NIEUWS

De geschiedenis van de camcorder

Ulco Schuurmans | 22 juli 2014

Dat de benaming camcorder staat voor de samentrekking van camera en recorder is menig videohobbyist al weer vergeten of heeft daar nog nooit van gehoord. Toch was het nog maar 30 jaar geleden heel gewoon dat de video-uitrusting uit een losse camera en opnamerecorder bestond. Er is echter veel veranderd: van logge apparatuur tot de compacte camcorder. En de digitale fotocamera is gaan videofilmen.

Wie tegenwoordig naar de High Definition compacte palmtop-camcorder of fotosysteemcamera kijkt kan zich nauwelijks nog voorstellen met wat voor gezeul en matige beeld- en geluidskwaliteit de videohobbyisten van het eerste uur te maken hadden. Menigeen werd in de jaren ‘80 van de vorige eeuw nog voor gek verklaard dat hij of zij de Super 8/8mm filmcamera inruilde voor een ‘inferieur’ videoapparaat op basis van elektromagnetische band.De eerste echt serieuze videocamera’s stammen uit de jaren zestig van de vorige eeuw. Aanvankelijk alleen voor tv maar na enkele jaren ook bij sport en buiten opnamen. Om het geheel te transporteren was een forse dolly of lorrie nodig. In 1967 introduceerde Sony de eerste draagbare zwart-wit Portapak voor video, de DV-2400 Video Rover. JVC en Panasonic volgden met gelijksoortige draagbare opname-units bestaande uit een losse camera verbonden met een recorder. Om deze PortaPaks stonden echt cultgroepen van gebruikers. Video begon een geduchte concurrent van de 8 mm analoge film te worden. Het zou echter nog tot begin van de jaren ‘80 duren alvorens de echte camcorders met kleurenbeeld voor de amateur beschikbaar werden.

Super 8 en 8 mm film
Het gebruik van analoge smalfilms in handcamera’s stamt wat de amateurs betreft al uit de jaren dertig van de vorige eeuw. Optisch en filmtechnisch hoogwaardige producten die op het witte doek thuis gezien mochten worden. Aanvankelijk ging het om een mechanische aandrijving met een slinger of op te winden veer. Later kwamen daar de elektromotoren met batterij en accu bij.Ook het geluid was er in den beginne niet bij. Pas toen de 8 mm films van geluidstape (spoor) voorzien werden kon een recorderkop het door de microfoon opgenomen geluid synchroon met de analoge chemische filmbeelden registreren.Waarom hebben de Super 8 en 8 mm filmcamera’s het bijna 40 jaar uitgehouden ten opzichte van videocamera’s? Om meerdere reden. Als eerste de eenvoud. Filmcassette er in leggen en hij doet het meteen. Lekker compact en licht qua gewicht. In kleur terwijl de eerste PortaPaks zwart-wit waren. Het analoge filmbeeld was vele malen scherper en kleurechter als bij de toenmalige analoge videocamera’s. En bovenal vele malen goedkoper in aanschaf.Waarom heeft de Super 8/8mm analoge filmcamera uiteindelijk het loodje gelegd ten aanzien van de videocamera? Economische en bewerkings-factoren speelden daarbij de hoofdrol.

Op den duur werden de videotape en later de harde schijf en geheugenkaart vele malen goedkoper dan de chemische film. Bovendien kan je met een opslagmedium voor video vele malen langer opnemen dan de 3 minuten van een 8mm/Super 8 cassette. Bij de bewerking het direct kunnen terugzien van het resultaat. De 8mm film diende eerst ter ontwikkeling te worden opgestuurd. De moderne camcorder biedt veel meer mogelijkheden om de opnameparameters te beïnvloeden en de beelden digitaal na te bewerken. Ook het monteren met analoge tape was al een stuk eenvoudiger en betrouwbaarder dan het knip & plakwerk (lassen met lijm en tape) bij analoge chemische film. Het kostte echter nog wel veel tijd: het lineair achter elkaar stapelen van de shots naar de mastertape(recorder). Een grote impuls voor de camcorder werd het non-lineair monteren (NLE) op de computer van het geschoten videomateriaal (de footage). Digitaal is het daarbij helemaal. Het gemak van het knippen & plakken plus verplaatsen van beeld en geluid net als bij een tekstverwerker. En het kunnen toevoegen van effecten, overgangen, filters en bewerkt geluid (digitale soundtrack).Hetgeen wel meer dan 30 jaar ontwikkeling vergde was de kwaliteit van het beeld en geluid. Wat nog dikwijls te zien valt bij programma’s over grappige thuisvideootjes geeft aan hoe slecht video tot voor een vijftal jaren terug nog was ten opzichte van analoge smalfilmpjes. Super VHS bracht daar al verandering in maar DV gaf de echte doorbraak. Nu zijn er de videostandaarden Full HD (2K, 1920 x 1080 pixels) en 4K. Het geluid ging van simpel mono naar 5.1 Surround Stereo.Als laatste argument wordt regelmatig het lastig vinden om steeds weer een 8mm filmprojector te moeten opstellen aangehaald. Een tv is dan een stuk gemakkelijker. Echter hier geldt hetzelfde als bij beamers: je kunt ook voor een vaste opstelling of ophanging kiezen.

De eerste videocamera’s
De eerste videocamera’s werden geboren uit de wens om het beeld direct beschikbaar te hebben. Het eerst moeten ontwikkelen van nieuwsitems, een gesprek in de studio of sportwedstrijd is maar wat lastig. Om het over live optredens nog maar niet te hebben. Een andere impuls voor het gebruik van video kwam uit de medische diagnostiek, het vastleggen van industriële processen en forensische toepassingen.In de tv-studio uit de jaren zestig werden recorders met een twee inch tape ter grootte van een koelkast ingezet. Deze quad decks waren allerminst mobiel net zoals de bijbehorende videocamera’s die met behulp van een dolly verreden werden. In de jaren ‘70 paste de video-uitrusting gebaseerd op ¾ inch tape al in een flinke koffer. Maar voor het filmen op locatie had de videomaker altijd nog wel een bestelbus nodig om de camera met randapparatuur mee te nemen. Een alternatief voor grote modellen was de uitneembare camera die in losse delen vervoerd kon worden. Doorgaans in een losse camerakop en besturingseenheid (CCU). Om bovengenoemde redenen werd tot halverwege de tachtiger jaren eerder voor 16 mm op de professionele locatie dan video gekozen. Zeker waar een hoogwaardige beeldkwaliteit vereist was.


EDITORS' CHOICE