Liefhebbers van klassieke muziek zoeken vaak op internet of tijdens markten naar die speciale persing van een label dat bekend staat (of stond) om de goede persingen. Decca was in de jaren zestig zo’n label en diverse uitgaven zijn enorm gewild.
Gelukkig zijn er platenlabels die de muziek die intertijd werd opgenomen nog steeds waarderen en ze opnieuw aan een kwaliteitspersing toe willen vertrouwen. Dit is zo’n herpersing, gevuld met muziek met een romantische en impressionistische stijl.
Decca’s SXL 6081 werd voor het eerst in 1963 op vinyl geperst. Op deze LP waren de werken Shéhérazade van de componist Maurice Ravel en Les Nuits d’Eté van Hector Berlioz te horen. De ster van het album was de sopraan Régine Crespin die in de Victoria Hall in Genève werd ondersteund door het Orchestre de la Suisse Romande onder leiding van Ernest Ansermet.
Nog steeds geldt de originele persing als audiofiel meesterwerk van de jaren zestig, met een productie (indertijd in handen van Michael Brenner) die er zeker mocht zijn. De SXL 6000-serie van Decca brengt tweedehands overigens een lieve duit in het zakje, mits de staat van de LP goed is.
Deze herpersing mag er echter zeker ook zijn. Speakers Corner Records heeft veel energie gestoken in een zo fraai mogelijke herpersing vanaf de originele mastertapes. Naar verluidt hebben medewerkers van de beroemde Air Studio’s samen met Tony Hawkins enkele innovatieve grepen verricht om ervoor te zorgen dat deze 180 grams herpersing vol, dynamisch en duidelijk klinkt.
Zowel het laat-romantische/ impressionistische werk van Ravel (niet te verwarren met de gelijknamige Ouverture uit 1898) als de liederencyclus van Berlioz werden in 1963 door de combinatie van Crespin en het orkest onnavolgbaar ten gehore gebracht. Er is een hoorbare synergie aanwezig tussen de sopraan en dat geeft de werken een betere uitdrukking en verhoogt de kracht.
Het origineel bezit ik (helaas) niet, maar de herpersing laat –zeker gezien de flinke leeftijd van de mastertapes- een enorme kracht, dynamiek en ruimtelijke afbeelding horen. De stem van Crespin is helder en rijk, terwijl elke octaaf vol en groots wordt weergegeven. De snaren van het orkest zijn tastbaar en klinken vol, de blazers klinken echt.
De logischerwijs aanwezige ruis op de mastertapes is amper hoorbaar, terwijl er flink wat diepte in de weergave heerst. En dat maakt van deze herpersing een audiofiel juweel, dat door liefhebbers ongetwijfeld dezelfde (zoniet hogere) merites toebedeeld zal krijgen als het origineel.