Trio Jeepy


Kilian Bakker | 15 juni 2010 | Fotografie Kilian Bakker | Audio-Technica

Audio Technica, Denon en Nagaoka; drie innoverende bedrijven met een lange historie. Denon bestaat dit jaar maar liefst een eeuw. Er is nog een overeenkomst tussen deze drie fabrikanten: ze maken al decennia onafgebroken hoogwaardige maar betaalbare pick-up elementen. Dit trio is ondanks de digitale revolutie trouw gebleven aan de langspeelplaat.

Daarnaast heeft Denon verschillende malen een belangrijke bijdrage geleverd aan de evolutie van digitale opname- en weergave-technologie. Ook Audio Technica en Nagaoka zijn veelzijdig; zo is AT -zoals het door kenners wordt aangeduid- minstens even geliefd om haar hoofdtelefoons, microfoons en accessoires zoals de helaas uit productie zijnde AT637 electronische naaldreiniger (AT; doe vinylisten een plezier en breng het weer in productie). Nagaoka staat vooral bekend als ontwikkelaar van handige accessoires (denk aan de No. 102 antistatische binnenhoes) terwijl het net als Audio Technica en Denon een overzichtelijk en uitgekiend pakket van groefaftasters aanbiedt. Dit Japanse merk is zeer ervaren in diamantbewerking en behalve naaldtippen voor de HiFi-industrie vervaardigen ze specialistische onderdelen zoals mini-magneten of tungsten meetpennen voor IC-testbanken.


Foto: Kilian Bakker

Momenteel is de kleindochter van de oprichter de contactpersoon van Tonar dat reeds een halve eeuw zaken doet met Nagaoka. Ook Tonar is een bedrijf met een lange historie waar men veel ervaring heeft op het gebied van pick-up elementen, naalden en de daarbij benodigde accessoires. Het juiste adres om drie Japanse klassiekers in verieuwde uitvoering te vinden. In samenspraak met collega-vinylist Bob Jansen werd gekozen voor twee moderne `high-tech` ontwerpen en een professionele klassieker in een nieuw, chique jasje; respectievelijk de Audio Technica OC-9 mark III, de vernieuwde Nagaoka MP-500 en de Denon DL103 SA.

Audio Technica OC9 MkIII

De OC9 is altijd een groefspeurneus geweest die op zeer impulsieve en transparante wijze te werk gaat. De constructie en topologie zijn door de jaren heen verfijnd, eerst in de mark II en nu in de Mark III versie. De Dual Coil generator is opgebouwd uit PCOCC draad (Pure Copper by Ohno Continuous Casting) waarmee de spoelen voor maximale kanaalscheiding en een minimaal verlies moeten zorgen. De OC9 MkIII is van een vergulde boron cantilever voorzien, met een MicroLine™ naaldtip. Deze tip is een zuivere `nude shank`, oftewel een massieve diamantstaaf, in dit geval met een zeer slank zijprofiel (voor verdere uitleg over naaldtip constructie; zie het achtergrondartiekel Track & Trace). Een zogeheten high flux samarium-cobalt magneet helpt bij het verkrijgen van een gezonde 400 microVolt maximale spanningsafgifte (bij 1 kiloHertz).

De OC9 III is een breedbandige aftaster met een frequentiebereik wat van 15 Hertz tot 50 kiloHertz loopt. De constructie uit aluminium en kunststof is opvallend solide en heeft een goed bruikbaar gewicht van 8 gram. Door die soliditeit en de impulsieve weergave was de oer-OC9 meteen geliefd bij Linn liefhebbers; met name de klassieke Linn Ittok toonarm vormt een vrijwel perfecte match met dit Audio Technica topmodel. Het feit dat de montageschroeven dankzij het aluminium chassis hard kunnen worden aangedraaid, heeft daar zeker aan bijgedragen want Linnies hielden in die tijd erg vast aan het praktisch fuseren van element en armkop (net als Rega). Een redelijk hoge compliantie en signaalafgifte maken de OC9 echter tamelijk breed inzetbaar; toonarmen van S.M.E., Jelco en Rega vormen goede aftastpartners.


Foto: Kilian Bakker

De verpakking van deze Audio Technica is van oudsher degelijk en zeer doordracht; het element is in de ruime en fraaie kunststof serre gevat in een soort acryl armkop die met een ingenieus klemmechanisme is verankerd (zie foto). De polypropyleen naaldkap bevindt zich in het handschoenenkastje van de doos, samen met de naaldborstel, schroeven en schoevendraaier. Oogt fraai, zo`n naakte OC9 maar het was veiliger geweest wanneer de kap af fabriek was bevestigd. Verder niets dan lof over de presentatie en afwerking.

Denon DL 103SA

De DL 103 werd geïntroduceerd in 1963 en is tot op de dag van vandaag verkrijgbaar. Het ontwerp van deze degelijke aftaster is zo tijdloos en betrouwbaar dat zowel de fabrikant als zijn afnemers trouw zijn gebleven aan het concept. De NHK (de Japanse BBC) had eind jaren `50 behoefte aan accurate en betrouwbare pick-up elementen. Het DL 103 Stereo Moving Coil element was het resultaat van een hechte samenwerking tussen de research-afdeling van Nippon Columbia (Denon) en de NHK. Alhoewel de DL 103 zelf sinds 1969 in praktisch onveranderde uitvoering verkrijgbaar is heeft Denon ook vele varianten op het concept uitgebracht, van de DL 103S (uit 1974) tot de hedendaagse DL 103R en DL 103SA. De standaard DL 103 heeft altijd een conische naaldtip met fijn profiel gehad en diezelfde tip wordt nu toegepast voor de R en de hier besproken SA versie. De DL103 SA is in feite een gelimiteerde, verder verbeterde versie van de DL103R en wordt daarom geleverd in een fraaie walnoten doos, voorzien van zeer strak gegraveerde belettering en een serienummer (zie foto).


Foto: Kilian Bakker

De opvallende blauwe kleur van de SA is het uithangbord voor de speciale glasvezel-epoxy composiet behuizing, wat helpt bij het dempen van resonanties en het meer effectief afvoeren van energie, aldus de fabrikant. Het klapstuk van de DL 103SA is de generator, die net als de DL103R spoelen heeft die uit `6 Nines` zuiver koperdraad zijn opgebouwd. De naaldtip is zoals gezegd de oude en vertrouwde conische tip met een afronding van 16,5 micron (ook hier uit een massieve diamantstaaf vervaardigd). Alhoewel de compliantie aan de lage kant is, functioneert de 103SA prima in dezelfde middelzware toonarmen als de OC9, oftewel toonarmen met een effectieve massa van 10 tot 16 gram. Het frequentiebereik loopt van 20 Hertz tot 45 kiloHertz en de maximale uitgangsspanning is 0,25 mV (de DL 103SA maakt net als de standaard versie gebruik van een klassieke AlNiCo magneet). De eigen impedantie is 14 Ohm en een afsluitimpedantie van 70 tot 150 Ohm wordt aanbevolen. Het gewicht is net als dat van de OC9 III goed bruikbaar: 9,7 gram. Denon adviseert een nominale naalddruk van zo`n 2,5 gram.

Alhoewel de gedempt scharnierende houten doos op Rolls Royce-achtige wijze bijdraagt aan `pride of ownership`, het verhoogt het de transportveiligheid ten opzichte van een stevige arcryl doos niet of nauwelijks. Daarnaast is dit hout niet functioneel; bij een Schotse platenspeler of een Italiaanse weergever zou het in de basis of klankkast zijn verwerkt. De meest fraaie houten verpakking die hier ooit de revue is gepasseerd maar bij het ecologisch aspect kan men een vraagteken plaatsen.

Nagaoka MP500

De MP-lijn van Moving Magnet aftasters heeft wereldwijd het respect van analoogliefhebbers verdiend, met name in Groot Brittanië waar de Nagaoka aftasters vaak worden ingezet door de HiFi-pers. Alle Nagaoka MP (Moving Permalloy) elementen behoren tot de `Moving Iron` familie en ze hebben uitwisselbare naalden. In de body (recht boven de naalddrager) bevindt zich een relatief grote, stationaire Samarium-Cobalt magneet. Het cantilever is niet van een magneetje voorzien (zoals het geval is bij standaard MM elementen) maar van een legering met een zeer hoge magnetische geleiding. Dankzij deze constructie hebben de MP`s een lage tip-massa, een verbeterd dynamisch gedrag en een efficiënte generator.

De huidige generatie MP aftasters hebben een met Carbon Fibre versterkt motageblok en een extra krachtige samarium-cobalt magneet, aldus de fabrikant. De MP500 is het huidige vlaggenschip van Nagaoka en alhoewel de gehele MP-lijn volgens hetzelfde recept is vormgegeven, is dat te zien aan een aantal details. Zo wordt de naaldhouder verankerd door middel van een piepklein imbusboutje. Heel fraai (de Linn K18 had een vergelijkbare verankering). Daarnaast is de behuizing beter afgeschermd dankzij een `permalloy` schild en zijn de spoelen geselecteerd. Als gevolg van de toegenomen hoeveelheid metaal weegt de MP500 ook meer dan zijn familieleden; 8 gram, schoon aan de haak. De puur diamanten (nude shank) naaldtip heeft een zogeheten SuperFine lijncontact en bevindt zich aan het uiteinde van een boron cantilever. De aanbevolen naalddruk is circa 1.5 gram terwijl het frequentiebereik van 20 Hertz tot 25 kiloHertz loopt. De maximale uitgangsspanning is 3 milliVolt en 47 kiloOhm biedt een goed uitgangspunt als afsluiting (40 tot 50 kiloOhm is bruikbaar voor een MP).


Foto: Kilian Bakker

De MP500 heeft de meest nuchtere en compacte verpakking van dit trio maar deze opper-Nagaoka doet qua afwerking niet onder voor de andere twee (zie foto). Die no-nonsense benadering heeft wat en Nagaoka voert bij alle producten consequent dezelfde combinatie van accuratesse en minimalisme door.

Luisteren

Grondig inspelen is met name bij groefaftasters en weergevers van groot belang, dus mochten de drie analoge musketiers eerst beurtelings hun ronden doen onder de Origin Live toonarm, gemonteerd op het Wilson-Benesh loopwerk.

De OC9 III is zo bedreven in het oppikken van stof dat het als een kleinschalige DustBug fungeert; fijn oppervlaktestof verdwijnt van de plaat en verzamelt zich als een grijze wuppie achter de naald en onder de body (voor wie dat niet kent; de Watts DustBug was een kleine meeloop-platenborstel aan een passieve arm). De tracking lijkt hier niet onder te lijden maar het blijft opmerkelijk, hoe snel deze aftaster stof vindt en dat bij zich houdt. De derde incarnatie van de fameuze OC9 gaat opvallend zelfverzekerd te werk en is daarbij minder kritisch op `s` en `t` klanken (de mark 1 kon nog wel eens teveel de nadruk op medeklinkers en uitschieters leggen). Dit is een uiterst soepele performer die resolutie en energie in gelijke mate levert. Het is een ruimtlijkheidswonder met een brede en diepe maar ook hoge afbeelding. De bovengemiddeld vrije presentatie en het uitgewogen, delicate karakter van deze edelaftaster doen denken aan de presentatie van een goede electrostaat.



De OC9 III was dan ook vanaf het eerste moment bevriend met de residentiële Quad ESL57 fullrange electrostaten. Paneelweergever eigenaren die een aftaster zoeken met een even transparant, onmechanisch en ontspannen karakter als de geliefde weergevers; zet de Audio Technica OC9 MkIII hoog op de verlangluisterlijst. De OC9 III blonk keer op keer uit in de weergave van de opnameakoestiek en reacties van het publiek bij live-opnamen. Applaus of individueel `joelen` werd met de Audio Technica verbluffend duidelijk en geheel vrij in de ruimte weergegeven, wat het gevoel bij een optreden aanwezig te zijn danig versterkte. Dat laatste was zeker het geval tijdens het beluisteren van de Eagles LP Hell Freezes Over. De zware percussiestoten van de Hotel California-intro zorgden voor hoog opgetrokken wenkbrouwen; dat klonk fabelachtig goed, met de grip en soliditeit van een zeer kostbare digitale speler. Het valt niet mee om deze aftaster op fouten of tekortkomingen te betrappen. Goed, er zijn nog expressiever klinkende groefglijders zoals de Denon of de betere Grado`s maar de totale openheid, de extreem hoge resolutie en het solide laag van de OC9 III zijn zeer aantrekkelijk.

De Denon is een uiterst zelfverzekerde tracker. Dat helpt bij handmatig opzetten (zonder lift) want het zwabbert niet bij lastige oploopgroeven; het `vindt` de groef meteen. De SA versie is net als de DL103R goed in het overbrengen van de spanning of urgentie in muziek. Rambling On My Mind van de Eric Clapton live LP Just One Night liet dat goed horen; direct na de inzet van de ritmesectie kwam de weergave levendig en prettig over. Met name de elektrische piano kwam erg goed uit de verf, zelfs royaler dan met de OC9 III. Het midden en het hoge laag komt via de DL103SA met veel presence naar voren, meer dan met de andere twee kandidaten. Wat de Denon met name goed deed, was de energie en de spontaniteit van een rockconcert overbrengen. De DL103SA verkiest souplesse en coherentie boven ultieme openheid of fijndetail maar dat betekent niet dat het suffig overkomt, in tegendeel. That`s Enough For Me en I Know I`m Not Wrong van de Fleetwood Mac LP Tusk hakten er via de Denon lekker in.



Qua ritmische punctuering en `drive` deed de weergave denken aan dat van de (British Audio Products) Rebuilt Troika (zie recensie elders op HiFi.nl). Prettig ongecompliceerd en meeslepend tegelijk. De DL103SA heeft de neiging om percussieve geluiden wat af te ronden en het presenteert bekkens op zuivere maar enigszins gedimde wijze. Bij vrouwenstemmen zorgde de Denon voor een fruitige, tonaal rijke presentatie die de `sexiness` van bepaalde keelklanken (Tori Amos, Janis Ian) goed tot uiting liet komen. Het kwam als geen verrassing dat de Denon van Jazz bleek te houden, al was de presentatie af en toe minder pittig als met de R versie. Bij de Scott Hamilton LP Apples And Oranges (Concord Jazz) zette Royal Orchid Blues met een meeslepende metronoom-timing in. Het saxspel klonk ademend maar miste wat aan `bite` terwijl het toetsenspel parelend uit de weergevers rolde. De bas bromde er dusdanig expressief op los dat ondergetekende breed glimlachte. Het fundament leek minder geaard dan met de MC15 Super II. Met de residentiële Ortofon staat alles als een huis, de Denon geeft ritmische propulsie voorrang over soliditeit. Al met al een zeer muzikale en prettige aftaster die voor eindeloos lange, ontspannen luistersessies kan zorgen.

Het rechthoekige omhulsel van de MP500 maakt de inbouw en afregeling tot een prettige bezigheid terwijl het ver naar achteren geplaatste cantilever het positioneren van de naald op de juiste tussenloopgroef tot een uitdaging maakt, althans wanneer de platenspeler laag staat opgesteld. De MP500 heeft een minder in het oor springend karakter dan dat van de Audio Technica of Denon. Het lijkt in eerste instantie minder uitgesproken maar in feite is het een klasse performer die zich meer geleidelijk aan de luisteraar voorstelt. De zang van Paul Simon in de track Graceland van het gelijknamige album werd hier zelden zo fraai weergegeven. De volledig ontspannen en vanzelfsprekende, timbraal rijke presentatie van zowel mannelijke als vrouwelijke zang deed denken aan dat van de Shelter 2000. Niet gek voor een sub-700 Euro aftaster. De hoogfrequentweergave is van de bovenste plank; loepzuiver en met uitstekende tonale contrastering. Deze Moving Permalloy spoorzoeker blinkt uit in de vertolking van akoestische instrumenten, wat onder andere duidelijk naar voren kwam bij het beluisteren van de Oscar Peterson LP We Get Requests. De subtiele opening van You Look Good To Me klonk niets minder dan oorstrelend. Het snelle plukspel van meesterbassist Ray Brown kwam ademend en zuchtend naar voren waarbij het natrillen van de snaren met een aanstekelijke elasticiteit werd gepresenteerd.



De MP500 weet raad met cadans en met name met tegenritmes waardoor meerdere instrumenten moeiteloos tegelijkertijd kunnen worden gevolgd. De Talk Talk LP Spirit Of Eden bevat enkele muzikale meesterwerken die echter niet via elk hoogwaardig weergavesysteem even goed uit de verf komen. De MP500 lijkt de bijna psychedelische mix van klassieke arrangementen voor Jazzy of zelfs gospel-achtige thema`s te begrijpen want I Believe In You werd adembenemend mooi weergegeven. Het afwisselend van links en rechts inzetten van het kerkkoor werd dusdanig duidelijk, ruimtelijk en vloeiend gepresenteerd dat het een licht hypnotische uitwerking had. In plaats van bepaalde opvallende facetten in een opname te belichten geeft de Nagaoka elk onderdeel van het geheel dezelfde aandacht. Een knap uitgedokterde aftaster die meer yin dan yang is maar daarbij bovenal organisch en verfijnd klinkt. Anders gezegd: deze Nagaoka diept heel wat informatie op uit de groef maar loopt daar niet mee te koop.

Conclusie

Er zal hier geen absolute winnaar worden verklaard want de prestaties zijn voor een belangrijk gedeelte afhankelijk van de match met de toegepaste toonarm en phonotrap. Dan is er nog de kwestie van smaak. Het zijn alle drie overtuigende performers maar voor schrijver dezes had de DL103SA qua pure fun-factor een klein streepje voor. Wat betreft allround prestaties zal de OC9 III de meeste vinylisten blij maken terwijl de MP500 magisch is met akoestische instrumenten en zang. De OC9 III geeft de luisteraar de gelegenheid om de opname minutieus te verkennen terwijl men door de blauwe 103 als het ware in de muziek wordt gezogen en de MP500 de klankkleur van elke toon koestert. De overeenkomst tussen deze drie parels van Japanse fijnmechanica is een hoge mate van auditieve aantrekkelijkheid; ze maken muziek luisteren tot een boeiende bezigheid. Bij deze een aanbeveling in drievoud.

Aanvullende informatie:

Leverancier: Tonar International;
Telefoon: 033-4554511

Prijzen:

Audio Technica OC9 MkIII: 699,- Euro
Denon DL103 SA: 599,- Euro
Nagaoka MP500: 619,- Euro

 

 

 

 

Toegepaste apparatuur:

Phonotrap:

Moth 30 Series RIAA Platenspeler: Wilson-Benesh Circle Origin Live OL1+ Ortofon MC 15 Super II Versterkers: Heed Obelisk QUAD 303 Weergevers: Stirling Broadcast LS 3/5a V2 QUAD ESL57 Kabels: QED Qunex 2 QED Qunex 1 QED Original Lichtnet: Kemp SNS Plug Kemp SR Plug Kemp HPC-III Bandridge 6000