REVIEWAudioQuest

Review: AudioQuest Niagara 3000 netfilter (primeur)

SAMENVATTING

De Niagara 3000 is een nieuw AudioQuest netfilter dat ondanks zijn duidelijk getemperde prijs tóch het leeuwendeel van de kwaliteiten van de begeerde topmodellen weet te leveren. Voeg daaraan toe dat onze stroom in de nabije toekomst eerder slechter dan beter zal gaan worden en het praktische nut -maar vooral het toegenomen muzikale plezier- van deze Niagara 3000 staat als een paal boven water.

PLUSPUNTEN

  • Sterke prijs-kwaliteitverhouding
  • Zeer goed klemmende contacten
  • ‘Slimline’ vormgeving
  • Vloeiende, natuurlijke, ruimtelijke en tonaal verzadigde weergave bij gebruik van AudioQuest stroomkabels

MINPUNTEN

  • Zacht zoemen waarneembaar in stille ruimte
  • Samen met de AudioQuest stroomkabels lichte afwijking in absolute neutraliteit

Over lichtnetvervuiling is de laatste jaren enorm veel gepubliceerd en iedereen lijkt er wel een mening over te hebben. Feit is dat ons lichtnet de laatste jaren in toenemende mate vervuild is geraakt en ook steeds meer bronnen radiogolven uitzenden. Voeg daar nog de aantasting van de sinusvormige wisselspanning door bijvoorbeeld schakelende voedingen, dimmers, magnetrons en LED-verlichting en de steeds grotere belasting van ons lichtnet aan toe en het lijkt bijna een wonder dat er überhaupt nog goed geluid uit onze muzieksystemen komt. Maar denken we dat, of zijn we langzamerhand steeds meer gewend geraakt aan het wat harde karakter en de relatieve instabiliteit die deze vervuiling met zich meebrengt? Om dit uit te zoeken test ik in dit verhaal als Europese primeur het gloednieuwe AudioQuest Niagara 3000 netfilter.

De stroming van Garth Powell

Om orde in de alsmaar groeiende elektrische chaos aan te brengen, heeft het Amerikaanse AudioQuest dat bekend stond (en staat!) om zijn enorme aanbod aan hoogwaardige A/V-kabels een kleine tien jaar geleden de hulp van Garth Powell ingeroepen. Een met de materie zeer ervaren praktijkgerichte ingenieur, die behalve wetenschapper ook nog eens een enorme passie voor muziek heeft (en daarnaast zelfs professioneel jazz musicus is). Zoals ik kan beamen vanuit een interview in 2017 is hij in staat om op enorm gepassioneerde wijze over stroomvoorziening in audiotoepassingen te vertellen. Maar het is de combinatie van weten hoe live muziek klinkt én voelt in samenwerking met een enorme kennis van lichtnetreinigingsproducten die aan de basis heeft gestaan van de snelgroeiende reeks netfilters, die AudioQuest Low-Z Power | Noise-Dissipation Systems heeft genoemd. Logisch ook, want het door mij gemakshalve gehanteerde woord ‘netfilter’ dekt ook niet helemaal de lading. Met name omdat de Niagara reeks de materie deels op een andere en vooral geheel eigen wijze benadert, en de producten ook gehoormatig andere dingen doen dan de meeste concurrenten.

De hier geteste Niagara 3000 zit binnen het AudioQuest gamma zo ongeveer in het midden. Aan de lager geprijsde kant is er nog de 1200 voor 999 euro, waarna het 3000-model volgt met 2.999 euro. Voor de Niagara 5000 en het topmodel 7000 zullen werkelijke ‘high-end’ bedragen op tafel moeten worden gelegd, respectievelijk 4.495 en 8.995 euro. Als aanvulling is het overigens nog belangrijk om te weten dat uitlevering van de hier besproken Niagara 3000 pas halverwege mei kan gaan starten, we zijn er echt heel vroeg bij met deze review.

Sweet spot

Dit nieuwe AudioQuest netfilter is een meer dan interessant aanbod, wat vooral te maken heeft met het feit dat hij eigenlijk het kleine broertje van de 5000 is met alle voordelen van dien. De enige twee zaken die hij minder heeft, is dat het aantal aan te sluiten apparaten halveert (van 14 naar 7) en het ‘reservoir’ om piekvermogen te leveren van 90 ampère naar een nog steeds machtige en zeer bruikbare 55 ampère daalt. Met dat besef in het achterhoofd wordt al snel duidelijk dat deze nieuweling best wel eens de toekomstige hoofdrol binnen het gamma zal kunnen gaan opeisen. En daar blijft het nog niet eens bij. Want waar ik de 5000 en zeker de loodzware 7000 als bijna ‘bakbeesten’ betitel, blijkt de 3000 met zijn lagere gewicht van 11 kilo (tegen 17 kilo voor de 5000 en bijna 37 kilo voor de 7000) en de slimline hoogte van 8,8 cm veel beter hanteerbaar te zijn en mooier om te zien.

Als we het afzetten tegen de concurrentie vindt er een aantal interessante zaken plaats. Want helemaal aan de start van het project en eigenlijk voorafgaande aan de hele nieuwe reeks AudioQuest netfilters hebben Garth en zijn team zowel gekeken maar zeker ook geluisterd(!) naar eerdere eigen oplossingen, en naar producten van de meeste concurrenten. Wat deden zij goed, en wat kon er volgens het ontwikkelteam nog aan verbeterd worden?

Bij al die vergelijkingen is heel nauwkeurig naar de invloed op het signaal, de gebruikte techniek(en) en welke probleemgebieden wel en niet werden aangepakt gekeken. Wat uit deze inventarisatie uiteindelijk het sterkst naar voren kwam, is dat de meeste collega producten te agressief op bepaalde deelgebieden anticipeerden, terwijl andere eveneens belangrijke gebieden soms zelfs compleet werden verwaarloosd. Daardoor waren er zeker bepaalde positieve effecten waarneembaar, maar bleef er ook veel mogelijke verbetering op de spreekwoordelijke plank liggen. Toch bleek uiteindelijk het meest vervelende aspect, dat bij een behoorlijk aantal van de bedachte vindingen het middel vaak nog erger was dan de feitelijke kwaal.

AudioQuest oplossing(en) 

Zoals verwacht heeft Garth een hele reeks oplossingen bedacht om het netvervuilingsprobleem zo breed mogelijk aan te pakken. Net als bij de duurdere Niagara 5000 en 7000, wordt ook bij de 3000 gebruik gemaakt van het gepatenteerde AC Ground Noise Dissipation System. Een slimme oplossing die de vervorming binnen de netspanning over de gehele bandbreedte vermindert en niet slechts over één of een paar octaven wat zoveel andere ‘oplossingen’ bewerkstelligen. Samen met Level-X Linear Noise-Dissipation Technology biedt dat de meest breedbandige en lineaire AC filter technologie die momenteel verkrijgbaar is. Bijzonder en onderscheidend is echter vooral het zowel passief als actief werkende Transient Power Correction Circuit. Bij deze vinding wordt gebruik gemaakt van een zogenaamde powerbank. Een soort regulerend stroomreservoir waarbij extra stroomreserve wordt opgeslagen die nodig is om in dit geval de piekspanningen tot 55 Ampère op te vangen.

Daardoor is de Niagara 3000 volgens de fabrikant ook geschikt voor versterkers die hoge vermogens en grote dynamische contrasten kunnen leveren, en zou de muziek dynamischer en levendiger moeten worden weergeven. Terwijl de in black chrome uitgevoerde voorzijde buiten een rode en blauwe LED verder alleen maar van een aan-uitschakelaar aan de voorzijde is voorzien, komen we aan de achterzijde van het 44,5 cm brede, 8,8 cm hoge en 38,6 cm diepe apparaat de al eerdergenoemde zeven netentrees tegen. Dat zevental is in twee groepen verdeeld: een linker die twee entrees bevat voor vermogen trekkende apparaten zoals twee eindversterkers of een zware geïntegreerde versterker, en de overige vijf die zijn bedoeld voor bijvoorbeeld een voorversterker en bronnen, nog extra wordt gefilterd op ruis en vervorming.

Heel mooi is dat deze zeven robuuste netentrees zijn voorzien van zwaar verzilverde koperen contacten. Het zijn bovendien verbindingen die meer dan stevig klemmen, met als voornaamste doel om ook op langere termijn een zo optimaal mogelijk contact te kunnen garanderen.

Voorbereidingen  

Hoewel ik tijdens deze test heel bewust ook mijn eigen stroomkabels van onder andere ssential Audio Tools, Nirvana en Kemp Electronics heb gebruikt, is het in belang van dit verhaal om daar aanvullend een klein arsenaal aan AudioQuest kabels aan toe te voegen. Niet vanuit marketingoogpunt, want ik heb daar zelf om gevraagd, maar vooral omdat deze ook met dezelfde Ground Noise Dissipation technologie zijn uitgerust en het hele ontwerpconcept zo maximaal kan worden doorgetrokken. In dit pakket zijn daarom de AudioQuest Monsoon (vanaf € 329), Blizzard (vanaf € 599) uit de Wind serie en de Thunder (vanaf € 769) uit de hoger gesitueerde Storm serie aangetreden. Natuurlijk kan het nog duurder en nog beter, maar dat zou niet meer in het kader van de prijs van de Niagara 3000 passen. Om niets aan het toeval over te laten heb ik buiten mijn eigen referentie Zanden 6000, ook van een Spectral DMC-30 SV voorversterker met Spectral DMA-300 SV eindversterker, Goldmund Telos 7, Riviera AIC-10, Lyngdorf 1120 en JK Acoustics Integrated2 AMP versterkers gebruik gemaakt.

Bronnen zijn behalve mijn referentie North Star Design 192 CD loopwerk met Extremo DAC, een Spectral SDR-4000 SV CD only speler en een Mirror Image Wizzard netwerkspeler. Luidsprekers zijn de befaamde Master Contemporary C modellen van luidspreker magiër Rick paap, terwijl de keten ten slotte wordt gecompleteerd door Siltech (Royal Signature Empress), AudioQuest (Fire) signaalkabels en luidsprekerkabels van Nirvana (SX).

Andere insteek

Doordat ik het geluk heb in een rustig buitengebied te wonen waar de stroom nog meetbaar minder vervuild is en mijn luisterruimte is voorzien van een apart geslagen aarde met drie afzonderlijke audiogroepen, is het we goed om te beseffen dat ik hier daardoor over andere en vooral betere randvoorwaarden beschik dan mensen die bijvoorbeeld in een stad wonen. Ook omdat het in die gebieden/situaties vaak onmogelijk is om een aparte aarde te laten slaan en je in geval van een huurhuis ook niet zomaar een extra audiogroep(en) kan en mag aan (laten) leggen. Maar het mooie van iedere situatie is, dat je de essentie van testproducten altijd vanuit meerdere kanten kunt bekijken. Zo staat mijn situatie het wel toe om heel nauwkeurig te onderzoeken wat een Niagara 3000 al dan niet voor eigen signatuur aan de weergave toevoegt. Om in een laatste sessie ook de ‘reinigende’ werking adequaat te kunnen toetsen, heb ik in dat laatste deel van de testperiode het netfilter ook naar enkele audiokennissen woonachtig in stedelijke bebouwing in normale omstandigheden meegenomen.

Luisteren – met eigen stroomkabels

Een compleet nieuw apparaat in je keten integreren is altijd even wennen. Niet zozeer vanwege het uiterlijk, want de Niagara 3000 is mijns inziens misschien wel de fraaiste van de hele serie, maar wel vanwege de veranderende weergave. Want dat dit netfilter wat doet met het geluid, is vanaf het eerste moment meteen duidelijk. Hoewel ik al wel van een AudioQuest High Current Thunder als de voeding van het netfilter zelf gebruik maak, zijn de overige netkabels in deze eerste sessie bewust exemplaren die ik ook normaal gebruik. Dit om vooral te ervaren dat de wijzigingen die ik waarneem alleen maar door het netfilter worden veroorzaakt en niet ook nog eens door allemaal nieuwe nog onbekende stroomkabels. Voor de digitale bronnen is dat hier een Nirvana PC+, voor de North Star Design Extremo DAC een Kemp Reference, terwijl de Zanden 6000 van een Essential Audio Tools Current Conductor is voorzien. Ik kies ervoor om als allereerste handeling alleen de bronnen op het daarvoor bestemde deel van het netfilter om te steken en de Zanden nog op zijn eigen plek in de stroomwandrail (ik gebruik geen stekkerdoos) te laten. Hierna luister ik aandachtig met een drietal bekende nummers, waarna ik de stekkers weer terug plaats en de muziek in de ‘oude’ bestaande situatie nog een keer afspeel. Als volgende stap komt dan ook de Zanden en later andere merken versterkers erbij en herhaalt zich het hele verhaal nog een keer. Voorafgaande aan de werkelijke luisterervaringen is het nog goed om te melden dat de Niagara 3000 voor deze sessie al de nodige dagen aan de stroom hing.

Zoemtoon

Hoewel het al jaren geleden is dat de grotere Niagara 7000 hier logeerde, herken ik als eerste helaas wel weer meteen één van de weinige mindere eigenschappen. Het is de zachte maar voor mij best indringende zoemtoon die in een werkelijk stille omgeving in negatieve zin opvalt, maar in een normale woonomgeving dat veel minder tot waarschijnlijk niet zal doen. In de handleiding staat het overigens wel netjes verklaard. Het blijkt te ontstaan doordat een inwendig elektrisch circuit dat onderdeel uitmaakt van het Transient Power Correction gedeelte, door zijn werk om de harmonische vervorming in het lichtnet om te zetten in warmte, op 60 Hz en de vele octaven daarboven zacht mee resoneert. Ondanks dat de ontwerpers deze schakeling toch in een hermetisch afgeschermde behuizing binnenin de kast hebben geplaatst, schijnt het bijzonder lastig te zijn om het circuit werkelijk volledig onhoorbaar zijn werk te laten doen. Indien het werkelijk irritant uitpakt omdat het geluid ook samenhangt met de te verwerken vervuiling, maar bij mij gelukkig niet het geval was, kan de schakelaar op de achterzijde ook als laatste redmiddel in de ‘0’ positie worden geplaatst. Hierdoor zakt de werking van de TPC correctie terug naar 90 procent, maar is de in bepaalde gevallen vervelende zoemtoon ook meteen verdwenen.

Aantrekkelijke eigenschappen

Gelukkig blijft het negatieve daar bij en kan verder genoten worden van al het moois wat dit netfilter te bieden heeft. Want bij het luisteren valt meteen op dat de muzikanten op een breder podium verder buiten de luidsprekers worden geplaatst. Het gaat wel in lichte mate ten koste van de focussering, maar de weergave behoudt wel zijn muzikale spanningsbogen en aantrekkelijkheid. Heel verheugend en in mijn ogen een serieuze stap vooruit ten opzichte van het alweer wat oudere topmodel, is dat ik de tonale balans van de 3000 als meer neutraal en naturel dan die van de Niagara 7000 ervaar. Het is uiteraard zeker niet zo dat deze lijstaanvoerder nu ineens als een spreekwoordelijke ‘kleurdoos’ kan worden betiteld, maar het is wel duidelijk dat er bij deze 3000 weer wat evolutie heeft plaatsgevonden die hem mogelijk meer aantrekkelijk maakt voor de echte klankpurist.

Natuurlijke transparantie      

Het volgende wat mij opvalt is dat hoewel de weergave wat zachter en minder nadrukkelijk omlijnd of afgebakend overkomt, dit niet ten koste van een hoge natuurlijke transparantie en oplossend vermogen gaat. Integendeel zelfs, want zaken als galmweergave en kleine geluidjes blijven op volstrekt natuurlijke wijze waarneembaar en maken heel fraai onderdeel van het totaalgeheel uit. Wanneer ik ook de Zanden in het High Current deel omsteek, houd ik onbewust even mijn adem in. Voornaamste reden is dat een krachtige buizenversterker veel stroom kan trekken en dat dit samen met het extreme oplossende vermogen en snelheid bij de meeste filters al snel compressieverschijnselen en dynamiekafvlakking op kan wekken.

Ook een merk als Spectral is zeer kritisch voor dit soort verschijnselen en gehoormatige afwijkingen worden daarmee meteen gesignaleerd. Maar gelukkig blijkt mijn angst ongegrond en stort ook de weergave van deze krachtige (eind)versterkers niet in. Er is wel bij de meest kritische passages op werkelijk hoge volumeniveaus een kleine afronding van transienten waarneembaar in vergelijking met mijn ongefilterde wandrail. Maar verder blijft alles perfect intact en is er geen verlies van dynamiek of muzikale spanning. Prima!

Luisteren – met AudioQuest stroomkabels 

Als volgende sessie worden alle door mij gebruikte netkabels vervangen door exemplaren van AudioQuest. Niet omdat deze in iedere situatie altijd per se beter zouden zijn, als wel dat ik dan de AudioQuest denkwijze en het technologisch concept volledig kan doortrekken. Hoewel zelfs de opmerkelijk betaalbare Monsoon qua weergave meteen duidelijk de technische benadering van ontwerper Garth Powell perfect gehoormatig vertegenwoordigt (door afname aan vervorming ontstaat een meer vloeiende, rijke en ontspannen weergave), doet de bijna dubbel zo dikke Blizzard daar nog een stevige schep bovenop. Want in tegenstelling tot mijn eigen kabelcombinatie die meer een meer gefocusseerd beeld met minder verzadigde klankkleuren en een maximale definitie nastreeft, is daar nu een meer ontspannen en nog wat breder geëtaleerde presentatie met meer verzadigde klankkleuren voor in de plaats gekomen. Waar de kostbare 7000 het beeld verder naar voren trekt en de 3D-gelaagdheid wat nadrukkelijker weer kan geven, houdt de 3000 zich net wat meer op de vlakte en gaat hier wat beheerster te werk. Wat niet wil zeggen dat er daardoor geen andere aspecten opvallen, want de Niagara 3000 etaleert op zijn beurt dan weer misschien nog wat mooier de lossere en fraaie galm die achter stemmen en instrumenten tevoorschijn komt. Maar wat in met de totale AudioQuest keten misschien wel het meest duidelijk naar voren komt, is dat de facetten genieten, muzikale diepgang, fraai gelaagde dynamische contrasten die echter wel heel ontspannen worden weergegeven en tonale rijkdom echt met hoofdletters kunnen worden geschreven.

Wanneer ik ten slotte alle Blizzard kabels ook nog eens vervang door alleen maar de voor deze test duurste Thunder variant, gebeurt er iets opmerkelijks. Niet alleen wordt het beeld nog vloeiender en meer verzadigd, maar ook de onderlinge samenhang en definitie gaan nu nog verder omhoog. Het is nu zo goed, dat steeds sterker mijn ervaringen met de prachtige luidsprekerkabels uit de AudioQuest Mythical Creatures serie naar voren komen. Dus en nog meer klankkleur en ontspannenheid enerzijds, maar ook meer hele verfijnde details die de muziek een prachtige lading meegeven. Een aanvullend voor mij logisch gevolg is dat door dit nog beter kloppende totaalplaatje nu ook het gewenste hoogtebeeld nog beter tot uitdrukking komt. Kortom: een prachtige, natuurlijk gelaagde weergave waarna het enorm lang en met veel plezier luisteren is.

Luisteren – in vervuilde situaties       

Voor de laatste ronde plaats ik het filter weer netjes in zijn verpakking en ga gepakt en gezakt op weg naar Rotterdam en Amsterdam. Stedelijke bebouwingen waar mensen zeker in de binnensteden vaak in appartementen wonen en dus de stroom met veel meer mensen moet worden gedeeld. Verder zijn er trams en is de ruisvloer door al het verkeer en het stadsleven een heel stuk hoger dan in dorpen en de buitengebieden. Ik zal u het uitpakken besparen, maar na eerst van een kop koffie te hebben genoten, valt bij beide situaties en geheel verschillende muzieksystemen al bij de eerste muzieknoten de grote overeenkomst op. Vooral met het filter en alle AQ stroomkabels in gebruik zijn de overeenkomsten met mijn situatie veel groter dan de verschillen. Dus ook hier een hele natuurlijke, rijke en betrokken weergave die lang luisteren toestaat.

Wat nu echter een veel groter verschil maakt, is de forse degradatie wanneer het filter wordt afgekoppeld en de normale stroomvoorziening weer zijn werk gaat doen! Want oei, want klinkt het nu ineens een stuk kaler, vlakker en harder, waarbij het geluid ook meer aan de luidsprekers lijkt te kleven. Beide gastheren benoemen verder ook de toegenomen rust in de weergave en het toegenomen luisterplezier.

Het moge duidelijk zijn dat deze twee muziekliefhebbers aangenaam verrast zijn, wat niet wegneemt dat uw smaak en thuissituatie weer heel anders zal zijn en dat zelf thuis luisteren en uitproberen altijd een pre is. Maar buiten dat staat niets wat mij betreft een bijzonder positief advies voor deze laatste generatie AudioQuest netfilter nog in de weg. De prijs-kwaliteitverhouding behoort tot het beste wat het Amerikaanse merk mensen momenteel kan bieden, terwijl op muzikaal vlak gelukkig ook de levendigheid en dynamische contrasten opvallend goed overeind blijven. Zelfs zozeer dat het samen met de klankmatige rijkdom en het intact laten van de muzikale spanningsbogen een duidelijk onderscheid en vooral voorsprong ten opzichte van verschillende andere gelijk geprijsde filters op de markt weet te bereiken.

Conclusie     

De Niagara 3000 is een nieuw AudioQuest netfilter dat ondanks zijn duidelijk getemperde prijs tóch het leeuwendeel van de kwaliteiten van de begeerde topmodellen weet te leveren. Dat daarbij het aantal aansluitingen van 14 naar 7 posities is teruggebracht, lijkt mij voor velen geen onoverkomelijk probleem. Voordeel is dat het apparaat in mijn opinie veel appetijtelijker oogt en het product zelfs kwalitatief volledig gelijk is aan de meteen 1.500 euro duurdere Niagara 5000.

Maar dan de hamvraag: of het anno 2020 zinvol is om een netfilter aan te schaffen. Een vraag die gemakkelijk lijkt, maar dat niet is. Allereerst raad ik iedereen aan om bij serieuze interesse altijd eerst zo’n apparaat bij uw dealer te lenen. Alleen dan kunt u pas echt waarnemen of het de beloofde verbetering brengt. In mijn eigen situatie weet de Niagara 3000 (nog) geen echte verbeteringen te realiseren, maar in meer vervuilde situaties doet het dat wel. Vooral omdat de vaak wat harde en door vervuiling steeds vlakkere weergave met het filter plaats maakt voor een hele fraaie tonale rijkdom, een opmerkelijk vloeiende en ‘zachte’ weergave en ook nog als bonus een groter en beter gelaagd ruimtebeeld bezit.

Afsluitend is het denk ik dat het nog goed is om te vermelden dat dit type verbetering/verandering lastig met de aankoop van andere componenten is te vergelijken. De stroomvoorziening is immers de basis van alles en wanneer u dat beter voor elkaar heeft, wordt automatisch ook uw weergave beter. Voeg daarbij dat onze stroom in de nabije toekomst eerder slechter dan beter zal gaan worden en het praktische nut -maar vooral het toegenomen muzikale plezier- van deze Niagara 3000 staat als een paal boven water.

AudioQuest Niagara 3000
Low-Z Power | Noise-Dissipation System
€ 2.999,- | www.audioquest.nl

MERK





EDITORS' CHOICE