REVIEW

Al Di Meola

Dr. Longbeard & Marja | 24 december 2000

The Grande Passion

Helaas

Al di Meola heeft sinds het begin van zijn carriere een naam gevestigd van misschien wel ‘s werelds beste gitarist. Op 20 jarige leeftijd begon hij bij Return To Forever, de band band van onder andere Chick Corea. Hier vestigde hij direct al zijn naam als virtuoos. Na het uiteenvallen van RTF ‘bekeerde’ Di Meola zich meer tot de acoustische gitaar. Een van de meest bekende resultaten is de ook in audiofiele kringen gewaardeerde opname “Friday Night In San Francisco” waar Di Meola samen met John McLaughlin en Paco de Lucia een acoustisch concert geven. Gelijkertijd richt de belangstelling van Al zich op meer niet-westerse muziek.

Voor deze muzikale uitingen formeert Al di Meola de groep World Sinfonia op in 1990. In datzelfde jaar komt de eerste gelijknamige CD uit. Nu in 2000 betstaat World Sinfonia uit Al op acoustische gitaar en MIDI syntheziser, Gumbi Ortiz percussie, Hernan Romero gitaar, Gilad percussie en Mario Parmisano piano. Een verzameling muzikanten uit landen als Cuba, Argentinie, Israel en Brazilie die samen met de Italiaans/Amerikaanse achtergrond van Di Meola in ieder geval genoeg muzikale baggage bij zich dragen.

In 1990 brengt Di Meola ook de CD “Plays Piazzolla” uit als een eerbetoon aan zijn overleden vriend en leraar Astor Piazzolla. De band tussen Al en Astor is niet alleen een band tussen musici, maar ook tussen twee mannen van Italiaanse afkomst. De muziek die ze samenbrengt, de tango, is ook van oorsprong Italiaans, en is door emigrerende mijnwerkers van Italie naar Argentie meegenomen.

“The Grande Passion” bevat 9 stukken waarvan er 3 van de hand van Piazzolla zijn. Deze zijn helaas voor de andere nummers ook de sterkste. De overige composities van Di Meola zijn op zich fraai, maar als de eerste CD “World Sinfonia” als in het bezit is, voegt de nieuwe niet veel toe.

‘Misterio’, het openingsstuk zet met hulp van gastmusici John Patitucci en Arto Tuncboyacian en een deel van het Toronto Symphony Orchestra. Di Meola maakt volop gebruik van de mogelijkheden die MIDI biedt om de klank van zijn acoustische gitaar om te zetten naar die van een hobo, maar echt sprankelen doet het niet. Dat gebeurt wel op de Piazzolla compositie ‘Double Concerto’. Al’s meesterlijke vingertechniek in combinatie met de Roland GR30 laten je bijna geloven dat er bandeneon wordt gespeeld. De begeleidende violen zijn alleen net iets te ‘netjes’ en klinken wat erin geplakt. Zonde.

Het derde stuk ‘Prelude: Adagio for Theresa’ laat ook al is het slechts 1.22 lang horen dat Di Meola het wel kan. Het titelstuk ‘The Grande Passion’ bouwt gelukkig verder op ‘Prelude’. Mooie gitaar partijen met hier en daar via de Roland de klank van een panfluit. De soepele melodie wordt nu wel goed ondersteund door het orkest. Gewoon mooi.

De van Di Meola zo bekende wervelende lijnen komen met hulp van Patitucci en de ondersteuning van twee blazers in ‘Asia de Cuba’ naar voren. Sterke ritmes en een combinatie van flamenco en Cubaanse invloeden doen de naam ‘world fusion’ eer aan.

Een van Astor Piazzolla’s meest ontroerende tangos is ‘Soledad’ dat World Sinfonia als zesde track heeft opgenomen. Oude tijden herleven in ‘Opus in Green’ waar het welhaast lijkt of Return To Forever weer is opgestaan. De overgang naar ‘Libertango’, ook wel bekend als ‘La Vie en Rose’ is wat plots, maar de Al haalt uit de Ovation met hulpmotor alles wat erin zit. Dit nummer zou een perfecte afsluiting kunnen zijn van het album. Helaas volgt er nog ‘Azucar’ een gitaar en percussie duet wat geen slecht stuk is, maar zeker geschikt om de spanning en sfeer van de voorgaande stukken vast te houden. Vooral het eind is afschuweijk – plop weg.

Een heel mooie CD, goed opgenomen (Telarc), maar niet direct de eerste keuze om kennis te maken met World Sinfonia. Voor de Di Meola adept uiteraard een must.


EDITORS' CHOICE