Veel moderne toonarmen zijn van een `fixed headshell` oftewel een niet afneembare of roteerbare armkop voorzien wat qua rigiditeit en snelle energieafvoer een goed idee is.
Bij bepaalde combinaties van arm/armboard en hoogte van de elementbody is het mogelijk dat de naaldtip (van voren bekeken) niet loodrecht in de groeven staat. Er is dan sprake van een Azimuth afwijking, en toonarmen met een in de lengteas draaibare armkop (bijvoorbeeld S.M.E. 3009/3012`s, de S.M.E. 309 en huidige Pro-Ject type`s) of Uni-Pivot armen zijn dan in het voordeel.
Nou kan men de Azimuth bij dergelijke armen op het oog instellen maar gezien het de naaldtip zelf is die zo recht mogelijk moet staan kan men het beste gebruik maken van een dun, klein spiegeltje wat niet dikker is dan een gemiddelde LP (op dit moment duiken audiofielen naar het handtasje van de vrouw of vriendin om make-up spiegeltjes uit hun plastic behuizingen te wrikken).
Met de dwarsdrukcompensatie uitgeschakeld (!) en het spiegeltje op het plateau of de (vilt)mat kan de naaldtip voorzichtig op het glasoppervlak worden geplaatst (houd er rekening mee dat de arm zelfs met uitgeschakelde Bias/dwarsdrukcompensatie nog de neiging kan hebben om zijdelings te gaan `schaatsen`!).
Met een zaklampje kan er dan naar de tip en zijn spiegelbeeld worden gekeken, die bij een correcte Azimuth een rechte lijn moeten vormen. Wanner ze een flauwe liggende `V` vormen zal de armkop richting de punt van die V moeten worden geroteerd (neem eerst de arm van het spiegeltje en plaats de armbuis in zijn steun) totdat het beoogde resultaat - dat van een rechte lijn- is bereikt. Voer de handelingen met uiterste voorzichtigheid uit en raadpleeg de handleiding van de toonarm-fabrikant alvorens de armkop of armbuis te verdraaien want veel types zijn van een klein stel/blokkeerschroefje voorzien!
Een correct in de groeven staand aftastelement zal meer symmetrisch en dus meer accuraat aftasten, wat in een betere Stereo definitie en minder slijtage zal resulteren. Happy Aligning!