REVIEWPASS LABS

Review Pass Labs XP-12 en X150.8 voor- en eindversterker: potentiële erfstukken

SAMENVATTING

Door hun uiterst robuuste bouwkwaliteit, hun tijdloze design, hun probleemloze werking en vooral hun verrukkelijke weergave zou dit voor veel muziekliefhebbers met een oor voor fantastische weergave wel eens de laatste set kunnen zijn die ze ooit kopen. Instap mijn hoela, dit zijn potentiële erfstukken.

PLUSPUNTEN

  • Krachtige en soepele ’buisachtige’ klank
  • Gebouwd voor de eeuwigheid
  • Tijdloos design zonder tierlantijnen
  • Fraaie aluminium afstandsbediening
  • Zeer goede volumeregeling
  • Potentiële erfstukken

MINPUNTEN

  • De X150.8 is groot en zwaar
  • ...en lust wel wat stroom
  • De XP-12 heeft ‘slechts’ vijf lijningangen

De Pass Labs XP-12 voorversterker en de X150.8 eindversterker hebben een aantal weken bij mij gelogeerd voor deze recensie. De XP-12 is al een paar jaar op de markt, en de X150.8 werd begin 2022 voor het eerst aan het publiek getoond. Het gaat deze keer dus niet om een primeur, eerder om een diepgaande nadere introductie van wat je 'de instap' in de wereld van losse voor- en eindversterkers van Pass Labs zou kunnen noemen. Maar behalve het feit dat er op de prijslijst van Pass Labs geen modellen ónder dit tweetal staan is er niks instap aan. Dit is zéér serieuze hifi die serieus goed klinkt, enfin…lees maar verder…

Nelson Pass: even kennismaken

Als je een lijstje zou opstellen van hedendaagse hifi-iconen dan zou Nelson Pass daar zeker op staan. De naam van deze Californische ontwerper van hoogwaardige hifi-producten wordt wereldwijd met respect uitgesproken. Dat komt vooral door de geweldig klinkende recht-toe recht-aan designs van zijn versterkers: slim ontworpen circuits met korte signaalwegen, het gebruik van de hoogwaardigste componenten en een ‘bomb-proof’ bouwkwaliteit zónder onnodige tierlantijnen.

Er is ook een persoonlijke reden waarom ik hem hoog heb zitten: de manier waarop hij wil dat we naar zijn producten luisteren. Dat vergt misschien wat meer verbeeldingskracht, maar eigenlijk is het zo klaar als een klontje. In een interview met Steve Guttenberg (The Audiophiliac) bereikte de met lange witte haren en een bijpassende snorrenbaard getooide Pass in mijn ogen de absolute heldenstatus door te stellen dat de best metende versterkers niet per se de best klinkende zijn, en dat mensen zich niet zo druk moeten maken over cijfertjes. Ik parafraseer een beetje, maar zijn woorden waren ongeveer: “wij hifi-ontwerpers maken deel uit van de entertainment-industrie, niet van de wetenschap.”

Dat is misschien niet de heersende opvatting onder audiofielen, maar bij mij ben je er meteen mee aan het juiste adres. Een andere uitspraak van hem, gewoon te lezen op de internetpagina van zijn puur op geluidskwaliteit gerichte First Watt versterker-ontwerpen, zal ik letterlijk quoten: “There is no such thing as a perfect amplifier. All audiophiles and their associated equipment have specific needs, but in each case there is such a thing as a best amplifier - the one that makes you happy.” Als dát geen pleidooi is voor my-fi dan weet ik het niet meer. En wie mijn reis door de wereld van de hifi en high-end de afgelopen - pakweg - vijftien jaar gevolgd heeft wéét dat ik langzamerhand een beetje de zelfbenoemde ambassadeur van de my-fi ben geworden. Maar genoeg over mij, terug naar Nelson Pass en zijn versterkers. Want dát is wat hij maakt. Méér niet. Geïntegreerd, voor- en eind (ook monoblokken overigens), een hoofdtelefoonversterker en drie phonotrappen. Geen meerkanaals, geen streamers, geen da-converters, geen kabels en vooral geen frutsels en fratsels.

Over de techniek: de XP-12 voorversterker 

Hoewel Nelson Pass niet van een weelderig design houdt zijn de versterkers van zijn hand wel degelijk in fraaie en keurig afgewerkte, functionele behuizingen gehuisvest. De behuizing van de XP-12 voorversterker is opgetrokken uit 3 millimeter dikke aluminium panelen, de CNC-gefreesde frontplaat is iets dikker. De functies van de drukknoppen spreken grotendeels voor zich, alleen de ‘Mode’ knop heeft wat uitleg nodig. Daarmee bepaal je in drie stappen de helderheid van het display (helder, gedimd en uit).

De grote volumeknop stuurt een netwerk van precisieweerstanden aan waarmee je in 100 stappen van 1dB het volume kunt regelen. De volumeregeling is anders dan veel mensen gewend zijn. Dat houdt in dat je hem wel tot volumestand 50 moet opendraaien vóór je iets hoort, en op echt luisterniveau zit je al snel rond de 80-90. In de late jaren 70 van de vorige eeuw hebben met name Japanse hifi-fabrikanten uitgevogeld dat een logaritmische volumeregeling - waarbij je met de ‘knop op 9 uur’ al heel veel geluidsdruk had - een schier oneindige vermogensreserve suggereerde. Wat natuurlijk niet zo was. Je zou daarom kunnen zeggen dat de volumeregeling die de XP-12 toepast realistischer en eerlijker is. Maar het is wel even een weetje.

De achterkant van de voorversterker biedt geen verrassingen. Vijf (waarvan twee gebalanceerde) ingangen, allemaal op lijnniveau, een gebalanceerde én een single ended uitgang en een gezekerde IEC net-entree. Geen phono-ingang, geen digitale aansluitingen. Pass Labs raadt - wanneer mogelijk - het gebruik van gebalanceerde verbindingen aan.

De vijfde ingang biedt een Home Theater ‘unity gain’ pass through functie voor wanneer je je stereo audiosysteem als frontkanalen wil opnemen in een AV systeem. Die functie is alleen beschikbaar vanaf de afstandsbediening. Door twee keer op de Pass Thru knop te drukken loopt het volume vanzelf op naar stand 89 (die 0dB vertegenwoordigt). Mocht je per ongeluk toch een bron op lijnniveau op de vijfde ingang hebben aangesloten, waardoor het volume te hard dreigt te worden, dan kun je met een druk op elke willekeurige knop van de afstandsbediening de pass through functie weer uitschakelen.

Een eenvoudige microprocessor onthoudt alle instellingen. De verbeteringen in het ontwerp van de XP-12 ten opzichte van de voorganger zijn een beter afgeschermde en ingegoten ringkerntrafo, additionele lichtnetfiltering in het voedingscircuit (wat op zich indruist tegen het principe van een zo eenvoudig mogelijke signaalweg, maar volgens Pass Labs is het “worth it” gezien de hedendaagse lichtnetvervuiling) en een van de Xs voorversterker ‘geleende’ volumeregeling met een netwerk van precisieweerstanden. De output stage is óók gebaseerd op die in de Xs, wat het gebruik van langere kabels mogelijk maakt. De overall gain van het gebalanceerde circuit in de XP-12 is een uiterst verstandige en daarom goed bruikbare 9,3dB.

Over de techniek: de X150.8 eindversterker

De X150.8 eindversterker heeft een frontplaat van bijna 2 centimeter dik, waarin de iconische grote ronde, blauw verlichte meter geplaatst is, met daaronder de aan/uit drukknop. De X150.8 is, zoals het typenummer al aangeeft, de achtste incarnatie van deze klasse-AB versterker van 150 watt aan 8 Ohm (bijna 300 aan 4 Ohm), maar de eerste watts levert hij in Klasse-A. De meter op het front staat bij de versterkers in de X serie op ’10 uur’ en bij de volledig in Klasse-A geschakelde XA serie op ’12 uur’. Hij geeft de ruststroom-instelling van de eindtrappen aan, maar er staat geen schaalverdeling bij dus we weten niet exact wát hij nu precies aangeeft en hoevéél van die eerste watts je in Klasse-A krijgt. Pass Labs zelf zegt dat het ‘méér is dan bij de vorige versies’ maar specificeert het niet exact.

Veel bronnen melden dat het 15 watt is, maar anderen zijn aan het rekenen geslagen met het opgenomen vermogen en rapporteren dat het eerder richting 20 watt gaat. Dat betekent dat je in de dagelijkse praktijk vrijwel altijd in Klasse-A zult luisteren, tenzij je extreem vermogenshongerige luidsprekers hebt. De meter zal dan ook vrijwel altijd stil staan. Aan mijn luidsprekers die een gevoeligheid van ongeveer 89dB hebben moest een een duchtig potje Rammstein aan te pas komen om de meter te laten bewegen. Omhóóg welteverstaan, alsof er intern alsnog een tandje wordt bijgeschakeld als het even moet bulderen. Als hij helemaal aan de rechterkant staat zit je qua volume echt vér voorbij een duurzame ontwrichting van je relatie met de buren.

De versterker is voorzien van een los aardpunt, omdat sommige actieve subwoofers een echte aard-aansluiting nodig hebben wanneer je ze via de luidsprekerklemmen van je versterker aanstuurt. En er zit een 12 volt ‘trigger’ aansluiting op waarmee je de versterker via een aparte verbinding met de voorversterker aan en uit kunt schakelen. De luidsprekerklemmen zijn geschikt voor banaanstekkers of spades. Voor gebruik met spades zijn de uitstekend in de hand liggende draaiknoppen van de klemmen voorzien van een fraai werkend moment-systeem. Daardoor kun je ze niet voorbij het door Pass gekozen ‘vast is vast’ punt aandraaien. Als je dat probeert schiet de draaiknop door. De klem hoeft dus niet op moleculair niveau met de spade te versmelten.

Luisteren naar de Pass Labs XP-12 en de X150.8 

De Pass Labs versterkers namen tijdens hun verblijf is Casa Delissen de plaats in van mijn PrimaLuna EVO400 Integrated. En omdat het twee apparaten zijn moest mijn PrimaLuna EVO100 Tube Phono Stage ook tijdelijk het veld ruimen. Het was nog even passen en meten, want de X150.8 is een reusachtige versterker die zonder de kabels al bijna 55 centimeter diep is. Bovendien weegt hij 40 kilo, dus het op mijn Creaktiv meubel plaatsen was een tweepersoons klusje. Door de hoge Klasse-A instelling wordt de versterker aardig warm. Ruim 50 graden als hij alleen maar aan staat. Daarom heeft hij grote koelribben aan beide zijkanten, etjes afgewerkt en niet scherp.

Als kabel tussen de voor- en eindversterker diende een gebalanceerde Shunyata Research Venom, en van mijn AURALiC Altair G2,1 naar de Pass Labs XP-12 gebruikte in een gebalanceerde Shunyata Research Venom X. De stroomkabels waren van AudioQuest (de Monsoon en de Blizzard), en de luidsprekerkabel de William Tell Zero, eveneens van AudioQuest, aan mijn Kharma Ceramique prototype luidsprekers.

Het eerste album dat ik via de Pass Labs set beluisterde was het laatste dat ik via mijn PrimaLuna had gespeeld. Radio Mnemosyne is het jongste meesterwerkje van Snufmumriko, een project van de Zweedse producer Ingmar Wennerberg. De muziek is een heerlijk relaxte combinatie van diepe elektronica, samples en natuurgeluiden. Het heeft wel iets weg van het meer introspectieve werk van Geir Jensen (Biosphere) en (voor de échte kenners) van Off The Sky en Nuojuva. Wat me als eerste opviel was de laagweergave. Normaal heb ik over strakheid eigenlijk weinig te klagen met mijn buizenversterker (dempingsfactor 1.2) omdat mijn luidsprekers een gesloten kast hebben, maar dit was toch duidelijk andere koek.

De Pass Labs X150.8 had grip. En power. Mij zul je nooit horen beweren dat ik er een octaaf laag bij kreeg, maar het ‘voelde’ duidelijk anders. Substantiëler. Zelfverzekerder ook. En gedetailleerder. Het tweede wat opviel was dat ik qua vloeiendheid en harmonische rijkheid eigenlijk maar heel weinig inleverde ten opzichte van mijn PrimaLuna met EL34 buizen. Ik vind het onzin om van een solid state versterker te verlangen dat hij als een buizenversterker klinkt, maar de Pass Labs set wist me op emotioneel niveau net zo diep te raken als mijn PrimaLuna. De ruimtelijke afbeelding was ook iets breder dan in gewend ben en zéker net zo diep.

Dat werd duidelijk toen ik Springtime Coming Soon draaide, van het Nits-album Omsk. Daarin slaat drummer/percussionist Rob Kloet met een sleutel tegen een koffiemok (althans, dat stel ik me zo voor) en loopt daarbij ver achterin het geluidsbeeld van links maar rechts. Als de ruimtelijke weergave dik in orde is hoort dat geluid bij de buurman vandaan te komen, en dat was hier óók het geval. Het is een zó vaak afgestoft cliché dat het inmiddels slijtage vertoont, maar de luidsprekers verdwenen écht uit het geluidsbeeld.

Een prachtige recente nieuwkomer in mijn muziekcollectie is Street Of Minarets van de Tunesische zanger en Oud-speler Dhafer Youssef. Zijn unieke mix van wereldmuziek, akoestische jazz en elektronica is altijd wonderschoon opgenomen, waarbij je als luisteraar in een grote en zeer comfortabele bubbel van geluid kunt worden meegevoerd naar verre oorden. Ook hier liet deze Pass Labs combinatie een vloeiendheid en klankrijkheid horen die ik doorgaans met buizen associeer, maar dan met de kracht en controle in het laag die typisch is voor een goed transistor-ontwerp.

Daarmee is overigens niet gezegd dat de Pass Labs X150.8 een basmonster is waar je thuis loeihard Terrordoompje mee kunt spelen. Je kunt er heel erg luid mee spelen, en dan wil het laag echt wel heerlijk moppen. Zélfs Slayer en Rammstein klonken overtuigend genoeg. Maar op de één of andere manier bleef het altijd vriendelijk klinken, alsof Nelson Pass ‘himself’, breed glimlachend en over zijn leesbrilletje turend, achter de festivaldraaitafels stond. Als je net als ik behept bent met een eclectische smaak, dan is dit echt een heerlijke versterker-combinatie waar je uren naar kunt luisteren. Maar als je een wat beperktere muziekkeuze hebt en vooral van ‘hakken en zagen’ houdt, dan is Pass Labs (of in elk geval de onderhavige X150.8) misschien toch niet helemaal jouw versterker.

Vlak voor de set weer werd opgehaald kon ik alvast één track downloaden van het door mij (via Bandcamp) bestelde nieuwe album Anyway, Still van Exit North, dat 14 april uitkomt. Deze band rond ex-Japan drummer Steve Jansen en zanger Thomas Feiner (wiens stem soms echt bizar veel wegheeft van die van Steve Jansen’s broer David Sylvian) maakt de prachtigste van melancholie druipende muziek die je je kunt voorstellen. De opname van de nu al vrijgegeven track Your Story Mine is ronduit subliem. Het beeld is groots, de klank is rijk aan kleur en textuur, en die stem van Feiner, die stem…die stem…dik kippenvel.

De Pass Labs-set liet dat allemaal met speels gemak uit de luidsprekers vloeien. Hier rest maar één compliment: ik zou er lang en gelukkig mee kunnen leven.

Conclusie 

Hoewel ik vaak naar versterkers van Pass Labs heb geluisterd was dit mijn eerste ‘close encounter’. En die leverde éérst en vooral een bevestiging van wat ik eigenlijk al wist: deze Californische versterkers hebben een eigen klank. Een hele fijne eigen klank overigens. Gul, kleurrijk, gecontroleerd en net zo vriendelijk en relaxed als Nelson zélf, maar met ruimschoots voldoende autoriteit én verfijning om van échte high-end te kunnen spreken.

Dynamisch zijn ze óók, maar niet de allersnelste. Als je dát wil moet je denken aan een merk als Spectral. Dat is op zijn eigen manier óók prachtig, maar daarmee zit ik voor mijn gevoel een stuk dichter op de muziek. Wat geweldig is voor analytisch en actief luisteren, maar de huisklank van Pass Labs is meer laid-back. En daardoor óók geschikt voor ongedwongen muziekavondjes waarbij de muziek soms ook wat meer naar de achtergrond mag verdwijnen. Ik denk dat de ‘spirit’ van Nelson Pass duidelijk aanwezig is in deze versterkers, en dat hij er zijn eigen stelling mee bewijst dat er voor iedereen een ‘beste’ versterker bestaat.

Door hun uiterst robuuste bouwkwaliteit, hun tijdloze design, hun probleemloze werking en vooral hun verrukkelijke weergave zou dit voor veel muziekliefhebbers met een oor voor fantastische weergave wel eens de laatste set kunnen zijn die ze ooit kopen. Instap mijn hoela, dit zijn potentiële erfstukken.

Pass Labs
XP-12 voorversterker | € 7900
X150.8 stereo eindversterker | € 9290
passlabs.commoremusic.nl
Beoordeling 4.75 / 5


EDITORS' CHOICE