REVIEW

Low - The Great Destroyer

Jan Luijsterburg | 17 februari 2005

Low staat al elf jaar voor extreem verstilde muziek, traag, sereen en zo kaal mogelijk opgenomen. Het trio bouwde een flinke reputatie op, maar kwam ook voor het dilemma van elke band met een specifiek eigen geluid te staan. Blijf je je herhalen voor eigen publiek, of gooi je het roer om met het risico je eigenheid te verkwanselen?

Low - The Great DestroyerThe Great Destroyer hakt de knoop krachtig door, en wijkt sterk af van het eerdere werk van Low, al waren de kiemen voor het nieuwe geluid achteraf gezien al wel aanwezig op het laatste album Trust. De veranderingen lijken vooral voort te komen uit het eigen gevoel, want door commercie heeft de band uit Duluth zich nooit laten drijven.

Het tempo ligt in het merendeel van de dertien tracks voor Low maatstaven uiterst hoog, bijna als andere bands, zou je zeggen. De volumeknop heeft een flinke zwengel naar rechts gekregen en de productie is rijk gelaagd, waarbij soms aardig wat gitaren op elkaar gestapeld zijn, meestal zwaar overstuurd. Bovendien zijn er een stel pure popsongs, met sterke refreinen en al.

Dat dit echt nog Low is blijkt vooral uit de typerende prachtige samenzang van Alan Sparhawk en zijn vrouw Mimi Parker, die trouwens ook ongekend tekeergaat op haar trommels en bekkens. Vroeger kregen ze hooguit een aaitje.

Het vertrouwde geluid is nog slechts op enkele tracks te horen. Producer David Fridmann, bekend van zijn werk met Mercury Rev, Flaming Lips en Sparklehorse, had een flinke hand in het nieuwe klankbeeld. Als geen ander weet hij geluid zo te manipuleren dat het effect, hoe rafelig ook, maximaal is. Totaal anders dan de kale directheid van Steve Albini op eerdere Low albums.

Dat er iets aan zat te komen was al wel af te leiden uit de grote opruiming van de archieven, in het fraaie boxje A Lifetime of Temporary Relief - 10 Years of B-sides and Rarities. Sparhawk spreekt in interviews van een ontwaken. The Great Destroyer klinkt dan ook uiterst urgent, in muziek en tekst. Sparhawk en Parker maken zich grote zorgen over de wereld waar hun kinderen in op moeten groeien. Hun religie biedt hen geen absolute zekerheden, en de twijfels worden rechtstreeks geuit.

Waar Low altijd stond voor één sfeer en stemming biedt The Great Destroyer een grote variatie. Van tot woede gedreven (Everybody’s Song) tot lieflijk, van monotone drones tot Beach Boys of Byrds achtige pop (California). Ook als de vertrouwde magie er weer is in een kippenvelnummer als Pissing, loopt het uit op een kakofonische climax. Low is de flegma voorbij, en totaal niet sloom meer.

De albumtitel, die in de tekst van twee nummers voorkomt, wordt fraai grafisch vormgegeven in het hoesontwerp, waar overal wel stukken van regels over de rand vallen. Opgevreten door de grote vernietiger. Lieflijke wolkenpartijen met grote boze zwarte letters eroverheen. Geweldige plaat.


Aanvullende informatie:
13 tracks, speelduur 52:56
Label: Rough Trade / Sub-Pop / Cycle
Distributie: de Konkurrent 
Website Low: www.chairkickers.com






EDITORS' CHOICE