REVIEWWharfedale

Review Wharfedale Evo 5.2: de grote compacten

Guido de Kanter | 10 november 2025 | Wharfedale

SAMENVATTING

Het concept veel luidspreker voor het geld wordt hier in meerdere opzichten waargemaakt, zowel materieel als qua geluidskwaliteit. Voor wie op zoek is naar grootse speakers rond de duizend euro, is de Wharfedale EVO 5.2 zeker het beluisteren waard.

PLUSPUNTEN

  • Klinken groot
  • Levendig, plastisch geluid
  • Beginnen bij laag volume al goed te klinken
  • Nette afwerking
  • Uitstekende prijs-prestatieverhouding

MINPUNTEN

  • Zíjn ook groot
  • Hebben bijzondere statieven nodig
  • Laagweergave hier en daar te fors

Wharfedale’s EVO 4-serie is in korte tijd een bekende grootheid geworden in de hifi-wereld, bekend om zijn gunstige prijs-prestatieverhouding. Dit najaar komt het bedrijf uit Huntingdon met modelupdates, genaamd EVO 5. We gingen aan de slag met de EVO 5.2 (1.000 euro per paar), die in de reeks een middenpositie inneemt. Hoe brengt de nieuwe het eraf?

De EVO 4-serie, geïntroduceerd in 2021, was een groot succes voor Wharfedale, zowel bij de vakpers als commercieel. De EVO’s waren een typisch trickle down-product, waarbij de fabrikant zoveel mogelijk technologie overdroeg van de duurdere Elysian-lijn naar een serie luidsprekers op een bereikbaarder prijsniveau.

Intussen zijn er vier jaar verstreken en achtte Wharfedale de tijd rijp voor een nieuwe iteratie van de EVO-reeks, die ook twee vloerstaanders en een centerspeaker omvat en beschikbaar is in zwart, wit, grijs en walnoot. Je ziet bovenstaand de volledige familie in laatstgenoemde uitvoering, de 5.2 is de grotere van de twee “compacte” luidsprekers en is het middelpunt van deze review.

Techniek 

Gebleven is de beeldbepalende bouwtrant met drie drivers, waarvan er twee heel opvallend zijn: de grote dome voor het middengebied en als tweeter een Air Motion Transformer, kortweg AMT, hier op de foto afgebeeld.

In plaats van een traditionele dome gebruikt een AMT een geplooid membraan van een extreem dun en licht materiaal, meestal een polymeerfilm. Aan beide zijden van dit membraan bevinden zich krachtige magneten die een sterk magnetisch veld opwekken. Wanneer een audiosignaal door de geleidende banen wordt geleid, komt het diafragma in beweging: de plooien trekken samen en zetten weer uit. Daarbij persen ze de lucht tussen de vouwen met kracht naar buiten. Het effect is te vergelijken met het zomerse vermaak van het wegschieten van een kersenpit: de beweging van de vingers is hier minimaal, terwijl de pit een opmerkelijke afstand kan afleggen.

Dankzij dit principe kan een AMT tot vier keer zoveel lucht verplaatsen als een conventionele dometweeter met een vergelijkbaar oppervlak. Het lichte materiaal en de geringe beweging resulteren in minder vervorming en een snellere respons op transiënten.

Het klassieke nadeel van AMT’s is dat hun frequentiebereik naar beneden minder ver doorloopt en dat door hun snelheid en efficiëntie een harmonieus samenspel met traditionele drivers vaak niet makkelijk te realiseren is. Het is wellicht daarom dat Wharfedale ook bij de EVO 5.2 weer kiest voor een lichte dome, en niet een conus, als middenweergever. Het bereik waarbinnen deze wordt ingezet loopt van 800 Hz tot 4,3 kHz (dit was bij de EVO 4.2, de directe voorganger, 1,4 kHz tot 3,9 kHz).

Alle drie de driverunits worden aan de achterzijde omgeven door een nieuw geluidsabsorberend materiaal dat Wharfedale SilentWeave noemt. Dit mengweefsel van katoen en vilt is speciaal voor de EVO 5-luidsprekers ontwikkeld en moet helpen om geluidsreflecties naar de behuizing (en weer terug) te verminderen.

Aan de frontzijde zijn de drie drivers omringd door een zogenoemd ResoFrame: een ring van elastomeer (schuimrubber) die voor akoestische demping moet zorgen. Daarnaast is het scheidingsfilter opnieuw ingericht met het oog op verkorting van het signaalpad.

Uitgedijd

Gebleven zijn de welvingen aan weerszijden van de behuizing, die zorgen voor een betere verstrooiing van het afgestraalde geluid dan met een vlak front mogelijk is. En over de behuizing gesproken: deze is in alle richtingen uitgedijd. Ten opzichte van de EVO 4.2 is er in de breedte én de diepte 1 cm bijgekomen, en in de hoogte 4 cm. Dit handjevol centimeters heeft de omvang van de nieuwe “.2” met 17 procent doen toenemen. De kastinhoud van de EVO 5.2 wordt door Wharfedale opgegeven als 27,2 liter. Het gewicht bedraagt 15 kilo per stuk.

De basis van de EVO 5.2 wordt gevormd door wat Wharfedale een hybride plint noemt. De gekozen combinatie van metaal en hout moet voor vergrote stabiliteit zorgen. De plint bevat links, rechts en aan de achterkant openingen om de lage tonen uit de down-firing basreflexpoort naar buiten te leiden, zoals op deze foto te zien is.

Aan de slag

‘Zo, dat zijn flinke jongens!’, was mijn eerste gedachte na het uitpakken van de Wharfedales. Omdat de EVO 5.2’s geen vloerstaanders zijn, behoren ze quasi automatisch tot de klasse die men compacte, ook wel “boekenplank”-luidsprekers noemt. Het scala aan luidsprekers dat in deze categorie valt, is nogal breed. Testte ik enkele maanden geleden nog de minuscule Totem Loon, met de EVO 5.2’s had ik het andere uiterste in huis. Met hun 50 × 26 × 35 cm (h×b×d – 4 cm dieper als je de bijgeleverde frontjes en de aansluitingen meerekent) hebben de Wharfedales niets met gewone boekenplankluidsprekers te maken. Ze lijken veel meer op forse vloerstaanders, waarvan één of twee laagdrivers zijn weggelaten.

De Wharfedales zijn leverbaar in wit, de nieuwe kleur ‘Lunar Grey’ en in zwart eiken- of walnootfineer. In die laatste uitvoering zijn ze aan de recensent geleverd en de afwerking maakte een nette indruk.

Stands

Het formaat kan de koper wel voor uitdagingen plaatsen. De hoogte waarop je ze laat spelen luistert nauw bij deze luidsprekers. Bij mij klonken de Wharfedales op hun best met de tweeter op oorhoogte of net iets daaronder. Op mijn aloude luidsprekerstandaards van zo’n 62 cm werden de “compacte” Wharfedales niet alleen overheersende gestalten in de woonkamer (totale hoogte meer dan 110 cm), maar speelden de middendrivers, en niet de tweeters, op oorhoogte. Het geluidsbeeld raakt dan wat uit balans en gaat meer neigen tot scherpte en opdringerigheid.

Voor de testperiode heb ik stabiele lagere standaards gevonden met een hoogte van zo’n 45 cm. Helaas is dit geen gangbare maat voor luidsprekerstatieven, al zijn ze wel te vinden. Een bekend Duits verzendhuis voor muziekinstrumenten en podiumapparatuur heeft standaards met geringe hoogte in het assortiment. Een grote Amerikaanse onlinehandel ook. Daarnaast mag niet onvermeld blijven dat Wharfedale zelf ook statieven levert die speciaal bedoeld zijn voor de EVO 5.2. Maar met hun 48 cm hoogte komen ze voor mij (een man van 1,87 meter, gezeten op een vrij lage bank) net te hoog.

Daarnaast kennen Wharfedale’s statieven een stevige vraagprijs van 600 euro per paar. Een bedrag dat het concept van de EVO 5.2 – veel luidspreker voor weinig geld – wat ondermijnt.

Luisteren

De indrukken van de Wharfedales als objecten vloeien over naar de eerste luisterindrukken. Ze zíjn niet alleen groot, zo klinken ze ook. En dat was ook precies de bedoeling die de ontwikkelaars hadden met de toegenomen grootte van de EVO 5.2: een dieper laag realiseren. Daarbij heeft Wharfedale de gelegenheid niet te baat genomen om grotere drivers voor de midden- en lage tonen in te bouwen dan in de EVO 4.2. De diameter ervan blijft 5, respectievelijk 16,5 cm. Het membraan van de tweeter is wel flink vergroot, van 30 × 60 mm naar 35 × 70 mm.

De EVO 5.2 bouwt het geluid op vanuit een stevig laagfundament, dat volgens de fabrikant zijn -6 dB-punt pas heeft bij 38 Hz (-3 dB bij 44 Hz). Dit is erg laag voor een luidspreker uit deze klasse. Een korte check met mijn 8-inch actieve subwoofer lijkt deze opgave te bevestigen. De Yamaha RN-1000A, een van de versterkers waarmee ik de EVO 5.2’s heb getest, geeft de mogelijkheid om als scheidingsfilter te fungeren: de satellieten worden vrijgehouden tot aan de wisselfrequentie, wat eronder zit gaat naar de subwoofer.

Met de subwoofer perfect in fase aangekoppeld was er opvallend weinig verschil te horen tussen ‘met’ of ‘zonder’. Met de subwoofer uitgeschakeld en de Wharfedales in full range, spelen zij met een net zo krachtig en diep laag als er uit de actieve subwoofer komt. Toegegeven, 8 inch is zo’n beetje de kleinste subwoofermaat die te krijgen is (grotere komen dieper), en het gebruikte exemplaar is eenvoudig. Maar toch. Ik heb hem ooit gekocht om wat extra laagfundament te geven bij het luisteren naar compacte luidsprekers. Bij de Wharfedales voegt een eenvoudige compacte subwoofer geen extra diepte toe.

Helaas activeerde de EVO 5.2 in mijn luisterruimte een akoestische modus rond 50 Hz. De sowieso forse basweergave kende een smalbandige piek in het diepe laag. Uitgebreid zoeken naar de beste opstelling bood hier geen volledige remedie. Tóch omschakelen naar de subwoofer bood wel een oplossing, en ook de akoestiekcorrectie in de R-N1000A, Yamaha’s YPAO, bracht de laagweergave in evenwicht. Een kort experiment met een digitale equalizer (parametrisch, 50 Hz, -2,5 dB, hoge (smalbandige) Q-waarde), ook.

De grote Wharfedales presteerden goed aan de R-N1000A (1.600 euro), een representant van de groeiende categorie van versterkers die véél functionaliteit in zich verenigen, zoals Bluetooth, streaming en akoestiekcorrectie. Alternatieven zijn onder meer de door HiFi.nl onlangs geteste NAD C 379 (vanaf 1.200 euro), de compacte Lyngdorf TDAI-1120 (2.200 euro) en de ‘kleinere broer’ van de ‘1000’, de Yamaha R-N800A (1.100 euro). Het kan zeer wel zijn dat de modus rond 50 Hz uniek is voor de combinatie van de Wharfedales met mijn woonkamer. Ik heb ze ook uitgebreid beproefd in een andere ruimte, daar deed de piek rond 50 Hz zich niet voor.

Leisehörer

De laagweergave was overigens ook in de andere kamer “robuust”. De EVO 5.2 is dan ook een luidspreker die zeer geschikt is voor degenen die in het Duits zo mooi ‘Leisehörer’ worden genoemd: zij die het met de volumeknop kalm aan willen of moeten doen. Denk aan flatbewoners, mensen met huisgenoten, of muziekliefhebbers die geen trek in hebben in tinnitus. Of het domweg beter vinden zo.

Waarmee niet gezegd is dat er geen reserves zijn. Die hebben de Wharfedales volop. Ik ben niet de grootste orgelfan, maar jaren geleden kwam ik op YouTube een biologerende video tegen van Ton Koopman die in Tokio Bach speelt. De Wharfedales brengen een lekker groot deel van de frequentieomvang van het instrument over en spelen met overtuigende dynamiek. Uiteraard dragen de beelden en het virtuoze musiceren bij aan de meeslepende ervaring, maar de 5.2’s doen zeker het hunne.

De EVO 5.2 vergeleken

Een spannend duel leverden de Wharfedales met mijn vertrouwde en gewaardeerde KEF LS50 Meta’s (1.400 euro). Bij Bennie and the Jets, een Elton John-klassieker in een recente interpretatie van Sara Beth, verlenen de KEFs de stem van de zangeres meer kleur en straalkracht dan de Wharfedales.

Ook is de laagweergave beter in proportie, al reikt deze wel duidelijk minder ver de diepte in. De hoge tonen van de LS50’s missen in vergelijking met de EVO 5.2 iets van glans.

Op een van de sterkste punten van de LS50 Meta, de ruimtelijkheid, doen de Wharfedales niet onder voor de KEFs. Het akoestisch panorama van de LS50’s kent meer diepte, terwijl de EVO 5.2’s de bredere bühne opbouwen. Beide luidsprekers zetten een overtuigend en plastisch geluidsbeeld neer, dat in het geval van de Wharfedales nog de ondersteuning krijgt van de besproken stevige basweergave. Dit geeft een mate van impact waarvoor de LS50’s de ondersteuning van een subwoofer nodig hebben.

Roomtoefje

Over naar een ware popkraker uit de jaren tachtig, Whitney Houstons Love Will Save the Day. De Wharfedales scoren punten met de breedte van het geluidsbeeld, en meer doortekening van het gitaarspel en van ritmische elementen – ja, gewoon meer spelvreugde dan de prima KEFs, die wat droger dan wel nuchterder spelen. Whitneys stem klinkt wel iets natuurlijker via de KEFjes. Een gelijkspel?

Na alle stress van het vergelijken wordt het tijd om af te sluiten met wat ontspanning. Uschi Brünings nummer Hochzeitsnacht (1974) is een roomtoefje uit de DDR-muziekarchieven. In dit bijzondere voorbeeld van Oost-Duitse soulvolle popmuziek met jazzinvloeden zorgen de leden van het Orchester Günther Fischer voor een broeierige atmosfeer, als perfecte ondersteuning voor Brünings meesterlijk delicate zang. Zij staat in het midden, rechts geflankeerd door mannenstemmen, en aan alle kanten omgeven door uitgekiend neergezette instrumentale begeleiding zoals van een conga, blazers en strijkers. Een opperbeste opname, die op de Wharfedale EVO 5.2 schitterend uit de verf komt.

Slotgedachten

Als ik dit schrijf zit ik, met de laptop op schoot, gewoon een beetje naar FIP te luisteren. Deze stream van de Franse publieke omroep levert de luisteraar een eindeloos en gevarieerd muziekcorso, heel af en toe onderbroken door een frêle stem die een toelichting geeft of een concert aankondigt. Waar andere luidsprekers bij veel nummers een slaperige voorstelling leveren, vooral bij lage volumes, ontvouwen de Wharfedales juist hun onwaarschijnlijke vermogen om steeds weer de muziek “open te vouwen”. Wonderbaarlijk is dat de EVO 5.2’s hierin slagen zonder op den duur te gaan irriteren met een fel midden/hoog.

Voordat ik tot mijn positieve eindoordeel kom, wil ik dit graag kaderen met observaties over tekortkomingen en aandachtspunten. Zo heeft de opstelling zorg nodig bij de Wharfedales. Vooral de hoogte van de statieven waarop je de EVO 5.2 zet, luistert nauw. Verder kan de indrukwekkende laagweergave voor sommige luisteraars net wat te veel van het goede zijn, mede afhankelijk van de luisterruimte. Stemmen hadden een fractie meer straalkracht kunnen gebruiken.

Tot zover de kritische kanttekeningen. De Wharfedale EVO 5.2 heeft mij een hoop luistervreugde gebracht. De Wharfedales spelen het kunststukje klaar om plastisch en levendig te klinken, zonder luistermoeheid te veroorzaken. De EVO 5.2 is fijn om lang naar te luisteren, kan uit de voeten met zowat alle soorten muziek, en geeft al bij laag volume volop plezier. De prestaties zijn uitstekend voor de prijs (1.000 euro). Als je in bent voor nieuwe luidsprekers rond dit prijsniveau, verdient de Wharfedale EVO 5.2 een hoge notering op je shortlist.

Wharfedale EVO 5.2
999 euro per paar | optionele stands 599 per paar | wharfedale.eu
Beoordeling 5 / 5

MERK





EDITORS' CHOICE