In mijn vorige verhaal gaf ik al aan dat ik in mijn jeugd een tijdje DJ gespeeld heb, gewoon voor de lol, met een aantal vrienden. Bakken met vinyl rondzeulend en voordat wij een ‘optreden’ konden geven gingen we als sprinkhanen de woonkamers van onze ouders door om alles wat maar bruikbaar was tijdelijk leeg te roven.
Onlangs was ik een weekje op Ibiza en ben natuurlijk naar een van de wereldberoemde clubs geweest, de Pasha. Op een maandagavond draaide er een DJ die ik behoorlijk wat talent toedichtte, alles perfect gemixed, goede drive en lekker ritme en vooral geen enkele onderbreking van het geluid. “Die jongen heeft talent, ben benieuwd wat hij er later mee gaat doen” riep ik enthousiast! Bij navraag bleek het Roger Sanchez te zijn, top DJ die per avond meer verdient dan ik per maand. Hoongelach viel me terecht ten deel…gelukkig kon ik er zelf ook hartelijk om lachen. De volgende dag realiseerde ik me wel dat de wereld tussen toen en nu volledig veranderd is: DJ’s zijn wereldsterren i.p.v. technische nerds met ritmegevoel, DJ’s vliegen de wereld rond i.p.v. in een oude eend met dakrails naar het volgende dorp te rijden, DJ’s worden tijdens het draaien met rust gelaten en in privetijd aanbeden i.p.v. lastig gevallen met verzoeknummers en volledig anoniem de wereld rond te stappen…OK, ik geef het toe, vroeger was niet alles beter.
Maar goed, nu ik mijn sentimentele tranen gedroogd heb ga ik weer terug naar wat de titel al aangaf, mijn experimenten met draaitafels en ander analoog spul.
Een van de problemen die ik probeerde op te lossen was het probleem van het overspringen van platen als je aan het draaien was. Ik realiseer me nu dat je het altijd over het ‘overspringen van de plaat had’ en niet over het ‘overspringen van de naald’. (Dat dit eerste overigens wel kan wordt zo duidelijk gemaakt). De houten vloeren van clubhuizen waar we met onze drive-in discotheek stonden waren niet echt een ideale ondergrond om je draaitafels op neer te zetten. Soms ging het echt niet goed met steeds overspringende naalden (die we uit ellende maar de ‘poor man’s remix’ noemde). Verzwaren van de naalddruk hielp uiteindelijk ook niet dus tijd voor experimenteren was geboden.
Uiteindelijk kwam ik op het idee een soort van sub-chassis te maken: een mdf bak met daarin opgehangen een mdf plateau dat met 4 spiralen (van het logeerbed) in die bak hing. Door het gewicht van de draaitafel en het plateau werden de veren net een klein beetje uitgerekt waardoor de draaitafel vrij kon schommelen in de bak. Op zich geen gek idee maar zoals altijd is de uitvoering anders dan de generale repetitie. Tijdens de test (in de praktijk natuurlijk) bleek dat de draaitafels vol-continue aan het schommelen waren en niet tot bedaren waren te krijgen. Alleen het kijken naar die schommelde dingen bezorgde je een zeeziekte plus dat je geen idee had waar je de naald moest laten neerploffen. Resultaat van versie 1.0: volledig mislukt.
Versie 1.1 dan maar, zelfde plan, zelfde concept maar dan met 4 postelastieken onderaan het schommelplateau gemonteerd en de andere kant van het elastiek aan de binnenkant van de bak, met kabelhouders (zo’n spijker met een stukje plastic om een kabel vast te timmeren).
Versie 1.1 was veelbelovend tot het moment van losschieten van de spijker of breken van het elastiek. Versie 1.1 veranderde dan van een zacht schommelde draaitafel in een lanceerplatform voor vinyl. Resultaat van versie 1.1: minstens 2 kapotte LP’s, een geruïneerd logeerbed en een paar ultra korte ‘extended remixes’ die het tot het moment van lancering best aardig deden…vond ik dan maar ik die mening werd niet breed gedragen. Onnodig om te vermelden maar het onderzoeksprogramma werd gestopt. We waren niet van plan om onze drive-in discotheek tot ‘Cape Canavral’ om te dopen en daarom heeft een versie 1.2 of 2.0 het daglicht nooit gehaald. We hebben het nooit echt goed op weten te lossen maar twee stukken schuimrubber van de ‘matrassenkoning’ onder de draaitafels bleek het beste te werken. Plus dat ze ook nog eens heerlijke hoofdkussens waren tijdens de reis naar huis toe. Iedere keer als een CD speler of CD transport dat verend opgehangen is zie, moet ik aan bovenstaand verhaal denken. Vaak denk ik ‘been there, done it…never doing it again’.