Recensie: TEAC TN-300 Platenspeler


Max Delissen | 05 mei 2015 | Teac
Dit artikel werd oorspronkelijk geplaatst op 13 april 2015

SAMENVATTING

In de prijsklasse van de TEAC TN-300 (399 euro) is redelijk wat concurrentie. Ook veel gespecialiseerde platenspeler-fabrikanten richten zich vandaag de dag vrij nadrukkelijk op de onderkant van de markt. Maar wat mij betreft kan deze TEAC daar prima in meekomen door zijn uitgebreide set features, zijn fraaie uiterlijk en zijn goede geluidskwaliteit.

TEAC verraste de afgelopen jaren met een paar erg goede en realistisch geprijsde apparatuurlijnen waarmee met name de digitaal ingestelde eindgebruiker werd bediend. De liefhebbers van analoge weergave nemen echter ook weer langzaam in aantal toe, en daar speelt TEAC nu op in met een nieuwe platenspeler, de TN-300.

Toen mij werd gevraagd of ik zin had om een recensie over de TN-300 te schrijven was mijn eerste gedachte: Jeuj! Weer eens een platenspeler! Maar de modellen die we de afgelopen paar jaar onder de merknaam TEAC op de markt zagen verschijnen kon ik met de beste wil van de wereld niet helemaal mijn kopje thee noemen. Het waren vooral kekke, in glanzend kunststof uitgevoerde alles in één spelers met een fantasievolle retro-look waar - eerlijk is eerlijk - loopwerkjes, armen en elementen in zaten waar de rechtgeaarde audiofiel het niet echt warm van kreeg. De TN-300 is echter heel andere koek. Een moderne speler met een superstrak uiterlijk en serieuze specificaties, laat maar komen dan!



Opbouwen en Instellen
De TN-300 wordt af-fabriek als semi-plug-en-play apparaat geleverd. Met ‘semi’ bedoel ik dat er enige montage door de nieuwe eigenaar nodig is, maar die is buitengewoon eenvoudig en er zit een goede (ook Nederlandstalige) gebruiksaanwijzing bij. Er zijn desondanks wat aandachtspuntjes die ik graag even vermeld. De montage komt erop neer dat je om te beginnen zelf het redelijk zware aluminium plateau op het middenlager moet plaatsen en de snaar, die al om het vaste subplateau zit, om de pulley van de motor moet leggen. Daar had TEAC wat mij betreft een kunststof hulpmiddeltje voor mogen bijleveren, want de snaar zit redelijk strak om het subplateau en als je er niet met je vingers aan wil komen (wat verstandig is) moet je iets stevigs hebben om hem op te wippen. Ik heb daar zelf de clip van het dopje van een BIC-pen voor gebruikt, waarmee je zowel het plateau als de snaar niet zult beschadigen. Als de snaar om de motorpulley zit, leg je de rubberen mat met de concentrische ribben naar beneden op het plateau en draai je het contragewicht op de achterkant van de arm. Daarna steek je de headshell met het al keurig gemonteerde Audio Technica AT-95E element middels een bajonet-aansluiting in de arm.

Die AT-95E is met zijn losse verkoopprijs van rond de 40 euro een betaalbaar MM-element dat wat mij betreft onder de 100 euro nauwelijks zijn gelijke kent. Zonder grijs te klinken is het een echte allemansvriend, waar een zeer behoorlijke dynamiek uit te halen is en waar een lekkere warme en redelijk gedetailleerde klank in zit. Je kunt er natuurlijk altijd een duurder (MM!) element in zetten, maar dan moet je er wel rekening mee houden dat de arm van de TN-300 niet in hoogte verstelbaar is en dat je daarom met elementen die een andere ‘hoogte’ hebben geen optimale afstelling zult kunnen bereiken. Gewoon lekker met de AT-95E draaien is dus mijn advies, dat 
element ‘klopt’ gewoon op een heel erg aangename manier. Ik adviseer trouwens ook om bij het aandraaien van de schroefring die de headshell op zijn plaats houdt niet teveel kracht uit te oefenen en de armbuis stevig vast te houden om niet teveel torsie op het armlager uit te oefenen. Tot slot monteer je de stofkap, waar je eerst nog de rubberen nokjes op moet schuiven om een zachte landing op het hoogglans oppervlak van de uit zwaar MDF vervaardigde plint te garanderen.

Het instellen van de arm is een proces waar enige concentratie én een timmermansoog voor nodig zijn, en eventueel een naalddrukweger. De gebruiksaanwijzing geeft een prima beschrijving van de procedure, maar ik weet uit ervaring dat ‘op het oog’ instellen in de praktijk tot forse verschillen in naalddruk (Vertical Tracking Force, oftewel VTF) kan leiden. Het AT-95E element wil graag een VTF van 2 gram, maar ik kwam, ondanks dat ik al bijna 30 jaar elementen in platenspelers monteer, bij instellen uit het vuistje op 2,2 gram uit. Op zich is een beetje afwijking helemaal niet zo erg, en ‘te zwaar’ is - in tegenstelling tot wat veel mensen denken - minder slecht dan ‘te licht’, maar de door de fabrikant opgegeven naalddruk is gewoon het beste. Daarom gebruik ik altijd een digitale naalddrukweger. Die dingen zijn niet zo duur en anders is er bij een vinyl-minnende vriend vast wel een te lenen. Al met al ben je, vanaf het moment dat het mes voorzichtig in het plakband van de doos wordt gestoken tot het moment dat je je eerste plaat kunt opleggen, ongeveer een half uur tot drie kwartier op je dooie gemak aan het knutselen.

 

Luisteren Via De Interne Phonotrap

Bij nieuwe platenspelers laat ik het plateau altijd enkele uren draaien zonder muziek te spelen. De draaisnelheid is zo laag dat er amper opwarming van het lager plaatsvindt, maar eventuele mechanische afwijkingen komen dan snel aan het licht. De bijgeluiden die dat oplevert worden dan hoorbaar. De TN-300 loopt mooi stil, al is het door een schakelende muurtrafo gevoede gelijkstroommotortje in de TEAC TN-300 niet volledig geruisloos. Maar als je een meter of twee van de platenspeler af zit hoor je er niets meer van en wordt je muziekgenot niet gehinderd door de zeer zachte zoemtoon. De licht verende voeten onder de TN-300 helpen beslist bij het verminderen van de terugkoppeling van de motortrilling naar de ondergrond. En nu we het toch over de ondergrond hebben; die kan beter niet hol zijn, zoals bij de juist onder vinylfanaten erg populaire Lack-meubels van dat grote Zweedse woonwarenhuis…



Eén van de aantrekkelijke specificaties van de TEAC TN-300 is dat hij een eigen phonotrap aan boord heeft. En daar hoeven de audiofielen niet afkeurend hun neus voor op te halen, want het is mogelijk om hem te overbruggen en dan kun je de TN-300 gewoon op een losse phonotrap aansluiten. Het is daarbij wel van belang om de met PHONO EQ aangeduide schakelaar naast de rca-uitgangen in de ‘Thru’ stand te zetten, anders sluit je een tot lijn-niveau versterkt signaal op de ultra-gevoelige ingang van je eigen phonotrap aan. Daar kunnen ze meestal niet zo goed tegen, los nog van de hartkloppingen van de schrik na het gebulder dat dan uit je luidsprekers knalt…

De interne phonotrap zal voor veel mensen die de TN-300 kopen prima voldoen. Het is in elk geval een handige en betaalbare manier om de oude platen die je nog op zolder had weer eens een kans te geven. Of om te bepalen of de vinyl-hobby waar het de laatste jaren zo nadrukkelijk - zelfs buiten de hifi-pers - over gaat inderdaad wat voor je is. De klank is aan de bloemrijke kant en de dynamiek is niet zo heel erg groot, maar dat is waarschijnlijk precies het geluid dat velen zijn gaan associëren met het draaien van langspeelplaten en ik heb er veel platen mee beluisterd zonder me ook maar één moment te vervelen.

Luisteren Via Een Externe Phonotrap

Maar het wordt tóch een heel ander verhaal als ik de TN-300 aansluit op mijn iFi iPhono. Dan hoor ik veel duidelijker waarom ik de AT-95E zo’n leuk element vind en waarom de TN-300 inderdaad een verdraaid leuke platenspeler is. De waarnemingen die ik nu ga beschrijven zijn natuurlijk subjectief, want met een andere phonotrap zul je een ander resultaat bereiken, maar het blijft een feit dat je je muziekgenot ermee verhoogt. Het geluid wordt opener en vloeiender en de dynamiek neemt ook een aardig stuk toe. De grootste winst zit hem echter in twee andere zaken: het laag wordt met de iFi iPhono een aardig stukje dieper en strakker, maar er is vooral meer rust in de muziek. Meer ‘zwart tussen de instrumenten’, zeg maar. De inwendige phonotrap van de TN-300 is minder stil dan de iFi, wat zou kunnen worden veroorzaakt door de gecombineerde Phono-EQ/USB chip die er in zit. Als je geen direct vergelijk met een betere phonotrap maakt zal het echter niet opvallen.



Opnemen Via USB
Want juist de aanwezigheid van die USB uitgang is bij de TN-300 een leuke en interessante extra feature. Je kunt er namelijk zéér eenvoudig je elpees mee opnemen in je computer. Dat zou voor archief-doeleinden kunnen zijn, maar ook om je favoriete plaat die maar niet op cd wil uitkomen in de auto of op je draagbare muziekspeler te kunnen beluisteren. Ook hiervoor geldt weer dat de handleiding eigenlijk niets te raden overlaat. TEAC beveelt het gratis programma Audacity aan als opnamegereedschap, en ik kan dat alleen maar van harte onderschrijven. Ook handig: voor Windows computers (minimaal Windows 7) is het niet nodig om drivers te installeren. Bezitters van een Mac zijn dat al gewend, maar TEAC maakt gebruik van de standaard drivers die ook al in Win7 zitten. Het moest tenslotte plug-en-play worden nietwaar? Vóór je (via de meegeleverde USB-A>USB-B kabel) gaat opnemen valt er eigenlijk niets te tweaken aan het geluid. De datastroom via USB komt op een vooraf ingesteld niveau je computer binnen in een 16bit/48kHz PCM resolutie. Al snel blijkt dat het uitgangsniveau goed gekozen is. Zelfs bij zeer dynamische elpees blijven de pieken keurig onder de 0dB. Het klankmatige resultaat is zonder meer prima te noemen. Oudere generaties geïntegreerde Phono/USB chips wilden nog wel eens hoogfrequente bijgeluiden genereren, maar de chip die door TEAC wordt gebruikt is doodstil. Na het opnemen zou je met de standaard effect-plugins van Audacity eventueel nog ruis en tikken kunnen verwijderen, het voert echter te ver om daar in deze recensie op in te gaan. Maar experimenteer naar hartelust zou ik zeggen!

Conclusie

TEAC brengt met de TC-300 een hele leuke platenspeler op de markt die aan de ene kant zeer geschikt is voor starters en nog twijfelende herintreders, maar die aan de andere kant ook de doorgewinterde plaatjesdraaier zal kunnen bekoren. De afwerking is heel netjes en de vier leverbare kleuren (zwart, wit, rood en cherry, allen in hoogglans) bieden voldoende keuze om in elk interieur te passen. De interne phonotrap is goed genoeg om echt van muziek te kunnen genieten, en als je wil doorgroeien kun je er als je wil ook een betere phonotrap op aansluiten. Het meegeleverde element is een persoonlijke favoriet van me, en ik zie - zeker voor debuterende gebruikers - geen reden om een ander merk of model aan te bevelen. De opnamefunctie via USB zal lang niet door iedereen gebruikt gaan worden, maar hij functioneert op zich buitengewoon goed en zit niet in de weg.



In de prijsklasse van de TEAC TN-300 (399 euro) is redelijk wat concurrentie. Ook veel gespecialiseerde platenspeler-fabrikanten richten zich vandaag de dag vrij nadrukkelijk op de onderkant van de markt. Maar wat mij betreft kan deze TEAC daar prima in meekomen door zijn uitgebreide set features, zijn fraaie uiterlijk en zijn goede geluidskwaliteit.