(Gesponsord artikel)

HiVisit Klipsch


Bert Dekker | 09 mei 2008

In de overvolle markt van consumentenelektronica waarin het ene merk pretendeert nog innovatiever te zijn dan het andere vergeet men haast dat in deze Umwelt van variabelen een paar constanten te vinden zijn. Deze hebben door de jaren heen bewezen rotsvaste pijlers te zijn waarop de hele AV-industrie is opgebouwd.

Daar houdt het echter nog niet op: in een omgeving waarin de consument de weg lijkt kwijtgeraakt in een woud van overaanbod en slimme marketingpraat fungeren zij als belangrijke richtingaanwijzers. Zij wijzen op ondubbelzinnige wijze de weg naar datgene waar het allemaal om zou moeten draaien als we over AV spreken; realisme in beeld en geluid! In deze HiVisit maken we nader kennis met één van de belangrijkste pijlers die terug is van eigenlijk nooit weggeweest: Klipsch.


Het icoon

We schrijven 1945. Het eind van WOII is nabij en markeert tevens het beginpunt van een aantal belangrijke ontwikkelingen op het vlak van hoogwaardige muziekreproductie. Een luitenant in dienst van het Amerikaanse leger legt zijn laatste hand aan een luidsprekersysteem dat zal uitgroeien tot een waar icoon dat al meer dan 60 jaar zijn weg vindt naar veeleisende muziekliefhebbers wereldwijd. Paul Klipsch ontvangt in dat jaar een patent voor zijn Klipschhorn, een voor die tijd revolutionair luidsprekerontwerp. Dit markeert een (voorlopig) eindpunt van een reeks ontwikkelingen die reeds in de jaren 20 van de vorige eeuw zijn aanvang nam.

De jonge Paul Klipsch raakte tijdens deze “Roaring Twenties” gefascineerd door geluid, elektronica en het nieuwste medium, radio en wel zo dat dit aan de basis lag van zijn latere beroepskeuze. De jonge elektronica ingenieur trad na WOII in dienst van General Electric. Hij raakte meer en meer geïnteresseerd in radio’s en hoogwaardige luidsprekersystemen. De toenmalige conussystemen waren immers moeilijk aan te sturen: transistoren bestonden nog niet. Buizenversterkers in die tijd hadden veel moeite de laagrendement conussystemen aan te sturen. Daar was immers veel versterkervermogen nodig, iets dat destijds welhaast onbetaalbaar was.

Een andere kijk op de zaak lag aan de basis van een radicaal andere aanpak die nodig was om hoogwaardige muziekweergave een impuls te geven. Eind jaren 20 begon Paul Klipsch zich meer en meer bewust te worden van de mogelijkheden die de hoogrendement hoornsystemen boden op het vlak van realistische muziekweergave. Veel onderzoek moest echter nog verricht worden om de beperkingen die destijds inherent aan het hoornsysteem waren te elimineren. Deze ontwikkelingen resulteerden in 1941 tot het prototype van de latere Klipschorn. Dit model werd tijdens WOII vervolmaakt en evolueerde in 1945 tot de definitieve Klipschorn. Dit voorlopige eindpunt markeert het ontstaan van één van ´s werelds oudste luidsprekerfirma´s, `Klipsch & Associates`.

Back To The Future

Het jaar 2008. De kleine firma van weleer is gestaag uitgegroeid tot het bedrijf “Klipsch Audio Technologies”. Wat eens een klein bedrijf was, is thans één van ’s werelds grootste en meest toonaangevende bedrijven in de audiobranche met verkooppunten wereldwijd. Naast hoornsystemen produceert Klipsch tegenwoordig ook een zeer breed scala aan andere AV gerelateerde apparatuur, variërend van iPod- en computerluidsprekers tot complete muzieksystemen voor bedrijven. Daarbij is Klipsch eigenaar van een aantal andere belangrijke luidsprekermerken zoals Mirage en Energy.

Belangrijke ontwikkelingen op het vlak van hoogwaardige muziekweergave voor de woonkamer is de reden de reden dat ik vanmiddag te gast ben bij Audio Home in Eindhoven. Hier zal ik nader kennis maken met Klipsch en een paar mensen die verbonden zijn met dit merk.

Ik maak kennis met mijn gastheer, Walter Novak van Audio Home in Eindhoven. Hij is degene die al sinds jaar en dag Klipsch in zijn assortiment heeft en dat is mede de reden waarom we bij hem in de zaak een afspraak hebben gepland. Ik zal vanmiddag ook de primeur hebben van de nieuwste loot aan de Klipsch-stam: de Palladium P39-F. Daarover later meer. We maken alvast een aanvang met het gesprek, wetende dat ieder moment nog twee mensen van Klipsch zelf zullen aanschuiven.

Het is altijd bijzonder aangenaam mensen te ontmoeten van wie je duidelijk merkt dat hun hart en ziel verbonden is met de onderwerpen muziek en hoogwaardige muziekreproductie. Walter vormt hierop geen uitzondering. Met veel kennis van zaken en enthousiasme toont deze “oude rot in het vak” dat hij deksels goed weet waar hij over spreekt. Zijn jarenlange ervaring met hoornsystemen in het algemeen en Klipsch in het bijzonder maakt een goed inleidend gesprek met hem over deze onderwerpen bijzonder leerzaam én aangenaam. Ik kan het dan ook niet nalaten om het begrip “typisch hoorngeluid” ter sprake te brengen. Walter lacht en weet meteen wat ik insinueer. Hij windt er op niet mis te verstande wijze ook geen doekjes om, pakt meteen de koe bij de hoorns als hij, klip en klaar, zijn duidelijk antwoord formuleert.

“De `typische´ sound van een hoornsysteem lijkt in het geheel niet meer op het welbekende schetterende trompetgeluid dat velen zich voorstellen als we over dit luidsprekersysteem spreken. Het geluid waar velen aan denken als ze de stem horen van de omroeper van het plaatselijke voetbalstadion waar op zondagmiddag de ene amateurvoetbalploeg het tegen de andere opneemt. Loud and clear, dat wel, maar bepaald geen honing voor je oren. Daarbij is het voor de supporters alleen maar nodig om stemgeluid te horen, meer niet. Besef je echter wel hoeveel vermogen de versterkers zouden moeten leveren als conusluidsprekers hetzelfde volume zouden moeten leveren? Dat zou voor een gemiddelde voetbalclub welhaast onbetaalbaar worden.

Hierin schuilt juist het bijzondere als we het over de eigenschappen hebben van het hoornsysteem. Deze bijzondere eigenschappen dagen ons uit om volop gebruik te gaan maken van de voordelen zonder de nadelen van het systeem. En het was juist díe uitdaging die de jonge Paul Klipsch al in de jaren 20 van de vorige eeuw aanging. Je moet je realiseren dat het met de toenmalige (buizen)versterkersystemen nauwelijks mogelijk was om een realistisch geluidsniveau te realiseren in combinatie met conussystemen. Versterker- en (conus)systemen die in samenspel met elkaar in staat waren dit wél te presteren waren voor de consument voor WOII doorgaans onbetaalbaar. Hoornsystemen daarentegen hebben een veel hoger rendement en véél minder (versterker)energie nodig om tot een gelijkwaardig geluidsniveau als een conussysteem te komen.

Met dit belangrijke voordeel in het achterhoofd ging de jonge Paul Klipsch de uitdaging aan het beste uit een hoornsysteem te halen. Dit resulteerde na een reeks van ontwikkelingen en ontdekkingen in een tijdspanne van bijna twintig jaar tot één van de belangrijkste luidsprekerontwerpen ooit, de befaamde Klipschorn. Dit was het eerste (drieweg)systeem ter wereld dat exclusief uit hoornluidsprekers was opgebouwd, een voor die tijd ongehoord goede weergavekwaliteit aan de dag legde en daarbij ook nog eens eenvoudig aan te sturen was met een goede betaalbare buizenversterker. Nu, na meer dan 60 jaar (!) bestaat dit luidsprekersysteem nog steeds,  zij het enigszins aangepast aan de eisen van deze tijd. Een gegeven waar de markt veel respect voor moet hebben.”

Vervorming is omgekeerd evenredig aan gevoeligheid

Inmiddels zijn Tom de Kruijff, Brand Champion van Klipsch Group Inc. en Dick Tuerlings, Director retail services Europe gearriveerd. Ze nemen al snel deel aan het levendige gesprek dat in de luisterruimte van Audio Home plaatsvindt. Tom licht toe: "Klipsch is één van de oudste luidsprekermerken ter wereld én ook nog eens is uitgegroeid tot een luidsprekerfabrikant die wereldwijd opereert. Desondanks geniet het merk veel minder bekendheid in Europa dan in de eigen bakermat Amerika. Dat is eigenlijk zonde maar aan de andere kant ook wel begrijpelijk. Klipsch heeft altijd veel meer geïnvesteerd in kwaliteit van het product dan in de marketing eromheen. De zuurverdiende dollar kan immers maar één keer uitgegeven worden. Als dat dan toch moet gebeuren liever aan zaken die met kwaliteit te maken hebben dan met het aan de man brengen ervan."

Dit zal er zeker mee te maken hebben dat het merk Klipsch veel minder zichtbaar is in Europa dan in Amerika en Canada waar ook veel minder marketing nodig is. De consument daar wéét gewoon dat Klipsch synoniem is voor kwaliteit in muziekweergave waar nog niet eens zoveel dollars voor betaald hoeft te worden. En omdat Klipsch daarom daar ook geen kostbaar marketing apparaat voor nodig heeft kan men dat geld ook weer besparen het geen zich – ja juist - weer positief vertaalt in de uiteindelijke prijs die de consument ervoor betaalt.

Walter haakt in: “Als we in het geval van Klipsch spreken over besparing, dan geldt dat niet voor de de luidsprekersystemen zelf. Besparingen kunnen óók met de overige zaken in de set worden gerealiseerd. Goed, we zijn inmiddels alweer ruim 60 jaar verder na de realisatie van de oer-Klipschorn. Versterkervermogen is nu vergeleken met vroeger betaalbaar geworden. Desondanks blijven conussystemen over het algemeen lastige systemen. De impedantie problemen van conussystemen vormen voor veel versterkers een vervelende belasting met allerlei nadelige geluidstechnische gevolgen van dien. De gemiddelde luidspreker vervormt (harmonisch) circa 30-35% (100-1000 x zoveel als een versterker bijvoorbeeld)....Bij Klipsch is dat een factor 3 tot 3,5 minder. Dit zijn belangrijke specificaties die eigenlijk nooit vermeld worden door luidsprekerfabrikanten. Waarschijnlijk omdat de consument dit niet zou begrijpen....”Waarom een versterker kopen die maar 0.00iets % vervormt als de speakers tot 1000 x meer vervormen”.

Hoornsystemen daarentegen kennen deze problemen vrijwel niet. De hoge gevoeligheid van een hoornsysteem zorgt ervoor dat een gemiddelde versterker nauwelijks een belasting ervaart. Een Klisch hoorn genereert dan ook veel minder nare (hoorbare- red.) bijverschijnselen dan een conussysteem. Je hoort daarom ook maar een fractie van de vervorming die je ‘gewend’ bent van andere weergevers. En omdat een (Klipsch) hoornsysteem nauwelijks een belasting vormt voor een versterker krijgt deze een optimale kans om DYNAMIEK in muziekweergave weer te geven. De “rem” is eraf … Reeds in de jaren 40 van de vorige eeuw was Paul Klipsch zich al bewust van de samenhang tussen gevoeligheid en vervorming hetgeen hij formuleerde in de zogenaamde “wet van Klipsch: ” VERVORMING IS OMGEKEERD EVENREDIG AAN GEVOELIGHEID.”

Een groot bijkomend voordeel van dit alles: ook een bescheiden en betaalbare versterker is in staat om een goede muziekweergave te produceren in combinatie met een hoornsysteem.”

Dick: ”Je kunt het accent natuurlijk ook anders leggen: als een betaalbare versterker in staat is om in combinatie met een hoornsysteem tot een bovengemiddelde weergave te brengen, dan  kun je aannemen dat de kwaliteit met sprongen omhoog gaat als je het systeem paart aan componenten in een hogere prijsklasse. Betere versterkers hebben over het algemeen veel meer controle over een luidsprekersysteem en daar maakt een hoornsysteem ook weer dankbaar gebruik van. Door de hoge gevoeligheid van het systeem is een hoorn in staat uiterst snel en precies het aangeboden versterkervermogen te volgen en om te zetten in geluid. Dit vertaalt zich in een uiterst transparante en dynamische weergave.”

“We zouden bijna de woofers vergeten!”, herinnert Walter ons. "Gezien de enorme snelheid van de hoornsystemen en de enorme transparantie van het geluid dat daar het gevolg van is, is het van belang dat datzelfde ook van de lage tonen weergever in een Klipsch systeem verwacht kan worden. Ga er maar van uit dat hier jaren van onderzoek en innovatie heeft plaatsgevonden om deze weergevers op hetzelfde kwaliteitsniveau te krijgen als de hoornunits. Mijn ervaring is dat ze daar bijzonder goed in zijn geslaagd. Dat kun je zo zelf wel ervaren."

In de roos!

Walter geeft na een aantal glazen fris en een stevig debat over de onderwerpen muziek en muziekreproductie aan dat wat hem betreft de tijd is aangebroken om niet alleen te praten óver Klipsch maar te gaan luisteren náár Klipsch. Dat is niet helemaal waar Walter, bedenk ik me. Ik zit namelijk al een tijd te luisteren naar een set Klipsch RF 8 luidsprekers (een door Audio Home gemodificeerde RF-7) die -weliswaar zeer zacht- op de achtergrond al een hint van hun kunnen toonden. En dat was zeker niet slecht. Tijd voor een nadere kennismaking. We hebben genoeg muziek meegenomen om de middag én de avond met veel plezier door te komen. Zoveel tijd hebben we echter niet, een reden te meer waarom ik een goede indruk wil krijgen van het kwaliteitsniveau van Klipsch. Want ook voor mij geldt, net als voor zovelen: ik ken het merk al járen maar heb echter nooit de tijd gehad (genomen?) om er eens nader kennis mee te maken. In die zin was het een kennismaking die zeker uit een stuk nieuwsgierigheid geboren is.

John Mc Laughlin verdwijnt in de lade van de cd-speler. Oeps. Meteen in de roos. De RF 8 luidsprekers trakteren mijn oren op een bijzonder homogene weergave waarin snelheid en een realistisch dynamisch bereik de twee factoren zijn die me direct opvallen. Ik realiseer me een paar tellen later dat ik me niet bewust ben dat ik naar een hoornsysteem luister, het valt me niet eens op. Het hoog is bijzonder transparant zonder scherpte en de tonaliteit van het midden is meer dan correct. De laagweergave volgt het midden en hoog met eenvoud. Er treedt daarom ook geen onbalans op. Van enige luistermoeheid zal dan ook bij langer luisteren geen sprake zijn.

De ene cd na de andere verdwijnt in de lade van de cd-speler. De Klaviersonate Pathétique  van Beethoven door Emil Gilels maakte bijzonder veel indruk. De enorme dynamieksprongen van de vleugel worden moeiteloos en zonder enige compressie weergegeven! Een hele prestatie daar ik de klank van een vleugel door en door ken daar ik zelf al bijna 40 jaar piano speel …

De verrassing komt kort na het afronden van de eerste luistersessie als me duidelijk wordt dat we naar een allesbehalve kostbare tweekanaals stereoset hebben geluisterd. Deze bestaat uit een Rotel RCD cd-speler, een RC 1082 voorversterker en een RD 1072 eindeversterker. De RF 8 verwisselt voor slechts 1.295 euro per stuk van eigenaar. Als ik dan even een snel rekensommetje maak realiseer ik me dat de hele set voor nog geen 4.000 euro bij Audio Home over de toonbank gaat. Ik zou de uitdaging wel willen aangaan om het systeem te vergelijken met een systeem dat twee- tot driemaal zo veel kost en weet wel zeker dat ik dan aangenaam verrast zou zijn.

Tom: “Je hebt nu zelf ervaren dat bij Klipsch de kwaliteit van de uiteindelijke muziekweergave altijd centraal heeft gestaan. En dat dit heel betaalbaar is! Het geloof in hoornsystemen heeft mede daarom altijd als basis gediend waarop alle ontwikkelingen binnen Klipsch gestalte kregen. Toch vinden er wel een paar belangrijke verschuivingen plaats in een ander opzicht. Zo is het esthetische aspect de afgelopen jaren steeds belangrijker geworden: het oog wil ook wat. Hoe goed de Klipschorn ook is, hij zal in een gemiddelde woonkamer in Nederland minder snel zijn weg vinden dan in Amerika. Niet alleen de grootte van het systeem is van belang, ook de vorm. Daarom is Klipsch de uitdaging aangegaan om het beste uit een hoornsysteem te halen in een design dat bijzonder aansprekend is. Het antwoord hierop is tevens de primeur van vanmiddag en überhaupt een primeur in Nederland. De nieuwe Palladiumlijn vormt thans een belangrijk –voorlopig- eindpunt waarin Klipsch wat ons betreft de norm stelt op het vlak van realistische muziekweergave thuis.”

Primeur

Inderdaad, ik moet toegeven dat ik zeer onder de indruk ben van het ontwerp dat in niets lijkt op de oer-Klipsch. De tijd heeft zeker niet stilgestaan. Dat geldt zeker ook niet voor de Klipsch luidsprekers die gaandeweg steeds aantrekkelijker looks kregen. Maar, eerlijk is eerlijk, dit is toch een heel ander verhaal. Ondanks zijn forse afmetingen zorgt het wigvormige ontwerp (boat-tail design, zoals ze dat zo mooi bij Klipsch zeggen) dat de speaker bijzonder slank oogt en daardoor een erg elegante vertoning is. Een compliment voor de ontwerpafdeling lijkt me. Maar daar houdt het niet bij op. Tom geeft aan dat tot en met de laatste schroef is nagedacht over het ontwerp. Drivers, de cross-overfilters, de constructie zowel intern als extern, alles maar dan ook alles is gebaseerd op de laatste inzichten die men bij Klipsch heeft vergaard op het vlak van hoogwaardige muziekreproductie.

Walter: “Ik heb het daarbij bijzonder van Klipsch gewaardeerd dat ze niet alleen hebben vertrouwd op het eigen kunnen maar dat ze de indrukken van een aantal dealers absoluut hebben meegenomen in het uiteindelijke ontwerp. In een aantal uitgebreide luistersessies naar de prototypes van de Palladium P39-F luidsprekers hebben we de puntjes op de “I” gezet. Echt alle puntjes van aandacht en kritiek zijn zonder uitzondering opgepakt en verbeterd. Pas nadat alle aandachtpunten die voortvloeiden uit de vele uitvoerige luistersessies naar deze prototypes waren opgelost achtte Klipsch de tijd rijp om het definitieve ontwerp op de markt te brengen. Ook bijzonder: ondanks dat Klipsch op en top Amerikaans is heeft men ervoor gekozen Europa de primeur te gunnen van de Palladium P-39F!”

De RF-8 luidsprekers maken plaats voor de Palladium P-39-F luidsprekers. Niet zonder slag of stoot, de hagelnieuwe speakers wegen bijna 75 kg per stuk, vandaar dat ze in dit geval op wieltjes zijn geplaatst waarop ze eenvoudig naar hun plaats verplaatst kunnen worden. Ze staan daarom iets hoger van de grond als in een normale luistersituatie maar ik realiseer me dat dit slechts een eerste korte kennismaking is.

John Mc Laughlin verdwijnt opnieuw in de lade van de cd-speler en we kiezen ervoor het nummer dat we zojuist hebben beluisterd opnieuw te draaien. Wat in de vorige situatie al heel erg goed was gaat nu met sprongen vooruit. Ja, ik herken de signatuur die ik met de RF-8 mocht ervaren. Dynamisch en snel, dat zeker. Het is echter de enorme verfijning en precisie die me raakt ondanks dat de luidsprekers niet eens optimaal zijn opgesteld. Het systeem produceert een volstrekt transparant geluid waardoor een, welhaast onbescheiden, volledig 3-dimensioneel holografisch beeld ontstaat waarin de kans bestaat dat je er haast in zou verdwalen. De absolute verfijning is het gevolg van het volledig ontbreken van welke vervorming en verkleuring dan ook (hulde aan de kastbouwers!). De Klaviersonate van Beethoven leert me dat de Palladium in staat is om de enorme dynamieksprongen van het majestueuze vleugel zonder enige compressie of vreemde opbreekverschijnselen weer te geven. Hierdoor ervaar ik, ondanks de vele dynamiekvariaties, een enorme rust in het geluid. De vleugel staat breed uitgemeten op een heel natuurlijke wijze geprojecteerd in de luisterruimte. Ik kan het toucher van de uitvoerende moeiteloos volgen. Ook het gebruik van het sustain pedaal valt goed te volgen. Alles bij elkaar een prestatie van formaat. Het is moeilijk om zelfs de concentratie te verliezen

Ik kom weer op aarde als ik besef dat ook in deze luistersituatie de Palladium P-39F luidsprekers worden aangestuurd door dezelfde componenten als tijdens de vorige luistersituatie. Meteen kruipt me een enigszins onbestemd gevoel … als dit al zo goed klinkt met wel goede maar relatief eenvoudige randapparatuur, welke magic kan ik dan verwachten als we deze koorknapen paren aan randapparatuur van wereldklasse en daarbij gebruik maken van hoogwaardige bekabeling? Hmm, ik moet toch naar meer een keer wat nader kennis maken met deze bijzonder fraaie Palladium speakers. Dit is goed. Erg goed.

Epiloog

Ik moet toegeven dat het bezoek aan Audio Home me enigszins in verwarring heeft gebracht. In de loop van de jaren heb ik veel sets mogen beluisteren in diverse luistersituaties. Hierdoor kan ik een goede inschatting maken wat men voor muziekkwaliteit in huis krijgt voor het geld dat men ervoor moet neertellen. Tenminste, dat had ik gedacht. Het blijkt dat ik er in dit geval ver naast zit. Met schaamrood op mijn kaken moet ik bekennen dat ik nog nooit een systeem zo fabuleus heb horen presteren voor het, ik zou haast zeggen, belachelijk lage bedrag dat je ervoor moet neertellen. Ik denk aan het eerste systeem dat we beluisterd hebben. Tom heeft het eerder die middag al zo mooi verwoord. Ik herinner het me nu weer toen hij het over de “confrontatie” had die je aangaat als je naar Klipsch luistert.

Aan het eind van de middag heb ik haarfijn begrepen wat hij ermee bedoelt. Good things even grow better als de Palladium P-39F zijn zangkunsten mag vertonen. Op het moment dat je denkt dat er aan de eerste luistersituatie niet veel te verbeteren is blijkt ondubbelzinnig dat het toch nog veel beter kan. Oh ja, met diezelfde bescheiden randapparatuur. Het wordt dringend tijd mijn percepties eens bij te stellen. Het resultaat van deze verwarring is echter wel dat mijn belangstelling is gewekt. Ik wil hier meer over weten. Gelukkig zal dit niet meer zo lang op zich laten wachten, de Palladium P-39F is vanaf nu leverbaar op bestelling. In het najaar zullen kleinere broeders volgen, de P-38F en de P-37F. Hier is op dit moment nog niet zoveel over te zeggen maar meer informatie zal binnenkort volgen.

Time flies when you’ re having fun en dat geldt ook nu weer. Het eind van de middag nadert, het wordt tijd om afscheid te nemen. Ik dank Walter, Tom en Dick voor hun bijdrage aan deze, in mijn ogen, zonder geslaagde HiVisit. Ik ben absoluut overtuigd van het hoge prestatieniveau van Klipsch. Had Paul Klipsch die niet meer onder ons is maar ooit kunnen bevroeden wat zijn erfgoed teweeg zou kunnen brengen bij veel muziekliefhebbers.