Review: de nieuwe Bowers & Wilkins 803 en 802


Werner Ero | 10 juni 2016 | Fotografie Redactie Hifi.nl | Bowers & Wilkins

Wil je weten hoe de Bowers & Wilkins 802 D3 eruitziet in jouw kamer? Klik hier om het uit te proberen! >>

Terwijl de in deel 1 besproken Bowers & Wilkins 805 en 804 D3 modellen nog grotendeels hun vertrouwde en meer klassieke vormgeving hebben behouden, is dat bij de nieuwe 803 en 802 D3 wel anders. Want hoewel beiden vooral door de 180 graden gedraaide laagbehuizing een heel ander lijnenspel en techniek hebben gekregen, is het met name de 803 D3 die nu ineens tot een kleinere 802 lijkt te zijn getransformeerd! Enige domper op de vreugde is dat de prijzen voor al dit moois behoorlijk fors zijn gestegen. Zonder enige terughoudendheid bestormen deze uitdagers daarmee ook ineens het ‘gevaarlijke’ territorium van de kleinere gespecialiseerde top high-end aanbieders. Lukt het Bowers & Wilkins om tot dit illustere gezelschap toe te treden?

De eerste aanzet is in ieder geval al veelbelovend. Want hoewel ook de ‘instap’ 805 en 804 D3 al uiterst serieus moeten worden genomen in hun prijsklasse, dwingen de twee grotere modellen alleen al door hun werkelijk gigantische verpakkingsdozen vanaf het eerste moment respect af. Respect dat al snel overgaat in verbazing en vervolgens bewondering, wanneer blijkt dat eigenlijk de gehele verpakking bijzonder ingenieus in elkaar steekt. Vooral wanneer na het gewichtige transport de doos kan worden verwijderd, blijkt deze na het losmaken van de twee spanbanden in een oogwenk geheel te kunnen worden weggeklapt. Alleen het solide kunststofplateau met daarop de luidspreker en een ingebouwde afrijplank blijven uiteindelijk nog over. Deze laatste valt in een laatste stap in een oogwenk aan het plateau te bevestigen, waarna je heel gemakkelijk de luidspreker (die standaard op soepel rollende wielen staat) de doos uit kunt rijden.

Als eerste is de ronduit indrukwekkende 803 aan de beurt. Een waar topmodel dat ondanks de nodige gelijkenissen met zijn voorganger toch een wezenlijk anders totaalvoorkomen toont. Dat de laagbehuizing 180 graden is gedraaid blijkt namelijk nog maar één enkel aspect van de totale metamorfose, of zeg maar gerust complete transformatie, te zijn. Nadere beschouwing leert dat zelfs alle verhoudingen en gebruikte materialen, compleet verschillend zijn. Als u dan ook nog bedenkt dat nagenoeg alles van deze modellen in eigen huis wordt vervaardigd, dat er vele jaren onderzoek is verricht en het beoogde kwaliteitsstreven nog veel hoger is dan voorheen, dan heeft u ook meteen antwoord op de prangende vraag waarom deze modellen zoveel meer moeten kosten dan hun voorgangers.

Revolutionaire 803

Al sinds de introductie heb ik er geen geheim van gemaakt dat ik van alle nieuwe 800 D3 modellen het meest naar de 803 D3 heb uitgekeken. Want als er één model echt helemaal niets meer met zijn voorgangers te maken heeft, is het deze incarnatie wel. Waar de vorige editie nog veel weg had van een uit de kluiten gewassen 804, blijkt de 803 D3 veel meer van een verkleinde 802 weg te hebben. Hoewel maten van 116 cm hoog, 33,4 cm breed en 49,8 cm diep natuurlijk niet bepaald klein zijn, maken ze wel het zeer belangrijke verschil dat deze kleinere 802 nu wel naadloos in veel normale huiskamers zal kunnen worden geplaatst. Naast een minder grote kast heeft Bowers & Wilkins speciaal voor de 803 D3 ook voor de allereerste keer een kleinere maat uit massief aluminium vervaardigde turbinekop ontworpen. Daarvoor bleek het ook nodig om de nieuwe state-of-the-art Continuum middenunit mee te verschalen. Het uiteindelijke eindresultaat is een luidsprekerunit die nu 13 cm in plaats van de bekende 15 voor de grotere kop van de 802 meet. Uiteraard blijft het hier niet bij en zijn ook de twee woofers van dit 3-weg basreflex systeem van 20 cm naar 18 cm teruggebracht. De 2,54 cm diamanttweeter is en blijft vooralsnog voor alle modellen gelijk.

Hoe serieus Bowers & Wilkins de kwaliteit neemt blijkt al snel wanneer ook het gewicht van 41 kilo voor de 803 D2 generatie, naar 65,5 kg voor een 803 D3 is gestegen! Toch blijkt tegen de verwachting in, het verplaatsen door de vier standaard ingebouwde wielen, reuze gemakkelijk. Je voelt op zich wel dat je een serieus gewicht aan het verplaatsen bent, maar het is nog steeds heel goed te doen door slechts één persoon. Een andere slimme vinding is dat pal naast deze vier wielen, ook standaard vier spikes zijn verborgen. Wanneer eenmaal de juiste plaats is gevonden, hoeft de luidspreker enkel nog iets schuin te worden gehouden, om vervolgens met de ingebouwde uit de kluiten gewassen vleugelmoeren de spikes uit te draaien. Hierdoor worden de wielen automatisch van de grond gelicht en komen de luidsprekers als de spreekwoordelijke rots opgesteld te staan.

Bizarre specificaties

Naast het onverwacht hoge eigengewicht, zijn ook de specificaties op zijn minst opvallend positief te noemen. Want waardes voor het frequentiebereik die lopen van 19 Hz tot 28 kHz bij +/- 3 dB vanaf de referentie-as, heb ik bij dit formaat nog niet eerder bij een passief luidsprekersysteem gezien! Extra bijzonder is dat de Bowers & Wilkins ingenieurs er ook nog eens in zijn geslaagd om dit zeer diep doorlopende laag te combineren met een mooi hoog rendement van 90 dB (1 m bij 2,83 Vrms). Zelfs het impedantieverloop laat met een gemiddelde van 8 Ohm en een minimum bij 3 Ohm bij 100 Hz, geen verborgen negatieve verrassingen zoals vervelende fasedraaiingen zien. Waar bij de vorige 802 het wisselfilter nog in de massieve voetplaat was gemonteerd, heeft deze bij de nieuwe 803 en 802 modellen een plaats aan de binnenzijde van het over de hele lengte aangebrachte aluminium profiel gekregen. Hierdoor zijn niet alleen de filtercomponenten veel dichter bij de benodigde luidsprekerunit gebracht, maar ontstaat ook een maximale stabiliteit en koeling bij hoge belastingen. Helemaal onderaan dit profiel zijn overigens twee paar zeer hoogwaardige luidsprekerconnectoren geschikt voor zowel single wiring als bi-wiring/bi-amping aangebracht.

En de 802 dan?

Ik kan mij heel goed voorstellen dat mensen na mijn bijzonder enthousiaste 803 inleiding bijna zouden gaan twijfelen of de grotere 802 eigenlijk nog wel een toegevoegde waarde heeft. Want waarom zou je nog eens € 5.000,- (per paar) extra uit gaan geven als één maatje kleiner misschien al goed genoeg is? Toch is deze vraag vrij eenvoudig te beantwoorden: de 802 is vooral bedoeld voor mensen die kwalitatief alleen voor het beste willen gaan en daar bovendien het extra geld en de ruimte voor hebben.

Net als de 803 oogt ook de nieuwe 802 ondanks zijn substantiële maten van 121 cm hoog, 39 cm breed en 58 cm diep, kleiner dan hij feitelijk is. Dit wordt met name veroorzaakt door de vele ronde vormen, terwijl zeker een kleur zoals de nieuwe mat witte uitvoering met zilverkleurige turbinekop, daar nog eens extra aan bijdraagt. Het compromisloze high-end gevoel wordt nog verder verhoogd wanneer blijkt dat de naald van de weegschaal tot een letterlijk verpletterende 94,5 kilo doorslaat! Alsof dat nog niet genoeg is nemen de opgegeven specificaties nu zelfs bijna griezelige waarden aan. Wat namelijk te denken van een werkelijk indrukwekkende 17 Hz bij -3dB? Een waarde die wederom in combinatie met het mooi hoge rendement van 90 dB, een nieuw record binnen zijn afmetingen voor passieve luidsprekers neer weet te zetten! Het mooie daarbij is dat deze bijna onwezenlijke waarden door enkele buitenlandse collega tijdschriften daadwerkelijk konden worden gestaafd en dus gelukkig geen marketingstunt blijken te zijn.

Zoals reeds bij het 803 gedeelte vermeld, bezit de 802 de grotere turbinekop van de twee en zijn alle units enkele centimeters groter qua diameter. Beide modellen zijn overigens ook met een geheel nieuwe onderhuidse matrixconstructie uitgerust, Een ware ‘tour de force’ waarin enerzijds minder, maar anderzijds ook veel dikker materiaal (multiplex) is toegepast. Groot verschil met de voorgangers is dat nu bewust voor een mix uit verschillende materialen is gekozen, waarbij een tweetal net achter het voorpaneel aangebrachte massief aluminium panelen zowel de basis voor de twee woofers, als ook de belangrijke ruggengraat van deze nieuwe opzet vormen. Doel van deze oefening is om naast een maximaal stijfheid ook een zo onhoorbaar mogelijke kastconstructie te verkrijgen. Last but not least draagt een naar onder gerichte baspoort zowel bij aan het hogere rendement en een dieper doorlopend laag, als een grotere plaatsingsvrijheid.  

Bowers & Wilkins 803 D3: Luisteren

Implementatie 803 D3

Ondanks dat ik alle modellen van de D3 serie inmiddels op meerdere locaties heb kunnen beluisteren, ben ik nog steeds het meest benieuwd naar de 803 D3. Niet alleen heeft dit model door zijn zelfs binnen deze serie nog bovengemiddeld goede totaalintegratie, veel indruk op mij gemaakt. Maar het is vooral ook de charme dat er nu eindelijk een echte verkleinde 802 voor mij staat. Vooral in het zeer fraaie diep donkerrode rozenhout fineer met diepe nerfstructuur van mijn testexemplaren wordt nog eens prachtig een brug geslagen voor eenieder die de vorige D2 serie stiekem toch nog wat mooier en vooral chiquer vindt overkomen dan de nieuwe! Wat uiteraard niet wegneemt dat ook voor de statige zwarte pianolak of zeer moderne mat witte variant met zilverkleurige kop, veel valt te zeggen.

Het opstellen blijkt vanaf het eerste moment veel gemakkelijker dan de totaal anders vormgegeven ‘oude’ 803 D2 te zijn. Vooral het geen rekening meer hoeven houden met de toch wel erg volle en gewichtige laagweergave van dat model, ervaar ik als een verademing. Door de opvallend sterke gehoormatige interactie en duidelijkheid die deze nieuweling verschaft, blijkt een eerste basisplaats al heel snel gevonden. Toch gebeuren er ook een aantal zaken die ik niet als zodanig verwacht. Zo blijkt dat voor een werkelijk optimale opstelling waarbij zowel een mooie breedte- als diepteafbeelding kan worden gerealiseerd, de 803 D3 zeer behoedzaam in of uit moet worden gedraaid. Uiteindelijk blijken in dit grensgebied zelfs variaties van slechts enkele millimeters, het verschil tussen een uitmuntend of gewoon goed gepositioneerd geluidsbeeld kunnen maken. Maar begrijpt u mij vooral niet verkeerd. Want zelfs met een gewoon goede kwaliteitsversterker spelen zelfs zo’n grote 803 en 802 al heel verdienstelijk. Het is meer dat deze weergevers door hun zeer ongekleurde en hoogoplossende weergave zoveel meer informatie kunnen doorlaten, dat extra veel aandacht dient te worden besteed aan een optimale opstelling en het zoeken naar een correct bijpassende versterker. Een ontwerp wat naast een evenwichtige, natuurlijke klankbalans en afwezigheid van gehoormatige artefacten, ook liefst over een wat vol, rijk en vloeiend gepresenteerde balans moet beschikken.

Muziek

De muziek van het wereldberoemde Amerikaanse jazzkwartet Fourplay, staat inmiddels al tientallen jaren synoniem voor een perfect getimede en vooral enorm swingende ‘groove’. De muziek lijkt soms op het eerste gehoor bijna te mooi om waar te zijn en dat roept bij een enkeling de woorden ‘glad’ en nietszeggend op. Maar wie de moeite neemt om werkelijk in hun muzikale wereld te duiken, wordt verrast op de weergaloos goed in elkaar zittende composities en de enorme speelvreugde.

Wanneer ik van start ga met het zeer energieke Bali Run van hun eerste album Fourplay - Fourplay, spat het spelplezier er middels de 803 gewoonweg af! Aanstekelijk ritmisch, zeer goed gecontroleerd van het laagste laag tot het hoogste hoog en alle melodielijnen prachtig niet alleen in verhouding tot elkaar, maar bovendien ook buitengewoon goed te volgen. Ten opzichte van de vorige generatie is er duidelijk veel gewonnen op gebieden als timing, snelheid en het kleuringsvrij afgebakend weergeven van letterlijk ieder detail. Heel mooi is dat de 803 daarbij ook nauwkeurig de interpretatieverschillen tussen de verschillende versterkermerken voor het voetlicht laat treden. Het prestigieuze Luxman 900 systeem legt met zijn diepe klankkleuren, achteloze vermogensreserve en hoge mate aan expressie, de nadruk op de mooie timbres en spelplezier. De T+A HV serie laat juist de interactie tussen de bandleden meer excelleren en verricht onverstoorbaar op ieder volume zijn taak. Terwijl de Accuphase klasse A modellen, de leden van Fourplay in hun meest pure vorm presenteren. Absoluut gezien misschien niet zo ultra strak afgebakend en achteloos vanzelfsprekend als waar de andere twee merken met hun veel hogere vermogens toe in staat zijn, maar dan weer wel heel mooi als volstrekt natuurlijk klinkende muzikale eenheid en ultieme genietmachine.

Bijna naadloos hierop aansluitend is het debuutalbum In search of Excellounge van de Nederlands/Belgische jazzband Gare du Nord. Hoewel er meerdere heerlijk lome lounge nummers op staan, heb ik deze cd eigenlijk vooral om de prachtige instrumentale compositie Excellounge Bar aangeschaft. De track opent met een klein arsenaal aan percussie instrumenten, om na deze smaakvolle inleiding over te gaan naar het eigenlijke thema. Een heerlijk ritmische ondergrond waarna verder een scheurende elektrische gitaar en diep ronkende baslijn de toon zetten. Het is vooral bij dit soort mooi gelaagde nummers, dat de 803 zijn troeven kan uitspelen. Het laag gaat namelijk zowel diep, is heel doortekend en nooit overheersend, de gitaar wordt bijna driedimensionaal in de luisterruimte geprojecteerd en het gepresenteerde geluid is groots, zeer gedefinieerd en perfect in balans. 

Bowers & Wilkins 802 D3: Luisteren

Implementatie 802 D3

Zoals het eigenlijk hoort maar lang niet altijd vanzelfsprekend is, volgt ook het huidige tijdelijke topmodel (op de high-end in München werd de nog grotere 800 D3 geïntroduceerd) de rode draad die al met de kleine 805 D3 is ingezet. Dus een bijzonder lage vervorming en kleuring, een hoge transparantie en oplossend vermogen, opmerkelijk hoge onvervormde geluidsdrukken en een volledig ontbreken van de vroegere meer warm klinkende B&W sound.

Maar weet dit nog grotere en meer kostbare model zich ook voldoende van zijn in de nek hijgende stalgenoot af te zetten? Om dit te ontrafelen verlaat ik mijn eigen luisterruimte, om mij te begeven naar de veel grotere ruimte van mijn altijd hulpwaardige audiovriend. Doordat ik daar op regelmatige basis kom om te luisteren, is ook zijn ruimte mij net zo bekend als die van mijzelf. Zoals je zou verwachten op zo’n grote oppervlakte (7 x 11 meter) kan de 802 zijn energie heel gemakkelijk kwijt en komt er al snel een opmerkelijk prettige weergave, maar ook een typisch ‘commercieel’ aspect naar voren. Een fenomeen wat ik bij de kleinere gespecialiseerde high-end luidsprekermerken in aanzienlijk mindere mate meemaak, maar vooral in woonomgevingen bijzonder plezierig kan uitpakken. Want terwijl in deze grote luisterruimte bijna alle luidsprekers altijd op enkele meters afstand van de achterwand het best tot hun recht komen, blijkt het al snel noodzakelijk om de 802 een heel stuk dichter bij de achtermuur te plaatsen. Doe ik dat niet, dan verliest het overigens mooi strakke en gedefinieerde laag wat fysieke impact en ontbreekt het een beetje aan de drukopbouw die je min of meer wel verwacht van zo’n uit de kluiten gewassen weergever. Op zich maakt dit meer naar achteren plaatsen natuurlijk niets uit en zal het vooral in een meer modale woonomgeving een voordeel blijken te zijn. Maar het is wel een typerend verschil.

Muziek   

Mede gezien alle technische eigenschappen en de gehoormatige overeenkomsten, maak ik ook voor deze luisterronde heel bewust weer gebruik van hetzelfde gamma aan versterkers, bronnen en kabels. Hoewel er zoals verwacht veel overeenkomsten zijn, blijkt er toch ook van enkele structurele verschillen sprake te zijn. Het eerste wat opvalt is dat de 802 gewoonweg nog grootser en absoluut gezien realistischer speelt dan de toch ook al niet misselijke 803. Het is niet zozeer dat de 802 dingen kan waar de 803 niet toe in staat is, maar het gaat gewoon nog wat verder en speelt gemakkelijker en meer vanzelfsprekend.

Prachtige en zeer geschikte muziek om dit te illustreren is de voor mij volledig nieuwe Nederlandse zangeres Eefje de Visser. Hoewel ik in tegenstelling tot veel van mijn collega’s doorgaans liever naar instrumentale muziek dan werken met zang erbij luister, maak ik voor Eefje graag een uitzondering. Zeker toen recent bij importeur Latham (Naim) het werkelijk schitterende Nederlandstalige nummer Ongeveer van haar album Het is ten gehore werd gebracht, was ik vanaf de allereerste akoestische gitaarklanken als betoverd. Wauw, wat een stem, wat een muziek en wat een bezieling! Eefje blijkt de gave te hebben om mensen daadwerkelijk mee te nemen op haar reis door het leven en zaken verwoord die ze waarschijnlijk zelf ook heeft meegemaakt. Ondanks het minimalistische instrumentarium komt het nummer Het Is, daardoor regelmatig nog puurder en meer intens over dan zelfs de meest pure chocolade. Een audiofiele voetangel is dat het nummer naast puur en simpel, ook zonder valse accenten en met een erg vol laag en middenlaag en ook nog eens een licht gebrek aan definitie is geregistreerd. Om te voorkomen dat alles tot een onverstaanbare brij uitmondt, is het dus voor een keten en luidsprekers zaak om over een bovengemiddeld goed oplossend vermogen en een hoge definitie zonder kleuring of na-ijlen te beschikken. Het is dan ook niet verwonderlijk dat Eefje op het gemiddelde huis-tuin-en- keukensysteem bij tijd en wijle maar moeilijk is te verstaan, terwijl de drums en het laag in zo’n geval een huiskamer overmatig kunnen vullen. Echter niet bij deze 802 die als een volleerd koorddanser balanceert, keert en wend om maar vooral geen afbreuk aan deze nogmaals prachtige muziek te doen. In de kleine passages klinkt het dan ook heel mooi klein en verfijnd, terwijl de uithalen net zo groots en indrukwekkend overkomen als Eefje de muziek volgens mij ook bedoeld heeft.

Maar nog zelfs meer dan bij de 803, zit er ook een keerzijde aan al deze technische perfectie. Want de 802 blijkt zelfs nog gevoeliger voor optimaal bijpassende componenten te zijn dan zijn kleine broer. Let dus goed op het onderling klankmatige samenspel en kies voor componenten die natuurlijk, zonder excessen, vloeiend en liefst wat vol en organisch klinken. 

Conclusie

Conclusie

We kunnen er kort of lang over praten, maar de nieuwe Bowers & Wilkins 800 D3 serie is na de introductie van de nog immer vervaardigde ‘oer-Nautilus’ de grootste technologische prestatie die het merk ooit heeft gerealiseerd. Het is werkelijk enorm knap om zo out of the box te denken en daarbij het einddoel nooit uit het oog te verliezen. De huidige 803 en 802 D3 zijn dan ook de werkelijke proeve van bekwaamheid van dit streven. Feitelijk heeft het ontwerpteam enorme hordes weten te nemen, waarbij het eindresultaat een duidelijk meer revolutionair dan evolutionair karakter heeft. Zelfs zo sterk, dat wie direct van een D2 model naar een D3 model overschakelt, zelfs een poosje zal moeten wennen aan het zo wezenlijk andere karakter. Maar zoals altijd wen je snel aan iets wat daadwerkelijk beter is en is er daarna eigenlijk geen weg meer terug. Binnen alle knowhow en verbeteringen is er eigenlijk maar één belangrijk aandachtspunt waar u als belangstellende zelf op moet letten. Want door de verregaande neutraliteit en het hoge oplossende vermogen, dient aanzienlijk meer aandacht dan gemiddeld aan een optimale systeemmatch te worden besteed. Maar heeft u dit persoonlijke vraagstuk voor uzelf eenmaal naar tevredenheid gerealiseerd, dan staat niets meer het genieten van de nieuwe muzikale wereld die Bowers & Wilkins met haar revolutionaire 800 D3 serie heeft geschapen, nog in de weg.