Review: David Gilmour - Luck and Strange (lp)


Eric de Boer | 18 september 2024

Op 78-jarige leeftijd brengt ex-Pink Floyd frontman David Gilmour nog een vijfde soloalum uit. Luck and Strange is de wat bijzondere titel van het werk, dat wederom samen met zijn echtgenote tot stand kwam. Dan rijst natuurlijk de vraag of nieuw werk van de oudgediende zanger/gitarist anno 2024 nog wel relevant genoemd mag worden.

Het is inmiddels bijna negen jaar na het vorige album dat David Gilmour uitbracht. Rattle That Lock wist me destijds niet geheel te bekoren, mede dankzij enkele tracks die als ‘vullers’ overkwamen. Wel bleven de typische Gilmour-elementen overeind, wat gelukkig de zaken rooskleuriger maakte. Nu is daar dan Luck and Strange. Een uitvloeisel van de pandemie, waarbij natuurlijk weer zijn vrouw annex tekstschrijver van meer dan drie decennia (Polly Samson) een groot aandeel had.

Maar Luck and Strange is meer dan dat. Dat je op 78-jarige leeftijd niet vernieuwend hoeft te zijn of nieuwe zieltjes moet winnen is natuurlijk logisch, maar inspiratie krijgen en het ook nog eens op kunnen nemen geeft wel aan dat David nog steeds een hoge mate van ambitie bezit. Gilmour nam het album in vijf maanden tijd op, begeleid door onder andere Alt-J producent Charles Andrew, door wie David zich artistiek uitgedaagd zegt te voelen. En omdat hij toch wel als teamplayer betiteld mag worden, is het niet onlogisch dat op Luck and Strange ook zijn drie kinderen Gabriel, Charlie en Romany en bevriende muzikanten te horen zijn. Op bas spelen Guy Pratt en Tom Herbert, de drums worden bezet door Adam Betts, Steve Gadd en Steve DiStanislao en op keyboard zijn onder andere Rob Gentry en Roger Eno hoorbaar. Tekstueel past Luck and Strange prima in deze herfstige tijd, want Polly schreef en David zingt over thema’s als sterfelijkheid en veroudering.

Dan het album zelf. Luck and Strange is – meer dan voorganger Rattle That Lock – een echte David Gilmour-plaat geworden. Natuurlijk is de krasse knar (die zelfs nog gaat toeren) heer en meester in de uitgestrekte gitaarsolo’s die met Floydiaanse atmosferische synths omlijst de nummers van emotionele verdieping voorzien.  En dat kan David gelukkig nog steeds heel erg goed, de man beheerst zijn zes snaren nog steeds als geen ander en heeft misschien wel een van de meest kenmerkende geluiden in gitaristenland.

De tracks die Luck and Strange tooien zijn, zoals verwacht, niet vernieuwend, maar daarom niet minder relevant in het oeuvre van David Gilmour. Vaak op fraaie wijze voorzien van strijkers en koorarrangenmenten (van de hand van Will Gardner) weet een nog erg goed bij stem zijnde Gilmour de luisteraar mee te nemen in een sfeervol rocklandschap dat af en toe nog heerlijk progressief weet uit te pakken.

Vanaf albumopener Black Cat (een veel te kort intro) weet je meteen al dat je met zowel Gilmour als een lid van het iconische Pink Floyd te maken hebt. Dat wordt natuurlijk gevolgd door een dijk van een track in de vorm van de titelsong, waarop zelfs nog de in 2008 overleden Pink Floyd toetsenist Richard Wright te horen is. Deze keyboardtonen stammen uit de kwartier lange jamsessie die Gilmour samen met Wright in 2007 onder de naam Jazzy Barn Jam werd opgenomen. De track is slepend, melancholisch en dankzij prachtig gitaarwerk en zelfs de achtergrondzang van dochter Romany hemels te noemen.

Wat ook tot die categorie gerekend mag worden, zoniet nog mooier, is de cover van de track Between Two Points, dat in 1999 door de Britse Montgolfier Brothers werd uitgebracht. Een favoriet van de Gilmours. En een onontdekte parel, zeker in deze vorm waarin dochter Romany wederom zingt en de harp speelt. Een absoluut hoogtepunt van het album, in al haar gevoeligheid en fragiliteit.

De magie die eerder werd bereikt door de samenwerking tussen Steven Wilson en Ninet Tayeb weerklinkt in het geheugen… Dark and Velvet Nights is echt een Floydiaanse track, met diepgang op de vocalen en een slepend ritme, terwijl het vooral het goed gekozen en eveneens nogal Floydiaanse Scattered is waarmee Gilmour het album op zeer herkenbare wijze afsluit. Een weidse gitaarsolo die stiekem de hoofdrol mag innemen naast een herkenbare melodielijn en toch wel wat emotionele overdracht.

Jazeker, Gilmour kan het nog! Met Luck and Strange bewijst hij ook op leeftijd nog steeds in staat te zijn om relevante muziek te maken, èn uit te voeren. De tijd lijkt hem goed te staan, in elk geval. En het feit dat zijn hele familie zo betrokken is bij de muziek is natuurlijk een extra leuk gegeven. De plaat heeft meerdere luisterbeurten nodig om tot volle wasdom te komen. Klankmatig is de productie dik in orde en ook de persing klinkt stukken beter en dynamischer dan het vorige album. Gelukkig. Helemaal vrij van groefruis is de voornamelijk op gekleurd vinyl verkrijgbare plaat echter niet (mag gewoon zwart niet meer de standaard zijn, Sony?) en het lijkt er tegenwoordig op dat ook niet elke plaat meer fraai gesneden hoeft te zijn. Toch brengt de plaat, zeker dankzij het uitgebreide boekwerk met foto’s van Anton Corbijn (net als de cover) wel een leuke meerwaarde voor de verzamelaar. Zeker wanneer je bedenkt dat dit zomaar het laatste album van David Gilmour zou kunnen zijn.

Muziek: 8
Klank: 8,2
Kwaliteit (groene) persing: 6,8
Label: Sony Music
Speelduur: 43:21 minuten
Website: www.davidgilmour.com