REVIEW

Sigur Ros

Jan Luijsterburg | 03 december 2002

()

Haakje openen – haakje sluiten. Zo luidt de alles- en nietszeggende titel van de derde CD van de IJslandse band Sigur Ros. Het ziet er een beetje uit als een lekkende luchtballon, dat (). Mooi rond ook. Acht nummers staan er op, en geen van allen hebben ze een titel. Er wordt gezongen, maar niet in een bekende taal, zelfs geen IJslands (al zou dat net zo informatief geweest zijn). Grappig fenomeen is dat je dan toch van alles gaat herkennen in die klanken. Ik hoor regelmatig ‘No Fi Low’ zingen. Dat lijkt me een duidelijk pleidooi voor hifi: goeie tekst! Op de fraaie maar ook al weinig informatieve flash-site www.sigurros.com is een speciale afdeling met “teksten”. Fans kunnen daar aangeven wat ze menen te horen, en dat wordt dan als tekst gepresenteerd. Na een seconde wordt die weer drastisch doorgestreept. Er is een hoesje, dat nog wel, met vage patronen die doen denken aan de klassieker uit de testpsychologie: de Rohrschach. Daarbij krijgt de persoon die het psychologisch onderzoek ondergaat de opdracht te vertellen wat hij of zij ziet in toevallige symmetrische inktvlekpatronen op dubbelgevouwen velletjes papier. Als je zegt dat het copulerende ijsbeertjes met puntmutsen op een kapotte fiets zijn, dan zegt dat iets over je gesteldheid. De uitleg van Sigur Ros is natuurlijk dat ze de luisteraar niet willen beïnvloeden, iedereen moet volkomen vrij zijn de muziek de muziek onbevangen, op volkomen persoonlijke wijze te beleven, als een onbeschreven blad, tabula rasa. Luisteren als creatief proces bevorderen. Dat klinkt behoorlijk zweverig, maar als je de CD hoort stijg je pas echt op.

Het is een beetje als met hypnose: je gaat mee, of je trekt nuchter wenkbrauwen, schouders of neus op: waar blijft nou het refrein? Ontvankelijken kunnen rechtstreeks met () op reis, retourtje ‘outer space’. Trage, langgerekte klanken, met melodieus fantasiegezang, vaak met een kopstem die me erg aan het solowerk van de Belgische minimalist Wim Mertens doet denken (een tip voor Sigur Ros liefhebbers!). Het tempo varieert van traag tot ontzettend traag: er zijn passages waarin ik 8 seconden tel tussen de tikjes op de snaredrum. Dat is pas chillen. Er wordt gebruik gemaakt van een klassiek instrumentarium, weinig elektronica. Er is een ronkend hammondorgel, een strijkkwartet, en de elektrische gitaar wordt vaak met een strijkstok bespeeld. Vaak wordt er op het randje van de kitsch gebalanceerd. Pink Floyd voor een nieuwe generatie.

Aan het eind van de CD nemen de climaxen toe. Dat werkt natuurlijk dramatisch, de opgebouwde spanning moet immers ontladen, maar het is een al wel erg vaak gebruikt en weinig subtiel stijlmiddel. Specialisten op het gebied ‘van zacht naar hard en dan weer terug’ als Mogwai en Godspeed You Black Emperor! worstelen ook met de beperkte mogelijkheden van de truc. Bij het aanzwellen van het volume krijg ik, kritisch luisterend, inmiddels iets van ‘daar gaatie weer’. Voor het zelfde geld zit je natuurlijk helemaal in trance en uit de bol. Ik heb de CD nu een flink aantal keren gedraaid, en het valt op hoe verschillend de beleving telkens is. De muziek is echt een leeg velletje dat je zelf intekent.

De verlegen jongens van Sigur Ros zijn meesters in het uitbuiten van consequent volgehouden beperking. Hoe minder ze doen, hoe groter het effect. Stilte wordt dan een hoogtepunt. Dat is knap. Het levert mooie gebruiksmuziek op, met een paar hele fraaie melodieen (liedje 1 en 4). Zeer functioneel plaatje in een haastige tijd vol gestresste mensen.

Meer informatie
PIAS: www.pias.com
Sigur Ros homepage: www.sigurros.com


EDITORS' CHOICE