ARTIKEL

Kabels: van touwtje tot brandslang

Frank Speet | 06 augustus 2000

In dit artikel wil ik een stukje technische achtergrondinformatie geven over de verbindingen die tussen onze hifi apparaten zitten en zorgen voor de signaaloverdracht ertussen.

Definitie

elke kabel bestaat uit een of meer geleiders, van elkaar en van de omgeving gescheiden door isolatiemateriaal. De ideale kabel heeft een weerstand van 0 ohm en geen capaciteit. In de praktijk is er echter altijd sprake van een capaciteit tussen de geleiders per meter en een specifieke weerstand per meter.

Wat gebeurt er nou precies?

Een kabel is een passieve component; voordat we dus kunnen spreken van een invloed op het geluid moet er een interactie zijn met een actieve component, een versterker. Dit kan ook de uitgangstrap van een signaalbron zoals een CD-speler zijn.
In het geval van de verbinding tussen een CD-speler en een versterker vormt de versterker nauwelijks een belasting van betekenis; de ingangsimpedantie van de versterker is meestal minstens een factor vijftig of meer groter dan de uitgangs-impedantie van de CD-speler, of een andere signaalbron. De capaciteit van de kabel is dan de belangrijkste factor van invloed. Deze wordt uitgedrukt in picofarads per meter. Deze capaciteit vormt met name een belasting voor de hoge frequenties in het aangeboden signaal. Over grote lengtes kabel kan faseverschuiving optreden; echter tot lengtes van ca 3 meter bij een capaciteit van 100 pF/m (een veelvoorkomende waarde) is deze faseverschuiving praktisch niet relevant; zij bevindt zich die in het megahertzen bereik en binnen de audio bandbreedte heeft dit geen enkele invloed.

In het vorige artikel heb ik gesproken over overshoot; het “doorschieten van de versterker bij zeer hoge frequenties en de samenhang met het hoogfrequentgedrag van een versterker. Bij nauwkeurig meten kunnen we een invloed waarnemen van de kabelcapaciteit op dit gedrag. We zien de overshoot veranderen van frequentie, toenemen in amplitude of afnemen. Deze verandering van gedrag van de versterker kan tot een andere klankmatige beleving leiden. Wanneer de versterker geen overshoot van betekenis vertoont, met of zonder kabel, dan zal de klankmatige invloed van de kabel ook dienovereenkomstig gering zijn.


EDITORS' CHOICE