Dit is een herplaatsing in verband met de Hifi.nl Zomerweek: Muziek >>
De late jaren vijftig leverden Ray Charles veel kleinere hits op, vooral dankzij een trouwe fanbasis die zijn nummers kozen op de jukeboxen in cafés. Charles stapte over naar een groter platenlabel, dat hem aanmoedigde om naast zijn vocaal georiënteerde albums terug te keren naar zijn roots van jazz en blues. Een sessie van drie opnamesessies resulteren in een paar albums, waarvan The Genius After Hours de tweede is.
Na jaren van hard werken weet Ray Charles zich vrij te vechten tegen de drie zaken die feitelijk tegen hem werkten in die periode. Niet alleen was hij blind, hij was een wees en ook nog eens geboren met een donkere huidskleur. Hoe knap was het dus, dat Ray tegen alle stromen in wist te vechten en zichzelf muzikaal op de kaart wist te zetten. De overstap naar Atlantic Records bood hem kansen om zichzelf meer te ontplooien en zo legde de twintiger in het midden van de jaren vijftig de basis voor stijlen als R&B.
Maar omdat zijn platenlabel erkende dat Charles meer in zijn mars had dan alleen maar modernere stijlen, werd hij aangemoedigd om zijn roots te uiten. Dat resulteerde in enkele opnamesessies die plaatsvonden in New York tussen april en september 1956. Het eerste - tevens geheel instrumentale - album dat hieruit voortvloeide was The Great Ray Charles dat in 1957 het levenslicht zag. Het tweede album was The Genius After Hours, dat pas in 1961 uitkwam.
Mobile Fidelity Sound Lab heeft deze plaat opnieuw gemastered vanaf de (in mono opgenomen) mastertapes en er een sacd van geperst. Gelimiteerd, zoals gewoonlijk. The Genius After Hours is een wat rustiger album dan zijn voorganger vanuit dezelfde sessies. Vijf nummers is Ray Charles hoorbaar met een trio, de overige drie wordt het trio aangevuld met blazers (waaronder David 'Fathead' Newman, die op de Fats Waller track Ain't Misbehavin' wel heel erg fraai het voortouw neemt). De meerkoppige tracks staan overigens onder leiding van niemand minder dan Quincy Jones. Vooral blues wordt teruggevonden in de hard-bop jazz dat het gezelschap van en met Ray Charles ten gehore brengt.
Naast vijf eigen tracks wordt de luisteraar getrakteerd op enkele tracks die afkomstig zijn van anderen, zoals de Gershwins (het kalme en erg innemende The Man I Love) en Weiss and Baum (Music, Music, Music). Het lekkerste klinkt Charles toch zelf, zoals bijvoorbeeld op Dawn Ray, waar de luisteraar wordt meegenomen in een onderhoudend samenspel tussen piano en drums.
In de 'ruimere' bezetting is Joy Ride één van de favorieten van het album, de toevoeging van trompet (meesterlijk bespeeld door John Hunt) die wordt afgewisseld door de typische klanken die Newman uit zijn altsaxofoon tovert is een levendige ontdekking. Nu nog steeds. En het opzwepende Charlesville laat een uiterst energieke Ray Charles horen, die compleet verloren lijkt te gaan in zijn bijna lyrische manier van spelen.
Met The Genius After Hours zette Ray Charles een meer dan goed album neer, waarop zowel het verleden als ook zijn muzikale toekomst een plek mochten innemen. De één wat sterker vertegenwoordigd dan de ander, zoals bedoeld was. Dit was - en is nog steeds - muzikale jazz voor fijnproevers.
Daarnaast is de op sacd geremasterde versie uit handen van Rob LoVerde erg goed gelukt, er is geen ruis aanwezig en het album van 53 jaar geleden klinkt fris en dynamisch. Verder is de tonale balans correct, klinken hihats niet schel of hard en is het middengebied erg fraai. De snaren van de bas overheersen niet, maar vormen een perfect fundament die de mild verwerkte klanken van Rays piano naar voren doen komen. Deze hybride sacd is voorbeeldig, rijk aan dynamiek en een lust voor het oor. En niets minder.
Muziek: 9
Klank: 9
Label: Mobile Fidelity Sound Lab
Speelduur: 38:48 minuten