REVIEW: KEF LS50 Anniversary Model


Marc Brekelmans | 11 september 2012 | Fotografie Fabrikant | KEF

Er is sinds de introductie tijdens de High End van 2012 in München al het nodige geschreven over de KEF LS50. Ook door ondergetekende. De indrukwekkende introductie voor dit kleine speakertje werd, zoals inmiddels gebruikelijk bij KEF demonstraties, verzorgd door Johan Coorg, die altijd weer weet te verrassen met zijn bijzondere muziekkeuze. Zo liet hij een Prince cover van de Joni Mitchell klassieker A Case of You horen… en het traanvocht hoopte zich in rap tempo op in mijn ooghoeken. Ik was op slag verliefd.

Maar demonstraties tijdens shows zijn verraderlijk: prachtige apparaten kunnen door slechte akoestiek of opstelling een verkeerde indruk achterlaten, en slechte apparaten kunnen door een gelukkige samenkomst van omstandigheden juist beter uit de verf komen. Thuis luisteren is dus, zoals altijd, het devies.

50 Years - Innovators in Sound

Innovators in Sound: die boodschap staat in koperkleurige letters achterop de LS50. KEF bestaat in 2012 namelijk precies 50 jaar en dat vieren ze met de LS50. De LS50 is als jubileummodel een optelsom van alle innovaties die KEF in de afgelopen 5 decennia als luidsprekerbouwer heeft bewerkstelligd, en daarmee een eerbetoon aan de rijke historie van het merk. In de brochure van de LS50 wordt gesproken over de directe link met de beroemde LS3/5A BBC monitor waarvoor KEF als enige de luidspreker-units (voor alle fabrikanten die deze mini-monitor in licentie mochten bouwen) mocht leveren. Die LS3/5A-genen zijn nog steeds terug te vinden in de mini-monitoren van menig luidsprekerfabrikant. En, naar eigen zeggen, dus ook in de nieuwe LS50.

De LS3/5a was zeker geen perfecte hifi-luidspreker en was ook helemaal niet ontworpen om dat ooit te zijn. De BBC specificatie ontstond vanuit de behoefte aan een monitor voor gebruik in mobiele studio's. De luidspreker moest compact zijn en een goede verstaanbaarheid van stemmen geven. Die goed gearticuleerde en 'rijke' weergave van stemmen maakte hem ook geliefd bij muziekliefhebbers met een voorliefde voor vocalen. Ook klassieke muziek bleek het uitzonderlijk goed te doen op de kleine monitoren.

Techniek

De knipoog naar de originele LS3/5a moet ook uitsluitend in die bijzondere manier van weergeven gezocht worden. Wat betreft uiterlijk, techniek of specificaties lijkt de LS50 in de verste verte niet op de beroemde BBC monitor. Nee, de LS50 is in alle opzichten een (hyper)moderne twee-weg basreflex. Precies in midden van het frontpaneel vinden we een koperkleurige coaxiale Uni-Q unit. In het centrum van deze unit zit een 25mm aluminium tweeter met tangerine-waveguide, daaromheen een 130mm conus die uit een magnesium/aluminium legering is gemaakt.

Het gecombineerde frequentiebereik van beide units begeeft zich tussen de 79Hz en 28kHz (+/- 3dB), waarbij het overnamepunt tussen beide units op 2,2kHz zit. De nominale impedantie bedraagt 8 ohm, met een een minimum bij 3,2 ohm. Gecombineerd met een rendement van slechts 85dB mag het duidelijk zijn dat de LS50 graag een stabiele versterker aan de luidsprekerklemmen ziet. KEF geeft zelf aan dat de versterker een vermogen moet hebben tussen de 25 en 100 watt, maar gezien de specificaties lijkt het verstandig om de ondergrens toch wat hoger te stellen. De maximale geluidsdruk is 106dB.

 

Het koperkleurige oog van de LS50 trekt meteen de aandacht, zeker omdat KEF heeft besloten geen doek te leveren om het front te bedekken en te beschermen. Maar er is meer te ontdekken aan de LS50. Zo loopt de baffle vanuit de Uni-Q unit met een lichte kromming naar achteren; alsof er een hap uit een enorme bal is genomen. De matzwarte baffle is met vier stangen met de achterwand verbonden, terwijl het inwendige van de kast ook rijkelijk is voorzien van verstevigingen. De LS50's wegen dan ook maar liefst 7,1 kilo per stuk.

Ook aan de achterkant vallen weer een paar dingen op. De basreflexpoort is ovaal en mondt als een soort trechter uit in een smalle ovalen buis. Tenminste, het lijkt een buis te zijn. De wanden van de buis zijn namelijk elastisch. Als je je vingers over de buiswand laat glijden voelt het als een soort rubberen handschoen. Het bekende 'zuchten' van de basreflexpoort zou hierdoor tot het verleden moeten horen. Het andere dat opvalt zijn de luidsprekerklemmen. Deze keer niet door hun innovatieve ontwerp, maar juist door hun eenvoud: geen bi-wire aansluitingen, maar gewoon twee degelijk uitgevoerde luidsprekerklemmen.

Of je de LS50 mooi van uiterlijk vindt of juist helemaal niet, de bouwkwaliteit en afwerking staan buiten kijf. KEF heeft de terechte keuze gemaakt om de best mogelijke mini-monitor te maken om het jubileum te vieren, en het uiterlijk was daarbij blijkbaar van ondergeschikt belang.

Luisteren

De reeds op de redactie van HiFi.nl ingespeelde LS50’s worden naar de luisterruimte op mijn kantoor gebracht. Daar krijgen ze een plek op de zware Atacama stands en kan er meteen geluisterd worden.

Nu ligt het misschien voor de hand om meteen alle mooie mannen- en vrouwenstemmen uit de kast te trekken om de LS50 meteen van zijn sterkste kant te kunnen laten zien. Daarom kies ik voor het volledig instrumentale Chromakey Dreamcoat van het werkelijk prachtig geproduceerde album The Campfire Headphase van de (Schotse!) band Boards of Canada. Een rammelende, lichtelijk vervormde gitaar vormt de rode draad van het nummer.

Statische ruis op de achtergrond roept het gevoel op van verlaten stranden. Plots valt de drumcomputer in... strak en dynamisch. Mijn voeten volgen de beat, het hoofd de melodie. Het beeld wordt breed weggezet, de gitaar stijf in het centrum, de elektronische snaredrum in fanfarestijl schuin erachter. Okee, de allerlaagste tonen (onder de 45Hz is de koek in mijn luisterruimte toch echt ver op) worden niet krachtig weergegeven, maar eigenlijk mis ik ze niet. De illusie van een diep doorlopende laagweergave wordt prachtig in stand gehouden.

Als Led Zeppelin daarna hun ruim 25 minuten durende live-versie van Dazed and Confused inzet (te vinden op: How the West Was Won) wordt het podium aan beide zijden een stuk kleiner. De hele band staat nu zowat tussen de luidsprekers. Maar Robert Plant is met gestrekte armen wel haast vanuit de luisterpositie aan te raken. De ferme klappen van John Bonham zijn weer enkele meters achter hem te horen. Tot het moment dat Jimmy Page een gitaareffect van rechts naar links door het geluidsbeeld laat schieten blijft het beeld een beetje tussen de speakers hangen. Maar het effect weet de onzichtbare barrière te doorbreken en eindigt pas ver buiten de linker-luidspreker. Ieder detail van zijn uitzinnige gitaarspel is met de ogen dicht te volgen. Detaillering zonder de vaak daarmee gepaard gaande hardheid of schelheid. Zelfs op hoog volume - en daar nodigt de muziek zeker toe uit - blijft de weergave uiterst aangenaam maar enerverend. Wie heeft het nog over triviale zaken als geluidskwaliteit? Dit is verstand op nul, luchtgitaar in de hand en gas erop.

“Hello Operator!”, roept Jack White van The White Stripes op het album De Stijl. De hoofdrollen in dit Bluesrock nummer zijn weggelegd voor de heerlijk scheurende gitaren die vooraan in het geluidsbeeld staan, en een geweldige solo op de mondharmonica. Als de muziek plots stilvalt zijn het de rimshots van Meg White die verrassend levensecht weergegeven worden en daarmee voor een vreemde break zorgen. De drive en dynamiek van deze track werken aanstekelijk via de LS50's en weer is het lastig stil te blijven zitten.

Na 30 minuten inspanning is het hoog tijd voor rust en contemplatie. Come Home is zo’n prachtig, country-achtig liedje van Ryan Adams (van het album Ashes & Fire) dat me in de juiste sfeer moet brengen. De melancholieke toon van het nummer wordt versterkt door het subtiele spel van Greg Leisz op steel guitar. De zwoele achtergrondzang is van Norah Jones. Ieder detail, Adams frummelt in het begin nog wat aan zijn gitaar, is duidelijk hoorbaar. Met de ogen gesloten verdwijnen de luidsprekers volledig. Maar met de ogen open gebeurt er nog iets bijzonderders: Adams verschijnt als een geest tussen de luidsprekers, aanwezig maar toch ook weer niet. Die illusie is met de ogen open zelfs nog sterker dan met de ogen gesloten. De haartjes op mijn armen gaan in het gelid staan, de traanbuizen maken zich op om te vuren. Hier kan ik uren naar luisteren.

Tijd voor iets anders: Somethin' Else van het gelijknamige Cannonball Adderley album opent als een vraag en antwoordspel tussen Miles Davis op trompet en bandleider Julian 'Cannonball' Adderley op altsaxofoon. Deze Hard Bop klassieker dateert uit het begin van het stereotijdperk, maar mijn digitale versie is er een in onvervalst mono. Naast genoemde jazz-grootheden zijn ook Art Blakey, Hank Jones en Sam Jones op deze Rudy van Gelder opname te horen. Zowel het spel van de muzikanten als de opnamekwaliteit zijn van uitzonderlijk hoog niveau. De LS50's vangen de klankkleur van trompet en saxofoon perfect - zouden die conussen daarom in koper zijn uitgevoerd? - maar ook het spel van Art Blakey op drums en Sam Jones op bas wordt met veel gevoel voor ritme weergegeven. Ook nu is het weer lastig om stil te blijven zitten, en de voeten proberen, meestal tevergeefs, de gecompliceerde ritme's en tempowisselingen te volgen. De weergave is zo ruimtelijk dat ik zelfs even vergeet dat ik naar een mono-opname zit te luisteren.

Yin en Yang

Wat de LS50 gemeen heeft met de LS3/5a is de klankmatige afstemming: het middengebied van deze luidspreker is van een bijzondere kwaliteit. Eindelijk weer eens een luidspreker die anders durft te zijn. Die niet 'neutraal' klinkt. Neutraal is namelijk saai. Als je neutraal bent doe je niet mee, of heb je geen mening. Je bent niet uitgesproken Yin, maar ook niet Yang. Nou, de KEF LS50 is niet neutraal, is zeker niet saai en durft duidelijk voor Yang te kiezen. Zijn karakter is warmbloedig, krachtig en mannelijk. En net zoals zijn beroemde inspirator is hij dol op stemmen. Mannenstemmen of vrouwenstemmen maakt hem overigens niets uit, op dat vlak zijn Yin en Yang wel mooi in evenwicht.

Maar het is niet alleen de tonale afstemming van het middengebied die stemmen zo wonderschoon laat klinken. Het is vooral de ongekend goede projectie - het woord 'plaatsing' schiet hier tekort - van stemmen en instrumenten in de ruimte die de LS50 boven de grijze massa uit laat steken. De coaxiale opbouw van de units maakt een haast perfecte puntbron mogelijk, en de gebogen vorm van het frontpaneel beperkt kastreflecties tot een minimum. Daardoor weet de LS50 niet alleen in de dimensies 'breedte' en 'diepte' een prachtig beeld op te bouwen, afhankelijk van het bronmateriaal wordt ook de hoogte perfect weergegeven. Stemmen worden haast tastbaar tussen de luidsprekers geplaatst, en soms heb je het gevoel dat je, zoals bij een hologram, een beetje om het hoekje kunt kijken.

Feestje

Eigenlijk is het bewonderenswaardig dat KEF voor het vieren van haar 50-jarig bestaan heeft gekozen voor een mini-monitor. Menig ander fabrikant zou de gelegenheid hebben aangegrepen om een borstklopperig cost-no-object model op de markt te brengen. Met de keuze voor een kleine monitor stelt KEF nagenoeg iedereen in staat om het feestje mee te vieren. De LS50's kosten namelijk zo’n 500 euro per stuk. Dat is in de echte wereld aardig wat geld voor een kleine luidspreker, maar voor hifi-begrippen toch echt een koopje. Zeker als je hoort tot welke bijzondere dingen de LS50's in staat zijn. Er zijn weinig luidsprekers die geluid kunnen projecteren zodat er een volledig driedimensionaal beeld ontstaat, maar de LS50 is er één van. En dat is in deze prijsklasse ongeëvenaard.

De LS50 is zeker niet de perfecte luidspreker, daarvoor heeft hij domweg teveel karakter. Puristen zullen hem misschien afwijzen vanwege zijn 'rijk' afgestemde middengebied, of vanwege het niet weer kunnen geven van ramenrammelend laag. Maar verdorie, wat klinken ze goed met vocalen!

Of de KEF LS50 een echte klassieker wordt zal de toekomst uit moeten gaan wijzen. Maar dat de LS50 het predicaat 'klassieker' verdient staat voor mij als een paal boven water!

Gebruikte apparatuur:

Voor de versterking kunnen de LS50’s, net zoals bij de introductie in München, rekenen op een Arcam versterker. Deze keer de 2 x 75 watt (8 ohm) sterke Arcam A28. De digitale bronnen bestaan uit een Squeezebox Duet met BoTWS voeding aangesloten op een Synology NAS, maar het grootse gedeelte van de luistersessie is gedaan via een Apple iMac 2.7 GHz Intel Core i5 met daarop de Audirvana software en de AudioQuest DragonFly USB-dac. Digitale muziekbestanden op de NAS zijn gecodeerd in FLAC, op de iMac staan naast FLAC proxy-files ook ALAC en AIFF bestanden in de iTunes bibliotheek. Alle bekabeling is van AudioQuest, waarvan de AudioQuest CV-4 de link vormt tussen de Arcam A28 en de terminals van de KEF LS50's.