REVIEWTakumi

Review Takumi TT level2.1DC platenspeler: hoogwaardige analoge weergave

Max Delissen | 10 mei 2024 | Takumi

SAMENVATTING

De Takumi TT level2.1DC biedt veel waar voor zijn geld. De uitrusting is compleet en er zijn talloze mechanische details die je doorgaans alleen maar op duurdere draaitafels tegenkomt. Hoog op de shortlist voor fraai ogende en goed klinkende draaitafels in deze prijsklasse.

PLUSPUNTEN

  • Overtuigende, dynamische en transparante weergave
  • Fraai gebouwd en luxueus ogend
  • Zeer compleet uitgerust
  • Gebruik van fraaie, hoogwaardige materialen
  • Erg mooie, in eigen huis ontwikkelde toonarm
  • Deze arm is ook zeer geschikt voor betere elementen
  • Stevige en goed functionerende stofkap

MINPUNTEN

  • Niet de handigste start-stop en snelheidsbediening
  • Optionele SpeedPod werkt goed maar is relatief kostbaar
  • Wat basic ogende (maar goed klinkende) phonokabel

Takumi, het Japanse woord voor een zéér vaardige ambachtsman, is tevens de naam van een fraai Nederlands platenspelermerk. De ambachtsman achter Takumi is Rik Stoet, die de meeste hifi-liefhebbers zullen kennen als de eigenaar van de high end hifiwinkel in Den Haag die zijn naam draagt en van de VinylVinyl webshop. Sommige audiofielen zullen bovendien met nostalgische gevoelens terugdenken aan de mooie, door hem ontworpen Stoetkit zelfbouw-buizenversterkers en de kant-en-klare buizenversterkers van Heart die hij jarenlang heeft verkocht. Dat hij ook de ontwerper is van de platenspelers van Takumi is echter wat minder bekend. Het spreekwoord luidt niet voor niets dat een profeet in eigen land niet wordt geëerd.

Nu zal Rik zichzelf nooit een profeet noemen, maar een visie heeft hij wel degelijk. Het aanbod om zijn relatief nieuwe TT level2.1DC aan de tand te voelen nam ik dan ook met beide handen aan. 

Takumi

Als fanatiek platendraaier én als hifi-recensent wist ik uiteraard van het bestaan van Takumi, maar mijn ervaring ermee beperkte zich eerlijk gezegd tot demo’s op hifi-shows. Waarvan ik overigens moet zeggen dat deze modern gestylede spelers me elke keer vrij lang in de demo-ruimte wisten vast te houden door hun aanstekelijk muzikale weergave en een bouwkwaliteit waarvan ik me steevast afvroeg “hoe flikt hij dat?” En nu stond er dus een TT level2.1DC sierlijk te wezen op de plek in mijn Creaktiv meubel waar normaal een vrij forse vintage Thorens TD-125 staat. Geen slecht uitzicht voor de duur van de logeerpartij.

Takumi TT level2.1DC: uiterlijk, uitrusting en techniek 

De TT level2.1DC is leverbaar in twee kleurvarianten: met een basis van transparant of zwart acryl. Beide zijn voorzien van aluminium accenten (de drie in hoogte verstelbare en gedempte voeten en de toonarm) en een via een snaar om een – met grote precisie op een CNC draaibank vervaardigd – subplateau aangedreven draaiplateau. Ik kreeg een zwart exemplaar en ik moet zeggen dat die er verrukkelijk chique uitzag.

Een transparante basis heeft voor de esthetici onder de analogofielen beslist óók zijn charme, maar dan wordt het voor mij al gauw een tikje té designerig. De speler is voorzien van een stevige stofkap met scharnieren die precies de juiste balans hebben tussen soepel en stroef. Je kunt de kap openen zonder dat je het idee hebt dat je de speler half optilt, maar de kap blijft ook moeiteloos in elke stand open staan. Hij is ook vrij eenvoudig te verwijderen als je ‘naakt’ wil spelen, maar ik heb geen klankmatige verschillen kunnen horen tussen ‘mét en zónder’. Een mooi detail is het in het achterpaneel van de stofkap gegraveerde logo van Takumi.

Helemaal links achteraan zit een hendel waarmee je het plateau in beweging brengt. Eén ‘klik’ naar je toehalen voor 33.33 toeren en nog een klikje verder voor 45. Ik snap dat deze schakelaar om esthetische redenen niet vooraan op de basis zit (bij de transparante versie zou je dan een kabel zien lopen) maar de kap moet wel vrij ver open om er goed bij te kunnen. De 12 Volt DC-motor wordt elektronisch op snelheid gecontroleerd door middel van een Hall-sensor. Op de as van de motor zit een gedraaide aluminium pulley, en het geheel zit netjes uit het zicht onder het draaiplateau. De motor is, ter voorkoming van trillingen, opgehangen in rubberen ringen en zit netjes gelijk met het oppervlak van de zwarte acryl basis.

De platte rubberen aandrijfriem valt om een voor deze prijsklasse ongelooflijk luxe subplateau dat uit één stuk massief aluminium is gedraaid. De relatief dikke as van het middenlager is gemaakt van keihard en slijtvast keramiek dat spiegelglad is gepolijst. De as draait op een kogel van robijn in een met olie gesmeerd bronzen lagerhuis. Oók opmerkelijk is dat rechtsachter tussen het plateau en de armbasis een kleine maar heldere libelle is ingebouwd die je vertelt of de draaitafel waterpas staat of dat je de verstelbare voeten moet gebruiken om dat voor elkaar te krijgen. Dit soort aandacht voor detail bevalt me wel.

De Toonarm 

De statisch gebalanceerde 9-inch toonarm is een waar kunstwerkje dat door Rik zelf is ontworpen. De toonarm heeft een cardanisch lagerblok met uiterst kleine toleranties dat uiterst soepel en zonder speling beweegt. Uiteraard is alles aan de arm te verstellen. Dus ook de VTA, door een borgschroef in de aluminium collar rond de armpilaar los te draaien, en de azimut, door middel van een kleine schroef onderop de kraag waarmee de headshell aan de armbuis is gefixeerd. De dwarsdrukcompensatie geschiedt met behulp van magneten en het grote, uit twee delen samengestelde contragewicht is gedempt en draait schroefsgewijs om een metalen eindstomp om de naalddruk in te stellen. De armbuis is gemaakt van dunwandig titanium, wat in deze prijsklasse óók al een unicum is (“hoe flikt hij dat?”) en de headshell, die niet voorzien is van een SME-aansluiting en dus niet kan worden losgehaald, is van aluminium.

De toonarm zit qua effectieve massa aan de onderkant van wat ik ‘middelzwaar’ zou noemen dus ik zou er een redelijk compliant element in hangen, zoals het Ortofon 2M Red MM element, of bijvoorbeeld de zeer fraaie Ortofon Quintet Bronze MC. Bij de ontwikkeling van de arm draaide het volledig om het tegengaan of isoleren van resonanties, zodat de naald de minuscule groeven van de plaat kan aftasten zónder externe beïnvloeding.

De Muziek en niets dan De Muziek is het credo. De audiokabel zit vast aan de toonarm, wat weer een contactovergang scheelt, en is relatief dun. Hij heeft volgens Rik echter wel een lage capaciteit zodat ook MM elementen kleurrijk en dynamisch klinken zonder dat het hoog een beetje stekelig wordt. Voor MC elementen maakt de capaciteit weinig uit. Daar is de afsluitweerstand van veel groter belang, maar de weerstand van de kabel zélf is daarbij te verwaarlozen.

SpeedPod 

Op de achterkant van de speler, vlakbij het pookje om het plateau in beweging te zetten, vind je de barrel connector ingang voor de meegeleverde switch mode DC-voeding en een aan/uit schakelaar. Die voeding is van goede kwaliteit, maar het zou me niet verbazen als Rik ooit nog eens een optionele lineaire voeding voor zijn spelers zou maken. Ik zou het toejuichen in elk geval. Een leuke maar enigszins kostbare accessoire is de SpeedPod, een klein maar redelijk zwaar cilindrisch doosje van aluminium waarop je een schermpje en vier drukknoppen vindt.

Deze SpeedPod verbind je via een mini-jack kabeltje met de speler, waardoor de start/stop/snelheid schakelaar met het hendeltje buitenspel wordt gezet. Je kunt de SpeedPod naast, vóór of zelfs onder de speler neerzetten. Er zijn een start/stop knop, een aparte knop om de snelheid van 33.33 naar 45 om te schakelen en twee knoppen om de snelheid in rpm omhoog en omlaag aan te passen. Bij het aanzetten knippert het display 33.33 in heldere groene cijfers en zodra het plateau op de juiste snelheid is stopt het knipperen. Die snelheid is accuraat, maar hou er wel rekening mee dat de SpeedPod geen aanvullende stabiliserende invloed op de draaisnelheid heeft.

Ik heb met een app op mijn telefoon – dus erg wetenschappelijk was het niet – meerdere snelheids- en wow/fluttermetingen gedaan mét en zónder de SpeedPod. Die waren in beide gevallen uitstekend en lieten géén significante verschillen zien, wat op zich natuurlijk al mooi is. Maar ook op het gehoor waren er geen verschillen waar te nemen. Het is dus puur een bedrade afstandsbediening en als zodanig meer ‘nice to have’ dan een ‘must’. Voor z'n 300 euro zou ik hem er echter wel bij kopen, want het is gewoon een handig ding. Ik kan me bijvoorbeeld zomaar een muzikant voorstellen die wil meespelen met zijn favoriete plaat, maar daarvoor de pitch licht moet aanpassen. Of iemand die een elpee wil digitaliseren waarvan bekend is dat de moederband te snel of te langzaam heeft gelopen bij de mastering (het beroemdste voorbeeld is Kind of Blue van Miles Davis). 

Setup en luisteren naar de Takumi TT level2.1DC 

Het demo-exemplaar dat ik kreeg was voorzien van een Ortofon Quintet Bronze MC element. Het bleek bij navraag een exemplaar uit de prive-collectie van Rik te zijn, waar hij de karakteristieke maïsgele kunststof body vanaf had gehaald en specifieke delen met lak had behandeld. Of dat nog resulteert in een andere klank weet ik niet want ik heb er geen ‘originele’ naast gehoord, maar de ervaring leert dat het hierbij meestal om (in dit geval waarschijnlijk positieve) subtiliteiten gaat. Een ‘naakte’ Quintet is in ieder geval géén optie die je kunt aanvinken bij het bestellen. De speler werd verbonden met mijn PrimaLuna EVO100 Tube Phono die ondanks de wat lagere output van van de Quintet bronze (0,3mV) op een medium Gain van 56dB werd ingesteld om de signaal-ruis afstand hoger te houden. Dat werkt niet met alle elementen, maar de Quintet Bronze is levendig genoeg. Vanwege de lage inwendige weerstand van 5Ohm koos ik een afsluitweerstand van 50Ohm.

Vaak probeer ik qua afsluitweerstand een stuk onder de factor-10 vuistregel te gaan zitten, maar 50 Ohm is al de laagste stand op mijn PrimaLuna en dat pakte gewoon goed uit.

De overige schakels in de keten waren mijn PrimaLuna EVO400i versterker en mijn Kharma prototype luidsprekers, en alle bekabeling behalve die aan de Takumi zelf was van AudioQuest. 

Aangezien het element al was ingespeeld kon het luisterwerk meteen beginnen. Het is de bedoeling dat je de plaat rechtstreeks op het acryl plateau legt omdat acryl qua dichtheid en resonantiegedrag zeer dicht in de buurt komt van het pvc van de langspeelplaat. Het idee hierachter is dat ongewenste resonanties die in de plaat optreden in de grotere massa van het plateau uitdoven. Ik moet eerlijk zeggen dat ik geen voorstander ben van harde, gladde plateaus. Enerzijds omdat ik gewend ben om de plaat met draaiend plateau op te leggen of om te draaien, en dat ‘schuurt’ dan een beetje, anderzijds omdat het contact tussen de plaat en een glad plateau vaak erg klein is en de muziek doorgaans wat meer drive heeft wanneer de plaat is nedergevleid op een zachtere mat die het vinyl over een groter oppervlak ondersteunt.

Vaak zijn platenspelers met een hard plateau van Acryl of POM dan ook voorzien van een aandrukgewicht om de drive terug te brengen in de weergave. De bij de Takumi meegeleverde ‘puck’ van de kunststof Delrin is echter vrij licht en dient volgens mij dan ook meer als resonantie-onderdrukker dan als aandrukgewicht. Toen ik echter mijn ‘go to’ oplossing voor gladde matten in stelling bracht, de extreem dunne TEAC TA-TS30UN-BW mat van Washi papier, moest ik tot mijn verrassing toegeven dat de Takumi TT level2.1DC met of zonder precies hetzelfde klonk. Ik heb de Washi mat erop laten liggen omdat ik het er mooier uit vond zien als er géén plaat op de speler lag, maar mijn ‘vooroordeel’ over gladde matten werd in dit geval overtuigend weggenomen.

Veel van de klankmatige eigenschappen van een platenspeler komen voort uit de combinatie van het gekozen element en de phonotrap, maar als de constructie van de speler en het loopwerk geen solide, resonantievrije en gelijkmatig draaiende basis vormen ga je onherroepelijk inleveren op het cruciale gebied van microdetaillering en -dynamiek, die in significante mate bepalen hoe realistisch de weergave klinkt. En je verliest ook 'drive', die mysterieuze eigenschap die ervoor zorgt dat je voet op de maat gaat bewegen of je dwingt om de luchtgitaar ter hand te nemen.

Een album dat ik graag draai om vast te stellen of het wel snor zit met de gelijkloop is To The Full Moon Story van Kitaro. Deze elektronische muziek heeft veel Japanse invloeden en bevindt zich op het snijvlak van traditionele Elektronica en New Age, maar ik vind het al decennialang een aangenaam luisteravontuur. Met de Takumi is het smullen geblazen. Het vinyl van mijn Japanse persing is doodstil, en de lang aangehouden akkoorden lieten geen enkele zweving horen. De parelende wolken van synthesizerbelletjes die Kitaro uit zijn instrumenten tovert hingen in een enorm breed en diep geluidsbeeld, dat deed deze combinatie echt wonderschoon. De klank was kleurrijk en transparant en volledig vrij van artefacten die zouden kunnen verraden dat ik naar een plaat zat te luisteren, dus de felbegeerde ‘zwarte achtergrond’ kon al meteen worden afgevinkt.

Wat zwaarder elektronisch werk op Not Bleeding Red van Nothing But Noise, een Berliner Schule hobbyproject van twee leden van de Belgische EBM groep Front 242, liet een geweldige drive horen, en putdiep laag dat nergens vettig of overheersend werd. De keiharde beats van Front 242 zijn ingewisseld voor dreigend pulserende sequencers en de Takumi weet de duistere sfeer in dit album met overtuiging neer te zetten.

De Nederlandse psychedelische elektrofolkwave van Mekanik Kommando (waaruit later The Use Of Ashes is ontstaan) op het onlangs heruitgebrachte album And The Wind Died Down droop van de sfeer, en de remastering door Peter van Vliet van met name de live in Bonn opgenomen tracks mag subliem genoemd worden. Als muziek de vorm aanneemt van een tijdmachine en je je bij het luisteren weer midden in de muzikale underground-scene van de jaren 80 waant kun je vaststellen dat er óók iets heel erg deugt aan de weergave. Die was kleurrijk en dynamisch en vooral heel erg geloofwaardig, hetgeen betekent dat het gehele front-end (speler én element én phonotrap) een uitstekende synergie bezit. Je vraagt je dan stiekem af wat er nog zou kunnen verbeteren als er inderdaad een lineaire voeding komt, dus die uitdaging wil ik bij dezen wel vast neerleggen…

Tot slot – hoewel ik in werkelijkheid véél meer verschillende muziek beluisterde – zoek ik het dicht bij huis voor de Takumi met de jongste EP van de Haagse popgroep Nits. Op Tree House Fire verwerken de inmiddels 50 jaar samen musicerende heren het verlies van hun Amsterdamse studio De Werf. Die brandde in mei 2022 tot de grond toe af, waarbij ook bijna het volledige instrumentarium en het beeld- en geluidsarchief verloren gingen. En tot overmaat van ramp ontwikkelde zanger Henk Hofstede nog geen jaar later ook nog een zeldzame auto-immuunziekte waardoor hij niet meer kon slikken én zingen.

Het zag er slecht uit voor Nits, maar de aandoening van Hofstede bleek behandelbaar te zijn en een inzameling door fans zorgde ervoor dat de band zich nieuwe instrumenten kon aanschaffen. Het resultaat is deze prachtig opgenomen EP, waarop vaste technicus Paul Telman de sfeer van De Werf goed weet na te bootsen in de Amsterdamse Studio 150, gevestigd in een oude kerk. Het was voor mij als jarenlang fan onmogelijk om het droog te houden toen ik Hofstede in het eerste nummer Month Of May hoorde zingen: “I’m standing in a burned out kitchen / Looking at the month of May / The black pages in our agenda / Are still hanging on the wall today”. Het is een melancholiek maar ook troostrijk album met een heerlijk warme maar ook transparante productie die via de Takumi TT level2.1DC bijzonder goed uit de verf kwam.

Conclusie 

De Takumi TT level2.1DC biedt veel waar voor zijn geld. De uitrusting is compleet en er zijn talloze mechanische details die je doorgaans alleen maar op duurdere draaitafels tegenkomt, zoals het zware aluminium subplateau met zijn keramieken as, en de in eigen huis ontworpen en volledig instelbare toonarm met titanium armbuis. Als ik, in het kader van de balans in de review, wat spijkers op laag water zou moeten zoeken dan had ik de startknop en snelheidsregeling toch graag ergens anders gezien dan links achteraan, zodat de ‘noodzaak’ voor de optionele en relatief kostbare SpeedPod wat kleiner zou worden.

Gezien de rest van de uitrusting had ik misschien ook een wat luxueuzere voeding verwacht, alsook een wat voornamere kabel aan de arm. Het zijn echter vooral ‘nice-to-have’ dingetjes en de speler zal in zijn basis-uitvoering alsnog geweldig klinken want dat deed hij met het Quintet Bronze element óók, wat mijns inziens aantoont dat deze arm ook zeer geschikt is voor betere elementen. De minimale minpuntjes leveren de Takumi TT level2.1DC helaas nét geen perfecte review-score op, maar dat kwart puntje aftrek is geen enkele reden om deze tafel niet hoog op je shortlist te zetten wanneer je in deze prijsklasse op zoek bent naar een fraai ogende én klinkende platenspeler. Een Aanrader Award derhalve, die is wélverdiend!

Takumi TT level2.1DC
1495 euro | zwart of transparant | playtakumi.com
Beoordeling 4,75 / 5

MERK

EDITORS' CHOICE