REVIEWHegel

Review: Hegel V10 MM/MC Phonotrap - Analoge Primeur uit Oslo

SAMENVATTING

De Hegel V10 is echt een heerlijk apparaat met een behoorlijk concurrerend prijskaartje. Een prachtig stille, natuurlijk warm en gedetailleerd klinkende phonotrap, die qua signatuur perfect binnen de Hegel familie past maar ook daarbuiten gretig aftrek zal vinden.

PLUSPUNTEN

  • Stijlvol en compact
  • Doordacht elektronisch design
  • Uitgebreide aanpasbaarheid
  • Zeer goede geluidskwaliteit
  • Presteert boven prijsklasse-niveau
  • Niet alleen interessant voor Hegel-bezitters

MINPUNTEN

  • Geen gebalanceerde inputs
  • Ietwat spartaanse ergonomie van de instellingen

Het Noorse high end hifi-merk Hegel brengt met de V10 na bijna 30 jaar haar eerste phonotrap op de markt. Het is een bijzonder ontwerp waarin slimme oplossingen zijn bedacht om de klankmatige kernwaarden van Hegel óók op het wat minder voorspelbare speelveld van de mechanische analoge muziekweergave te garanderen. Of dat gelukt is? Lees verder!

Hegel V10 phonotrap

Omdat de ‘revival’ van vinyl als geluidsdrager al lang geen hype meer is maar een gegeven, kun je bij de V10 niet spreken van een ‘me too’ product. Waar heeft Hegel’s hoofdontwerper Bent Holter dan op gewacht? Het is bekend dat hij een gedreven voorvechter is van digitale audio, een deelgebied binnen de hifi waarop hij dan ook excelleert. De door hem ontworpen lijn van geïntegreerde versterkers is vanaf het instapmodel voorzien van een uitstekende ingebouwde da-converter, en met de H30 brengt Hegel een losse dac van absolute wereldklasse op de markt. Maar een phonotrap ontbrak, er was zélfs geen ingebouwde. Waar komt de V10 dan opeens vandaan?

Het antwoord is eigenlijk best simpel: ‘by popular demand’. Hegel kreeg van haar klanten, distributeurs, resellers én leden van de hifi-pers steeds vaker en dringender de vraag of het (alsjeblieft) mogelijk was om ook een Hegel phonotrap te ontwerpen. Want ook al zijn er veel goede phonotrappen van andere merken, iemand met een complete Hegel set heeft natuurlijk het allerliefste een…je begrijpt het wel denk ik…

Uiteindelijk liet Holter, die toevallig wat meer tijd had omdat het ‘digitale team’ van Hegel diep in een uitgebreid project zat, zich overhalen. En aangezien hij niet van half werk houdt wierp hij zich met volle aandacht op het ‘analoge’ project. Het idee om verder te werken aan een ooit in de ijskast gezet project van een phonotrap op instapniveau, waar Holter zo’n vijftien jaar geleden ooit aan was begonnen, werd snel verworpen. Het moest geen ‘service-artikel’ worden. Sterker nog, het concept begon gaandeweg steeds serieuzere vormen aan te nemen en uiteindelijk was het duidelijk dat het een phonotrap zou gaan worden die zich qua functionaliteit en kwaliteit met kostbare high-end ontwerpen zou kunnen meten, voor een prijs die nog alleszins ‘bij elkaar te sparen’ zou zijn. Dat werd dus de V10, Hegels eerste en uiterst zelfverzekerde stap op het gebied van vinylweergave.

Hegel V10: ontwerp en techniek

De V10 is gehuisvest in een stevige metalen kast op halve breedte, die echter wel het herkenbare minimale Hegel-design met het licht gewelfde front heeft. Omdat een phonotrap geen grote schakeling is heb je ook geen grote behuizing nodig, en lucht verkopen daar doen ze bij Hegel liever niet aan. De V10 is bovendien voorzien van een externe voeding – waarover zometeen meer – die dus óók niet in de behuizing hoeft. Op het front van de V10 vind je slechts een witte status-led met daaronder de aan/uit/standby-knop. Als er een tijdje geen signaal is binnengekomen zet de V10 zichzelf keurig uit. Deze functie is niet instelbaar, maar heeft voor zover ik heb kunnen vaststellen geen hoorbaar nadelige invloed op de geluidskwaliteit. De essentiële delen van de schakeling blijven op spanning, en de V10 wordt tijdens gebruik sowieso niet meer dan lauwwarm.

Aan de achterzijde bevinden zich behalve de in- en uitgangen ook nog twee muizenklaviertjes, waarmee verschillende instellingen kunnen worden gedaan, en een centrale aarde-aansluiting die voorzien is van een prettig grote en daardoor uitstekend hanteerbare schroef. Eén blik op de achterzijde is eigenlijk voldoende om te zien dat de Hegel V10 volledig symmetrisch van opbouw is. Je kunt bij wijze van spreke een verticale lijn door het midden trekken, waarlangs alle aansluitingen en dipswitches gespiegeld zijn. Er zijn alleen single- ended inputs voor MM en MC – dus geen symmetrische.

Vanwege de beperkte ruimte zou dat sowieso lastig geworden zijn, maar tóch is het een beetje jammer. Met name voor MC elementen kan een symmetrische ingang nog een klankmatig voordeel bieden. Er zijn echter relatief weinig platenspelers voorzien van een gebalanceerde uitgang, dus uiteindelijk snap ik de keuze wel. De ingangstrap van de V10 is een soort serie-input waarbij de uitgang van de MC pre-pre versterker is aangesloten op de MM ingang. Om die reden is het ook niet mogelijk om twee platenspelers (of één speler met twee armen) met verschillende elementen tegelijk aan te sluiten. Zowel de MM als MC ingangstrap zijn voorzien van parallel geschakelde, door Bent Holter (die van huis uit transistor-ontwerper is en dus als geen ander weet waarover hij praat) geselecteerde en gematchte, ultra-low-noise JFET’s. Voor de MC ingang worden zelfs 4 stuks toegepast.

Deze JFET’s hebben een aantal voordelen. Ten eerste gedragen ze zich (en klinken dus ook) een beetje als een buis, wat een element prettig vindt, maar dan zónder de nadelen zoals microfonie en thermionische ruis. Daarnaast blokkeren de JFET’s noise van buiten, en geven ze geen DC-feedback terug naar de spoelen van het element. Hierdoor wordt het ontbreken van een gebalanceerde ingang grotendeels gecompenseerd. Voor de uitgang heb je overigens wél de keuze uit een single- ended en een gebalanceerde aansluiting.

De uitgangstrap van de Hegel V10 werkt met snelle bipolaire transistoren om ook hier de noise tot een minimum te beperken. Het versterkende deel van de V10 is fysiek gescheiden van het ultra-low-noise voedingscircuit. Als je de V10 openmaakt zie je dat hij uit twee verschillende compartimenten bestaat met een bijna 7 centimeter brede – uit stevig plaatmetaal opgetrokken – barrière ertussen. Vooraan in de kast bevindt zich de voedingsschakeling, achteraan zitten de in- en uitgangscircuits. De V10 wordt geleverd met een custom ontworpen externe AC voeding. Deze ziet er misschien wat onopvallend uit met zijn standaard kunststof behuizing, maar schijn bedriegt! Er zit namelijk een zeer goede en stabiele E-Core transformator in die door Hegel is ontworpen en speciaal voor hen wordt gebouwd. Een hoogwaardige voedingskabel levert vervolgens via een uitsparing aan de onderkant van de V10 met 2 (!) connectoren stroom aan het – vanaf dat punt – symmetrisch opgebouwde voedingscircuit in de V10.

Dat symmetrische circuit deelt dus één trafo, die echter voorzien is van twee aparte wikkelingen. Ook dát heeft weer te maken met Hegel’s streven naar zo weinig mogelijk noise, om een phonotrap te maken die bij wijze van spreken voor 3000 euro prestaties levert maar slechts de helft kost.

Het instellen van de Hegel V10 

Wanneer je de Hegel V10 uit de doos haalt staat hij standaard ingesteld voor het aansluiten van een MM element, maar zoals gezegd zitten er achterop twee in spiegelbeeld geplaatste blokjes met dipswitches (muizenklaviertjes). Dit is misschien niet de meest elegante oplossing, zeker in vergelijking met phonotrappen waarbij je dit vanaf het frontpaneel kunt instellen met druk- of draaiknoppen, maar als je niet regelmatig van element wisselt is het wel een robuuste en betrouwbare manier om je instellingen te maken. En instellingen, daar heeft de V10 er genoeg van. Het is belangrijk dat je die aanpast zonder dat de V10 aan de stroom zit, en houd er ook rekening mee dat de muizenklaviertjes gespiegeld zijn. Met deze dipswitches maak je de keuze tussen MM of MC. Er is ook een schakelbaar subsonic filter dat werkt beneden 20Hz. De standaard gain voor MM en MC is respectievelijk 34dB en 54dB. Dat is overigens via de single-ended rca-uitgang, de gebalanceerde XLR uitgang geeft standaard 6dB méér gain. Bovenop de standaard gain kun je via de dipswitches nog kiezen voor +5dB, +10dB en +15dB, wat via de gebalanceerde uitgang maar liefst 72dB versterking mogelijk maakt. Dat is voor vrijwel alle MC elementen ruim voldoende, maar er zijn een paar ultra-low-output MC’s die eigenlijk nog méér gain nodig hebben. Zelfs dát is mogelijk met de Hegel V10.

Die extra-extra gain kun je echter niet zelf instellen, daarvoor moet de V10 naar een gecertificeerde dealer die de ingreep met kennis van zaken en behoud van garantie voor je kan verrichten.

Voor MM elementen zijn 8 capacitieve instellingen voorhanden. De standaard instelling (die ook voor MC elementen moet worden gebruikt) is 0pF, en er zijn 7 aanvullende stappen van 47 tot 327pF. Deze instelling is van invloed op de hogetonenweergave van je element. Ook de afsluitimpedantie voor MC elementen is instelbaar. De standaard setting voor MM is 47kOhm, voor MC is dat 100Ohm. In veel gevallen werkt die 100Ohm al prima, maar je kunt de afsluitweerstand via de dipswitches óók instellen op 75Ohm (bijvoorbeeld voor sommige SPU’s van Ortofon) en 300Ohm (bijvoorbeeld voor de Denon DL-103). Maar ook de afsluitimpedantie heeft een interne custom setting die door een dealer kan worden ingesteld. Deze is variabel van 33Ohm tot 550Ohm. Op de bodemplaat van de V10 is een schema afgedrukt met al de instellingen die je zelf kunt doen, maar ik raad iedere V10 koper met klem aan om de uitstekende online hulppagina te gebruiken, via deze link.

Aansluiten en luisteren 

De Hegel V10 mocht de plaats innemen van mijn Audio Creative PhonoDude buizen phonotrap, en werd met een set single ended AudioQuest Water interconnects aangesloten op mijn PrimaLuna EVO 400i versterker. De platenspeler van dienst was mijn volledig gereviseerde Thorens TD125mk1 met een Jelco SA750E arm en een AudioQuest Cougar Phono interconnect. Ik heb eerst een paar dagen geluisterd naar een Audio Technica AT-95E element in de standaard HS25 headshell van Jelco, maar veruit het meeste luisterwerk is gedaan met mijn Holistic Audio HA-103C element. Dat is een door Kilian Bakker gebouwde custom versie van de beroemde Denon DL-103, die ik gebruik in een Audio Technica AT-LH15OCC headshell. De afsluitimpedantie van de V10 werd voor de AT95E ingesteld op 47kOhm met 0pF capaciteit, en voor de HA-103C op 300Ohm. De standaard gain werd met 10dB verhoogd om ongeveer op hetzelfde niveau uit te komen als mijn buizen-phonotrap.

De AT95E (inmiddels opgevolgd door de AT-VM95E) was een uiterst betaalbaar maar voorbeeldig gebouwd MM element. Je kon het, als je de tijd nam om even rond te shoppen, altijd wel ergens voor minder dan 50 euro kopen. Veel goedkopere elementen met een elliptische naald zul je niet vinden, maar toch positioneerde Audio Technica de AT95E altijd als een mid-class MM. Mensen die dat opportunistische marketing-brouhaha noemen kennen overduidelijk dit element niet. Het is jarenlang mijn ‘go-to’ element onder de 100 euro geweest en die keuze werd aan de Hegel V10 opnieuw met verve bevestigd. Natuurlijk heeft de AT95E niet het laatste woord in klankkleur, verfijning, detaillering en dynamiek, maar de muziek werd met meer balans, ruimtelijkheid, ritmische samenhang en vloeiendheid weergegeven dan mogelijk zou moeten zijn voor dit geld. Het ietwat bescheiden karakter van de AT95E werd door de V10 niet bruut aan de kaak gesteld, ik zou eerder willen zeggen dat de Hegel het signaal liefdevol ontving, en met zorg versterkte, zodat het gemakkelijk te vergeten was dat ik naar een instap-element zat te luisteren. Late Night Laments, het nieuwe album van Tim Bowness, werd ruimtelijk en pakkend weergegeven, de melancholieke lyriek die in zijn muziek en zang altijd ruimschoots aanwezig is was goed voelbaar. Eén van de prettige eigenschappen van de AT-95E is dat dit element behoorlijk ‘stil’ is in de groef. De bijzonder fraaie persing van deze plaat liet in de rustige passages duidelijk horen hoe inktzwart de achtergrond met de Hegel V10 is. Dat hij heel stil is had ik uiteraard ook al vastgesteld door zonder muziek en met mijn oor tegen de tweeter het volume van mijn versterker flink open te draaien. Hoewel een buizenversterker van zichzelf natuurlijk niet de stilste is werd daar door de V10 absoluut niets aan toegevoegd. Maar het was toch prettig om het ook tijdens het luisteren naar muziek te kunnen vaststellen. Méér zwart erachter betekent namelijk gewoon meer focus op de muziek.

Met de HA-103C in de Jelco arm werd het luisteravontuur nog een stuk interessanter. Deze verbeterde versie van de terecht legendarische Denon DL-103 heeft wél de speelvreugde die dit oorspronkelijk voor de Japanse omroep ontwikkelde element zo speciaal maakt, maar mist het karakteristieke bultje in met midlaag. Hierdoor verandert de tonale samenstelling van de weergave ingrijpend. Het is met zijn felle klankkleuren nog steeds geen ultra-neutraal element, maar daardoor heeft de weergave wel ‘hart en ziel’. Ondanks de hogere gain was de Hegel V10 ook met dit element in de arm verbluffend stil, en de hoeveelheid detail die de fraaie sferische Ogura diamant uit de groeven wist op te diepen was geweldig. De gelaagde mix van Tunng’s album Tunng Presents…DEAD CLUB werd als een grote bubbel van geluid in mijn luisterkamer geprojecteerd. Wat daarbij vooral opviel was de zeer diepe en krachtige laagweergave. Die was snel, soepel en kleurrijk en had niet de congestie die het soms moeilijk maakt om baslijnen binnen de mix te volgen. Stemmen klonken levensecht, met body en een uitstekende articulatie, en de ragfijne detaillering diep achterin het geluidsbeeld was zéér duidelijk waarneembaar. Het beeld achterin was niet alleen zeer diep, maar had ook meer breedte dan ik had verwacht. Alsof er twee spotlights werden gericht op de lastig weer te geven verre hoeken van het podium. De natuurlijkheid en de prachtige ruimtelijkheid werden nog eens benadrukt tijdens het luisteren naar Bluebeard, het prachtige ‘slow jazz’ album van het Yuri Honing Acoustic Quartet. Dit album kent een absolute glansrol voor drummer-percussionist Joost Lijbaart, en heeft een ongelooflijk transparante productie waar Manfred Eicher van ECM nog een puntje aan zou kunnen zuigen.

Conclusie

Met producten die onder druk van de markt óf – zoals in dit geval  de doelgroep worden ontworpen kan het eigenlijk alle kanten op. Als de fabrikant er alleen snel geld mee wil verdienen vallen ze vaak een beetje tegen. Meestal vallen ze echter mee, en heel af en toe zijn het  zélfs wanneer de fabrikant al een ijzersterke reputatie heeft  regelrechte verrassingen. Het mag duidelijk zijn dat de Hegel V10 MM/MC Phonotrap tot die laatste categorie behoort. De sympathieke Noorse fabrikant is op overtuigende wijze geslaagd voor hun analoge diploma. De V10 is echt een heerlijk apparaat met een behoorlijk concurrerend prijskaartje. Een prachtig stille, natuurlijk warm én gedetailleerd klinkende phonotrap, die qua signatuur perfect binnen de Hegel familie past maar óók daarbuiten gretig aftrek zal vinden.

Als ik een paar piepkleine spijkertjes op laag water moest zoeken zou ik zeggen dat de ergonomie van de instellingen een tikje spartaans is, en dat ik het tóch jammer vind dat er geen gebalanceerde ingangen op zitten. Omdat ik geen 4,75 sterren kan toekennen worden het er dus 4,5, maar mét een Aanrader Award. En de uitdrukkelijke uitnodiging om die laatste halve ster dan in de toekomst binnen te halen met een ultra high-end V20 of V30 versie, die er wat mij betreft gerust mag komen.

Hegel V10 MM/MC Phonotrap
1499 euro | www.hegel.com/netherlands
Beoordeling: 4.5 / 5

MERK

EDITORS' CHOICE