Filmfreak is een klein, onafhankelijk opererend bedrijfje dat DVD`s en videobanden uitbrengt. Ontstaan uit onvrede over het filmaanbod wordt de naam eer aangedaan met zeer bijzondere titels. Het is tevens een statement tegen de Amerikaanse overheersing in bioscoop en videotheek: de Filmfreak bracht nog geen enkele film uit de Verenigde Staten uit. De ambitie is "een selectie samen te stellen van het beste wat de internationale cinema te bieden heeft" (www.filmfreaks.nl). De komende tijd zullen we een aantal recente en minder recente titels uit deze selectie bespreken. Als eerste Songs from the second floor, de sensatie van Filmfestival Rotterdam 2001, waar de maker, Roy Andersson (1943), als Filmmaker in Focus in het zonnetje gezet werd.
Deze Zweed is wel een bijzonder apart geval. Hij maakte lang geleden twee films, de laatste in 1975. Daarna besloot hij dat hij volledige vrijheid nodig had om te kunnen maken wat hij wilde. Die verkreeg hij door een eigen studio en productiemaatschappij op te richten, waar hij absurdistisch getinte commercials en korte films ging maken. Daarmee financierde hij zijn grote film, waaraan hij vanaf 1996 traag maar gestaag werkte. Zo perfectioneerde hij zijn volstrekt unieke stijl. Iets minder absurd dan zijn commercials, creeerde hij een gestileerde, geabstraheerde vorm van de dagelijkse banale werkelijkheid. Een gruwelijke lachspiegel.
De werkwijze was improviseren. Een uitgewerkt script was er niet, de film ontstond geleidelijk. Hoe de afzonderlijke scènes met eindeloos geduld en perfectionisme geleidelijk bedacht, opgebouwd en bijgeschaafd werden is te zien in een aantal korte documentaires op de DVD. Ieder shot is gebaseerd op een vast, onbeweeglijk camerastandpunt, waar het decor en de handelingen omheen gebouwd werden. Zo ontstonden vijfenveertig, soms buitengewoon complexe tableaux vivants. De zorg voor de compositie van het beeld doet eerder aan schilderkunst dan aan film denken. Het zijn steriel bleke, surrealistisch aandoende beelden, enigszins verwant aan de schilderijen van Edward Hopper. Een maand lang werken aan één shot was niet ongebruikelijk. Andersson had geen haast, maar wilde wel een belangrijk kunstwerk afleveren. Uitgangspunt was dat je van een film, net als van een schilderij of een muziekstuk, eindeloos moet kunnen genieten. Niet veel films hebben die kwaliteit, deze wel.
Het mag duidelijk zijn dat dit geen gewone speelfilm is. Oorspronkelijk bedoeld als een serie losse scènes, zijn er toch een aantal verhaallijnen ontstaan van personen, veelal oudere mannen met bleke gezichten. Ze hebben het niet gemakkelijk in een absurde, eenzame wereld, waarin alles tot koopwaar verworden is. Een man wordt naar dertig jaar trouwe dienst bot ontslagen. Hij klemt zich vast aan de benen van zijn baas, die probeert door te lopen op weg naar de golfbaan. Een goochelaar gaat de mist in en zaagt een vrijwillig slachtoffer bijna doormidden. Een zachte matras is geen pretje als de partner van de gewonde man zich `s nachts omdraait. Zoals veel mensen `s nachts niet kunnen slapen, en triest voor zich uit kijken op de rand van het bed. Een immigrant wordt op straat in elkaar geslagen. Geestelijken hebben het slechts over geld. In het ziekenhuis staan de bedden tot in de gang. Vele belangrijke maatschappelijke kwesties worden zo in een enkel beeld gevat, wat buitengewoon komisch maar ook confronterend werkt. Geloof en bijgeloof worden behandeld door een trage optocht van zakenlieden die zichzelf kastijden. Een kind wordt ritueel geofferd in een merkwaardig officieel gezelschap. Massa`s mensen bewegen zich eindeloos traag met bergen bagage (en golfsticks) door de enorme hal van een vliegveld. Het absurdisme doet soms denken aan Jiskefet of Monty Python, maar dan veel ernstiger, consequenter en verontrustender. De gezichten zijn uitgestreken. Het is duidelijk goed mis met de wereld. Economisch, maar vooral ook moreel. Er staat al dagen lang een vrijwel stilstaande file in de stad.
Â
Één persoon komt steeds terug. Het is Kalle, die zijn meubelzaak in de fik gestoken heeft om verzekeringsgeld te kunnen vangen. Overal waar hij komt laat hij as achter. Als hij in een psychiatrische kliniek bij zijn depressieve zoon op bezoek gaat blijft hij maar schreeuwen dat het door het dichten komt, dat heeft zijn zoon gek gemaakt. Hij wordt ook nog achtervolgd door een dode. Een handel in kruisbeelden bij gelegenheid van het jubileum (het millennium) blijkt weinig lucratief. Het blijft ploeteren.
Het motto van de film luidt "Beloved is the man who sits down", naar een gedicht van César Vallejo. Geliefd zijn zij die gaan zitten, een zin die terugkomt en die de alledaagse werkelijkheid verbeeldt die Andersson in deze film zo genadeloos, woedend en liefdevol fileert. Hij is kwaad, maar er bij gaan zitten. Dat zou Kalle ook eens moeten doen.
Songs from the second floor is een film die met geen andere te vergelijken is. Andersson houdt zich aan geen enkele filmconventie, en ontwikkelde een volstrekt eigen visuele stijl. Ook qua thematiek is zijn ambitie gigantisch: de verbeelding van het leven anno nu. Een ongekende onderneming, en een onvergelijkbare kijkervaring. Ik heb de film nu vier keer gezien en zal er nog vaak naar kijken, je blijft je verbazen. Ieder beeld is van een enorme kracht en schoonheid, nieuwe betekenissen en associaties blijven bovenkomen, en je blijft ook even hard lachen. De raadsels verdwijnen niet allemaal, al geeft Andersson op het Engelstalige commentaarkanaal en in een 25 minuten durende Franse `making of` documentaire wel een aantal antwoorden. Maar hij zegt ook: waarom zou je iets als een metafoor vertellen om het vervolgens in woorden uit te gaan leggen? Naar de betekenis van de titel blijft het bijvoorbeeld gissen. Ja, hij zou uit een verwijderde scène afkomstig zijn. Is het een soort vagevuur, waarin de film zich af lijkt te spelen? Uitleg is er ook op papier, in een klein boekje met een analyse van Oliver Kerkdijk.
U merkt het, ik ben enthousiast. Iedereen moet deze perfect verzorgde DVD gaan zien.
Over de DVD:
Songs from the second floor (Sånger från andra våningen)
Zweden, 2000
Regie, scenario en montage: Roy Andersson
Productie: Lisa Alwert, Roy Andersson Filmproduktion AB.
Camera: Istvan Borbas, Jesper Klevenas
Muziek: Benny Andersson (geen familie, wel die van ABBA ja).
Met: Lars Nordt, Stefan Larsson, Tommy Johansson, Joran Müller
Beeldformaat: 16:9 (anamorphic widescreen), extra`s 4:3.
Geluidsformaat: Dolby 2.0
Ondertiteling: Nederlands, Engels
Duur: 95 minuten (hoofdfilm)
Distributie film: Filmmuseum www.filmmuseum.nl
Uitgave DVD: Filmfreak www.filmfreaks.nl