In 1965 brachten The Pretty Things hun debuut uit. Het gelijknamige album staat te boek als een van de meest harde platen van dat jaar, zowel wat betreft klank als muziekstijl. Nu Madfish Records veel werk van onder andere deze band opnieuw uitbrengt, mag dit ruige debuut natuurlijk niet ontbreken. Deze 180 grams persing werd direct vanaf de originele mastertapes gesneden, waardoor de sound van die tijd onveranderd hoorbaar is op de LP.
Ik heb er al meer over geschreven. The Pretty Things werd in 1963 opgericht door gitarist Dick Taylor, die eerder aan de wieg stond van The Rolling Stones met Mick Jagger en Taylors studiegenoot Keith Richards. Na z’n toelating op de London Central School of Art besluit Dick die band echter te verlaten, maar het muzikale bloed kroop toch waar het niet gaan kon. Dus besloot hij om samen met zanger Phil May blues te gaan spelen en zo was de band, die werd vernoemd naar Bo Diddley’s Pretty Thing, geboren. De band werd het daaropvolgende jaar aangevuld met gitarist Brian Pendleton, bassist John Stax en –uiteindelijk- drummer Viv Prince.
Op het debuutalbum van The Pretty Things is een vroege versie te horen van een stijl die bekend stond als rhythm-and-blues. Net als de Stones waren de heren van The Pretty Things erg gecharmeerd van deze frisse, jeugdige mix van rock ’n roll en blues. De eerste singles van de band (Rosalyn en Don’t Bring Me Down) verschenen enkel op single, terwijl hun eerste eigen song en tevens de derde single (Honey, I Need) wel op het debuutalbum terug te vinden is. Redelijk toegankelijke uptempo R&B, met een koor bestaand uit de hele band. In Nederland heeft de band overigens nog meer succes dan in hun thuisland. Vergeleken met de muziek van hun ‘grote’ concurrent (The Rolling Stones) klonk het debuutalbum van The Pretty Things een stuk heftiger, de gitaarversterkers stonden in verhouding harder en zelfs de haren van de vijf bandleden waren bewust langer.
De twaalf tracks bieden een vrij helder geluid, dat bewust extra hard werd geproduceerd. Deze vroege voorganger van Loudness War bood in 1965 mede daardoor wel iets artistieks en dat komt extra goed tot uiting op de instrumentale track Unknown Blues, waarbij de bezetting van de band iets anders werd ingevuld. Hoewel de track (ook klankmatig) op de luisteraar overkomt als een leuke jamsessie, zijn alle vijf de bandleden verantwoordelijk voor dit onvervalste stukje blues, dat met instrumenten als de mondharmonica en zelfs een stoel wordt ingevuld. Best leuk. Muzikaal gezien zijn tracks als Mama, Keep Your Big Mouth Shut, Big City of de Chuck Berry cover Don’t Lie To Me interessanter. Road Runner (ook bekend van Diddley) is zo ongeveer het hardste nummer en als afsluiter wordt de eerdergenoemde Bo Diddley-track Pretty Thing ingezet.
Het debuut van The Pretty Things was (en is dat nu ook nog steeds) een leuke, best vernieuwende binnenkomer. De band maakte naam, zeker buiten Engeland. De periode na de eerste LP was iets minder, maar dat maakte de band goed met het conceptalbum (en de allereerste rockopera ooit) S.F. Sorrow en later het fraaie Parachute. Deze herpersing vanaf de originele mastertapes lag in handen van de gerenommeerde technicus Matt Colton, die een goede klus klaarde. Het in Duitsland geperste album speelt overigens mono, zonder dat daar op de hoes melding van wordt gemaakt. Dat laat niet onverlet dat het originele materiaal bewust zo ruig klonk, dat ook de herpersing nog steeds geen dynamisch wonder mag heten. Maar authentiek is het zeker!
- Muziek: 7
- Klank: 5 ½
- Kwaliteit persing: 9
- Label: Madfish Records/ Snapper Music
- Speelduur: 35:29 minuten
- Website