CEC TL35Z en TUBE53


René van Es | 12 juni 2008 | Fotografie René van Es |

In de haast van het moderne leven is het vrijwel onvoorstelbaar dat een gemaakte afspraak voor het recenseren van apparatuur bijna een jaar op zich laat wachten. Toch is dat het geval met een set van C.E.C., bestaande uit de TL53Z cd speler en een TUBE53 buizenversterker. De eerste aanblik van toen, het zachte gloeien van de buizen in glanzend aluminium en staal, maakte me hebberig.

Nu kijk ik er al een paar weken tegenaan en luister ernaar. Vergeten is de wachttijd. Ik sleepte de set naar huis, daarna van luisterruimte naar luisterruimte. De speler en de versterker vormen een haast wonderlijke combinatie van modern en klassiek. Want de moderne techniek in de cd speler staat in schril contrast tot de klassieke buizenschakeling in de versterker. Dankzij de TUBE52 werd het letterlijk en figuurlijk een warme ervaring.

TL53Z en de TUBE53 van buiten en van binnen

Met mijn gereedschap in de handen keer ik meewarig de cd-speler om en om. Ik zou hem graag open maken om te zien hoe hij is gebouwd. Maar zonder een handleiding daartoe durf ik dat niet aan. Hij is te ontoegankelijk. Ik moet daarom afgaan op wat C.E.C. weet te vertellen. In de speler schuilt een snaar aangedreven loopwerk, geheel in eigen beheer van C.E.C. gemaakt, met een Sanyo Optronics laserunit. Op de cd rust tijdens het spelen een 120 gram puck ter grootte van de cd. De omzetting van het digitale signaal naar analoog vindt plaats via twee Burr Brown PCM1792 dac’s.

Achterop de TL53Z treffen we een paar schakelaars aan om de filtercurve en de oversamping in te stellen. Waarmee u de speler naar uw smaak en overige apparatuur kunt tunen. Het digitale filter laat zich instellen op “Flat”, dat geeft de meest vlakke response en “Pulse”, waarbij de grootste dynamiek ter beschikking komt. De oversampling is instelbaar op 32fs voor de beste dynamiek en de kleinste invloed op het signaal, 64fs als neutrale stand en 128fs. Die laatste stand zorgt voor meer rust en de laagste vervorming in het ultrasone gebied. Na de conversie is het gehele circuit in de speler gebalanceerd opgebouwd.

De XLR uitgangen zijn geen verkooptruc die is opgebouwd rond een paar overbodige ic’s. De speler sluit elektrisch naadloos aan op de eveneens gebalanceerde transistorversterker. Die qua maat en uiterlijk eveneens precies past (mijn voorkeur ging echter uit naar de iets afwijkende, niet gebalanceerd gebouwde, buizenversterker van C.E.C.). De maten van de TL53 Z zijn 218 x 448 x 111 mm. Veel dieper dan breed. Hij weegt ruim 7 kilo en voelt oersolide aan. De prijs is eveneens solide, voor dit fraais betaalt u 2649 euro.

Sculptuur

De versterker is haast een sculptuur. Onder de combinatie van staal, aluminium en glas vinden we een geheel hard-wired apparaat met maar een heel klein stukje printplaat. Het merendeel van het gewicht van de versterker is te danken aan de voedingtrafo en de uitgangstrafo’s. Die zijn ingegoten in massa en ter koeling afgedekt met een staalplaat. Het is een Spartaanse versterker, zonder afstandbediening. Hij heeft maar drie ingangen, elk met een gevoeligheid van 400 mV over 100 kOhm. De ingang en drivertrap zijn gevormd rondom een viertal ECC82 buizen van onbekende herkomst. Daarachter staan vier 6L6GC buizen met C.E.C. opdruk, om aan 8 Ohm 2 x 20 Watt af te geven. Er is naast de 8 Ohm luidsprekeraansluiting ook een 6 Ohm tap aanwezig. Vreemd, meestal verwacht je hier 4 Ohm.

De schakeling is een klassieke push pull met daarin een volgens Mullard principe ontworpen fasedraaier. De buizen worden in de ideale stand gehouden met een auto bias schakeling. Prettig, u hebt er geen omkijken naar, maar tegelijkertijd ook jammer, want auto bias drukt de dynamiek. In de schakeling wordt minimale tegenkoppeling gebruikt. Onder de kap tref ik een mooi gebouwde versterker met fraaie componenten.

Prima buisvoeten, robuuste bouw. Normaliter gaat zoiets jaren en jaren mee. Wel wordt de versterker erg warm, wat de levensduur van de elco’s niet ten goede komt. Veel koeling en een ruime opstelling zijn gewenst. C.E.C. is een Japans merk, toch zie ik een sticker met de tekst “Made in China”. Dus ook C.E.C. wijkt uit naar goedkope handenarbeid als het om buizen gaat. De prijs voor deze klassieke schoonheid is 2599 euro.

Spelen in de set

De eerste opstelling waarin de C.E.C. TL53Z en TUBE53 een plekje vonden was in de kleine luisterruimte. Daar koppelde ik de speler en versterker aan een set Ruark Sabre III luidsprekers via Chord kabels. Tussen de speler en de versterker een fraaie Crystal Cable interconnect. Een netsnoer van Hanze Hifi aan de versterker, een Läpp aan de cd speler. Behalve een set Target stands en een stapel cd’s is niet meer nodig om muziek te gaan maken. Later is de set verplaatst naar de huiskamer waar twee Focal 937 Be’s staan opgesteld. Zelfde netsnoeren, gelijke interlink, iets eenvoudiger Chord luidsprekerkabels en spelen. Dit keer op een stroomgroep die speciaal voor audio is aangelegd. Maar nog steeds in de eenvoudige opstelling.



De tweede opstelling is gelukkiger gekozen dan de eerste. De Ruark luidsprekers staan in een kleine ruimte en de TUBE53 is tot op zekere hoogte krachtig in het laag. Hij heeft een warm karakter. Wat de laagweergave te zwaar maakte voor de kleine ruimte. In de grote kamer, met strak aan te sturen Focal’s, komt alles beter tot zijn recht. Vandaar dat het volgende luisterverslag is gebaseerd op de Focal situatie. Zonder de Ruark te kort te willen doen. Een kleine luidspreker met een poort, in een kleine ruimte, is gewoon niet de beste combinatie voor de TUBE53. Tenslotte is de cd speler opgenomen in combinatie met een H.A.T. voorversterker en Ayon 300B als eindversterker. Spelend in de grote ruimte, via netfilters, om vast te stellen welk component het meeste karakter bepalend is: de TUBE53 of de TL53Z.


Lief en warm

Ray Charles bijt het spits af. Zijn duetten op de cd Genius Loves Company vervelen niet snel en zijn bovendien prima testmateriaal. Ze tekenen precies af wat ik in de afgelopen weken heb gehoord, toen pen en papier nog in de kast lagen. Als eerste het stereobeeld dat zich stellig manifesteerde in beide sets. Buiten de luidsprekers gebeurt er niets. De TUBE53 houdt het geluid stevig ingeklemd tussen de weergevers. Biedt daarmee wel de nodige diepte in het beeld, met als gevolg een fraaie aftekening van stemmen en instrumenten. Je krijgt automatisch inzicht in de opstelling van de musici en de wijze waarop de cd is gemixt. Met toevoeging van Acoustic System resonatoren tussen de Focal’s krijg ik meer hoogte in het stereobeeld, een welkom iets ten opzichte van de Ruark opstelling, waar ik door een brievenbus leek te luisteren. Het is de diepte die losheid geeft. Het luistert heel precies en prettig.



Het “prettige” komt mede door het karakter dat de C.E.C. set heeft. Warm, knuffelend, lief en rond. Het zijn uitdrukkingen die u moeten aangeven dat de C.E.C. set de totale weergave uit de buurt houdt van te ver doorgeslagen high end analytische weergave. De weergave van de hoge tonen sluit uitstekend aan op de Focal tweeters. Die hiermede opnieuw bewijzen alleen scherp te zijn als de apparatuur voor de luidsprekers scherp klinkt. Het blijft nu mooi rond. Een tikje te rond naar mijn persoonlijke smaak. Ik hou wel van meer pit en tegen de grenzen aanlopen. Welke cd ik ook draai, nooit hoef ik die af te zetten vanwege irritant hoog. Het middengebied is, als met zoveel buizenversterkers, het meest aangenaam, open en transparant. Buizen en stemmen lijken voor elkaar geschapen.

Wie net als ik van vrouwenstemmen kan genieten, zou de transistor eens links moeten laten liggen. OK, ik overdrijf, maar wil wel kenbaar maken dat met cd de TUBE53 hier heel goed scoort. Tegelijk met de stemmen hebben instrumenten die in het zelfde frequentiegebied vallen een streepje voor. Gitaar solo’s komen prima uit de verf. Piano idem. Met het rustige hoog zie je juist door het goede middengebied bekkens helaas wegvallen in de achtergrond. Vandaar dat ik meer pit wil. Het laag is een verhaal apart. De TUBE53 lijkt door zijn warme karakter erg diep te gaan.



Maar dat is slechts schijn. In de onderste regionen verliest hij op kracht en loopt het beschikbare vermogen snel terug. Daarboven zet hij het laag juist een tikje aan. Het gevolg is tweeledig: met een kleine luidspreker klinkt het geheel al snel aangenaam en volwassen, op een groot systeem dat zelf diep kan reiken wordt het laag te snel rommelig en ondoorzichtig. Van dat laatste heb ik last op de Focal’s, van het eerste zou ik geprofiteerd hebben op de Ruark luidsprekers (in een grotere ruimte). Haast ideaal lijkt me een gesloten systeem, zoals bijvoorbeeld Spendor dat heeft. Met enig rendement, want het blijft een buizenversterker met een laag vermogen. Smaak en akoestiek spelen uiteraard een rol.

Samengevat

Ondertussen lijkt het misschien of Ray Charles nog steeds draait, maar dat is niet het geval. Ik ben al heel wat cd’s verder gekomen. Het karakter en de specifieke eigenschappen van de set veranderen echter nauwelijks, dus het is zonde om telkens in herhaling te vallen. Zet gerust klassieke muziek op met deze apparatuur. Genoeg fraais valt u ten deel. Vaak hameren wij recensenten op “rust” die merkbaar moet zijn. Mij is het nog steeds te rustig. Ik haal nieuwsgierig de speler los van de versterker, om hem vervolgens te integreren in mijn grote systeem en dezelfde muziek nog eens te draaien. Dat geeft een significant verschil. Het stereobeeld wordt terstond groter in breedte en hoogte, minder in diepte. Het versluierde hoog komt tot leven, de bas wordt strakker. Ineens leeft het geheel op. Wolken verdwijnen en de zon komt door. Een totaal ander soort weergave.



Neem ik opnieuw Ray Charles bij de kop, dan geniet ik nu van een veel verder uit elkaar getrokken weergave. Het orgel van Ray is veel nadrukkelijker aanwezig. Zijn stem en die van zijn tegenspeler staan verder uit elkaar. Dat maakt de uitwisseling tussen de stemmen spannender. Het hoog is opgefrist, zodat bekkens terug zijn. Het laag is het warme karakter kwijt. Met als gevolg een kalere weergave, iets waar je van moet houden. Warmte moet nu uit de stemmen komen, is niet langer standaard ingebakken in de keten. Deze weergave laat zien dat de TL53Z heel neutraal kan spelen. Als ik mijn eigen referentie speler vergelijk met de C.E.C. dan blijkt een deel van het “besloten” karakter dat ik in combinatie met de versterker al hoorde, ook verwijtbaar te zijn aan de cd speler. Het kan allemaal nog ruimer, groter, gedetailleerder en spannender. Uiteraard tegen een meerprijs. Dat pad verlaten we daarom maar snel. In essentie is de TL53Z gewoon een erg fijne cd speler, die de kwaliteit van C.E.C. duidelijk weerspiegelt. Het blijft bijzonder om het loopwerk van een cd speler met een snaar aan te drijven. Edoch, het werkt in de praktijk heel erg goed.


Samengevat

Als ik de TL53Z in combinatie met de TUBE53 zou willen beschrijven in één enkel woord dan kom ik uit op “knuffelbeest”. Het is een set die warmte geeft aan de weergave van muziek. Op een haast ouderwetse manier de essentie van muziek blootlegt. Aangenaam klinkt en lang laat luisteren. Daar is ook een keerzijde aan, de weergave is rond aan de bovenkant van het frequentiegebied, mooi open in het midden, warm maar ondoorzichtig in de lage tonen. De compactheid van de weergave maakt de set mooi direct, wat snel aanspreekt. Het houdt wel tegen dat een groot stereobeeld wordt opgebouwd in de luisterruimte. De C.E.C. set moet de luisteraar duidelijk aanspreken. Zou ik hem permanent ter beschikking hebben, dan zocht ik bij de versterker een paar fraaie monitor luidsprekers. Gesloten systemen om het laag onder controle te houden, met een redelijk hoog rendement. Of juist een eveneens klassiek systeem, gebaseerd op een zeer hoog rendement en hoorndrivers. Met die laatste gedachte schiet ik waarschijnlijk in de roos. C.E.C. is Japans, Japanners zijn gek op warme buizen in combinatie met hoorns. Wie kiest voor de TL53Z en de TUBE53 is zeker geen hifi freak of apparatuur liefhebber. Veel eerder een muziekliefhebber die weet waar de concertzaal te vinden is. Een levensgenieter die Japanse cultuur op waarde weet te schatten.




Aanvullende informatie:


Prijzen:
C.E.C. TL53Z cd speler 2649 euro
C.E.C. TUBE53 geïntegreerde buizenversterker 2599 euro

Importeur:
Clofis
Zoetermeer
Web: www.clofis.com
Tel. 079 3631292

Gebruikte Hardware: 

Digitaal:

C.E.C. TL53Z CD speler Lua Cantilena SEL CD speler (Mullard buizen), Tentlabs gemodificeerd

Versterking:

C.E.C. TUBE53 versterker H.A.T. LA2 Mk II lijnversterker Ayon Audio 300B versterker

Luidsprekers:

Focal-JMlab Electra 937 Be Ruark Sabre III

Subwoofer:

Focal-JMlab Electra SW900 actieve subwoofer

Stroomvoorziening:

Netsnoeren: Kemp, Läpp (DIY), Crystal Cable Power Ultra, Hanze Hifi Netspanning: Kemp Elektroniks Power Source netfilter, Kemp Elektroniks Balanced Isolator Source, Kemp Elektronics Quantum Approach plug, gescheiden audiogroep, AHP glas + Neozed zekeringen

Kabels:

Interlinks analoog: Crystal Cable Connect Ultra, Crystal Cable Connect Interlink subwoofer: Sharkwire LS-kabels: Crystal Cable Speak Reference, Chord Company Odyssey 4, Chord Company Epic Super Twin

Accessoires:

Meubels: Spectral Straight TV915 en TV913 LS-stands: Target MR60 Overig: Quadraspire QX25 voetjes, Target SpikeShoes, Acoustic System diffusers, Acoustic System Resonator Basic + Silver