Net als hun eerdere films Aaltra en Mammuth is ook Le Grand Soir van Gustave de Kervern en Benoît Delépine meer een reeks van veelal briljante, even absurd komische als zwartgallige sketches dan een verhaal met een kop en een staart. We maken kennis met de bijzondere familie Bonzini op zo’n vreselijke op een industrieterrein aangelegde winkelboulevard.
Not, zijn zelfgekozen naam staat op het voorhoofd getatoeëerd, is de oudste 'punk met hond' van Europa. Hij zegt het zelf. Hij gaat met zijn broer op bezoek bij zijn ouders, eigenaars van frituur 'La Pataterie'. Hoe ze daar de aardappels schillen, ongelofelijk dat er nog iets frituurbaars van overblijft. Moeder lijkt geestelijk in een ander sterrenstelsel te verkeren.
Wie de biologische vaders zijn van haar twee zoons weet ze niet meer, ze bij de conceptie te dronken om dat vast te stellen. Minutenlang kakelen de twee zoons dwars door elkaar over een verschillend onderwerp (waaronder veel hifi natuurlijk) tegen de stiefvader, die onbewogen blijft. De hilarische toon is meteen gezet.
Not (Benoît Poelvoorde) is geen punk met idealen. Hij is een dakloze bedelaar, die nu hij eenmaal de stad verlaten heeft uit lamlendigheid blijft hangen in het winkelcentrum. Soms gaat hij naar een concert, waar hij vanaf het podium al crowdsurfend de zaal aan de achterkant verlaat en linearecta in de kliko gedumpt wordt.
Zijn broer Jean-Pierre (Albert Dupontel) lijkt een heel ander type. Strak in het pak probeert hij zich krampachtig staande te houden als verkoper in een beddenwinkel. Zijn vrouw en kind leveren hem ook veel stress op, waardoor het helemaal uit de hand loopt en hij om wel zeer begrijpelijke redenen ontslagen wordt. Ook nog eens gedumpt door zijn vrouw raakt hij in snel tempo aan lager wal. Wie beter kan hem daar wegwijs maken dan zijn broer Not?
De film wordt gedragen door vet aangezet acteerwerk van de Poelvoorde en Dupontel. Ook de bijrollen zijn sterk, met een ingetogen cameo van Bouli Lanners (regisseur van Eldorado en Les Géants) en een idiote van Gérard Depardieu, die de toekomst kan voorspellen door in een jeneverglaasje te kijken.
Een uur lang blijft de film ontzettend leuk. Wanneer Not zich over zijn broer ontfermt raakt alle structuur in het verhaal verloren en verzandt de film op weg naar een flauwe anticlimax die de kijker schouderophalend achterlaat. Jammer dat de Kervern en Delépine geen pakkender eind hebben weten te verzinnen, want nu blijft een virtuoze reeks groteske grappen in de lucht hangen bij gebrek aan uiteindelijke bestemming.
Aanvullende informatie:
Frankrijk / België, 2012
Speelduur: 92 minuten
Regie en scenario: Benoît Delépine en Gustave de Kervern
Productie: Jean-Pierre Guérin, Benoît Delépine, Gustave de Kervern
Camera: Hugues Poulain
Montage: Stéphane Elmadijan
Met: Benoît Poelvoorde, Albert Dupontel, Brigitte Fontaine, Areski Belkacem, Bouli Lanners
Beeld: 16:9 anamorf
Geluid: DD 5.1
Uitgave: de Filmfreak