Pathos Twin Towers


Jan de Jeu | 22 augustus 2001 |

“Ma e un ibrido!”

Ik had het eigenlijk al moeten weten toen ik het woord opzocht in de encyclopedie. Pathos is afkomstig uit het Grieks en betekent eigenlijk lijden, maar ook aandoening, affect en hartstocht. In de antieke retorica staat het bij een redevoering tegenover ethos. (aard, karakter) Op mijn vraag naar haar eerste indruk had mijn vrouw geantwoord: “Chic”. En nog steeds had ik niets door. Maar welke Hollandse man haalt er dan ook een Italiaan in huis zult u vragen. En dan nog wel een wiens naam geassocieerd wordt met hartstocht. Gelijk heeft u. “Maar het is een hybride!” roep ik uit. “Nou en?” zucht mijn vrouw terwijl ze met een liefkozende blik naar het gloeiende object van haar passie kijkt. “Hij klinkt heerlijk!” Dan ben je als man uitgepraat en kun je alleen nog maar kijken, luisteren en hopen.

Kijken

Hij is duidelijk afkomstig uit een land waar men een traditie hoog te houden heeft wanneer het om industrieel ontwerp gaat. Zijn vier grote capacitors zien eruit alsof ze gespoten zijn met dezelfde signaalrode lak die Ferrari gebruikt. Jammer alleen dat de Italiaanse merknaam Itelcond er zo prominent op staat. Het lijnenspel van de versterker zou uit de studio van Bertone afkomstig kunnen zijn. De ontwerper van dit moois heet echter Paolo Andriolo en heeft zijn domicilie in Vicenza, de plaats waar de belangrijkste meester der classicistische late renaissance Andrea Palladio bijna zijn hele leven verbleef. Wanneer je naar het ontwerp kijkt is meteen duidelijk waar de naam Twin Towers aan ontleend is. De twee gigantische direct in het zicht springende koellichamen die als torens omhoogrijzen. Invloed van Palladio? Daarvoor staan de twee 12AX7 buizen van de voorversterker, elk in hun eigen chromen kooi. Achteraan staan drie chroomstalen sculpturen waarin je transformatoren denkt te herkennen. Slechts de middelste is dat ook daadwerkelijk, de buitenste twee zijn inductors / spoelen. Het totale ontwerp is zowel qua kleur, design als materiaalgebruik een gewaagde combinatie van modern en klassiek. Wat het gemeen heeft met het werk van Palladio is de eenvoud en de harmonie die het uitstraalt. De bovenplaat is uitgevoerd in rookglas terwijl de twee rechts op het front geplaatste knoppen voor respectievelijk bronkeuze en volume geleverd worden met een laagje 24 karaats goud.Er zijn geen markeringen die de posities van de linker (bronkeuze)knop aanduiden. Deze corresponderen echter met de aan de achterzijde gehanteerde volgorde dus van links naar rechts; phono, cd, aux, tape in en tape out. Daarnaast is een duidelijk display gepositioneerd dat in rode cijfers het ingestelde volume weergeeft. De rechts hiervan geplaatste knop is de volumeknop. Wanneer je daaraan draait hoor je de relais klikken. Het is mogelijk om het volume in zeer kleine stapjes in te stellen. Een balansregeling ontbreekt, evenals een hoofdtelefoonaansluiting. De handig aan de voorzijde links geplaatste aan / uit knop is mooi geïntegreerd in het design en dus onopvallend uitgevoerd. Ernaast zit nog een led dat rood oplicht wanneer de versterker aangezet wordt. Persoonlijk vind ik het jammer dat het licht van de led en de display zo fel zijn. Daardoor valt de zachte gloed van de twee voorversterker buizen bijna in het niet wanneer je ’s avonds zonder verlichting, zoals ik dat zo graag doe, zit te luisteren. De zijpanelen zijn afgemonteerd in donkerterra gekleurd padoek uit tropisch West-Afrika. En hoewel ik normaliter gouden en goudkleurige ornamenten verfoei moet ik toegeven dat het met dit edelmetaal uitgeruste exemplaar, dat ik met enige moeite uit de houten transportkist til, in combinatie met het zwart van de koellichamen, het rood van de capacitors en de diverse chroomstalen elementen een harmonieus geheel vormen. Afwerking en gebruikte materialen zijn overigens eerste klas.
Aan de achterzijde opnieuw eenvoud; vier RCA lijn niveau ingangen. Van links naar rechts zijn dat achtereenvolgens phono, cd, aux, tape in en tape out. Slechts eén set solide, en ik bedoel echt solide, uitgevoerde luidsprekeraansluitingen en geen pre out. Alle connectoren zijn uitgevoerd in 24 karaat goud. Bij mijn testexemplaar zit geen netkabel. Ik gebruik een gewone rubber netkabel. De IEC aansluiting maakt het mogelijk om met netkabels te experimenteren.

De afstandsbediening was in dit geval evenmin bijgesloten. De foto laat zien dat het hier gaat om een slank exemplaar dat uitgevoerd is in dezelfde hardhoutsoort als de zijpanelen en ik neem aan dat hij eveneens minimalistisch van opzet is.

Pathos Twin Towers

De techniek

Ook de techniek is het bekijken waard en ademt dezelfde eenvoud als het uiterlijk. Verantwoordelijk voor de techniek is Gianni Borinato, die samen met de eerder genoemde Paolo Andriolo en met derde man Gaetano Zanini in 1994 in Vicenza het bedrijf Pathos Acoustics oprichtte. Het bedrijf specialiseerde zich aanvankelijk in het ontwerpen van hybride ( combinatie van buis en transistor of halfgeleider ) versterkers maar daar zijn inmiddels andere producten aan toegevoegd. Het bedrijf heeft twee typen geïntegreerde versterkers in hun productenaanbod. De Classic One van fl. 4055,- is het instapmodel, gevolgd door de in twee uitvoeringen verkrijgbare Twin Towers. De Twin Towers C kost fl. 9942,- terwijl de door de Nederlandse importeur Innovation & Design voor deze test ter beschikking gestelde Twin Towers RR (Reference Remote) voor fl. 11160,- van eigenaar verwisselt. Voorversterker In Control laat fl. 12175,- op de kassa aanslaan terwijl de In Power monoblokken fl. 13170,- op moeten brengen. De In The Groove phono voorversterker, de In Transfer DAC en de drieweg luidspreker E. Motion Grand zijn in Nederland nog niet leverbaar.

De Twin Towers was de eerste versterker van het bedrijf en niet alleen in het uiterlijk maar ook in de interne opbouw is het bedrijfsmotto “ The unorthodox approach” goed te herkennen. Het gaat hier namelijk niet om zo maar een hybride versterker maar om een versterker van het inmiddels gepatenteerde INPOL type. INPOL staat voor Inseguitore a Pompa Lineare ofwel linear pump tracker. Het INPOL circuit is single-ended, geen push-pull. Omdat slechts een klein deel van de zeer grote voltageswings, waartoe de twee buizen van de voorversterker in staat zijn, ook daadwerkelijk gebruikt wordt blijft volgens de ontwerper de vervorming laag. Zowel buizen voor- als solid state eindversterker zijn non feedback ontwerpen en beiden werken in pure klasse A. De eindversterker gebruikt drie MOSFET NPN (negatief-positief-negatief) transistors per kanaal. Deze zouden volgens Borinato beter klinken dan PNP (goed geraden) transistors. De buizen input stage van elk kanaal voedt een transistor die op zijn beurt een grote inductor controleert. Beide inductors werken als stroom generatoren en verdubbelen de voltage swing hetgeen de efficiëntie van de output transistors verdubbelt waardoor ze niet, zoals de meeste pure klasse A versterkers, 25 % maar 50 % efficiënt zijn. Het vermogen van twee maal 35 Watt per kanaal bij 8 ohm is ongeveer het maximum wat bereikt kan worden zonder dat er nog grotere, en dus ook zwaardere, koellichamen gebruikt zouden moeten worden. En de versterker is zwaar; 40 kilo. De houten kist waarin hij afgeleverd wordt voegt daar nog eens 10 kilo aan toe. Het frame is, in verband met afscherming, van dik aluminium gemaakt. Kwaliteit van de gebruikte onderdelen is hoog. Zo wordt er voor de interne bekabeling gebruik gemaakt van door koper afgeschermd zilver. Nog wat opgegeven, niet door mij gecontroleerde, waardes; de input impedantie is 100 K ohms, frequentie respons 13Hz-78Khz +/- 0.5 dB, S/N ratio: 90 dB, harmonische vervorming minder dan 0.5 % tot maximaal vermogen voor clipping, stroomverbruik in rust: 240 Watt. En hij wordt warm; vooral in rust.

De hier geteste RR versie beschikt daarnaast over een bijzonder geavanceerde en verfijnde volume potmeter die door middel van een optisch instrument in stappen van 1 dB een batterij van, vacuüm verpakte en met thorium contacten uitgeruste, reed relais aanstuurt die op hun beurt weer een netwerk van 1% metaal layer precisie weerstanden aansturen. Het volume kan ingesteld worden door aan de knop te draaien of door gebruik te maken van de afstandsbediening.

Opstellen en aansluiten

De Twin Towers is te breed om in mijn audiomeubel te passen. Hij krijgt dan ook een tijdelijke plaats bovenop het meubel. Als digitaal frontend dienen mijn Rotel CD Drive en DAC combinatie, onderling verbonden door de Audioprism digitale kabel en op de Pathos aangesloten met de Siltech G3 SQ80, incidenteel afgewisseld met de zilveren Orpheus kabel. Als analoog frontend wordt de Clearaudio Champion met Sixstream interconnect en Aurum Alpha mk II element ingezet, naar de Pathos geleid via tussenkomst van de Clearaudio Basic phono voorversterker en naar de Pathos het Straight Wire Encore of het Orpheus interconnect. De normaal gesproken bi-amped aangestuurde Sonus Faber Concerto’s worden nu middels de Straight Wire Encore single wired via de tweeteraansluitingen gevoed waarbij tweeter- en wooferaansluitingen onderling verbonden worden door de standaard bij de luidsprekers geleverde verbindingsstukjes.

Pathos Twin Towers

Luisteren

Zowel de importeur als de fabrikant geven op hun site aan hoe er naar INPOL geluisterd dient te worden. Volgens hen is het van belang dat je jezelf bevrijd van vooroordelen met betrekking tot de verschillen tussen het specifieke buizen- en het specifieke transistorgeluid. Zij raden de luisteraar dan ook aan om zich slechts te concentreren op de muziek. Inderdaad is het zo dat ik, vanwege de buizen in de voorversterker, verwacht te zullen worden geconfronteerd met een warm beeld. Daardoor ben ik aanvankelijk geneigd het geluid te benoemen als wat aan de koele kant. Het geluid is echter verre van koel; het is eerder neutraal, transparant, open, ruimtelijk luchtig en dynamisch. De bas is krachtig en strak.

Dit wordt bij voorbeeld duidelijk als ik de cd’s draai die ik uitgekozen heb op het thema dat bij het ontwerpen van deze versterker centraal heeft gestaan; eenvoud. Een cd die eveneens eenvoud ademt is die van Ben Harper. In het nummer “Welcome to the cruel world” begeleidt hij zichzelf op een Weissenborn. Zijn stem en zijn gitaar staan indringend centraal. Begeleidende drums en bas blijven op de achtergrond. De stem komt mooi los van de Concerto’s en wordt door de Pathos in al zijn nuances weergegeven. Zijn instrument klinkt zeer natuurlijk en heeft het unieke geluid van een Weissenborn. De vingers die over de snaren glijden en er aan plukken; prachtig. In de jazz hoek is een pure cd die van Gary Peacock en Ralph Towner. Ook bij het derde nummer “Empty Carrousel” is er ruimte en lucht rond de acoustische bas van Gary en de klassieke gitaar van Ralph. Iedere noot klinkt dynamisch en vol door. En de bas: strak, en is dit twee maal 35 watt? Die druk? Single wired aangesloten? Chapeau! Ook de eerste cantate “Ad Pedes”van de uit zeven cantates bestaande cyclus “Membra Jesu Nostri” (BuxWV 75)van Dietrich Buxtehude ademt die transparantie. De stemmen van het Monteverdi Choir worden prachtig weergegeven.

Maar niet alleen muziek met een welhaast verstilde eenvoud klinkt fraai op de Twin Towers. Na meerdere cd’s gedraaid te hebben kom ik er achter dat met name snaarinstrumenten heerlijk klinken op deze Italiaan. Muddy Waters op zijn uit 1963 daterende cd bijvoorbeeld. Een heerlijke akoestische sessie met twee gitaren en een bas in een mooi door de versterker aangegeven ruimte. Op ”Good morning little school girl” klinkt de bas vol door. Opnieuw mijn verbazing over de druk. Dit swingt! Mark Knopfler bespeelt zijn akoestische gitaar in het nummer “The long road” en het klinkt zo ruimtelijk en natuurlijk. Zo prachtig doortekend en ver doorlopend. En wat te denken van Patricia Barber. In “You & The Night & The Music” zet de Pathos een piano neer die prachtig resoneert en als een blok verankerd in het beeld staat. De sensuele stem van La Barber komt daar heerlijk omfloerst overheen. Een groot ruimtelijk beeld; transparantie, transparantie! Het laatste nummer “Let it rain”laat het voltallig Choral Thunder Vocal Choir op een brede stage horen. Niet als 1, maar als een verzameling onderling onderscheiden, mooi genuanceerd doorklinkende stemmen. En wederom; wat een druk! Op klassiek terrein is het cello concert van Dvorak een van mijn favorieten. Ik bezit het op een oudere cd en een nog oudere lp. Op de cd wordt de cello bespeeld door Frans Helmerson en de cello bromt en snort in het tweede deel: Adagio ma non troppo. Ruimtelijk, met veel lucht weergegeven ontroert deze versie mij zeer. Tot ik de lp versie opzet waarin de violoncello door mijn absolute favoriet Mstislav Rostropovitsch bespeeld wordt. Dit is echt kippenvel. Uniek “lifelike”zoals de aanraking van de boog op de snaren klinkt. In het derde deel; de finale: Allegro moderato, staat er echt een symfonie orkest in mijn kamer.

Dit maakt dat ik naar meer analoog verlang. Dan denk ik uiteraard weer aan vrouwenstemmen, mea culpa, mea maxima culpa, en wel die van Elly Ameling, een prachtige sopraan van vaderlandse bodem. In “Der Hirt auf dem Felsen” bewijst zij een geweldige Schubert vertolkster te zijn. De door Jörg Demus bespeelde in 1835 door Rausch in Wenen vervaardigde Hammerflügel staat prachtig in de ruimte bij het begeleiden van La Ameling. Ook de klarinet van Hans Deinzer klinkt mooi doortekend. En de stem van de “ leading lady” Ameling wordt mooi geplaatst en in al haar heldere genuanceerdheid weergegeven via de Pathos. De Italianen Sonus Faber en Pathos vormen een prachtige synergie in combinatie met het Duitse Clearaudio. Het doet mij terugverlangen naar het delicate geluid van het Clearaudio Sigma mc element.

Eindig ik met het formaat dat toch door de meeste lezers gebruikt wordt; de cd. De ambiance komt prachtig over via de Twin Towers bij live opnames van Miles Davis en Keith Jarrett. Het nummer “All Blues” op cd nummer 7 bijvoorbeeld wordt sneller gespeeld dan in de meer bekende versie op “Kind of Blue” maar heeft een directheid die de studio opname mist. Het is 1965 en ik zit aan een tafeltje in The Plugged Nickel. Evenzo met Keith. Op de tweede cd geeft het nummer “Everything happens to me”mij datzelfde gevoel van erbij te zijn in de Blue Note club in New York. De bas klinkt stevig, strak en vol en heeft controle en snelheid. Ik kan alleen nog maar meebewegen op de muziek; heerlijk!

Pathos Twin Towers

Conclusie

Aan het begin van deze recensie stel ik dat je als man op een bepaald moment nog slechts kunt kijken, luisteren en hopen. Kijken en met name luisteren heb ik in de afgelopen periode zeer uitgebreid gedaan en wat betreft de hoop; mijn vrouw heeft nog steeds die verliefde blik in haar ogen. Toch is er iets veranderd; ik heb er nu namelijk begrip voor. Dit is een heerlijke versterker. Met name de transparantie heeft veel indruk op mij gemaakt. De buizen in de voorversterker geven hem net dat tikkeltje extra, zonder dat hij als warm omschreven kan worden. Integendeel; hij is zeer neutraal. De transistors in de eindversterker zorgen voor de “body”van het geluid met een strakke doorlopende bas. Geen enkel moment heb ik de druk en de dynamiek van de beide Densens gemist. Met recht “The best of both worlds”. Alles gaat met een gemak waar ik versteld van sta. Deze versterker verdient echt een mooie draaitafel als frontend, met name dan klinkt hij hemels, al komen ook met zorg opgenomen cd’s prachtig tot hun recht.En dan heb ik het nog niet eens over het uiterlijk. Een versterker als deze is het perfecte middel tegen de opwaardeer drang waar zoveel audiofielen periodiek last van hebben. Ik zou er graag voor een periode van jaren mee willen worden gestraft.

Gebruikte apparatuur

Rotel CD transport RDD 980
Rotel DAC RDP 980
Pathos Twin Towers RR geïntegreerde versterker serienummer 990366
Clearaudio Champion draaitafel met Clearaudio Sixstream interconnect
Clearaudio Basic phono voor versterker in mm stand
Clearaudio Aurum Alpha mk II mm element
Sonus Faber Concerto speakers
Sonus Faber fixed stands
Interlinks: Siltech SQ80 G3, Orpheus, Straightwire Encore
Digitale interlink: Audioprism
Speakerkabel: Straightwire Encore
Accessoires: USM Haller audiorack, Standesign muurbeugel, Harmonix tuning feet, rubber dempers, Audioprism Blacklight, Purist audio design system enhancer, Artspeak De Mat, Ortho Spectrum AV Harmonizer HM8, ferriet clamps, granieten platen, Gryphon Exorcist, AH! AC noise killer, Audio Agile Clear 2 lichtnetfilters, Schaffner filter, rubber netkabels, van Medevoort polechecker, aparte audiostroomgroep

Gebruikte cd’s

Ben Harper. Welcome to the cruel world. 1993. EMI Virgin. 7243 8 39320 2 3
Gary Peacock & Ralph Towner. Oracle. 1994. ECM Records. 521 350-2
Patricia Barber. Modern Cool. 1998. Premonition Records. Prem-741-2
Buxtehude. Passionsmusik. 1990. Deutsche Grammophon. 427 660-2
Muddy Waters. Folk Singer. 1964. MFSL. UDCD 593. 24 kt gold.
Antonin Dvorak. Cello Concerto b minor Op. 104. Frans Helmerson / The Gothenburg Symphony Orchestra / Neeme Jarvi. 1984. BIS. CD-245.
Miles Davis. The complete at the plugged nickel 1965. 1995. Sony CXK 66955 (7cd’s)
Keith Jarrett. At the Blue Note. 1995. ECM. ECM 1575 (6cd’s)

Gebruikte lp’s

Dvorak. Cellokonzert H-Moll ( in B minor ) Mstislav Rostropovitsch, Violoncello. Berliner Philharmoniker. Herbert von Karajan. Deutsche Grammophon. 139044.
Franz Schubert. Schubertiade. Elly Ameling. Harmonia Mundi. 1965. HMS 30696.