KE-POWER STATION 75


Jan de Jeu | 26 oktober 2006 | Fotografie Jan de Jeu | Kemp Elektroniks

Regenereren van stroom en muziek

Misschien hangt het samen met mijn leeftijd maar de eerste associatie die ik krijg bij het horen van het woord regenerator is die van een commercial waarin een smeerseltje aangeprezen wordt voor het regenereren en revitaliseren van een verouderende en slapper wordende huid. Fenomenen waar ieder mens vroeger of later in zijn leven mee te maken krijgt, maar waar niet iedereen evenveel hinder van lijkt te ondervinden.


Hinder

De regenerator waar het hier om gaat is er echter één die zich richt op stroom. Stroom die noodzakelijk is om de muziek reproducerende audio installatie te voeden. Op het terrein van het optimaliseren van de stroomvoorziening is Kemp Elektroniks al jaren één van de belangrijkste fabrikanten. Op de website www.kempelektroniks.nl wordt een uitgebreid overzicht gegeven van hun producten waarvan ik er zelf meerdere reeds geruime tijd in gebruik heb. Eerder heb ik beschreven wat het positieve effect is van gescheiden – met audio grade smeltzekeringen uitgeruste - audiogroepen, een separate aardepen, geoptimaliseerde bekabeling en solide wandcontactdozen en stekkerblokken. Het staat voor mij buiten kijf dat al deze elementen in de stroomketen stuk voor stuk bijdragen tot een verbetering van het waargenomen geluid. De oplettende lezer zal in dit rijtje tevergeefs zoeken naar een netfilter, het apparaat dat DC componenten uit het lichtnet filtert en hoogfrequente storing onderdrukt. Dit heeft alles te maken met het feit dat in mijn luisterruimte, ongeacht om welk merk het gaat, tot nu toe ieder netfilter weliswaar een ander, soms weliswaar schoner klinkend, maar tegelijkertijd ook veelal minder open, en als veel sterieler ervaren geluidsbeeld neerzet. Van een dergelijk in mijn oren minder realistisch en minder muzikaal eindresultaat ondervind ik persoonlijk meer hinder dan van eventuele van het net komende vervuiling die tot in mijn state-of-the-art stroomketen door heeft weten te dringen.


Power Station 75

Het is dan ook met enige scepsis dat ik op een gegeven moment deze power regenerator in mijn set toelaat. Voor mijn gevoel kan iedere verandering die in mijn uitgewogen stroomvoorzieningsysteem aangebracht wordt alleen nog maar zorgen voor een verslechtering van de situatie en de enige reden waarom ik desondanks de deur openzet is het feit dat ik de beschikking krijg over twee exemplaren die ik over een periode van minimaal zes maanden uit kan proberen op alle mogelijke apparatuur. Daarnaast gaat het hier natuurlijk niet om een gewoon netfilter. Het grote verschil is dat de Power Station 75 van de binnenkomende eventueel vervuilde wisselstroom met aangetaste golfvorm eerst een gelijkspanning maakt en met behulp van deze gelijkspanning een geheel nieuwe spanning creeert. Het gevolg is een pure, zuivere sinus die in theorie optimaal geschikt is om een component te voeden. Het getal 75 in de typenaam verwijst naar het aantal Watts uitgangsvermogen van de Power Station. Dit vermogen is bewust gekozen. Kemp stelt dat met name bronnen de meeste hinder ondervinden van vervuilde stroom en dan is deze waarde, er van uitgaand dat iedere regenerator slechts één component voedt, ruimschoots voldoende. Door iedere bron zijn eigen Power Station te geven wordt tevens vermeden dat deze apparaten elkaar onderling via het gezamenlijk gebruik van één regenerator alsnog zouden beïnvloeden. Gedurende de testperiode worden er in mijn hoofdset twee exemplaren ingezet; één voor de phono versterker en één ten behoeve van de (sa)cd-speler. 

De regenerator levert gebalanceerde spanning, hetgeen inhoudt dat op beide polen spanning staat. Beiden leveren 115 Volt, tezamen te allen tijde resulterend in een stabiele waarde van 230 Volt, ongeacht wisselingen die in het net optreden. Er is bewust afgezien van het inzetten van een uitgangstransformator omdat deze de uitgangsspanning gaat vervormen op het moment dat het punt van maximale belasting genaderd wordt. Daarentegen is er wel een DC-offset corrector ingebouwd die er voor zorgt dat de uitgangsspanning op 0 volt blijft. Hiermee wordt voorkomen dat de transformator van de bron een brom genereert (tenzij deze van zichzelf natuurlijk al een brom heeft). Dat dit een effect heeft op de aangesloten phonotrap en cd-speler blijkt al direct wanneer er een hand op de behuizing gelegd wordt. De apparaten zijn namelijk minder warm dan zonder tussenkomst van de regenerator het geval is.

Het hernieuwd opbouwen van de stroom geschiedt in een vier kilo wegend zwart metalen kastje met witte belettering van bescheiden afmetingen; 125 x 135 x 230 mm. Aan de achterkant zitten de te verwachten aansluitingen voor de powercords. De voorkant laat zien dat er meer gebeurt dan regenereren. Twee draaiknoppen bieden de gelegenheid om zowel de frequentie als de Crest factor te regelen. Door het verhogen van de frequentie gaan de voeding en de transformator van het aangesloten component efficienter werken hetgeen zich zou moeten vertalen in een verdere verfijning in het geluid. De Crest factor voegt de derde harmonische toe waardoor het geluid als krachtiger ervaren zou worden. Op de maximale stand krijgt de phono versterker of cd-speler 13 % meer energie aangeleverd. Door middel van de bypass knop kan de elektronica van het Power Station uitgeschakeld worden wanneer er niet geluisterd wordt. Indien het apparaat ingeschakeld staat gloeit er een blauwe led. Deze kan een rode kleur aannemen wanneer de regenerator overbelast wordt. 

De test

Voor de test worden meerdere bronnen op de twee Power Stations aangesloten. Allereerst is dat mijn eigen Clearaudio Champion Ltd draaitafel, uitgerust met VPI JMW 9 arm en Clearaudio Discovery MC element, middels een Clearaudio Sixstream kabel verbonden met de Sphinx Phono Equaliser of de Audion phono voorversterking. Daarnaast, eveneens als vaste bewoners, zijn er de (sa)cd-spelers Marantz SA8400, Bluenote Stibbert Tube mk II en de combinatie van CEC TL5100 loopwerk met North Star Design model 3 & 4 DD & DA converters. Tenslotte is ook de Audia Flight CD Two in de testperiode enige tijd te gast. Hoewel er geluisterd wordt naar meerdere versterkers en meerdere luidsprekerparen hebben de resultaten uitsluitend betrekking op de sessies waarin de DK Design VS-1 Reference mk III versterker en de MC Systems M3 luidsprekers opgesteld zijn. Interlinks en luidsprekerkabels komen uit de Classic lijn van Siltech en netsnoeren zijn in het begin van de testperiode de Master Couplers van Synergistic Research terwijl deze in een later stadium vervangen zijn door de AH! TriAC’s. De Power Stations worden op het lichtnet aangesloten met het bijgeleverde KE-HI POWER CORD.


Luisteren

Nog steeds is vinyl in mijn luisterruimte de meest ingezette bron. De Clearaudio Syncro voeding die de motor van de platenspeler van stroom voorziet haalt zijn energie uit een ‘gewoon’ stopcontact terwijl de phono voorversterker – afwisselend Sphinx of Audion – zijn eigen aparte audiogroep heeft. De digitale bron(nen) zijn weer op een andere audiogroep aangesloten en ook de DK Design versterker heeft een eigen audiogroep tot zijn beschikking waarmee voor de totale set geldt dat de kans op onderlinge beïnvloeding minimaal is. Kemp heeft in luistersessies vastgesteld dat de optimale frequentie op 90 Hz ligt en dat er 10 % aan derde harmonischen aan de sinus toegevoegd moet worden. Aanvankelijk experimenteer ik wat met beide instellingen maar na verloop van tijd blijk ook ik op deze geadviseerde waarden uit te komen.

Iedere keer wanneer ik de bypass schakelaar omzet en het blauwe licht opgloeit klinkt de muziek aangenamer waarbij met name het nu als vloeiender ervaren karakter opvalt. De eerste keer dat ik dit gewaar word is tijdens het beluisteren van de prachtige Weavers opname die in 1963 gemaakt is tijdens hun optreden in Carnegie Hall en op fraaie wijze vastgelegd is op een prachtige 180 gram zware zwarte schijf. Het nummer ‘Ramblin’ Boy’ kan ik dromen en ik ken iedere ademtocht, zucht, kuch, uiting van emotie en stembuiging die deze song voor mij zo kenmerkend maakt. Op een goede installatie is de ontroering te horen die zich van zanger Pete Seeger meester maakt op het moment dat hij met dalende stem zingt; ‘I lost the only friend I had….’ Wanneer de blauwe led brandt word ik sterker geroerd door zijn vloeiender en indringender, op dat moment door emotie bevangen stem. Het heeft tot gevolg dat er een soort verslavingseffect optreedt; steeds wanneer ik naar een LP wil luisteren reikt mijn hand automatisch eerst naar de knop die het magische blauw op laat lichten. Zes maanden later is dat effect nog even sterk. De schitterende re-issue op 200 gram virgin vinyl van Sonny Rollin’s halverwege de vijftiger jaren in glorieus mono opgenomen ‘Vol. 2’ verliest niets van het directe karakter en het meeslepende enthousiasme wat deze opname zo kenmerkt terwijl de klank tegelijkertijd toch vloeiender is geworden.

In het begin wissel ik regelmatig van cd-speler maar het vele slepen met apparaten en omwisselen van netkabels gaat al snel vervelen en omdat dan al duidelijk is dat het effect van de Power Station 75 bij elk component te horen is zijn het uiteindelijk met name de Bluenote Stibbert Tube mk II en vaker nog de Marantz SA8400 die de laatste maanden als (sa)cd-bron dienen. De werking van de regenerator is bij gebruik in combinatie met deze beide digitale spelers zo mogelijk nog groter dan bij de draaitafel combinatie al het geval is. Wederom staat de eerste maal dat ik het zwarte kastje inzet me nog helder voor de geest. De sacd komt van Pentatone en daarop gevangen staan de elkaar in rap tempo opvolgende fluweelzachte strelingen en snoeiharde uithalen waarmee Julia Fischer de meest prachtige - door J.S. Bach ooit in de vorm van sonatas en partitas aan het papier toevertrouwde - tonen op virtuoze wijze aan haar viool ontlokt. De tedere passages worden door de als toegenomen muzikaliteit ervaren vloeiender klank nog indringender van karakter terwijl de crescendo’s  tegelijkertijd toch niets aan kracht inboeten. Wanneer in een later stadium de Master Coupler netkabels vervangen worden door de TriAC’s en ik de schijf opnieuw draai blijft het vloeiende en boeiende karakter gehandhaafd terwijl de microdetaillering nog toeneemt. Vlak voordat ik achter mijn PC kruip om dit epos aan de harde schijf toe te vertrouwen draai ik, voor de zoveelste maal, ‘Soul On Ice’ van Yello en ook in dit techno nummer klinkt het effect van Kemp’s Power Station 75 door. De muziek wordt aangenamer en vloeiender zonder dat het de voor deze muziekvorm zo kenmerkende aspecten als puntigheid, snelheid, dynamiek en druk nadelig beïnvloedt.

Conclusie

De scepsis van het eerste uur ligt nu ver achter me. Ook de daaropvolgende verbazing is al bijna uit mijn geheugen verdwenen. Inmiddels is er zelfs sprake van gewenning. En nee, ik heb het nu niet over die rimpelvorming in het gelaat want daar heb ik reeds lange tijd vrede mee. Het gaat nog steeds over het vernieuwen van stroom en het effect dat dit heeft op de muziekbeleving. Zelfs in mijn qua stroomvoorziening verregaand geoptimaliseerde referentiesysteem brengt het inschakelen van de KE-POWER STATION 75 iedere keer weer een verandering teweeg waardoor die beleving intensiveert. Zowel LP’s als (sa)cd’s klinken vloeiender, aangenamer, muzikaler en meeslepender zonder dat cruciale kenmerken als detaillering, ruimtebeeld, dynamiek, snelheid of druk nadelig beïnvloed worden. Het enige nadeel is dat ik soms vergeet om het apparaat aan het eind van een luistersessie uit te schakelen waardoor hij nodeloos stroom blijft trekken. Daar kom ik dan pas achter wanneer ik de volgende dag voorafgaand aan het luisteren het blauwe licht weer op wil laten gloeien. Want dat aanzetten vergeet ik nooit. 


Aanvullende informatie:
Fabrikant:  Kemp Elektroniks
Distributeur:  Analogue Audio
Prijs:   1285 euro inclusief netkabel van 1 meter