Dat het lichtnet geen ideale spanningsbron is voor audio-apparatuur, is geen nieuws. De kwaliteit van de spanning uit het stopcontact is een serieuze beperkende factor. Het Amerikaanse PS Audio pakt de zaken op de meest fundamentele wijze aan: hun zogeheten Power Plants bouwen de voedingsspanning opnieuw op. Wat heeft de nieuwe Stellar Power Plant P3 de muziekliefhebber te bieden?
Het lichtnet: niet ideaal
Het is de bedoeling dat het lichtnet een zuiver sinusvormige wisselspanning aanbiedt met een effectieve waarde van 230 V en een frequentie van 50 Hz. Metingen laten echter vaak afwijkingen zien. Wat is het probleem? Bij zware belasting kan de netspanning wat inzakken. Stroomdraden fungeren als antennes en pikken dus hoogfrequente signalen op. Die planten zich voort in de aangesloten apparaten en verstoren de werking van de schakelingen. Digitale apparaten zoals cd-spelers en computers produceren zelf ook dergelijke hoogfrequente spanningen, die zij weer afgeven aan het lichtnet. Zij spugen als het ware in hun eigen en andermans voedsel. Het omzetten van schakelaars geeft pulsen die zich tot ver over het lichtnet kunnen voortplanten. Ook kan er sprake zijn van een gelijkspanningscomponent, die brommende trafo’s tot gevolg heeft. De koelkast en de verlichting hebben geen last van deze vervuiling van het lichtnet; een hoogwaardig muzieksysteem heeft dat wel.
Op deze website zijn veel recensies te vinden van stroomgerelateerde producten die beogen hier iets aan te doen. Heel in het algemeen schrijven de recensenten aan bedoelde producten verbeteringen toe zoals een vermindering van hardheid en scherpte, een lagere ruisvloer en een betere weergave van dynamiek en ruimtelijke informatie. Ook PS Audio begeeft zich op dat terrein.
De Power Plant P300 van PS Audio
De meest fundamentele manier om de netspanning te verbeteren is dus deze opnieuw op te bouwen. Ziedaar het principe van de regenerator. Het Amerikaanse PS Audio komt de eer toe de eerste regenerator voor audiosystemen op de markt te hebben gebracht. We hebben het over de Power Plant P300 die eind jaren negentig het levenslicht zag. Paul McGowan, de nog steeds actieve, immer innovatieve en enthousiaste CEO van PS Audio, claimt de uitvinder te zijn van dit type toestel. Waar hebben we het precies over? Een Power Plant van PS Audio neemt de netspanning tot zich, zet deze om in gelijkspanning en gebruikt deze om een signaal afkomstig van een oscillator -u raadt het al: de zuivere sinus- te gaan versterken, net zoals een gewone versterker het muzieksignaal versterkt. Aan de uitgang verschijnen dan twee spanningen, waarvan het verschil een nagenoeg perfecte sinusvormige wisselspanning is. Dit spanningsverschil fungeert dus als voedingsspanning voor de aangesloten apparaten. Je moet er maar op komen!
Rond 2005 liep ik bij toeval tegen een voordelige P300 aan. Ik was direct verliefd: de ideale spanningsbron voor mijn cd-speler, phonotrapje en voorversterker. Helemaal na de zogeheten MultiWave II upgrade was de positieve bijdrage aan de klank van mijn hoofdsysteem niet te missen. Ik registreerde simpelweg verbeteringen op alle aspecten, zoals een lagere ruisvloer, een strakker laag en een preciezer focussering.
MultiWave staat trouwens voor de mogelijkheid te kiezen voor een wat andere golfvorm dan de zuivere sinus. Door aan de zuivere sinus een spanning met een kleinere amplitude en de drievoudige frequentie toe te voegen, wordt de top van de sinus breder. Hierdoor kan de voeding van het aangesloten apparaat langer “stroom lurken”. Volgens PS Audio gaat het systeem na de keuze voor MultiWave krachtiger klinken (naar mijn ervaring: vooral warmer). Nogmaals: je moet er maar op komen!
De ontwikkeling van de Power Plants van PS Audio
Na het oermodel P300 kwam PS Audio al spoedig met grotere Power Plants voor complete audiosystemen aanzetten. Deze hadden een groot nadeel: de enorme warmte-ontwikkeling. Het hoogtepunt -zo u wilt: het dieptepunt- van deze ontwikkeling was de P1200, een loodzware, monsterlijk grote energievreter. Zo rond 2009 kondigde PS Audio een nieuwe Power Plant aan die een technologische doorbraak betekende: de bijzonder fraai vormgegeven Power Plant Premier. Dit toestel rekende af met de warmte-ontwikkeling en kon tot wel 1500 Watt leveren, voldoende voor de meeste complete audiosystemen. Het was bijna te mooi om waar te zijn... En inderdaad, al snel waren er enkele criticasters die de sound van systemen die werden gevoed door een Power Plant Premier wat aan de kille kant vonden, zeker in vergelijking met de warmere klanksignatuur die een ouder model als de P300 teweegbracht. Ik liet mijn P300 dus maar lekker staan.
Intussen bleef PS Audio het concept doorontwikkelen en nieuwe modellen op de markt brengen. Tot voor kort bestond de meest recente serie uit de P12, P15 en P20. Kostbare, fraai ogende apparaten met de nieuwste technologie die naar verluidt een volledig audiosysteem kunnen voeden. Helaas zijn de prijskaartjes navenant. Mede gelet op de leeftijd van mijn P300 vroeg ik McGowan vorig jaar per mail waarom er geen kleinere Power Plant voor “kleinverbruikers” meer in productie was, zoals eerder de P300. Tot mijn aangename verrassing kondigde hij de Stellar Power Plant P3 aan; inderdaad weer een 300-Watter, deze keer ingepast in het design van de Stellar serie van voordelige audiocomponenten. Yes!
Enkele maanden na de introductie van de Stellar Power Plant P3 deed zich in mijn woonplaats een stroomstoring voor. Enkele transistoren van mijn P300 overleefden het wegvallen en weer inschakelen van de netspanning niet. Na 14 jaar trouwe dienst was het moment voor een dankbaar afscheid aangebroken. Laat maar doorkomen die Stellar P3!
De Stellar Power Plant P3 van PS Audio
Na het overlijden van de P300 vroeg ik mij af wat nu ook alweer het effect was van dat ding. Cd-spelers, voorversterkers en phonotrapjes kwamen en gingen en werden altijd direct op de P300 aangesloten, zonder “nultest”. Even een stekkerblok in plaats van de P300 neerzetten en luisteren dus maar. Nou, dat viel helemaal niet mee! Ik ervoer de sound als wat traag en vettig, niet zo strak en snel in het laag, wat onrustig en scherp... Wat een narigheid! Vermoedelijk zou een buitenstaander het geluid nog steeds als goed beoordelen, maar als je eenmaal een bepaalde kwaliteit gewend bent, kun je maar moeilijk terug. De conclusie is helder: ik kan in mijn grote set niet meer zonder een Power Plant! Naar de komst van de SP3 werd dan ook reikhalzend uitgekeken. En daar was hij dan!
Uit een grote doos kwam een elegant vormgegeven, nogal plat apparaat; iets kleiner en met ruim 14 kg beduidend zwaarder dan ik had verwacht. Eerst maar even de bovenplaat er af. Het centraal geplaatste koelprofiel zit in een compartiment, zodat er geen stof bij de elektronica kan komen. Slim! Links daarvan een enorme ringkerntransformator en rechts de printplaat. Alles ziet er doordacht en netjes uit.
Er valt veel te zeggen over de technische bijzonderheden van het ontwerp. Ik wil het laten bij de programmeerbare chip die de zuivere sinus genereert met een nauwkeurigheid die overeenkomt met hoge resolutie audio. Nou, dat belooft wel wat!
Voor verdere technische specificaties verwijs ik naar de website van PS Audio. Er zijn vier stopcontacten; eventueel kunnen er met een schakelaar twee worden losgekoppeld van de regenerator. Daar kun je dan grotere apparaten zoals een eindversterker op aansluiten. Naar verluidt is er dan sprake van nog wat passieve filtering.
Zelf zou ik nooit grootverbruikers op de SP3 aansluiten; daarvoor bestaan talloze, beter geschikte filters en conditioners. Als vier stopcontacten ontoereikend zijn, kun je er natuurlijk altijd nog een goed stekkerblok op aansluiten. Meegeleverd is een kleine afstandsbediening die vooral van pas komt voor het inschakelen van MultiWave. De vele opties voor de golfvorm van de P300 ontbreken. Het is wel óf geen MultiWave; wel zo overzichtelijk. Voortuitlopend op de luisterindrukken kan ik melden dat MultiWave een iets warmer geluid geeft dan de zuivere sinus; het verschil is subtiel.
Verder heeft de afstandsbediening nog een knopje voor de optie CleanWave. Dit stuurt een pulserend signaal naar de aangesloten componenten met het doel de voedingen te demagnetiseren. Uiteraard dient er daarbij geen muziek te worden afgespeeld! De trafo van mijn voorversterker gaat door CleanWave enge geluiden maken; ik blijf er dus van af. De hoogste tijd de cd-speler, voorversterker en phonotrap aan te sluiten en te gaan luisteren!
Luisteren met Stellar Power Plant P3 in de set
Rond het middaguur nam ik de nieuwe SP3 liefdevol op in mijn set. Alles weer in de juiste volgorde aanzetten en luisteren maar. Nou, dat viel aanvankelijk niet mee. Het klonk al wel dynamisch en vrij groot, maar ook wat rauw. Nogal logisch: de apparatuur moest weer helemaal opwarmen en de SP3 nog inspelen. Beste mensen, gelooft u mij: nieuwe componenten moeten inspelen (misschien is “inbranden” een beter woord). Vers uit de doos en de winterkou klinkt het nooit goed. Maar zie: reeds dezelfde avond begon alles op z’n plaats te vallen.
De doorbraak kwam bij het beluisteren van de leuke cd “Il Progetto Vivaldi” van het Argentijnse fenomeen op de cello Sol Gabetta. Deze opname van zeer toegankelijke klassieke muziek stelt hoge eisen aan de installatie. Afgespeeld op een minder goede set zal de groot opgenomen en virtuoos bespeelde cello log en stoterig overkomen en zullen de begeleidende strijkers niet vrij zijn van scherpte. Op mijn set klonk het opeens indrukwekkend. De cello werd precies in het midden geplaatst, met een diepe, volle toon; alle nuances en vliegensvlugge aanrakingen met de strijkstok waren te volgen. De violen ter linkerzijde klonken duidelijk minder scherp dan voorheen. Het vrolijke, ritmische karakter van de snelle delen kwam prima uit de verf. Wie zei daar dat klassieke muziek niet kan swingen? Ik realiseerde mij dat ik eigenlijk nog nooit zoiets had gehoord … . Niet thuis, maar ook niet elders. Alle twijfel was weg: de SP3 klinkt niet zo warm als de P300, maar wel warm genoeg en is verder in alle opzichten beter.
De weken na de eerste kennismaking bleef de SP3 zich ontwikkelen. Bij cd’s die ik goed dacht te kennen, hoorde ik nieuwe dingen, zelfs nieuwe instrumentale details in het middengebied. Dit zal ook te maken hebben met de nog weer lagere ruisvloer. Het systeem is met de SP3 ook duidelijk vooruit gegaan ten aanzien van controle en snelheid. Waar ik vroeger dacht dat controle vooral een kwestie is van de wisselwerking tussen eindversterker en luidsprekers, weet ik nu beter. Het begint al bij de bron: met bronnen en voorversterker aan een Power Plant klinkt alles strakker en sneller.
Rest nog te vermelden dat de SP3 in mijn situatie nauwelijks warm wordt. Je kunt voelen dat hij aan staat, meer niet. Bij dezelfde belasting kon je de P300 niet langer dan enkele seconden aanraken...
Enkele kanttekeningen
Naar goed Nederlands gebruik moet er natuurlijk altijd wat te zeuren overblijven. Ik weet iets: het toestel uitgerust met enkele LED’s die bijna zo fel zijn als de lichtmasten van een voetbalstadion. Je kunt ze uit zetten door op DIM van de afstandsbediening te drukken, maar vervolgens krijg je ze dan niet meer aan. Daarvoor moet je eerst het apparaat uitschakelen. Zet een Power Plant echter nooit zomaar uit; eerst moeten de aangesloten apparaten uit! Een Power Plant moet altijd als eerste aan en als laatste uit. Maar goed, die LED’s zijn een detail dat geen invloed heeft op de bijdrage aan de klank. Wat meer moeite heb ik met de wijze waarop dit toestel door PS Audio in de markt is gezet. De SP3 is ondergebracht in de Stellar series van betaalbare audiocomponenten en wordt als zodanig naar voren geschoven als de ideale spanningsbron voor een compleet Stellar systeem.
Merk op dat deze serie ook twee monoblokken van 700 Watt omvat. 'Kan dat er ook aan?', vroeg een consument op het forum van PS Audio. 'Ja hoor, geen probleem', antwoordde een medewerker. 'En als die muziekliefhebber nou luidsprekers met een laag rendement heeft - gaat het dan ook nog goed met die 300 Watt aan geregenereerd vermogen?', vroeg ik mij af. Paul McGowan gaf toe dat er dan toch wel een probleem is.
Een andere bezoeker van dat forum meldde dat hij een zware eindversterker op de SP3 had aangesloten en dat er toen een rode LED ging knipperen. Ok, dat is niet gek - want dat moet je helemaal niet doen. Ik ben dus geneigd deze marketing wat ongelukkig te vinden; ik zie de SP3 vooral als de ideale spanningsbron voor bronnen en voorversterkers. Eventueel kan er een enkele kleine versterker aan; bakbeesten van versterkers dient men aan te sluiten op een grotere Power Plant of op een geschikte power conditioner.
Conclusie
Bijna een kwart eeuw na het ontwerp van de eerste Power Plant is PS Audio erin geslaagd een regenerator voor bronnen, voorversterkers en eventueel kleine systemen te ontwikkelen die betaalbaar is, compact en elegant oogt, gebouwd is als een tank, relatief weinig warmte ontwikkelt en fabuleus klinkt. Wat wil een mens nog meer? Ik beschouw dit apparaat als een doorbraak in de stroomvoorziening voor goede audiosystemen.
De Stellar P3 is direct met afstand de belangrijkste component van mijn installatie. Ik kan mij nauwelijks voorstellen dat er een ander stroomgerelateerd product in deze prijsklasse bestaat dat zoveel effect kan sorteren. Eigenlijk zou er in elke serieuze set een Power Plant moeten staan. Haast u, voor de importeur door de voorraad heen is en uw naam op een wachtlijst wordt gezet…
PS Audio Stellar Power Plant P3
€ 2699 | www.psaudio.com