Multitest In-Ears


Gastauteur: Sander van der Heide | 14 februari 2008

Bij het aanschaffen van een iPod koopt men vaak een opberghoesje en neemt men genoegen met de meegeleverde oortelefoon van Apple. Dat het vervangen van deze zwakke schakel het luistergenot enorm zal verhogen, zal blijken uit de volgende test.

Mede dankzij de populariteit van de iPod (in vijf jaar tijd zijn er wereldwijd meer dan 100 miljoen van verkocht), is er de laatste paar jaar een enorme keuze aan in-ear oortelefoons. We hebben hier zelf een onderscheid gemaakt in 3 verschillende marktsegmenten.

Het ondersegment behelst de instapmodellen van de topmerken of vervangingsmodellen van standaard oortelefoons. De prijzen varieren hier van 30 tot 80 euro. Het middensegment heeft een prijsklasse tussen de 80 en 150 euro en probeert de iPod echt naar een hoger niveau te brengen. Het boven segment begint rond 150 euro en kan zelfs oplopen tot zo’n 800 euro voor op-maat-gemaakte modellen van bijv. Earproof (T3) of van Variphone (ES3). Ook is het mogelijk om een gehoorstukje op maat te laten maken voor een oortelefoon naar keuze. Dit zullen we in een volgend artikel bespreken.


iPod

De in-ears worden voornamelijk gebruikt voor podiumgebruik of voor bij een MP3-speler. Om een paar constanten in de test te brengen, is ervoor gekozen om de test uit te voeren met een 30GB Apple iPod video. Juist bij deze populaire MP3-speler met een zeer redelijke hoofdtelefoonuitgang, wordt een matige oortelefoon meegeleverd en vervanging hiervan kan het luistergenot enorm verhogen. Ik zal niet onderkennen dat het gebruik van een (draagbare) externe hoofdtelefoonversterker het geluid nog aanzienlijker zal verbeteren, maar dat zou een extra variabele aan de test toevoegen. Voor een selectie van deze externe versterkers verwijs ik u graag naar een vergelijk van 23 stuks. Het kan dus best zijn dat één van de in-ears beter presteert met een andere versterker, dit zal dan niet uit deze test blijken. Binnenkort kunt u wel een test van een nieuwe klasse D-voorversterker, de i-Qube, verwachten. Wat in ieder geval duidelijk was, dat met in-ears (deze gaan in het oorkanaal), veel betere resultaten zijn te verkrijgen (betere basrespons, samenhangender geluid en weinig omgevingsgeluid) dan met de oortelefoons die in de oorschelp liggen. Vandaar dat deze niet in de test zijn meegenomen.


Omgevingsgeluid

Elke fabrikant heeft zijn gegevens voor de reductie van het omgevingsgeluid. Uiteindelijk bleek de mate van deze reductie niet zo af te hangen van het ontwerp van de oortelefoon, maar het gebruik van het juiste oordopje. Daarnaast verschilt het effect ook nog per oor. De ene oortelefoon zat bij mij lekkerder met een sleeve van schuim en bij de ander kon dat weer een tri-flange sleeve zijn. Het bepalen van de juiste sleeve en het juist inbrengen bepaalt ook nog de lekkage van geluid van buitenaf en de basrespons. Als in-ears niet goed afsluiten of half in de gehoorgang zijn aangebracht, is het geluid vaak dun. Het is daarom aan te raden om de juiste sleeves voor jouw gehoorgang te vinden en de in-ears goed in te brengen. Het kan soms best zijn dat je linkeroor een medium sleeve en je rechter een large nodig heeft. Dit is heel normaal, daar de gehoorgangen niet elkaars spiegelbeeld zijn. Ik heb geprobeerd zo vaak mogelijk om met bijgeleverde sleeves een sluitende pas in de oren te krijgen en aan de hand hiervan mijn bevindingen van het geluid op te schrijven.

What’s in a name

Het Engelse headphones en het Duitse Kopfhörer, is op de één of andere manier in het Nederlands hoofdtelefoon geworden. De vertaling hoofdfoon was naar mijn mening beter geweest, want het woord tele geeft aan dat het van ver wordt overgedragen, wat niet het geval is. Om niet teveel verwarring te zaaien, heb ik bij de vertaling van earphones ervoor gekozen om te spreken van oortelefoon, eigenlijk eenzelfde foute vertaling, maar deze geeft daarentegen een duidelijker tegenstelling van hoofdtelefoon aan. De oortelefoon heeft een versie die in de oorschelp ligt en een versie die doormiddel van siliconen- of schuimhulsjes in het oorkanaal gaan. In deze test beperken we ons alleen tot deze laatste versie en hebben hier de Engelse term in-ears (ook bekend als canalphones) overgenomen. Op mijn eigen website heb ik een aardige discussie over de vertalingen van dit soort woorden laten ontstaan. Zo heb ik er uiteindelijk voor gekozen om de sleeve, die op de oortelefoon worden bevestigd, te vertalen met opzetstukje, waar men bijvoorbeeld hulsje of oordopkousje voorstelde.

Apple In-Ear

Als je dan uiteindelijk besluit om de standaard oortelefoon een ‘upgrade’ te geven, neem dan niet de Apple In-Ear. Dit zijn in feite de standaard oordopjes, maar dan samengeperst in je oor. Als ze blijven zitten althans, de rubber opzetstukjes zijn zo rond dat ze zichzelf als een ingedrukte bal naar buiten duwen. Het geluid heeft een smalbandig karakter en is wat flets. Met daarnaast ook nog de pittige prijs (€39) in relatie tot het gegevene, zou ik ze zeker laten liggen. Het enige pluspunt is het prachtige design.
www.apple.com


Griffin Technologies

De TuneBuds (€29) van Griffin zijn voor mij de grote verassing van deze test. Het is een in-ear met een hele kleine baspoort. Het lijkt net alsof er een speldenprikje aan de buitenkant is gemaakt en als je het afsluit met je vingers, hoor je het geluid gelijk dunner worden. Op zichzelf is de klank wat doffig, vooral toen ik toch stiekem met een wat betere hoofdtelefoonversterker luisterde, maar juist in combinatie met de iPod komt dit goedkope setje enorm tot zijn recht. Als u luistert naar audioboeken of podcasts, dan is dit de perfecte in-ear.

Klassiek klinkt redelijk en popmuziek klinkt nooit te scherp. Het hoog dat aanwezig is, is transparant. Het laag is recht en heel strak. Als je graag hard luistert, dan is dit zeker de minst vermoeiende en minst schadelijke in-ear. Kijkend naar de prijs en de meegeleverde softcase, zou je dit de beste koop van alle hier geteste oortelefoons kunnen noemen.
www.griffintechnology.com


Etymotic Research

Etymotic Research is in 1984 als eerste op de markt gekomen met een in-ear oortelefoon, de ER1. Ontworpen door grondlegger Mead Killon, die nog steeds aan het hoofd van het bedrijf staat. Etymotic heeft op dit moment 4 types waarvan ik er 2 heb uitgeprobeerd, de ER4P en de ER6i. Beiden verschillen niet alleen aanzienlijk in prijs, maar ook in uitvoering en klankbenadering.

De ER4P (€249) is reeds een oud ontwerp en nog steeds het topmodel van Etymotic. De klankbenadering is om volledig aan te sluiten bij de gehoorcurve. Er zit voor popmuziek te weinig bas in en een te scherp midgebied rond 3000Hz. De stereospreiding is prachtig en het geluid is erg transparant. Klassieke muziek en spraak zijn een verademing op de in-ears. De kabel is stevig, maar flexibel.

De oordopjes zijn te lang en steken echt uit je oor. Ze zitten daardoor ook niet heel erg lekker. De ER6i (€139)moet wat populairder overkomen, er is tevens een witte versie bijpassend bij de standaard witte iPod. Dit goedkopere type zat een stuk lekkerder in de oren, had meer bas, was niet zo schel, maar had wel dezelfde stereospreiding. Ondanks de iets mindere afwerking (kabel is erg dun en overgang op de oordopjes zijn kwetsbaar), krijg je voor minder geld, beter geluid en kleinere dopjes die lekker zitten.
www.etymotic.com

Shure

Shure is begonnen met in-ear monitoring voor professioneel gebruik op het podium, de E-serie. Deze modellen vonden uiteindelijk ook hun weg naar de hifiwereld. Met de SE-serie heeft Shure onlangs een speciale lijn gemaakt met een ander design en andere drivers dan de E-serie. Omdat Shure in totaal iets van 12 in-ears heeft, hebben we 3 beluisterd. Uit de professionele lijn is de E2 (€89) het low-end model van Shure. Redelijk bas, maar een beetje zoemend rond de 100 Hz en niet erg snel, wat resulteerde in een soort comprimerend geluid (wat na een tijdje vermoeiend werd). Ook de s-klanken waren me iets te pijnlijk, dus hard popmuziek afdraaien zit er niet echt bij. De grote plastic behuizing geeft een beetje speelgoedachtige indruk. Heel vreemd ook de grote diameter van het oorkanaalgedeelte, niet alleen voor mijn oren net iets te groot, maar ook voor de bijgeleverde schuimhulsjes. Voor de prijs een redelijke oortelefoon, maar springt er niet echt uit.



De E4 (€269) is gelijk een ander verhaal. Mooi afgewerkt, klassiek sobere uitstraling en veel betere klank. Afgezien van de s-klanken dan, die bleven pijnlijk. Definitie, snelheid, stereobeeld en laagrespons zijn daarentegen dik in orde. De vergulde 3,5mm plug is erg solide, maar steekt onder een hoek van 90º, 2cm uit vanaf de rand van de iPod.
De SE530 (€499), voorheen de E500, is daadwerkelijk de crème-de-la-crème onder de in-ears. Ze zitten heerlijk, de siliconen sleeves sluiten mooi af en het geheel valt mooi in de oorschelp weg. De klank is super, hoewel ik nog steeds een beetje moeite met de s-klanken, maar dat is miniem hier en komt voornamelijk door de iPod. Het geluid is transparant, niet zo drukkend in het laag, maar het laag is wel lekker aanwezig. De meegeleverde Push-to-hear-module vind ik volslagen zinloos. Met dit actieve kastje (nog meer electronica en batterijen) zit een ingebouwde microfoon en geeft je de mogelijkheid om het geluid van de ipod te verzwakken en samen te mengen met geluid van buitenaf. Even de oortelefoon uit je oor trekken werkte voor mij effectiever.
www.shure.com


SONY

Met de MDR-EX90LP (€99) heeft SONY haar prijs ingezet op het middensegment, maar komt met de klank daarentegen aardig richting het topsegment. Het is zeker geen referentie in-ear (evenwichtig, neutraal en transparant), de benadering is meer die van ‘louness’. Toch lijkt het allemaal aardig te kloppen: prachtig open geluid, snelle transiënten, doorzichtig hoog met een mooi hoogaf-filter, open midden (zonder schel te zijn), mooie stereospreiding en extreme stereoscheiding (zonder samenhang te verliezen). Het laag is strak, goed los waarneembaar, alleen.....licht overstuurd. Desondanks is de verhouding prijs/kwaliteit de reden van de hoge score. De constructie is solide met een aluminium afwerking. Typerend is de ongelijke kabellengte vanaf de splitsing, waardoor de hoofdkabel naar het linkeroor loopt en vandaar weer naar het rechteroor. Men noemt dit wel een J-splitsing (bij de meeste in-ears zit een Y-splitsing). Het ‘gewicht’ hangt/trekt dus nu een beetje aan één oor.

Deze zelfde constructie vinden we ook weer terug in de MDR-NC22 (€89), zij het goedkoper uitgevoerd. Een heel apart gegeven bij deze in-ear is het gebruik van een actief ‘noise cancelling’-systeem. Aan de zijkant van de in-ears zitten kleine microfoontjes die al het ‘lawaai’ van buitenaf elimineren met hetzelfde signaal in tegenfase. Het meeste wordt hier door uitgedoofd, bovenop de fysieke filtering die in-ears al hebben. Dat geluid verder ook via je mond , neus en schedel ook je gehoorbeentjes bereiken, valt niet te vermijden. Desalniettemin is dit een ideale opponent voor de grotere ‘noise cancelling’-modellen. In het vliegtuig of de trein stop je deze makkelijk in je zak. Het enige extra gewicht is een kleine unit met een AAA-batterij, een aan en uitknop (de koptelefoon werkt ook zonder een iPod) en een monitor knop, die in de praktijk prettiger werkt dan de 8o euro kostende Push-to-hear-unit van Shure. Het geluid heeft overeenkomsten met de EX90LP, maar is duidelijk een gradatie lager. Doffer en minder open geluid, wat onduidelijker laag, maar nog steeds een aardige in-ear.
www.sonyproductinformatie.nl

Bose

Bose is wat betreft hoofdtelefoons erg geliefd in het buitenland. De goedklinkende on-ears en around-ears (met of zonder noise cancelling), zijn in Nederland echter alleen via hun website verkrijgbaar. De eerste in-ear van Bose, de TriPort IE (€99), werd onlangs meteen internationaal gelanceerd en is dus gewoon in de winkel hier te krijgen. Hij is in deze test de geduchte concurrent van de SONY MDR-EX90LP. Zelfde kleur, zelfde uitstraling (zwart met metaal), stevige constructie (de Tri-Port heeft een dikke, robuuste plug), zelfde opberg-etui, maar de klank is anders. Zoals de naam al doet vermoeden, maakt de TriPort gebruik van maar liefst 3 baspoorten, wat resulteert in een vol geluid met veel laag.

Rond de 80 Hz en 200 Hz zit een bult, wat bij popmuziek in een heel direct en stevig geluid resulteert. Dat laag zou je niet verwachten, want Bose gebruikt als enige in-earfabrikant een ander soort opzetstukjes. Wel weer silicoon, maar ze zitten niet strak in je gehoorgang en dat is meestal nodig voor basrespons. In het begin verwacht je dat ze uit je oren zullen vallen, maar na een poosje went het gevoel en irriteren ze niet zoals bij sommige andere merken het geval is. Een opmerkelijk debuut!
www.bose.nl

Ultimate Ears

Als monitortechnicus bij de hardrockgroep Van Halen, hoorde Jerry Harvey de drummer Alex van Halen klagen over het harder geluid van alle monitorboxen op het podium. Jerry ontwikkelde hiervoor in-ear monitors en bouwde langzaam het bedrijf Ultimate Ears op, door een netwerk van artiesten aan zijn product te koppelen. Zo worden ze gebruikt door artiesten als de Rolling Stone, Metallica en John Mayer. De klank van de 2 geleverde exemplaren was dan ook geen verassing: krachtig prikkend met wat bulten in het middengebied. Het hoog van de Super.fi 3 (€149) studio klonk erg gelijk aan de E2 van Shure, maar zonder de scherpe s-klanken. Mooi direct en homogeen geluid. De frequentiebreedte is vrij smal en door een lage impedantie moet de iPod wel wat harder werken. De Super.fi 5 Pro (€239)heeft een aparte driver voor het hoog en eentje voor het laag.

Net zoals bij tweeweg- en driewegluidsprekers geeft dit een ander geluid. Ik vond de Super.fi 5 een heel goed alternatief voor de 150 euro duurdere Shure SE530. De constructie van beide modellen is uiterst robuust. Met een stevige kabel (helaas ook wat stug), die vlakbij de oortelefoon extra verstevigd is, zodat deze om je oor heen is te krullen. Zo raken ze niet snel los tijdens een optreden, in het openbaar vervoer, of tijdens tijdens het sporten. De kabel zit met een 2-pinsplug vast aan de oorstukjes, net zoals we zien bij de Sennheiser hoofdtelefoons. Ze zijn hierdoor vervangbaar. De uiteindes van de oortelefoon waren voor mijn oren iets te groot, samen met een siliconen opzetstukje, zaten ze wat strak.
www.ultimateears.com


V-Moda

De Vibe (€104) van V-moda is een juweeltje en dan bedoel ik dat letterlijk. Hij is verkrijgbaar in 4 kleuren, waarvan de uitvoering “La Mocha” en “Red Roxx” tezamen met hun gouden opberg etui, een heel hoog ‘Paris Hilton’-gehalte hebben. Gelukkig geven de “Flashback Chrome”-, en “Gunmetal Black”-uitvoering meer een ‘Porsche”-look aan deze in-ears. De constructie is subliem: licht, stevig, mooie kabel, stevig afgewerkte vergulde plug en juiste kabellengte. Ze zitten heerlijk en zelfs liggend met één oor op een kussen nog te gebruiken. Het geluid is OK: Niet vermoeiend, geen problemen, maar niet echt overtuigend, zoals de MDR-EX90LP van SONY.
www.v-moda.nl


Philips

Zoals SONY mij verbaasde met de geluidskwaliteit, doet Philips dat ook, maar dan in negatieve zin. Het topmodel, SHE9700 (€49,95) zit nog steeds qua prijs in het ondersegment, qua geluid haalt ie dat zelfs niet. Alsof je naar een telefoontje zit te luisteren: geen laag, neuzig midden en pijnlijk hoog. Mijn verwachtingen werden misschien door de verpakking wat te hoog ingezet. Een doos te grootte van een schoenendoos met een speciale magneetsluiting beloofde mij “Precise sound, precise fit”. Binnenin zat een heel klein plastic doosje en verder niets. Wat een verspilling van ruimte en verpakkingsmateriaal. De ‘precise fit’ was inderdaad dik in orde. Ze zitten heerlijk en zijn extreem licht, maar wat heb je daaraan als je er niet naar kan luisteren? Enige pré is de opbouw uit een korte kabel met een verlengstukje.
Het type eronder, de SHE9600 (€39), klinkt stukken beter, maar met z’n doffe , oversturende geluid hebben we het dan over een verschil tussen slecht en slechter.
www.philips.nl

Creative

De Zen Aurvana (€65) zien er heel netjes gestileerd uit. Ook hier vinden we voornamelijk siliconen sleeves terug, maar met een smallere opening dan de bekend sleeves. Hierdoor zuigen zich vast in je gehoorgang wat een neiging tot slikken geeft, zoals je in een vliegtuig zou doen. Ze sluiten dus goed af, maar het gaf mij een onbehaaglijk gevoel. Het geluid is neuzig, heeft een schel randje en er is lichte oversturing waarneembaar. Als ik de tijd van openmaken van de verpakking had meegerekend in de eindscore, was de Zen Aurvana als laatste geëindigd, 2 scharen en een hoop getrek en gesjor kwamen er aan te pas. compact.

De EP 630 klinkt wat lekkerder, alhoewel ‘loudness-boomy’ in het laag, geeft een vermoeiend geluid, overstuurd en is zeer scherp rond de 4khz. Alleen bij klassieke muziek was dit geen probleem en klonken de EP 630 OK. Als je gehoorschade wilt oplopen, is dit de in-ear van je keuze.
nl.europe.creative.com

Sennheiser

Van Sennheiser had ik ten tijde van de test alleen de CX300 (€49) beschikbaar (ondertussen is er ook een CX400 en CX500 aan de reeks toegevoegd). “Hee, wat zie ik nu, dit lijken warempel dezelfde in-ears als de EP630 van Creative!”. Sterker nog, ze zijn en klinken dus precies hetzelfde. Of ze nu worden gemaakt in de fabriek van Sennheiser of Creative, ze krijgen in ieder geval een lagere score door de hogere verkoopprijs. Laten we hopen dat de CX400 en CX500 beter klinken, want dit had ik niet verwacht van hetzelfde bedrijf van de fabuleuze HD600/650!
www.sennheiser.nl


AKG

De K324P (€49) leek in eerste instantie gelijk te zijn aan de Creative EP630 en de Sennheiser CX300. De klank is net een tikkie beter, maar ook hier weer oversturing waarneembaar en trommelvliessnijdend middengebied. Ook hier weer was het prettig luisteren naar klassieke en akoestische muziek. Het mooie opbergzakje en het oprolkistje laten deze in-ear deze andere twee de score overstijgen.
www.akg.nl


JBL

Als we dan puur kijken naar accessoires, dan is de JBL reference 220 (€69) de grote winnaar. Een prachtige softcase voor een iPod video/touch + in-ears en plugje, een 6,3mm-verloopplug, vliegtuigadapter, verschillende opzetstukjes, hoofdband en oormanchetten. De afwerking van de kabel is schitterend en gemaakt van stof, zoals een telefoonkabel uit de jaren dertig.
Het comfort is wat minder, de buitenbolletjes zijn te groot en glad. Daardoor zijn ze moeilijk in je oor aan te brengen en blijven ze niet lekker zitten. Ook hier valt het geluid tegen en daar draait het uiteindelijk om. Doordat ze bij mij niet goed sluiten is het geluid dun. Met de hand vasthoudend klinkt het beter: vet laag, maar nog steeds hetzelfde snijdende midden met vervelende s-klanken.
www.jbl.com


XtremeMac

XtremeMac heeft onlangs de prijs van de FS1 (€69) verlaagd van 149 naar 69 euro en komt zo in het ondersegment (€69). Dat neemt niet weg dat deze in-ear een soort drukkend geluid geeft op de oren. Het laag is zwaar, overstuurt gauw en er zit een nare bult in het mid-hoog.
www.xtrememac.com


Westone

Westone heeft net als Shure en Ultimate ears een achtergrond in de monitoring voor muzikanten. Dit is weer terug te vinden in het ontwerp van de UM1 (€120) en UM2 (€315). De oorstukje gaan op z’n kop in het oor, waardoor de draad over en achter u oor loopt. Iets wat erg stevig zit, maar ook heel vervelend kan zitten voor sommige mensen. Het kost ook nogal wat tijd om ze in te doen. Het snoer is met drie draden in elkaar gewikkeld en toch heel dun en stevig. De afwerking is erg mooi uitgevoerd en door de vorm van de oortelefoon, valt deze mooi in de oorschelp. Ook de klank kan men terugvoeren op live-monitoring. Strak laag, maar zonder het geaccentueerde ‘loudness’-sub. De UM2 gaat in transparantie een stukje verder, maar beide types hebben een geaccentueerd midden rond de 2kHz. Voor de verstaanbaarheid goed, maar soms pijnlijk in agressief gemixte muziek. De opzetstukjes zijn eventueel op maat te maken en dit zal ik binnenkort ook gaan testen.
www.westone.com

Conclusie

Voor de meeste iPodgebruikers is een paar tientjes voor een setje in-ears al veel geld, maar in deze prijsklasse is er helaas weinig kwaliteit te vinden. Alleen de Griffin Tunebuds bleken boven verwachting. De lengte van de kabel, het hoesje en het redelijke tot goede geluid maken hem tot de ideale “altijd bij je”-oortelefoon. Voor hoge kwaliteit kom je toch echt bij een Shure SE530 of een Ultimate Ears Super.fi 5 Pro. Wie 100 euro genoeg vindt, heeft met de SONY MDR-EX90LP of de V-moda Vibe naast een mooi geluid ook nog een mooi design te pakken.

Meer info is te vinden op mijn weblog www.sandervanderheide.nl of inear.zlio.net, waar ik alle in-ears op een rijtje heb gezet.

 

test en tabel

Op twee na, kreeg ik bij alle in-ears een specificatie van het frequentiebereik, nominale impedantie en rendement.

De opzetstukjes komen in vele versies en maten. De meest voorkomende zijn de silicone sleeves of single sleeves, in de tabel afgekort als ss en komen in de maten small, medium en large. Soms hebben ze één of 2 extra omslagen: bi-flanged sleeve of tri-flanged sleeve. Van andere materialen is er dan nog foam of comply foam, die we hier afkorten met f.

Klik op de tabel voor een grotere weergave.



Ik heb zelf een persoonlijke waardering aan comfort (hoe lekker zitten ze, irriteren ze, hoe lang kun je ze inhouden), constructie (gebruikte materiaal, stevigheid, kabel, plug, aansluiting), ontwerp/design, contact (het tikken van de kabel tegen je jas of handen wordt via contactgeluid overgebracht op je oren) en klank.

De klankwaardering bepaalt voor de helft het gemiddelde van de eindwaardering. Uiteindelijk vond ik dit de belangrijkste factor voor het bepalen van een aankoop. Een in-ear kan nog zo lekker zitten. Als hij slecht klinkt, gebruik je ‘m weinig of niet meer.

Nog één keer voor de duidelijkheid: De klankwaardering is een persoonlijke waardering van mij alleen en op basis van gebruik met de iPod video. De hoofdtelefoonuitgang hiervan geeft een wat wollig laag en licht agressief midden. Accentueert een in-ear dit karakter, dan krijg je een klankbeschrijving zoals je bijvoorbeeld terugziet bij de EP 630/CX300/K324P. Eén set kleine oren dus, wat zou kunnen betekenen dat de Apple in-ears misschien wel passen en lekker zitten bij iemand.

Bij de prijs ben ik meestal uitgegaan van de gangbare normale verkoopprijs. Dus geen stuntprijzen via het internet of hoog ingezette adviesprijzen.