geïntroduceerd op de consumentenmarkt en is sindsdien niet meer weg te denken in het gemiddelde huishouden of in de hifiwinkels. Anno nu loopt het tijdperk van de compact disc enigszins ten einde en moet het medium het hoofd bieden aan de nieuwe manier van luisteren; het streamen. Ik mocht van een goede vriend één van de pronkstukken uit zijn hificollectie lenen om te beluisteren: de Philips CD100, de eerste Westerse cd-speler.

Begin 1983 kwam Philips namelijk met een tegenoffensief op marketinggebied, om het Japanse Sony te kunnen beconcurreren. De CD100 cd-speler was een feit. Iedereen kon nu thuis genieten van digitale media, zonder ruis, slijtage, terug- of vooruit hoeven spoelen om een bepaalde track te kunnen luisteren of het benodigde omdraaien van het medium. De cd-speler werd vanwege zijn grote gemak vrijwel direct na de lancering al een succesproduct, niet in de laatste plaats door toedoen van de vele muziekmaatschappijen die veel brood in het nieuwe medium zagen, en met vele titels op de markt kwamen.

Met reclameleuzen als “Van de bedenkers van de Compact Disc” en “Puur en perfect geluid, altijd!” werden potentiële kopers door het marketingmechanisme van Philips bereikt. En de speler was ook mooi! Want het antwoord van Philips op Sony’s eerdere primeur op cd-spelergebied, de CDP-101 die net een paar maanden eerder werd geïntroduceerd, had een ander uiterlijk en mechanisme. De fabriek waar de CD100 werd vervaardigd stond in België, waar een handmatige kwaliteitscontrole na het lopende bandwerk en de plaatsing van de diverse onderdelen - zoals printplaten, voeding en het loopwerk - ervoor zorgde dat een perfect product de consument mocht bereiken.

Degelijk
Waar Sony (en nakomer Hitachi) in haar eerste cd-speler een lademechanisme toepaste om de zilveren schijf in te kunnen laden, maakte het Eindhovense bedrijf gebruik van een zogeheten top-loader. Een klep om de cd in te kunnen leggen, waarbij ook de glazen (!) lens van het loopwerk zichtbaar was. De klem in het deksel moest zorgen voor stabilisatie van de compact disc. Meridian was één van de eerste producenten die deze manier van laden toepaste in hun MCD cd-speler en Philips hierin volgde. Beter goed gekopieerd dan slecht bedacht… De CD100 beschikte over een vast netsnoer (zogeheten after market netvoedingskabels waren toen nog amper toepasbaar) en enkel twee tulpstekker aansluitingen. Philips lichtte de consument voor dat “iedereen die een Aux, Tape, Tuner of een andere lijningang op zijn of haar versterker bezit de cd-speler gewoon kan aansluiten”. De relatief hoge prijs van ongeveer 2000 gulden bleek daarbij voor velen haalbaar, gezien de verkopen uit het begin van de cd-speler.

Philips laser

Om de concurrentiestrijd met Sony bij te kunnen benen als het om de techniek ging, paste Philips in de eerste cd-spelers een Sony chipset toe, die niet veel later werd vervangen door een eigen chipset. Het eerste toegepaste loopwerk in de Philips cd-spelers is het beroemde CDM-0 loopwerk, met een zogenaamde ‘swingarm’ voor de lens en laser. Dit loopwerk, snel opgevolgd door de CDM-1, stond meteen al te boek als zeer betrouwbaar en degelijk, mede door de toepassing van glas in de lens boven de laser. Die laser las de subcode van de schijf uit (TOC ofwel Table Of Contents), waardoor de speler wist welke hoeveelheid aan tracks er op de schijf stond, en waar deze te vinden waren. Dit principe wordt nog steeds toegepast en staat nu bekend onder de Red Book Standard, samen met een aantal andere criteria. De latere loopwerken van Philips werden door vele merken toegepast.

Het binnenwerk van de CD 100
Het vijf kilogram zware apparaat is netjes afgewerkt in zilver, met de bedieningstoetsen schuin aan de voorkant naast de led’s die het aantal tracks op de compact disc aangeven, de nu spelende track en de eventueel geprogrammeerde nummers. Programmeren van tracks was ook een nieuwtje: een album hoefde niet meer geheel afgeluisterd te worden, en met de naald zoeken naar de juiste begingroef van een nummer was er ook niet bij. Daarbij kon het digitale schijfje eigenlijk niet beschadigd raken zoals een cassettebandje of een LP dat wel kon. Bij normale behandeling van een disc kon deze wel meer dan honderd jaar meegaan, hoe vaak de laser het medium ook zou aftasten.

Het zilveren chassis binnen in de speler herbergt een Sony chipset, één enkele voeding en diverse printplaten die de 14-bits omzetting genereerden naar het analoge board. Een digitale uitgang kent de speler niet, er was in die tijd nog geen standaard gezet en de vraag was er simpelweg niet naar. Philips gaf een frequentiebereik op van 20 Hz tot 20 kHz met een zeer lage harmonische vervorming van 0,004% (1kHz). Variabelen die de kwaliteit van de weergave konden beïnvloeden (wow & flutter) werden aangepakt door een precisie kwarts kristal techniek. Verdere error-correctie geschiedde volgens het CIRC-principe. De semi geleider laser zorgde voor een vloeiende aftasting van de cd met een diepte van ongeveer twee micrometer en een straaldikte van 1 millimeter. De signaal-ruisverhouding lag boven 90 dB, evenals het dynamische bereik.

CD100 anno nu

Het aan mij geleende exemplaar van de Philips CD100 verkeert in prima staat en vrijwel direct na het aansluiten van de grijze twee-aderige stekker op het stopcontact en het inschakelen van de stroomknop branden alle vijftien ledjes op het displaygedeelte. Pas na het gemakkelijk inleggen van het schijfje in de speler en het drukken op de afspeeltoets wordt de schijf rondgedraaid en mag de laser zijn werk doen. Het aantal tracks wordt door de bovenste rij leds weergegeven en de onderste rij geeft de positie van de laser aan. De reeds afgespeelde tracks van een cd worden niet meer verlicht door de led bij het betreffende nummer, tenzij de repeatfuntie is ingeschakeld. Voor- of achteruitspoelen behelst het ingedrukt houden van de juiste knop, een andere track selecteren moet worden opgevolgd door de play-knop na de selectie in te drukken.

Programmeren is vooraf mogelijk en vrij eenvoudig (tenzij er meer dan 15 tracks op een schijfje staan) en elke keuze dient te worden bevestigd met de store-toets. Van een afstandsbediening was er indertijd geen sprake. Ook niet op het prototype van de beoogde opvolger van de CD100, waarop een digitaal display werd gecombineerd met led-aanduidingen. Dit apparaat is echter nooit in productie genomen. De CD101 werd al snel geïntroduceerd als opvolger van de CD100 en enkele jaren later werd de CD104 (zonder toploader maar met lade) geïntroduceerd als eerste speler met een geheel digitaal display.

Maar hoe klinkt de CD100 nu? In 2011 zijn er terugrekenend al duizenden cd-spelers geïntroduceerd en weer verdwenen. Niet enkel omwille van verbetering, maar ook vanwege concurrentiestrijd zijn modellen al snel uitgerangeerd en vervangen voor nieuwe, veelal goedkopere types. Die - logische - vooruitgang brengt een tweespalt met zich mee. Want niet elke verandering is noodzakelijkerwijs een verbetering. Het loopwerk in de CD100 bijvoorbeeld. Deze is stabiel en zeer duurzaam. Dat bewijst het aan mij geleende toestel wel, de glazen lens is nog steeds intact en de laser doet zijn werk naar behoren. Een ander bewijs voor diezelfde duurzaamheid is ook de gemiddelde vraagprijs voor een in goede staat verkerend exemplaar van dit apparaat op de vele tweedehands sites. En dat dit type loopwerken lang is gebruikt door onder andere Marantz zegt ook wel iets. Zelfs de voeding vertoont weinig slijtage, hoewel het apparaat aan de bovenzijde wel wat warmte vertoont na wat langer aangestaan te hebben.

Toch is het luisteren naar de Philips CD 100 goed te doen anno 2011. De klank van de 14-bitter laat zich het beste omschrijven als toegankelijk met een neiging naar de warme kant. Het loopwerk is klankmatig een allemansvriend te noemen en biedt genoeg luistergenot als het gaat om de weergave. Dat er betere spelers te krijgen zijn - ook tweedehands - is een open deur die geen intrappen behoeft. Maar toch zou ik best wel kunnen leven met de CD100 in een tweede set. Ik kan me voorstellen dat critici indertijd het ‘analoge’ klankkarakter van deze speler loofden (de kwaliteit van een goede platenspeler wordt echt niet gehaald, maar toch…). Philips maakte de weg vrij om in Europa met de CD100 Sony te kunnen beconcurreren (in de Verenigde Staten werd dit apparaat onder de merknaam Magnavox uitgebracht en een licht gewijzigde versie onder de vlag van Marantz met de CD-63). Wie deze cd-speler in zijn bezit heeft in goede staat - en zeker met de originele verpakking waarin een cd en de gebruiksaanwijzing behoorden te zitten - heeft een stuk geschiedenis in huis waarnaar ook nog eens prettig geluisterd kan worden op bijvoorbeeld een ‘vintage’ geluidsinstallatie. Zeker nu het ‘era’ van de cd ten einde lijkt te komen.