King Crimson - The Power to Believe
De eerste LP van King Crimson, In the Court of the Crimson King, stamt uit 1969. Vierendertig jaar later is er The Power to Believe. We hebben ruim de tijd gehad om de bepalen wat King Crimson is, maar gemakkelijk om te beschrijven is het daarmee niet. Ooit was de noemer symfonische rock, later progrock. Rock is echter niet bepaald het referentiekader. Experiment, beuken, ambient soundscapes, magie, improvisatie en technische virtuositeit (discipline!) zijn begrippen waar je eerder aan denkt. In al die variatie is er toch een altijd aanwezige herkenbaarheid, vooral door de onnavolgbare, volstrekt unieke tonenreeksen die Robert Fripp aan zijn gitaar onttrekt. Fripp is meteen de enige constante factor in de vele bezettingen die de band tussen lange perioden van afwezigheid kende. Wel wordt King Crimson altijd bepaald door de inbreng van alle leden, zodat iedere reïncarnatie weer zijn eigen geluid heeft. Fripp loopt inmiddels tegen de zestig, maar hij klinkt urgent en energiek als zelden tevoren.
De huidige bezetting is een afgeslankte vorm van de vorige "dubbel trio" formatie. Drummer Bill Bruford en bassist Tony Levin vertrokken. Over bleven Adrian Belew (al sinds 1981) op gitaar en zang, Trey Gunn op een basachtig instrument, de Warr guitar, en slagwerker Pat Mastelotto. Het lijkt alsof je nog een heleboel andere instrumenten hoort, maar met de geavanceerde vervormingsapparatuur die men al tijden gebruikt kunnen gitaren alles.
Bij eerste beluistering klinkt The Power to Believe vooral hard en vertrouwd. Een krachtige samenballing van de verschillende stijlen die in al die jaren geperfectioneerd zijn, met verwijzingen naar de `oude` Crimson, met mellotron-achtige geluiden. In het oor springen vooral de keiharde instrumentals als Level Five, die duidelijk maken waarom relatief jonge bands uit de metalhoek, zoals Tool, King Crimson als inspiratiebron noemen. In die heftigheid doet de plaat vooral denken aan mijn favoriete Crimson LP, Red uit 1974. Verschil is wel dat die plaat vooral door emotie gedreven leek, ècht `over de rooie`, terwijl men nu wat meer klinisch, vooral technisch gedreven overkomt. Heel geconstrueerd ook: er is duidelijk veel knip en plakwerk verricht, waarin ook flintertjes live-opname gebruikt werden.
Je kunt je gemakkelijk door The Power to Believe laten platwalsen. Daar is de materie krachtig genoeg voor. De ware pracht komt echter pas aan het licht bij gedetailleerd, analyserend luisteren. De superstrakke patronen van Fripp, de grillige soli van Belew en het fundament van Trey Gunn grijpen op wonderlijke wijze ineen. Een fantastisch genot om dit stuntwerk te volgen. Die oude term symfonisch blijkt zo gek nog niet: dit is muziek van klassieke allure, met vele lagen en een enorme complexiteit. En wie dacht dat symfonieorkesten niet konden beuken moet maar eens een Mahler symfonie draaien. Klassieke muziek met een modern instrumentarium, dat is het eigenlijk. De spanningsopbouw van de CD, waarin climaxen en adempauzes elkaar afwisselen, past in dat beeld. Dat het werk wel erg gebonden is aan de (virtuositeit van) de uitvoerders is dan weer eerder jazz, maar god wat maken die labeltjes nu uit!
Als gezegd, The Power to Believe is enorm gevarieerd en tegelijk een eenheid. Bindmiddel is het titelnummer dat in vier varianten over de plaat verspreid terugkeert. De delen hebben een fraai, via een vocoder gezongen tekstje gemeen: `She carries me through days of apathy/She watches over me/She saved my life in a manner of speaking/When she gave me back the power to believe`. De onderliggende geluidstapijtjes zijn van diverse aard en afkomst, waarbij zelfs Gamalan-achtige sferen opgeroepen worden. Er zijn verder slechts drie `songs` aanwezig. Wat mij betreft niet iets om over te treuren, want de teksten en zang van Belew voegen weinig toe aan hetgeen hij in de jaren tachtig deed. Eyes wide open is een fraaie ballad zoals ze er al wel vaker gemaakt hebben, maar Facts of life en het gelukkig korte Happy with what you have to be happy with zijn nogal schreeuwerige, opdringerige stukken, ook tekstueel. Wellicht het populairst bij de metalfans.
De echte power zit hem in de drie indrukwekkende, lange instrumentale stukken, Level Five, Elektrik en Dangerous Curves. De andere stukken zijn daar omheen gedrapeerd, zodat er een mooi uitgebalanceerd geheel ontstond. Want alleen maar krachtpatserij zou wel erg vermoeiend zijn geworden. King Crimson is er net als Wire (https://hifi.be/recensies/1637) in geslaagd op de oude dag iets wezenlijks aan een imposant oeuvre toe te voegen.
Over de CD:
11 tracks, 51:17
Label: Sanctuary
Website: www.king-crimson.com
Fragmenten en teksten: http://www.elephant-talk.com/releases/power.htm
Meer informatie ook via: www.bmg.nl