Review Gryphon Audio Essence: klasse A in essentie en niets meer te wensen


Sinan Kökbugur | 24 januari 2021 | Fotografie Fabrikant | Gryphon

SAMENVATTING

De Essence Pre en Stereo Power van The Gryphon kunnen als referentie dienen voor een anatomisch correcte maar ook fijne en prettige muziekweergave. De set speelt aan de bovenkant van de markt en zou kunnen dienen als lesmateriaal voor bouwers van versterkers. Wie het hogere energieverbruik van klasse A voor lief neemt, krijgt daar heel veel voor terug in termen van geluidskwaliteit. De laagweergave van de Essence-set is fenomenaal en de weergave van middentonen en hoge tonen is bijna griezelig realistisch. De apparatuur en luisterruimte lijken te verdwijnen en er is alleen muziek. De koper van een set Essence versterkers heeft daarna niets meer te wensen. Hmmm, behalve natuurlijk een paar fijne luidsprekers, een goede analoge of digitale bron en een prettige luisterruimte.

PLUSPUNTEN

  • Ultrarealistische en volkomen transparante weergave
  • Luisteraar wordt betrokken en meegesleurd
  • De luisterruimte wordt virtueel groter gemaakt
  • Apparaten verdwijnen, er is alleen muziek
  • Onvoorwaardelijk stabiel bij elke belasting
  • Kan dienen als lesmateriaal en voorbeeld voor versterkerbouwers

MINPUNTEN

  • Niet energiezuinig (dat is typisch voor klasse A)

Het Deense audiobedrijf Gryphon Audio Designs bestaat grofweg 35 jaar en heeft gedurende zijn bestaan verschillende keren indruk weten te maken met zijn veelal in klasse A werkende versterkers. Klasse A techniek wordt, ondanks de nadelen, nog altijd gezien als de beste topologie voor versterkers. De producten van het eigenzinnige Gryphon Audio Designs hebben in de Benelux nog niet vaak en in elk geval niet prominent in het zonnetje gestaan. In onze luisterruimte staan de Essence Preamplifier en de Essence Stereo Power Amplifier. We gaan deze apparaten en de filosofie van de fabrikant nader bekijken. 

Gryphon Audio Designs: geschiedenis in het kort

Gryphon Audio Designs of kortweg The Gryphon, een audiofabrikant die is gevestigd in Denemarken, is het geesteskind van Flemming E. Rasmussen en is naar eigen zeggen de vervulling van een levenslange droom om de puurste essentie van de live muziekervaring opnieuw te creëren in de thuisomgeving. Rasmussen lijkt met een diploma in schilderkunst en grafische kunsten van de Aarhus Art Academy (Denemarken) meer kunstzinnig dan technisch georiënteerd. Tijdens zijn studie had Rasmussen nauwe relaties met de lokale muziekgemeenschap en ontwierp hij LP-hoezen en concertposters. Na voltooiing van zijn studie gaf hij tien jaar les in fotografie en schilderen. Daarna werd hij hoofdontwerper van textiel en afdrukken voor de grootste fabrikant van sportkleding in Scandinavië, waarna hij doorging naar de functie van president van de drukkerij van het bedrijf, voordat hij ontslag nam om 2R Marketing op te richten. 2R Marketing groeide al snel uit tot een toonaangevend audio-importbedrijf in Denemarken.

Rasmussen had grote belangstelling voor hoogwaardige audioapparatuur. Dit leidde in 1985 tot de oprichting van Gryphon Audio Designs, in eerste instantie een uitloper van 2R Marketing.

Het eerste product, de nu legendarische phono-versterker Gryphon genaamd Head Amp, was het resultaat van een eenmalig vrijetijdsproject dat alleen werd ontwikkeld voor de eigen thuissystemen van de ontwerpers. Op de Chicago Consumer Electronics Show in 1986 toonde een Japanse distributeur echter belangstelling voor het product. Toen ging er kennelijk een balletje rollen want kort daarna werd de Head Amp door de Japanse audiopers uitgeroepen tot “Best Buy”. Hoewel het Gryphon-project aanvankelijk strikt een hobby was en geen actief nagestreefde commerciële onderneming, leidde de vraag die werd gegenereerd door recensies en mond-tot-mondreclame tot de formele oprichting van Gryphon Audio Designs als een afzonderlijke bedrijfsentiteit. Na het onmiddellijke succes van het merk Gryphon werden in 1993 alle importactiviteiten afgebouwd, zodat Rasmussen zijn inspanningen volledig aan Gryphon Audio Designs kon wijden.

The Gryphon lijkt “per ongeluk” opgericht, maar is een blijvertje in het audiolandschap aan de bovenkant van de markt. Rasmussen heeft het bedrijf na 33 jaar verlaten en besteedt zijn tijd naar eigen zeggen o.a. aan fotografie, motorfietsen, oude auto’s en schilderkunst. Hoewel Flemming E. Rasmussen niet langer deel uitmaakt van de dagelijkse operationele zaken, is hij nog steeds verantwoordelijk voor de conceptvorming en de uiterlijke vorm van geselecteerde projecten.

Gryphon Audio Designs: ontwerpfilosofie

Geen enkele fabrikant is in staat om alle onderdelen van bijvoorbeeld een versterker zelf te produceren. Natuurlijk zijn er fabrikanten die bijvoorbeeld zelf transformatoren kunnen wikkelen, maar transistors, buizen, condensatoren, weerstanden, relais, schakelaars en vele andere componenten worden doorgaans na een streng of minder streng selectieproces ingekocht. Ook het maken van hoogwaardige printplaten is tegenwoordig veelal het werk van gespecialiseerde bedrijven. The Gryphon laat zijn printplaten produceren door een fabrikant die gewend is om printplaten te maken voor militaire doeleinden en voor plaatsing in kostbare medische apparatuur. Dit kwaliteitsniveau waarborgt een hoge betrouwbaarheid en levensduur. Koperbanen op printplaten hebben gemiddeld genomen een dikte van 35 µm, maar de koperbanen op de door Gryphon Audio Designs bestelde printplaten hebben een dikte van 70 µm. The Gryphon was ook één van de eerste fabrikanten die een echte dual mono-configuratie introduceerde. Dual mono elimineert vrijwel elke mogelijkheid tot ongewenste interactie tussen de twee kanalen.

Een ander speerpunt van The Gryphon is het zeer grote frequentiebereik van zijn versterkers waarvan de bovenkant wordt uitgedrukt in vijf cijfers. Het is strikt genomen helemaal niet nodig om bijvoorbeeld 150 kHz te versterken want geen enkele bron of luidspreker is in staat om 150 kHz weer te geven en het menselijk gehoor is niet of nauwelijks in staat om frequenties boven de 20 kHz waar te nemen. The Gryphon wil ook niet zozeer 150 kHz versterken, maar wil een versterker presenteren die lineair blijft werken tot ver voorbij de grenzen van het menselijk gehoor. Het voor mensen belangrijke frequentiegebied van 20 Hz tot 20 kHz wordt dan met twee vingers in de neus correct weergegeven, of in gewoon Nederlands, lineair en fasecorrect volgens een grafiek die veel weg heeft van een rechte lijn.

De basis van een hoogwaardige versterker is een hoogwaardige lineaire voeding, zo ook Gryphon Audio Designs. De ringkerntransformator, de afvlakcapaciteit en de overige onderdelen van de voeding in de producten van The Gryphon zijn altijd overgedimensioneerd. De voeding is verder voorzien van uitgebreide netfiltering. Beveiligingscircuits, schermpjes op het front en de circuits die relais en andere zaken aansturen hebben hun eigen voeding, zodat het signaalpad hoegenaamd verschoond blijft van andere signalen dan het muzieksignaal.

Ten slotte, alle schakelingen die signaal dragen of versterken zijn sterk gericht op werking in klasse A om transistors ruim binnen hun meest lineaire werkgebied te houden. Bovendien is de overgrote meerderheid van de schakelingen ontworpen zonder negatieve feedback.

Gryphon Audio Designs: portfolio

Gryphon Audio Designs bouwt versterkers, luidsprekers en digitale bronnen in de vorm van cd-spelers en DA-converters. Het portfolio bestaat uitsluitend uit stereoproducten, hoewel ook mono-eindversterkers deel uitmaken van het portfolio. Meerkanaals producten levert het bedrijf niet. Voor een draaitafel moet een koper bij een andere fabrikant aankloppen.

In onze luisterruimte staat een Essence Preamplifier en een Essence Stereo Power Amplifier. Deze apparaten zijn in februari 2020 op de markt gekomen. The Gryphon heeft drie voorversterkers in zijn portfolio. De Essence Preamplifier is de goedkoopste. Dan is er ook nog de Zena en de Pandora. Goedkoop is een relatief begrip. De Essence kost 15.360 euro, de Pandora 28.700 euro.

The Gryphon heeft drie stereo-eindversterkers om uit te kiezen. De Essence Stereo Power kost 20.160 euro. Daarboven bevinden zich de Antileon EVO Stereo (34.800) euro) en de Mephisto Stereo (54.000 euro). Alledrie genoemde eindversterkers werken in klasse A, evenals de monomodellen van de Deense fabrikant.

Het gebruik van klasse A techniek is een speerpunt van The Gryphon. Er zijn wel meer fabrikanten die hun versterkers dual mono uitvoeren en voorzien van een zware voeding met gescheiden voedingslijnen. Klasse A versterkers zijn echter een heel stuk dunner gezaaid. Voordat we onze testversterkers meer in detail gaan bekijken, willen we daarom even kort stilstaan bij de werking van een klasse A versterker. De lezer die weet wat klasse A is, zou de tekst hieronder kunnen overslaan en naar het volgende kopje kunnen springen.

Gryphon Audio Designs Essence: de essentie van klasse A

Bij het ontwerpen van een versterker kiest een fabrikant voor een bepaalde schakeltechniek of een combinatie van schakeltechnieken. De schakeltechniek wordt aangeduid in klassen. Klasse A is de oudste schakeltechniek. Klasse AB is de meest gebruikte techniek en het relatief nieuwe klasse D is de meest efficiënte techniek. Klasse A, klasse AB en klasse D zijn de meest gebruikte schakeltechnieken in de audioapparatuur die onze woonkamers bevolken, maar er is ook nog klasse B, klasse C, klasse E, klasse F, klasse G en klasse H. Over schakeltechnieken van versterkers zijn boekenplanken volgeschreven en het zou te ver gaan om alle versterkerklassen hier nu te bespreken. We willen wel even kort de verschillen tussen klasse A, klasse AB en klasse D versterkers duiden.

Klasse A is niet alleen de oudste techniek, maar het wordt algemeen nog steeds gezien als de meest pure en de meest eenvoudige techniek. De versterkende onderdelen (transistors of buizen), ook wel “output-stage” genoemd, dragen zorg voor het hele muzieksignaal. Als de output-stage bestaat uit halfgeleiders c.q. transistors, FET’s of MOSFET’s, dan staan deze onderdelen altijd aan doordat er permanent een hoge ruststroom doorheen loopt, ook als er geen muzieksignaal wordt aangeboden. De inschakeltijd wordt hiermee volledig geëlimineerd, waardoor de halfgeleiders als het ware direct reageren op het aangeboden muzieksignaal. Een klasse A versterkertrap staat zogezegd continu in de startblokken, reageert vrijwel zonder vertraging (op het muzieksignaal dat in essentie niets anders is dan een wisselspanning) en is bovendien meteen op snelheid als het startschot wordt gegeven. Een klasse A versterker is daarom per definitie uitermate lineair en zuiver en heeft, mits natuurlijk goed uitgevoerd, de laagste vervormingscijfers over het hele frequentiebereik vergeleken met andere versterkerklassen.

Klasse A is op afstand de beste versterkingstechniek, maar waarom zijn klasse A versterkers dan zo relatief dun gezaaid? Ah, hier komen een paar forse nadelen om de hoek kijken. Allereerst, het stroomverbruik is altijd maximaal. Ook als er geen muzieksignaal wordt aangeboden, slurpt een klasse A versterker de maximale stroom uit het stopcontact. Het is aan of uit en er zit niets tussen. Vanwege het continu stroom vreten, wordt een klasse A versterker veel warmer dan andere versterkers. Dit vergt een zware en degelijk uitgevoerd voeding, grondig soldeerwerk en grote koelvinnen om alle warmte af te voeren. Een typisch rendement van een klasse A versterker is 25 procent. Dat betekent dat als de versterker 25 Watt per kanaal naar de luidsprekers stuurt, er op dat moment voor elk kanaal 100 Watt uit het stopcontact wordt getrokken. Dit rendement wordt bovendien alleen behaald als het volume helemaal wordt opengedraaid. Een twee keer 25 Watt klasse A versterker trekt dus continu 200 Watt uit het stopcontact, ook als maar 10 Watt naar de luidsprekers zou worden gezonden of als even helemaal geen muziek zou spelen. Op dat moment is het rendement ronduit bedroevend. Kort samengevat, een klasse A versterker is groot en zwaar en kan bij frequent en langdurig gebruik de energierekening significant omhoog duwen vergeleken met andere schakeltechnieken.

Het hoge energieverbruik geldt natuurlijk vooral voor eindversterkers of eindtrappen die luidsprekers moeten aandrijven. Hoofdtelefoonversterkers zijn vaak in klasse A uitgevoerd. Veel fabrikanten gebruiken klasse A techniek in hun voortrappen en net als in hoofdtelefoonversterkers lopen daar geen hoge stromen. Het hogere stroomverbruik van een klasse A voortrap of hoofdtelefoonversterker is verwaarloosbaar als het stroomverbruik van de hele hifiset in aanmerking wordt genomen.

Ter bestrijding van het hoge stroomverbruik is klasse B bedacht. De uitgangstrap is dubbel uitgevoerd. De ene transistor neemt de positieve kant van de wisselspanning voor zijn rekening en de andere doet dat voor de negatieve kant. Dit wordt ook wel “push-pull” genoemd. Het stroomverbruik is navenant minder dan van een klasse A trap, maar een zeer fors nadeel is de hoeveelheid vervorming die klasse B techniek met zich meebrengt. Op het moment dat de ene transistor de versterking moet overdragen aan de andere (dat is rond de nullijn), ontstaat een niet te verwaarlozen inschakelvertraging c.q. vervorming. Klasse B is daarom niet geschikt om audiosignaal te versterken. Het resultaat is niet om aan te horen.

Klasse AB is momenteel nog steeds de meest gebruikte techniek in audioversterkers en voegt tot op zekere hoogte de voordelen van klasse A en klasse B samen. Net als een klasse B versterker werkt een klasse AB versterker volgens het “push-pull” principe. De tweede transistor die het signaal moet overnemen van de eerste wordt echter als het ware alvast ingeschakeld nog voordat hij aan het werk moet. Om de transistors ingeschakeld te houden loopt er continu ruststroom, maar de ruststroom is veel lager dan bij klasse A. De vervorming die inherent is aan klasse B verdwijnt daarmee voor het overgrote deel. Als er geen muziek speelt, trekt klasse AB veel minder hard aan het stopcontact dan klasse A.

Een klasse AB ontwerp biedt een fabrikant ook ruimte om te “spelen” met de hoeveelheid ruststroom. Er kan ook worden gekozen voor een hybride ontwerp, d.w.z. klasse A voor lage volumes en overschakeling naar klasse AB als het volume wordt opgeschroefd. De gebruiker kan soms zelf kiezen door een knopje in te drukken. Of de fabrikant bakt de keuze in en laat deze afhangen van de stand van de volumeregeling. Stroomverbruik en warmteontwikkeling blijven met een klasse AB ontwerp binnen de perken waardoor voeding en constructie eenvoudiger, kleiner en goedkoper kunnen worden uitgevoerd in vergelijking met een klasse A ontwerp.

Ten slotte nog even een korte beschrijving van klasse D. In de klasse-D-versterker functioneren de actieve apparaten (transistors) als elektronische schakelaars in plaats van als lineaire versterkingsapparaten. Ze staan simpelweg aan of uit en dat heel snel achter elkaar op een frequentie die ver boven het voor mensen waarneembare domein ligt. Om die reden worden klasse D versterkers ook schakelende versterkers genoemd (NB: de “D” staat niet voor “digitaal”). Een transistor die aan of uit staat dissipeert nauwelijks warmte en dat maakt klasse D versterkers extreem efficiënt. Een rendement van 90 procent of meer is normaal. Als er geen muziek speelt, wordt ook niet of nauwelijks energie gebruikt. Klasse D versterkers zijn vaak relatief kleine kastjes die niet of nauwelijks warm worden, maar intussen heel veel vermogen kunnen afgeven. Klasse D techniek is handig voor bijvoorbeeld een zevenkanaals eindversterker die in een kast of rek geplaatst moet worden waar weinig koelruimte is. Soundbars zijn dikwijls voorzien van een klasse D versterker. Gebruikers van soundbars zijn niet gewend om de soundbar uit te schakelen na gebruik. Dat hoeft ook niet met klasse D want voor de energierekening maakt het in veel gevallen vrijwel niets uit.

De fabrikant van een klasse D versterker moet wel aandacht besteden aan het elimineren van de hoogfrequente ruis zodat deze de luidspreker niet bereikt of anderszins het uitgangssignaal aantast. De S/R-verhouding van een klasse D versterker heeft doorgaans gemiddeld genomen een lagere waarde dan die van een klasse A of klasse AB versterker. Mits de ruis niet waarneembaar is op de luisterpositie, is daar natuurlijk wel mee te leven. Het ruisniveau van een platenspeler ligt doorgaans een stuk hoger. Afgezien van in meerkanaals versterkers, zijn klasse D versterkers ook vaak te vinden in draagbare luidsprekers of andere compacte apparaten waarin warmteontwikkeling en energieverbruik een rol kunnen spelen. Klasse AB kan dan nog een optie zijn, maar klasse A is geen optie als sprake is van een accuvoeding.

Kort samengevat, klasse A is in elk geval theoretisch de beste versterkingstechniek, maar een klasse A versterker is groot en zwaar, kan behoorlijk warm worden en zorgt voor een hogere energierekening. Klasse A versterkers zijn doorgaans prijzig. De kostprijs per Watt is gemiddeld genomen hoger vergeleken met een klasse AB of klasse D versterker.

Ter afsluiting van deze bespreking van versterkerklassen willen we nog uitdrukkelijk vermelden dat het uiteindelijke resultaat staat of valt met het ontwerp en de zorgvuldigheid van de fabrikant. Klasse A is weliswaar theoretisch de beste schakeltechniek, maar er bestaan een heleboel schitterend klinkende klasse AB versterkers. Evenzo bestaan zijn er ook klasse A versterkers met een niet zo geweldige klank waarbij soms ook nog de constructie en dus de levensduur te wensen overlaat.

We komen weer terug bij onze testexemplaren van de Gryphon Audio Designs. De Deense fabrikant is niet de enige fabrikant die klasse A versterkers produceert, maar behoort bij een select gezelschap van bouwers van klasse A versterkers. The Gryphon heeft klasse A techniek al sinds het begin in zijn vaandel staan en heeft ook maatregelen bedacht om het stroomverbruik van zijn eindversterkers enigszins binnen de perken te houden. The Gryphon produceert echter ook klasse AB versterkers (geïntegreerde modellen) om redenen die wij eerder hebben genoemd: 1. minder stroomverbruik, 2. een gunstiger prijs/gewicht/formaat/warmteontwikkeling verhouding, en 3. klasse AB kan ook prima klinken.

We gaan de techniek en functies van de Essence Stereo Power en de Essence Pre bekijken. Daarna gaan we muziek luisteren.

The Gryphon Essence Pre en Stereo Power: techniek en functies

The Gryphon Audio Essence Preamplifier: techniek, functies en opties

De nieuwe Essence voorversterker van The Gryphon is circa een jaar geleden op de markt gekomen. Het apparaat heeft een dual-mono-configuratie en heeft naar eigen zeggen het kortst mogelijke signaalpad met minimale interne bedrading. “Overbodige” schakelingen zoals toonregeling, balansregeling, hoofdtelefoonuitgang, mono-switching, polariteitinversie en meer zijn verbannen uit het signaalpad. Het resultaat is minder overspraak en signaalpadkleuring, aldus de fabrikant. De volumeregeling kent 45 stappen en werkt via een weerstandsladder. Als het volume omhoog of omlaag wordt geregeld, zijn zachte klikjes hoorbaar.

De Essence Pre is een pure lijnvoorversterker met een tweetal XLR-ingangen en drie cinch-ingangen. Hij is verregaand instelbaar. De volledig instelbare menu-items worden bestuurd m.b.v. een microprocessor en omvatten onder andere ingangsnaamgeving met maximaal acht tekens, maximaal volumeniveau, startvolumeniveau, gelijkmaking van de ingangsniveaus (maximaal 8 dB), 0 dB AV-doorvoer voor koppeling met een meerkanaalsinstallatie, door de gebruiker selecteerbare displayhelderheid (100/75/50/25 %, Uit) en Gryphon Green Bias, waarover zo dadelijk meer. Voor wie volledig de weg zou zijn kwijtgeraakt is er de mogelijkheid om terug te gaan naar de fabriekinstellingen.

Als optionele extra kan de Essence Pre worden uitgerust met een draaitafelingang voor zowel mc- als mm-elementen. De phono-versterker is gebaseerd op de bestaande dual mono Legato Legacy. Ook kan een DA-convertermodule worden toegevoegd die is voorzien van alle gangbare aansluitingen en die alle gangbare audioformaten kan weergeven. De DA-convertermodule heeft een eigen voeding met in het hart een gigantische condensator met een capaciteit van 12,5 F. Er is overigens slechts plaats voor één module. De gebruiker moet dus kiezen voor een draaitafelingang of een DAC-module. Ons testexemplaar heeft geen module aan boord.

Bij gebruik van een compatibele The Gryphon klasse A-eindversterker (bijvoorbeeld de Essence Stereo Power of Mono Power), kan de gebruiker ervoor kiezen om de Green Bias-bedieningskoppeling aan te sluiten voor automatische regeling van door de gebruiker selecteerbare klasse A ruststroom. Op deze wijze kan van klasse A worden genoten, terwijl het stroomgebruik aanzienlijk kan worden verlaagd. Het komt erop neer dat de Pre met een daarvoor bestemd kabeltje wordt verbonden met een geschikte eindversterker. Via het kabeltje loopt een stuurstroompje dat de eindversterker vertelt of klasse A of klasse AB werking is gewenst. Er loopt geen muzieksignaal over dit kabeltje.

The Gryphon Audio Essence Preamplifier: technische specificaties

Versterkingsfactor: max. +18 dBUitgangsimpedantie: 15 Ohm XLR, 22,5 Ohm cinchFrequentiebereik (-3 dB): 0,1 Hz – 1 MHzAfvlakcapaciteit voeding: 2 x 26.000 µFIngangsimpedantie, gebalanceerd (20 Hz – 20 kHz): 50 kOhmIngangsimpedantie, ongebalanceerd (20 Hz – 20 kHz): 25 kOhm

 

The Gryphon Essence Stereo Power en Mono Power: techniek en opbouw

Voor de test hebben wij de Essence Stereo Power over de vloer. Het uiterlijk en het technisch ontwerp van de stereoversie en de monoversie eindversterkers komen op veel punten overeen. Beide versterkers hebben een groot frequentiebereik van 0,5 Hz tot 350 kHz op -3 dB. Het opgegeven vermogen is conservatief gemeten 50 Watt (8 Ohm), 100 Watt (4 Ohm), 190 Watt (2 Ohm) voor ons stereomodel, uiteraard in klasse A. De monoversie van de Essence Power levert een vergelijkbaar vermogen: 50 Watt (8 Ohm), 100 Watt (4 Ohm), 200 Watt (2 Ohm), ook in klasse A. Deze cijfers garanderen stabiliteit bij elke luidsprekerbelasting, aldus The Gryphon. Overigens, 50 Watt is ruimschoots voldoende om ook een grotere ruimte met muziek te vullen. In tegenstelling tot andere krachtige versterkers, stelt volgens Gryphon de compromisloze, pure klasse A-topologie in staat om op verzoek extreme vermogensreserves te bieden, “gecombineerd met verfijning en delicatesse in de muzikale presentatie”. Straks meer over volume en klank.

Uiteraard is de Stereo Power ook dual-mono opgebouwd. De basis van de voeding is een op maat gemaakte afgeschermde, hoge stroom ringkerntransformator met een vermogen van 1.350 VA. Verder gebruiken de uitgangstrap en de stuurtrap afzonderlijke voedingen voor een effectieve isolatie van de uitgangstrap van de ingangstrap. De besturings- en beveiligingscircuits zijn voorzien van een eigen transformator.

The Gryphon Essence Power: circuittopologie

De eindtrappen zijn voorzien van Sanken bipolaire uitgangstransistors die een extreme betrouwbaarheid hebben aangetoond naast uitstekende sonische prestaties. De Essence Stereo gebruikt tien transistors per kanaal, terwijl de Essence Mono is voorzien van twintig stuks per eenheid.

De afzonderlijke driversectie heeft zijn eigen voeding en individuele wikkelingen op de op maat gemaakte ringkerntransformator. Het mechanische ontwerp zorgt voor optimale thermische tracking tussen drivers en eindtransistors. Ook beschikt het drivergedeelte over een eigen bank van hoogwaardige afvlakcondensatoren. Over afvlakconensatoren gesproken: in de stereoversie is de totale afvlakcapaciteit 440.000 µF voor twee kanalen en in de monoversie is dat 440.000 µF voor één kanaal.

The Gryphon Essence maakt gebruik van een volledig onafhankelijke transformator en voeding voor weergave- en stuurcircuits, waardoor effectief wordt voorkomen dat digitale ruis die door deze circuits wordt gegenereerd de versterkercircuits bereikt.

The Gryphon Essence stereo of monoblok eindversterkers: beveiliging

Het unieke, niet-invasieve beveiligingssysteem biedt betrouwbare, probleemloze bescherming zonder concessies te doen aan de signaalzuiverheid en de eenvoud van het signaalpad. Wanneer DC of HF wordt gedetecteerd aan de ingang, dempt de versterker totdat de fout is verholpen. Het uitgangssignaal wordt continu vergeleken met de ingang, zodat, in de aanwezigheid van een verschil dat vooraf bepaalde limieten overschrijdt (typisch een kortsluitingstoestand), de versterker dempt totdat de fouttoestand is gecorrigeerd.

De temperatuur van het koellichaam wordt continu bewaakt. In geval van oververhitting (temperatuur boven 90° C) wordt de versterker uitgeschakeld. De normale werking wordt hervat wanneer een veilige bedrijfstemperatuur is bereikt.

The Gryphon Audio Essence Power: de essentie van klasse A en Green Bias

Echte klasse A werking is nog altijd het speerpunt van The Gryphon, simpelweg omdat er volgens de fabrikant tot op heden niets is uitgevonden dat overeenkomt met de sonische kwaliteit van pure klasse A. Echter pure klasse A betekent zware transformatoren, enorme koellichamen, veel warmte, veel elektriciteit en kostbare dure onderdelen en assemblage.

Hoewel The Gryphon naar eigen zeggen alles in het werk stelt om energie te besparen en onze wereldwijde hulpbronnen te behouden, stelt het bedrijf dat ze dus geen klasse A prestaties hebben kunnen behalen met andere versterkertechnieken. In hun woorden: “het maakt duidelijk dat er gewoon geen vervanging is voor de pure magie van pure klasse A”. Op basis van een grondige analyse van typische luistersituaties heeft het bedrijf echter Gryphon Green Bias bedacht (“groen” staat voor aanzienlijk minder impact op het milieu). Green Bias biedt echte, pure klasse A met een aanzienlijk lager stroomverbruik.

Met elke Gryphon-voorversterker en eindversterker met Green Bias-regeling kan de gebruiker de hoeveelheid klasse A selecteren die nodig is om de luidsprekers volledig in klasse A te laten werken. De instellingen houden rekening met factoren als luidsprekergevoeligheid, ruimtegrootte, muzikale dynamiek en algemeen volumeniveau. Programmeerbare bias van klasse A is een efficiënt, handig middel om het stroomverbruik te verminderen zonder afbreuk te doen aan de prestaties van klasse A.

Green Bias is door The Gryphon zelf bedacht en ontwikkeld. Hoewel Green Bias niet het lage stroomverbruik van klasse AB of zelfs het lage stroomverbruik van “auto-biasing”-systemen biedt, is het stroomverbruik naar eigen zeggen aanzienlijk lager zonder concessies te doen aan zelfs een fractie van zijn pure klasse A prestatie. Het gebruik van Green Bias is niet verplicht. De gebruiker kan de Essence Power over het hele bereik in klasse A laten werken.

The Gryphon Audio Essence Stereo Power: technische specificaties

2 x 50 Watt @ 8 Ohm, 2 x 100 Watt @ 4 Ohm, 2 x 190 Watt @ 2 OhmTien bipolaire uitgangstransistors per kanaalUitgangsimpedantie: 0,015 OhmDempingfactor bij 8 Ohm (onafhankelijk van frequentie): groter dan 500Bandbreedte (-3dB): 0,3 Hz tot 350 kHzAfvlakcapaciteit voeding (totaal voor beide kanalen): 440.000 µFVersterkingsfactor: +31.0 dBIngangsimpedantie, gebalanceerd (20 Hz - 20 kHz): 20 kOhm

 

Genoeg gepraat over techniek. We gaan de Essence versterkers aansluiten en muziek luisteren.

The Gryphon Essence: muziek luisteren, plaats in de markt en conclusie

The Gryphon Essence: testomgeving

De Nederlandse importeur van The Gryphon is ook de importeur van de kabels van de Amerikaanse kabelmaker Nordost en had om die reden de nodige kabels meegeleverd. De Essence Pre en de Essence Stereo Power zijn met elkaar verbonden via XLR-kabels van het type Valhalla 2 Reference. De Essence Pre is “kaal”, d.w.z. heeft geen DAC-module of phono-module aan boord. Een Wadia 321 DAC levert muzieksignaal aan de Essence Pre, ook via een set XLR-kabels van het type Valhalla 2 Reference. De Wadia 321 Dac krijgt WAV-bestanden gevoerd afkomstig van bitperect geripte cd's. De luidsprekerkabels zijn van het type Tyr 2.

De gebruikte kabels van Nordost zijn zonder uitzondering kostbaar, heel mooi geconstrueerd en van zeer hoge kwaliteit. Deze recensie gaat echter over de versterkers van The Gryphon en we hebben geen kabels gewisseld om een vergelijking tussen kabels te maken. We laten de kabels dan ook verder buiten beschouwing, behalve dat we willen opmerken dat de kabels in elk geval hoegenaamd geen beperkende factor zijn in de hele opstelling.

De Essence Stereo Power levert via de Tyr 2 kabels stroom aan elektrostatische luidsprekers van het Britse Quad type ESL63. De altijd in de luisterruimte aanwezige set versterkers van het Amerikaanse Pass Labs wordt uitgeschakeld en afgekoppeld (dit zijn overigens ook klasse A versterkers). De luisterruimte is een gewone woonkamer. Nou ja, niet helemaal gewoon, want de muur achter de luidsprekers is voorzien van twee grote akoestische panelen. De ESL63 is een dipool luidspreker en het geluid naar achteren wordt grotendeels gedempt door de akoestische panelen waardoor de muur veel minder geluid terugkaatst. Het resultaat is een verregaande vermindering van galm en versmering (met versmering duiden we het verschijnsel dat terugkaatsend geluid met een kleine vertraging wordt samengevoegd met voorwaarts gericht geluid).

De Essence Pre is voorzien van een fraaie en degelijke metalen ergonomisch vormgegeven IR-afstandbediening. We gaan zitten en muziek luisteren.

The Gryphon Essence: de essentie van klasse A, alles compleet, in balans en niets meer te wensen

Voorts blijkt de volumeregeling van de Essence Pre voorbeeldig te werken. Voor veel versterkers, – ook voor dure modellen – geldt dat resolutie en (stereo)breedte iets (of iets meer) kunnen inzakken bij een laag volume. Als details wegvallen, ontstaat soms de neiging om het volume open te draaien om details te kunnen waarnemen. De Essence Pre geeft echter ook bij lage volumes een kamerbrede klank met behoud van details. Het volume hoeft niet hoog te staan om details te horen. En, hoe klinkt het dan? De Essence Stereo Power kan een vermogen van 50 Watt aan acht Ohm leveren. Is dat voldoende? Voordat we een poging gaan doen om de klank te beschrijven, willen we opmerken – zoals we al veel vaker hebben opgemerkt – dat 50 Watt ruim voldoende is, ook in een wat grotere luisterruime. De ESL63 heeft een rendement dat aan de lage kant genoemd mag worden, maar de luidspreker kwam niets tekort. We hebben het volume een paar keer op standje 25 gezet (45 is maximaal), maar 25 is zodanig luid dat we het volume na enkele minuten noodgedwongen weer wat moesten verlagen. Het volume stond gedurende de hele testperiode ergens tussen standje 12 en 20. Dus ja, 50 Watt per kanaal is ruim voldoende.

Laten we maar meteen met de deur in huis vallen en naar de conclusie springen. De Essence Pre en Stereo Power zijn op afstand de beste versterkers die de afgelopen jaren in de luisterruimte hebben mogen logeren. De laagweergave is fenomenaal. De ESL63 wordt in een ijzeren houdgreep genomen. De controle van de lage tonen is ongekend goed. De hoge dempingfactor zal ongetwijfeld een positieve rol spelen. Sommige eindtrappen trachten indruk te maken met iets aangezette lage tonen of zelfs (te) veel lage tonen. De Essence Stereo Power valt op door zijn buitengewoon hoge controle en de welhaast onuitputtelijke reserves die klaar staan om zonder enige vertraging bij te springen als de muziek daarom vraagt. Capacitieve belastingen (lees: elektrostatische luidsprekers) kunnen een uitdaging vormen voor een eindtrap, maar de Essence Stereo Power heeft er geen moeite mee, ongeacht het aangeboden toongebied. Dit is stabiliteit en controle op het allerhoogste niveau.

We spelen “The Moor” van de Zweedse band Opeth, het eerste nummer van het album Still Life. Een akoestische en een elektrische gitaar komen rustig spelend vanuit een doodstille achtergrond heel langzaam naar boven. De eerste seconden van dit nummer vormen voor veel audiocomponenten – zowel versterkers als luidsprekers – een uitdaging. In veel gevallen is er de eerste paar seconden niets te horen. De Essence-set heeft een zodanige resolutie dat de muziek meteen is waar te nemen, vanaf de eerste seconde, ondanks het bij aanvang zeer lage volume. Bij ongeveer 1:50 min is de fade-in compleet en neemt een akoestische gitaar de melodielijn over, even later ondersteund door enkele noten van een basgitaar. De dreiging wordt opgevoerd. Bij 2:30 min. springt de rest van de band bij. Opeth wisselt in zijn oeuvre lieflijk klinkende akoestische passages af met passages waarbij de gitaarversterkers volledig staan opgedraaid – begeleid door de drummer die een gecoördineerde set onweersklappen de zaal in slingert – en de luisteraar aldus op een aangename wijze van zijn stoel wordt geblazen. De Essence-set geeft de band transparant weer. De bekkens klinken realistisch en vallen niet weg achter de muur van gitaargeluid. De bekkens zweven boven de muziek. De drummer lijkt wat hoger op het podium te zitten. Dat is vaak ook de opstelling op het podium tijdens een liveconcert. De roffel van de dubbele bassdrum bij 3:20 min. is bij de Essence-set in goede handen. De rest van de band wordt niet weggedrukt. Zanger Mikael Akerfeldt valt als laatste van de bandleden bij 3:28 min. op orkaankracht in. Vanuit de aanvankelijke stilte speelt de band na circa drieëneenhalve minuut op maximaal volume. De Essence-set geeft geen krimp en rafelt alles netjes uit elkaar. We wanen ons even op het liveconcert van Opeth dat we iets meer dan een jaar geleden hebben bijgewoond in Tivoli (Utrecht). Het geluid is kamerbreed en putdiep.

We spelen “Benighted”, het derde nummer van Opeth’s album Still Life. De band laat hier zijn andere gezicht zien, herstel, horen. Grunting wordt vervangen door een schone en lieflijke stem en de gitaren worden vrijwel onvervormd en akoestisch weergegeven. Nee, geen roffels van dubbele bassdrums in dit muziekstuk. De drummer mag even rustig aan doen. De weergave wekt de illusie dat het plafond minstens vijf meter hoog is. We wanen ons in een middelgrote zaal en lijken ons vlakbij het podium te bevinden. Resolutie en detailniveau zijn van het allerhoogste niveau. Tegelijkertijd valt het welhaast holistische totaalplaatje op. Geen enkel toongebied overheerst, alles is in volmaakte balans. Wederom valt de buitengewoon goede en gecontroleerde weergave van lage tonen op. De laagweergave is punchy. Niet teveel, niet te weinig, niet wollig, maar putdiep en punchy, zoals we gewend zijn van klasse A versterkers. We krijgen geen schopjes in de maag, zoals sommige eindtrappen plegen te doen. Schopjes in de maag zijn niets anders dan een poging om een gebrek aan controle te maskeren. Het kan leuk zijn om een basgitaar of een basdrum een beetje te voelen, maar in eerste instantie willen we deze instrumenten horen en niet voelen. Met name de realistische weergave van de aanslag van een basgitaar of bassdrum is een uitdaging voor een eindtrap. De Essence-set slaagt cum laude als het gaat om weergave van lage tonen.De aanslagen op de vellen van de bassdrums zijn waarneembaar.

We kiezen Janine Jansen’s uitvoering van Tchaikovsky’s “Danse Russe” (onderdeel van Het Zwanenmeer). Dit is het eerste muziekstuk van Jansen’s album First. Net als bij de weergave van Opeth wanen we ons weer in een grote zaal. Het begeleidende orkest opent het muziekstuk met één krachtige noot ondersteund door een forse klap van de slagwerker om direct daarna weer in te houden en rustig weg te sterven. De galm in de opname brengt ons midden in de concertzaal. De muren en het plafond van de luisterruimte lijken in een aanzienlijke mate van ons weggeschoven. Nog voordat de galm volledig is uitgestorven, strijkt Jansen de eerste noten op haar viool. We voelen kippenvel en krijgen het gevoel dat ze op een afstand van een meter of vier voor ons staat te spelen. Het orkest lijkt zich vlak achter haar te bevinden. Het aanstrijken van de snaren is waarneembaar en zelden hebben we een viool zo realistisch uit de ESL63 horen komen. Na circa drie minuten wordt het orkest aan het werkt gezet. De triangel zweeft boven de strijkers. De laagweergave van cello’s, koperblazers en pauken is indrukwekkend, wederom gecontroleerd en punchy. We wanen ons in het Concertgebouw of een andere grote zaal.

We selecteren “Tutu” het eerste stuk van het gelijknamige album van Miles Davis. Het realismeniveau van de weergave van Davis’ trompet is van het hoogste niveau. De trompet klinkt warm en tegelijkertijd licht scherp. Davis varieert de klank van zijn trompet van warm naar soms licht schurend, dan weer een beetje raspend. De muzikanten spelen samen maar lijken intussen ook ver van elkaar af te staan. Er is ruimte tussen de instrumenten. De luisteraar krijgt een volkomen transparant driedimensionaal klanklandschap voorgeschoteld. Het snaren plukken van de bassist is in al zijn details te volgen. De Essence-set weet hoe de luisteraar geboeid en betrokken moet worden ongeacht het genre van de gekozen muziek.

Steven Wilson, een muzikale duizendpoot die zijn gelijke niet kent, neemt ons mee in zijn klanklandschap “The Raven That Refused To Sing”, het laatste nummer van het gelijknamige album. Het nummer begint met een breekbare en licht hees zingende Wilson die zichzelf op de piano begeleidt. De piano klink warm. We krijgen de illusie dat we de (klank)kast van de piano kunnen horen. Na iets minder dan vier minuten begint de drummer zachtjes mee te tikken op zijn bekkens. Droge tikjes worden afgewisseld met tikjes waarbij het aangeslagen bekken even mag naruisen. De Essence-set is niet alleen goed in de weergave van lage tonen en middentonen. Ook de weergave van hoge tonen is van het hoogste niveau. De muziek komt volledig los van de luidsprekers. Er lijkt geen hifiset of luisterruimte te zijn. Er is alleen muziek.

De Essence versterkers hebben geen voorkeur voor een muziekgenre, hetgeen overigens tamelijk normaal is voor goede versterkers. Een versterker is net als andere componenten een doorgeefluik voor muziek. Muziek van een klassiek symfonieorkest klinkt uitstekend, evenals heavy metal, een jazzband of een singer/songwriter. De Essence Stereo Power heeft een hele lange, brede en diepe adem en slikt al het aangebodene voor zoete koek. Op geen enkel moment was enige ademnood te bespeuren, ook niet op wat hogere volumes.

De weergave is vloeiend, realistisch, punchy, putdiep, kamerbreed en driedimensionaal. De Essence-set biedt een buitengewone controle, ruimte en een welhaast onuitputtelijke reserve. We hebben het al gezegd, 50 Watt per kanaal is ruim voldoende om een middelgrote luisterruimte volledig te vullen met geluid, zonder dat de volumeknop naar de uiterste positie gedraaid hoeft te worden. De Essence-set speelt achteloos de ruimte vol daarbij de illusie creërend dat de ruimte veel groter is dan in werkelijkheid.

The Gryphon Essence: plaats in de markt

Hiervoor hebben we getracht het geluid van de Essence-set te duiden, maar er gaat natuurlijk niets boven zelf gaan luisteren bij een dealer. Wie nog nooit een klasse A set heeft horen spelen zou wel eens een “oh,-zo-kan-het-dus-ook”-moment kunnen meemaken. Pas op: gevaar voor euforie! Als we de nadelen van een klasse A constructie even buiten beschouwing laten, gaat er eigenlijk niets boven klasse A. De Essence-set levert het zoveelste bewijs, onverlet het feit dat er ook hele goede klasse AB en klasse D versterkers te koop zijn.

Omdat de Essence-set niet de eerste klasse A set in de luisterruimte was, kunnen we ze ook vergelijken met andere klasse A versterkers. Zo hebben we een keer het genoegen gehad om gedurende negen maanden een voorversterker en twee eindversterkers van de Engelse fabrikant Sugden te mogen gebruiken. De Sugden-set werkt over het hele volumebereik in klasse A en speelt op het hoogste niveau: punchy, transparant, vloeiend, realistisch en met een onuitputtelijke reserve, zonder voorkeur voor een muziekgenre. De Sugden-set heeft een hele lichte gloed of noem het een heel klein randje warmte in de weergave. Het is niet veel en het valt ook niet altijd op, maar het is er wel. Een randje warmte kan heel aangenaam klinken – zeker in combinatie met de neutraal klinkende ESL63 van Quad – en doet niets af aan de weergavekwaliteit. De Sugden-set doet met zijn klank denken aan een set peperdure buizenversterkers zonder de nadelen van buizenversterkers.

De vaste bewoners van de luisterruimte is een klasse A set van het Amerikaanse Pass Labs. Pass Labs is de koning van de neutraliteit. De klank is altijd neutraal en er is geen gloed of randje warmte in de weergave. Ook de set van Pass Labs geeft alles wat een klasse A versterker hoort te geven: realisme, een putdiepe en punchy laagweergave, een driedimensionaal podium, de illusie dat de luisterruimte veel groter is dan in werkelijkheid en een detailniveau en vloeiendheid die de luisteraar volledig betrekt bij de muziekweergave.

De Essence-set zit met zijn klank een beetje tussen de Sugden-set en de set van Pass Labs. Ook de Essence-set heeft een heel klein randje warmte, maar dit randje is kleiner dan het randje warmte van de Sugden-set. De verschillen tussen de drie merken zijn klein, maar deze verschillen bieden de ruimte voor een subjectieve component in de zin van persoonlijke smaak. We zijn nog steeds zeer tevreden over de set van Pass Labs, maar kunnen ons tegelijkertijd voorstellen dat een luisteraar niet gaat voor maximale neutraliteit maar juist een heel klein randje warmte op prijs stelt. Niet alleen persoonlijke voorkeur zal hier een rol spelen, maar ook de keuze voor de te gebruiken luidsprekers. Als de weergave van de luidspreker van zichzelf een lichte gloed heeft, is het voorstelbaar om een neutraal klinkende versterker te kiezen. Als de luidspreker neutraal klinkt, is het juist voorstelbaar om een versterker met een lichte gloed te kiezen. De combinatie van de Essence-set met een neutraal klinkende elektrostatische luidspreker zoals de ESL63 is wat ons betreft een zeer geslaagde combinatie. Maar, zoals gezegd, persoonlijke voorkeur speelt hier een sterke rol.

The Gryphon Essence: conclusie

De Essence Pre en Stereo Power van The Gryphon kunnen als referentie dienen voor een anatomisch correcte maar ook fijne en prettige muziekweergave. De set speelt aan de bovenkant van de markt en zou kunnen dienen als lesmateriaal voor bouwers van versterkers. Wie het hogere energieverbruik van klasse A voor lief neemt, krijgt daar heel veel voor terug in termen van geluidskwaliteit. De laagweergave van de Essence-set is fenomenaal en de weergave van middentonen en hoge tonen is bijna griezelig realistisch. De apparatuur en luisterruimte lijken te verdwijnen en er is alleen muziek. De koper van een set Essence versterkers heeft daarna niets meer te wensen. Hmmm, behalve natuurlijk een paar fijne luidsprekers, een goede analoge of digitale bron en een prettige luisterruimte.

The Gryphon Essence: prijzen:

Essence Preamplifier:                   15.360 euroEssence Stereo:                           20.160 euroDAC-module (Zena DA):                5.750 euroPhono-module (PS2-S MM/MC):   2.150 euro

Een belangstellende kan de volgende dealers bezoeken om de Essence versterkers van The Gryphon Audio Designs te beluisteren:

Audio21, Dorpsstraat 44, 8181 HS, Heerde, 06 – 260 48 506, audio21.euMultifoon Hifi, Claes de Vrieselaan 111B, 3021 JH, Rotterdam, 010 – 251 88 88, multifoon.nl