Het stadje Brécey ligt verstopt in het landschap van Normandië in Frankrijk. Een typisch Frans dorpje met een marktplein, oude huizen rond de stadskern, smalle straatjes en een paar winkels. Het is een druilerige maandagmorgen als we er doorheen rijden op weg naar Atoll Electronique, dat aan de rand van het dorp zijn fabriek heeft gebouwd. De regen komt als fijne druppels naar beneden, wat het gebouw een donker aanzien geeft, afgetekend tegen een grauwe lucht. Eenmaal binnen bij Atoll is het een stuk aangenamer vertoeven dan buiten.
We worden verwelkomd door de broers Stéphane en Emmanuel Dubreuil die in 1997 het bedrijf hebben gesticht. Stéphane is de elektronicus van de twee en werkte ooit voor het Franse audiomerk Cairn. Daar raakte hij destijds ontevreden over de prijs/kwaliteit verhouding en besloot dat als hij dat wilde aanpakken, hij voor zichzelf moest beginnen. Zijn broer Emmanuel, afgestudeerd in bedrijfskunde, besloot mee te doen en zo zag Atoll het licht. Brécey werd gekozen als vestigingsplaats. Op slechts een paar kilometer afstand van de plek waar ze beiden werden geboren. Brécey is een dorpje waar het woord Hifi de bewoners niets zegt. Tot op de dag van vandaag denkt de burgemeester van Brécey dat Atoll iets met computers doet. Onkundig van het feit dat het een puur audiobedrijf is.
Naast de twee broers zijn er nog zes mensen werkzaam bij Atoll. Eén daarvan is de (mede) ontwerper van de schakelingen en hij maakt de CAD lay-out’s voor printplaten. Ook schrijft hij de software voor de besturing van onder meer de surround processor die Atoll maakt. De overige werknemers zorgen voor de productie, logistiek, testen en afregelen. Gelukkig voor ons spreken de broers behoorlijk Engels, zodat de meegereisde tweetalige Belgische importeur niet elke zin hoeft te vertalen in verband met mijn gebrekkige Frans.
Voordat we het bedrijf gaan bekijken komt de naam Atoll ter sprake. Stéphane zegt daarover: "Bij de oprichting van Atoll zochten we naar een naam die wereldwijd bruikbaar zou zijn en uitspreekbaar. Kort, krachtig en er moest een O in voorkomen, want het uiterlijk van de frontplaten met onze type aanduidingen stond al vast. Het bekende rondje. Tenslotte moest er een overeenkomst zijn met wat wij willen bereiken met onze producten. Door stom toeval stuitten we op een boek over atollen en die spraken ons aan vanwege de schoonheid die ze uitstralen, de diepte van het water rondom het atol, de rust, reinheid, kleurenpracht, termen die men eveneens bezigt om geluid te beschrijven. Kortom de ideale naam. Met 20 distributeurs in het buitenland, uitstrekkend van Canada tot Australië (de laatste een land waar de combinatie atol en Frankrijk een beetje gevoelig ligt), is de overal ter wereld uit te spreken naam Atoll voor ons zeker een voordeel." Het logo is altijd herkenbaar en Atoll Electronique heeft daarmee een unieke uitstraling.
De daadwerkelijke "fabriek" bestaat uit een ruime hal waar op lange tafels Atoll’s in diverse stadia van afbouw klaar staan voor verdere bewerking. Langs de wanden en onder de tafels liggen gesorteerd de wat grotere onderdelen zoals kasten, printplaten, frontjes en transformatoren. Dicht bij de hand, aan de zijkanten van de hal, vindt de elektronische assemblage plaats; het met de hand plaatsen en solderen van onderdelen op printplaten. Atoll heeft geen soldeerstraten en machines die onderdelen plaatsen. Zelfs de processor boards voor de surround voorversterker zijn handgesoldeerd. Toch slaagt Atoll Electronique erin de kosten van de productie laag te houden door zoveel mogelijk dezelfde componenten toe te passen in apparaten. Wat uiteraard een gunstige invloed heeft op de prijs die de consument uiteindelijk moet betalen.
Zo zijn de printplaten per serie universeel en is de plaats van de componenten bepalend voor welk type apparaat het wordt. Transformatoren voor versterkers zijn altijd 160 of 330 VA. De eindtransistor van elke eindversterker is steeds dezelfde MOS-FET, gemonteerd op een eigen koellichaam per transistor. Elke voorversterker, geïntegreerd of niet, is discreet opgebouwd met bipolaire transistoren in klasse A, die een klasse AB ingestelde eindtrap aansturen. IC’s worden uitsluitend toegepast voor besturing en nooit in de signaalweg. Kasten en fronten zijn zoveel mogelijk gelijk, slechts het achter het front gemonteerde typeplaatje verschilt. Doordat veel onderdelen hetzelfde zijn is inkoop en logistiek heel belangrijk. Het ontbreken van bijvoorbeeld luidsprekerklemmen legt de totale productie van eind en geïntegreerde versterkers plat. Atoll moet rekening houden met levertijden voor onderdelen die kunnen oplopen tot 16 weken.
Het opstarten van de productie is net begonnen, de Fransen houden de maand augustus vakantie, en het oogt nog leeg in de naast de hal gelegen testruimte. In de testruimte wordt elke gefabriceerde Atoll aan een duurtest onderworpen en wordt de bias stroom na een duurtest met de hand voor elke versterker en elk kanaal afgeregeld. Pas na een korte luistertest op een paar forse Triangle speakers gaat de kap op het apparaat en verdwijnt het in een doos. De totale productie van Atoll ligt op 3000 units per jaar. De nadruk ligt op en de grootste vraag is naar de types IN100, IN80 en CD100. Twee geïntegreerde versterkers en de huidige top CD speler van Atoll.