Na een intermezzo van maar liefst tien jaar brengt Labryènco weer een nieuw album uit. Op Morir Y Nacer verkent de band rondom flamencogitarist Alain Labrie de cyclus der vergankelijkheid en wordt tevens een ode aan het leven zelf gebracht.
Wanneer ik mijn recensie van het vorige album La Penúltima teruglees, blijkt de tussenliggende periode van een decennium tussen releases niet vreemd voor Alain Labrie en zijn gezelschap, dat onder de noemer Labryènco musiceert. Labrie heeft voor zijn nieuwste geesteskind (dat gezien de titel van het voorgaande album nog steeds weleens zijn laatste zou kunnen zijn) gebruikmaakt van zijn vaste bezetting, aangevuld met diverse gastartiesten.
De band, voor de cd bestaand uit bassist Franklin Heijligers, violist Vera van der Bie en Labrie zelf, ziet zich op het album aangevuld met zes gasten die de passie van de flamencomuziek verrijken met onder meer zang, fluit, viool of zelfs fluit. Alain Labrie verzorgt op het album natuurlijk de hoofdrol, die hij invult met flamencogitaar, elektrische gitaar, oud, balalaika, udu, de binnen flamenco zo traditionele palmas (het ritmische handgeklap), percussie en zelfs enkele vocalen. Wederom gebruikte Labrie zijn eigen studio en verzorgde hij de mix en mastering van Morir Y Nacer.
Sterven en geboren worden (de albumtitel letterlijk vertaald) wordt door Labryènco in acht tracks samengevat, waarbij alle aspecten rondom de levenscyclus passievol en energiek worden benaderd. Er wordt gefeest, overpeinsd en zelfs gedroomd. Zo’n droom ging blijkbaar ook voor Alain Labrie zelf in vervulling, want de openingstrack Imaginación wordt muzikaal verrijkt door fluitist Jorge Pardo. Deze man speelde jarenlang in het sextet van niemand minder dan Paco De Lucia en toerde onder andere met Chick Corea.
De verrijking in de muziek van Labryènco middels gastartiesten werkt goed voor de afwisseling en houdt de luisteraar geboeid. Zeker ook de zang die de helft van de tracks op Morir Y Nacer van duiding voorziet. Maar het zijn vooral ook de arrangementen, het zo natuurlijk en vloeiend overkomende samenspel tussen de musici en de dictie van wat toch als hoofdrolspeler van het album betiteld mag worden (de gitaar in diverse vormen) die ervoor zorgen dat het derde album van Labryènco boeit.
De tracks zelf zijn compleet, voorzien van kop en staart met een vooral meer ingetogen karakter dan de voorgaande langspeler van Labryènco. Het zal de leeftijd zijn, maar ondanks de passie die nog steeds in volle glorie doorklinkt, is er een soort prettige rust en rijping in de muziek van Labrie en zijn muzikale kompanen gekomen. Niet dat het album voorspelbaar is geworden, integendeel. Daarvoor is de moderne flamencomuziek van het gezelschap veel te rijk en divers. Maar je hoort dat de prestatiedrang zich heeft verlegd naar verfijning, de jeugdige passie plaats heeft gemaakt voor diepgaande liefde en de toch al goede kwantiteit zich door nog meer kwaliteit heeft weten te laten overtroeven. Het enige kritiekpunt is dan dat de uitgestrektheid en geruime opbouw van enkele nummers de aandacht van de luisteraar zouden kunnen verliezen, zij het voor korte tijd.
Labryènco vertelt op Morir Y Nacer niet één, maar meerdere verhalen. Verhalend die aandachtig beluisterd kunnen en mogen worden, als je ervoor openstaat. Beïnvloed door, of in elk geval vergelijkbaar met veel modernere muzikale stijlen weet de band te blijven boeien, de spreekwoordelijke ziel te strelen of in elk geval de verbeelding te prikkelen. Wel virtuoos, maar gelukkig niet hoogdravend. Voeg daaraan de wederom erg sterke productie toe en de winter wordt voor de luisteraar weer vanzelf een stukje warmer. Genieten.
Muziek: 8,6
Klank: 9,4
Label: Music & Words
Speelduur: 57:47 minuten
Website: www.labryenco.nl