Electrocompaniet EC 4.7 en AW120DMB


René van Es | 12 maart 2002 | Electrocompaniet

De Noorse audio troef

Kent u die kalenders waarop de Noorse fjorden staan afgebeeld? Dat schitterde landschap dat zich uitstrekt naast een rimpelloze uitloper van de oceaan. De hoge dennenbomen die lijken te reiken tot de bovenkant van de fjord. Daar moest ik aan denken toen ik de Electrocompaniet set begon te beluisteren. De natuurlijkheid, de reinheid en de ongereptheid van de natuur lijken terug te keren in de herschepping van de muziekopname. Een vleugje mystiek uit oude sagen over trollen straalt af van het diepzwarte uiterlijk, opgesierd met dikke perspex fronten. Bovendien herkenbaar is de donkerte in de bossen die nauwelijks licht door willen laten en de keiharde ondergrond gedempt door een laag mos. Telkens ervaar je de hand van de Noorse goden in het geluid en word je bevangen door de drang te blijven luisteren. De kennismaking met Electrocompaniet is meer dan muziek luisteren alleen. Een hulde aan Grieg die vast en zeker de Peer Gynt suite componeerde in de hoop dat deze versterkers het ooit zouden weergeven.

Beschrijving

De set van Electrocompaniet is bepaald indrukwekkend te noemen. Bezoekers bezweken massaal voor het gelikte uiterlijk en zelfs dames begonnen verliefd te kijken. Dat laatste is bepaald niet gebruikelijk. Misschien komt het door de blauwe led’s of door het logo dat nog het meeste weg heeft van het Euro teken. Slechts het tweede horizontale streepje ontbreekt. De voorversterker is nog ietsje groter dan de eindbak. Met zijn royale afmeting van 483 x 410 x 115 valt het apparaat behoorlijk op. Het gewicht is een kilo of 8 en dat roept de verdenking op van een flinke trafo en een degelijke opbouw. De eindversterker meet 483 x 385 x 135 mm en tikt op de wegschaal de 20 kg net niet aan. Het uiterlijk is sober, de bedieningselementen minimaal. De eindtrap laat slechts een aan/uit schakelaar zien. De voortrap heeft een navigatie systeem waarmee de bron kan worden gekozen en het volume geregeld. Gekozen is voor een motorgestuurde ALPS en niet voor een digitale volumeregeling. Overigens zijn beide apparaten geheel discreet opgebouwd. IC’s hebben ze in Noorwegen niet gebruikt. Wie de kasten opent ziet een zeer verzorgde printplaat in de voorversterker. Met behulp van relais realiseer je de bronkeuze. De trafo ziet eruit of hij meer op zijn plaats zou zijn in een kleine receiver dan in een voortrap. De voeding wordt met in totaal 24.000 uF afgevlakt en gebufferd. Er zijn 24 kleine elco’s toegepast in plaats van een of twee grote.

De eindversterker heeft t.o.v. het geboden vermogen van 2 x 120 watt aan 8 Ohm, oplopend tot 2 x 350 watt aan 2 Ohm, relatief kleine koelplaten. De kast wordt tijdens normaal gebruik licht warm, hetgeen een gedeeltelijke klasse A instelling verraad. Twee 650 VA trafo’s zorgen voor de voeding die weer uit vele elco’s is samengesteld en per kanaal de 60.000 uF overstijgt. Op de achterzijde treffen we alleen XLR ingangen aan en een doorkoppelmogelijkheid via XLR voor een tweede eindversterker. Luidspreker aansluitingen via grote connectors die spades, banaan stekers en blank draad accepteren. Daarbij, en dat is ongebruikelijk, een Speakon aansluiting per kanaal. De voorversterker kent ingangen voor cd (via XLR), tuner, tape, dvd, vcr en aux. De versterkingsfactor is instelbaar middels een kleine schakelaar en dat draagt ertoe bij dat de volume regeling prettig en over een groot bereik werkt. Je kunt of via cinch of gebalanceerd (XLR) naar een eindtrap. Electrocompaniet beveelt altijd de XLR aansluiting aan. Ook voor de cd speler. Een enkele uitgang voor record is voorzien. In het “navigatie window” zie je met blauw oplichtende letters welke bron is gekozen. Luisteren naar bron A en opnemen van bron B is niet mogelijk. Een afstandsbediening is standaard en heeft als extra een mute funktie. Wat mij tegen valt van een zo doordacht ontwerp is slechts aan de buitenkant te vinden. Waarom heeft EC niet gekozen voor een steeds even groot lettertype voor logo en andere aanduidingen, waarom niet gekozen voor een enkele maat knopjes, waarom niet gekozen voor een even dikke perspex frontplaat en gelijke afmetingen in breedte en diepte achter de façade, het is mij een raadsel. Het zou nou net dat stukje afgewerkter staan in het audiorek als het allemaal beter op elkaar was afgestemd. Toegegeven niet zo heel spannend, maar het oog wil ook wat.

Electrocompaniet EC 4.7 en AW120DMB

De techniek en filosofie van Electrocompaniet

In de periode dat ik mijn zaterdagen vulde met werken voor Albersen Audio in Den Haag en HVT nog gewoon Stereotest heette, liep ik een zekere Jan Smit tegen het lijf. Jan, bezeten van luidsprekers bouwen, Dynaco buizenversterkers en zijn aantrekkelijke vriendin, kwam aanzetten met een naar ik mij herinner onooglijke versterker die luisterde naar de naam Electrocompaniet. Volgens Jan een wonder en de beste versterker die hij ooit hoorde. Nu was naar mijn idee Jan al wat langer de weg kwijt, dus ik nam het toen met een korrel zout en leefde vrolijk verder. Stereotest begon echter artikelen te publiceren die een nieuw soort vervorming betroffen dat was aangetoond door de Finse professor Matti Otala in 1973 en die hij TIM of Transient Intermodulation Distortion had gedoopt. Een vervorming die veel meer het karakter bepaalde van een versterker dan de toen immer aangehaalde intermodulatie en harmonische vervorming. Het gaat te ver om TIM te bespreken, genoeg er is er te vinden op internet. Een early adapter van de theorie van Otala is Per Abrahamsen, die in die tijd al een bedrijf runde in Noorwegen dat luisterde naar de naam Electrocompaniet of te wel De Elektro Maatschappij. Samen met een paar ontwikkelaars en vrienden bouwden ze Otala versterkers en brachten die in kleine oplagen aan de man. De omslag kwam in 1977 toen The Audio Critic in Amerika de Electrocompaniet versterker uitriep tot het beste produkt dat ze ooit hadden gehoord. Vanaf die dag produceerden Per en zijn vrienden dag en nacht versterkers. Tot onvrede van zijn vrouw die alleen de twee kinderen in het gezin Abrahamsen mocht opvoeden. In de loop der jaren heeft Per samen met anderen (waaronder vele Abrahamsen als je de website bekijkt) de Electrocompaniet versterkers aangepast aan de huidige maatstaven. Steeds betere componenten kwamen beschikbaar en nieuwe inzichten verhoogden de geluidskwaliteit. Daaronder de FTT (Floating Transformer Technique) en Dual Mono opbouw met toepassing van klasse A schakelingen. De oergedachte van Otala spookt toch nog immer door de fabriek van Electrocompaniet. Per, zelf een niet onverdienstelijke gitaar speler, houdt vast aan zijn filosofie die hem in de loop der jaren geen windeieren heeft gelegd. Terecht zijn de produkten reeds vele malen in de pers geweest, helaas nauwelijks in Nederland. Het produkt scala is maar beperkt. Een enkele voorversterker, een viertal eindversterkers, twee geïntegreerde types, een cd speler en een phono trap vormen de hoofdmoot van de huidige produktie. Stuk voor stuk apparaten van hoge kwaliteit die je zelden op de tweedehandsmarkt tegenkomt. Wie verslingert raakt aan de “TIM vrije sound” lijkt voor het leven getekend te zijn. Muziek staat voorop, techniek is slechts een hulpmiddel.

Inpassen

De EC 4.7 en de AW120DMB inpassen in de eigen installatie is een fluitje van een cent als je het gewicht van de eindversterker even niet meetelt. Aan de bron kant mijn Teac/Monarchy Audio combinatie, de Musical Fidelity tuner en de platenspeler met alle toeters en bellen. Aan de achterkant JMLab Electra 926 speakers en de SW900 subwoofer van dezelfde fabrikant. In eerste instantie heb ik de EC 4.7 aangesloten op de d/a converter met Van den Hul The First Ultimate kabels en tussen de voor- en eindtrap een Puresonic 8010A gebalanceerde kabel. In een iets later stadium is de VdH vervangen door de Puresonic kabels, mogelijk door de XLR output op de M22B dac. Tussen voor en eind nu een door de importeur meegeleverde Transparent Balanced Music Link Super. Vanaf de dac tot de speaker werk ik nu volledig gebalanceerd, overeenkomstig de gedachte achter de versterkers. Her en der is nog wat gerommeld met kabels aan de phono amp en is er nog een set Dynaudio Audience 122 de revue gepasseerd. Het gros van het luisteren heeft met de normale opstelling plaatsgevonden. Tegen het einde van de testperiode heb ik de diverse versterker componenten gewisseld met de eigen voor-eind combinatie. Daarover later meer. Het geheel staat op een paar audiomeubels van Standesign. Speaker kabel de vertrouwde Ocos in bi-wire en de sub wordt actief aangestuurd vanuit de EC 4.7.

Electrocompaniet EC 4.7 en AW120DMB

Genieten

Rob Wilms van DÉ HIFIWINKEL in Beek-Ubbergen was zo vriendelijk zelf de set te bezorgen en nadat hij eerst luisterde naar hetgeen er stond te spelen, sloten we de Electrocompaniet’s aan. Opwarmen van de versterker en zeker van de voorversterker kon bepaald geen kwaad. Toen het tegen 12 uur ’s-nachts ging lopen en ik alleen achterbleef in de huiskamer, bekoorden de zachte tonen van Diana Krall mij op zo’n indringende wijze, dat het uiteindelijk moeite kostte om naar bed te gaan. Geen slecht begin. De volgende dagen werden besteed aan het optimaal aansluiten en integreren binnen de luisterruimte. Het geluid bleef namelijk “hangen” in de speakers en wilde niet echt loskomen. In de eerste plaats heb ik de interlinks van Puresonic vervangen door de Transparent kabels en dat leverde een grote winst op. Nu kwam het geluid wel los en nam het aantal hoorbare details toe. Ten tweede heb ik de VdH tussen dac en voorversterker vervangen door XLR kabels en die stap maakte het effect van de Transparent dubbel zo groot. Het beeld groeide in de diepte, tonen stierven veel langzamer uit en er kwam meer zwart. In mijn aantekeningen lees ik verder terug zaken als meer druk in het laag, indringender en pakkender geluid, slagwerk veel fraaier en de flauwe afloop van het hoog is minder aanwezig. Een piano stuk van Patricia Barber doet het instrument eer aan. Een vleugel die vleugels krijgt. Omdat ik toch met cd’s aan de gang ben ga ik door met het Combattimento Consort Amsterdam van de HVT SACD. Afgespeeld op een cd speler, niet op SACD. De muziek is ongekend mooi. En de EC set laat er veel van horen. Zo veel zelfs dat ik op nummer 22 een raar soort rumble ontwaar, dat ik wijt aan podium gestommel of microfoon bewegingen. De pakkende muziek wordt mooi los en nergens mechanisch neergezet. Een natuurlijke klank heeft de overhand en het geheel is zeer sfeervol.

Als liefhebber van vele soorten muziek komen ook de Nits aan de beurt. Op Wool staat Strawberry Girl vol van synthesizer geluidjes, percussie en stem. Opvallend nu dat de EC het geluid donker kleurt. Weer denk ik aan de naaldbossen en zou willen dat de trollen er wat lichtjes in hadden gehangen. Ik verlang naar wat meer sprankel en lichtvoetigheid. Jammer dat zoveel cd’s een overmaat aan laag bevatten en dat een van de krachtige zaken van EC nu juist datzelfde laag is. Ook de stem kleurt bruiner dan ik gewend ben. Niet lelijk, maar anders. Hetzelfde geldt voor Hugh Masekela, ook hier een kleine stap terug in dynamiek, wel losjes en gemakkelijk, maar niet echt spetterend. Een ontbreken aan vervorming schiet mij toch regelmatig in gedachten. Weet u nog, dat kleine transistorradiootje dat zo’n lawaai produceert. Dank u, dat lawaai is irritante vervorming. Zou het hier het gebrek aan vervorming zijn dat de muziek zo door de luisterruimte vloeit? Kari Bremnes maar eens, Noors op Noors, en dat gaat als Gods woord in een ouderling. Strak, droog, te veel laag zoals altijd bij deze dame, maar mooie stem en stemming. Een kleine speaker zou zeker baat hebben bij de druk die een EC kan neerzetten. Mijn vijf woofers zien wat teveel op zich afkomen. Het blijft niet bij digitale bron en de platenspeler mag zijn kunstjes vertonen. Enig veranderen van de naaldkracht en de hoogte van de arm maakt het geluid wat minder nadrukkelijk in het laag. Dat is een voordeel. Een ergens op de kop getikte lp van Sade op het plateau en de puzzelstukjes vallen vanzelf in elkaar. Hier voelt de EC zich mee thuis. Met een plaat. De ingehouden swing van Sade haalt je van de stoel en boeit met elk nummer.

Misschien ben ik een trut, maar Conny Vandenbos draai ik al jaren. Sjakie Van De Hoek sla ik over, maar nummers als De Noorderzon Scheen en De Dametjes De Boer blijven mooi. Zeker als je zo’n setje versterkers hebt staan dat zo graag zijn beste been voorzet. Dat vraagt om meer en Linda Ronstadt haal ik uit de slaapkamer (daar staan mijn platen). Het duet met Dolly Parton op Simple Dreams doet je niet terugverlangen naar de slaapkamer om te gaan slapen, maar om meer vinyl te halen. Opnames uit midden jaren ’70 maar net zo actueel als Hart Van Nederland elke avond. Ik stel me even voor dat het een duet is van Milika Peterson en Cilly Dartell. Combineer ik toch mooi beeld en geluid zonder dat er een dvd speler aan te pas hoeft te komen. Terug naar het serieuze, JC Bach uitgevoerd door The Academy Of Ancient Music eveneens uit 1977 en uitgebracht op L’Oiseau-Lyre. Spelend op authentieke instrumenten geeft het orkest onder leiding van Christopher Hogwood blijk van haar enorme vakmanschap. Meer van deze schitterende platen sieren mijn verzameling en komen tijdens de diverse luistersessies de kast uit. Telkens vallen mij een aantal dingen op. Ten eerste is de EC combinatie zeer wel in staat om een elektrisch signaal om te zetten in pure muziek. En dat op een meeslepende wijze die boeit en tot luisteren uitnodigt. Ten tweede dat iets meer leven in de brouwerij voor mij mag, desnoods ten koste van wat muzikaliteit. En als derde eigenschap dat het allemaal zo correct klinkt. Correct in de zin van natuurlijk, zoals het hoort, makkelijk en vloeiend. Die laatste indruk is er steeds geweest vanaf het moment dat de voorversterker een uurtje had staan warmen en wordt steeds meer benadrukt. Een compliment aan de bouwer is op zijn plaats als je zo’n versterker weet te maken uit plakjes silicium, koper en koolstoffen.

Mix en match

Wat ik weinig tegenkom in andere recensies in binnen- en buitenlandse bladen is het mixen en matchen van voor- en eindversterkers. Toch een interessant onderwerp want de mogelijkheid bestaat tenslotte. Ik ben uitgegaan van 4 muziekstukken om eens lekker de onderlinge verschillen vast te kunnen stellen. Oscar Peterson/We Get Requests – You Look Good To Me als enige op vinyl, Paolo Conti/Concerti – Hemmingway, Holly Cole/Romantically Helpless – One Trick Pony en tenslotte The Nits/Wool – The Wind, The Rain. Een redelijke uiteen liggende keuze van nummers die ik allemaal erg goed ken. Ter verduidelijking, deze opzet om variabelen te beluisteren is niet gelijk aan het luisteren naar muziek zoals hierboven omschreven.

Set 1: EC 4.7 met AW120DMB: Op de Peterson opname rustig ruisende bekkens. Het “zingen” en fluiten van de bassist is redelijk goed hoorbaar. De bas gaat diep. De vleugel van Conti staat zeer groot in de kamer. Met in het achterhoofd dat een vleugel in mijn kamer ook omvangrijk zou zijn, kan dit wel eens de juiste afbeelding zijn. Hoge mate van vleugelechtheid. Holly Cole laat weinig diepte zien, het hangt allemaal wat tegen de speakers aan. Tenslotte de Nits, het mist wat “leven” en het gaat allemaal wat vlak. De stemmen zijn niet overmatig duidelijk van elkaar te onderscheiden.

Set 2: Hierin wordt de eindversterker vervangen door mijn eigen Monarchy Audio SM-70’s. Het geluidsbeeld wordt nu wat frisser en levendiger. Droger ook en tonen sterver eerder uit. De vleugel wordt een stuk kleiner en gaat de grote klankrijkdom missen. Individuele instrumenten zijn wel beter te volgen. Diepte in het geluidsbeeld neemt toe, speakers zijn minder hoorbaar en het geheel wordt spannender. Verrassender ook als er kleine instrumenten in het spel zijn.

Set 3: Nu vervangen we de EC 4.7 door een Clearaudio Balance en zetten we de AW120DMB weer op zijn plek. Het donkere laag van de EC keert terug in het beeld. Duidelijk is hoorbaar dat de AW120DMB veel meer kracht heeft dan de MA als het orkest inzet bij Conti. De Clearaudio zelf frist het geheel op en maakt de muziek sprankelender, meer diepte is waarneembaar. Het geluid staat ook meer voor de speakers dan ertussen in. Her en der is het laag wat te overweldigend en geeft teveel druk.

Set 4: Clearaudio met Monarchy. Mijn eigen set laat een ander geluid horen. Frisser, meer detail, minder kracht in het laag, de vleugel nog steeds te klein t.o.v. de EC set en meer mechanisch van aard. Wel winst in dynamiek en spanning, kleine geluidjes zijn goed hoorbaar, zoals het mompelen van de bassist tijdens de muziek van Peterson.

Vier muziekstukken wegen niet op tegen twee weken intensief luisteren. Laten wel de indruk achter dat men niet altijd op een enkele fabrikant hoeft te mikken. De combinatie van EC en Monarchy vind ik minder geslaagd. Het beeld wordt te schraal. Te klein en te weinig winst in informatie om het verlies in impact waar te maken. De combinatie Clearaudio en EC is de moeite waard en ik vermoed dat wie een totale EC set te donker vindt kleuren en detail mist, hier kan winnen. Blijft over de indruk als je alleen EC componenten toepast. In dat geval versterken de positieve eigenschappen elkaar, zonder dat hetzelfde geschiedt in negatieve zin. Heel harmonieus is het samengaan van voor- en eindversterker en er wordt in hoge mate muziek neergezet. Duidelijk binnen een enkele filosofie ontworpen met een herkenbare sound. Misschien in een later aankoop stadium toch als klant streven naar een eenheid van EC. Wel erg leuk om zo eens aan de slag te gaan met meerdere combi’s. Al was het misschien voorspelbaar dat “best of both worlds” of mijn eigen set is of de volledige EC set. Een duidelijke voorkeur heb ik niet, met beide zou ik jaren kunnen leven. Met een knipoog naar Clearaudio.

Electrocompaniet EC 4.7 en AW120DMB

Retour Durob

In totaal gaat bijna 30 kg audioapparatuur retour Durob via DÉ HIFIWINKEL in Beek-Ubbergen waar Rob wacht op mijn opinie. Ik hoef hem en eigenaar Herman van den Dungen niet teleur te stellen. Electrocompaniet is een zeer waardige partner voor mijn cd speler, platenspeler en luidsprekers. Met genoegen bleef ik veel langer luisteren naar muziek dan van andere combinaties gezegd kan worden. Dat mag je ook verwachten voor deze prijzen, maar het wordt heus niet altijd waargemaakt. Achter blijft een indruk van muziek in een zeer schone vorm. Schoon in de zin van rein en onvervormd. Natuurlijk en rijk aan klank. Zeker als het gaat om instrumenten met een klankkast en helemaal als je een analoge signaalbron tot je beschikking hebt. Of het nu ligt aan het ontbreken of binnen de perken houden van TIM vervorming, aan de invloed van Noorse goden of aan de inzichten van Per Abrahamsen, het maakt mij weinig uit. Feit is dat de EC 4.7 en de AW120DMB samen een schitterende combinatie vormen in mijn luisterruimte, niet alleen om naar te luisteren, ook om te zien. Jammer dat dit merk zo weinig aandacht krijgt in Nederland met de gunstige prijzen die Durob berekent. De EC 4.7 voorversterker vind ik zelfs een regelrecht high end koopje. Mijn eindopninie is dan ook “een aanrader voor de echte muziekgenieter”. En dan Muziek geschreven met een hoofdletter. De ware Electrocompaniet liefhebbers weten dat vast al heel lang.

Prijzen

Electrocompaniet EC 4.7 voorversterker 1497,- euro
Electrocompaniet AW120DMB eindversterker 2994,- euro
Transparent Balanced Music Link Super 1089,- euro per stereo set van 1 meter

Gebruikte apparatuur

Pro-ject Perspective platenspeler
Highphonic MC-A300 element
Clearaudio Balance voorversterker
Clearaudio Basic phono voorversterker
Monarchy Audio SM-70 klasse A versterkers
Electrocompaniet EC 4.7 voorversterker
Electrocompaniet AW120DMB eindversterker
JMLab SW900 actieve subwoofer
JMLab Electra 926 luidsprekers
Dynaudio Audience 122 luidsprekers
Teac VRDS-T1 cd loopwerk met Trichord Clock 2
Monarchy Audio DIP Mk 2 anti jitter box
Monarchy Audio M22B Dac
Musical Fidelity Elektra E50 tuner met Musical Fidelity X-10D
Sony MDS-JE500 minidisk speler
Interlinks: Linn Analogue, VdH The First Ultimate en The Source HB, Puresonic XLR, Transparent, Siltech LS-kabels: Ocos, Supra 2 x 4 mm2 Classic
Optisch: Audioquest, Deltac
Accessoires: Eigenbouw netfilter, ferriet clamps, Standesign Saturn 5 audio meubels, Target VW1 muurbeugel, rubber netkabels, WBT steker materiaal, Lapp netkabels, separate audiogroep