De standaard stereomicrofoon van de camcorder of videofilmende digitale fotocamera neemt via twee kanalen, links en rechts, op. In een aantal gevallen maakt de audio-elektronica er nog wel Surround Sound 5.1 van, maar het blijven twee opnamekanalen. Wie meer geluidsbronnen tegelijk wil aansluiten heeft daarvoor een audiomengpaneel of -mixer voor nodig. Dat verhoogt de geluidsmogelijkheden bij muziek- en theateruitvoeringen of zaalpresentaties aanzienlijk.
Een mengpaneel of mixer voor het geluid mengt meerdere bronnen tot een gezamenlijk stereo- of mono-meestersignaal (= de master-output). Daartoe krijgt elke geluidsbron één (mono) of twee (stereo) kanalen toegewezen. De input per kanaal heeft een eigen aansluiting, regelaar voor de versterking (schuif of draai) en bij geavanceerdere vormen ook toonregeling en bepaalde effecten. LEDs geven de actieve input en geluidssterkte (het volume) aan. De onderlinge verhouding van het volume per kanaal geeft samen met de masterfader of draaiknop de op te nemen geluidssterkte voor de aangesloten camcorder of digitale fotocamera.
Een geheel ander voordeel van een mengpaneel is dat er allerlei microfoons, audioapparatuur en zaalinstallaties op aan te sluiten zijn. De doorsnee camcorder voor amateurgebruik beschikt niet over een professionele XLR-ingang of lijn-in. Een mengpaneel of mixer wel en valt met een eenvoudig verloopkabeltje op de 3.5 mm minijack microfoon-in van de camcorder of videofilmende fotocamera aan te sluiten. Mengpanelen en mixers voor audio bij video zijn er in alle soorten en maten. Van simpele draaiknopmixertjes die onder de camera zelf te bevestigen zijn tot imposante losstaande mengpanelen met tal van gekleurde LED-lichtjes, schuifregelaars en draaiknoppen.
Waarom mengen of mixen?
De belangrijkste reden om te gaan mengen of mixen bij geluid is het aansluiten van meerdere geluidsbronnen. Bijvoorbeeld het opstellen van zaalmicrofoons bij muziek of toneel, een discussieforum en het afregelen van het geluid per instrument of zanger. Het mengpaneel of de mixer is in staat om het juiste volume en vaak ook de toonhoogte per input af te regelen. Zo ontstaat een goed weergegeven stereogeluid waarbij muziek, spraak en/of zang optimaal tot hun recht komen. Een (te) zacht klinkend instrument, acteur of zanger krijgt vanuit het mengpaneel meer volume toegewezen zodat zij goed hoorbaar zijn en niet teloor gaan tussen de overige geluidsbronnen.
Een tweede belangrijke reden om te gaan mixen of mengen is het (tijdelijk) kunnen afsluiten van bronnen. Dat voorkomt stoorgeluid of niet ter zake doende spraak. Bijvoorbeeld bij een interview met presentator en meerdere personen. Alleen de microfoonkanalen van hen die op dat moment aan het woord zijn staan open. Wil er vervolgens een ander of iemand uit de zaal reageren dan pas gaat het desbetreffende microfoonkanaal open.
Reden drie is de beschikbaarheid van meerdere type connectoren op de paneelkast. Wij noemen de XLR-pluggen voor microfoons, de grote jackpluggen (cinch) voor microfoons en instrumenten en ook de tulpplugjes (rood en wit) voor lijn-in. In een aantal gevallen zijn er ook digitale en/of optische ingangen beschikbaar. Dat zijn de aansluitingen die nu net vaak op de camcorder en digitale fotocamera voor video-opnamen ontbreken. Het mengpaneel stelt deze ingangen meteen ook correct in qua type versterking en balancering.
Als vierde reden de al eerder genoemde correctie, vloeiende overgangen (cross-fades) en effecten. Dat gaat in de praktijk via het mengpaneel vaak beter dan achteraf bij de montage. Veel gebruikte correcties en effecten zijn de toonhoogte (tot een equalizer aan toe), echos, galm en versnelling of vertraging. Meer persoonlijk is reden vijf: Het gevoelsmatig contact hebben met het geluid door dit handmatig via de schuifregelaars (faders) of draaiknoppen te regelen.
Hoe werkt het?
Bij het proces van mengen of mixen zijn in de praktijk drie onderdelen te onderscheiden: De ingangen (kanalen of inputs), het paneel zelf met ingebouwde elektronische mogelijkheden en de uitgang (output) naar de registrerende camera of een externe audiorecorder. In de ingangen steken de pluggen van de aangesloten kabels of draadloze ontvangers van de betrokken geluidsbronnen. Gebruik altijd kabels van goede en solide kwaliteit die de gewenste afstand zonder beduidend signaalverlies kunnen overbruggen. Plak de kabels goed vast met stevige tape of gebruik speciale kabelgoten. Dat voorkomt het per ongeluk lostrekken en struikelpartijen!
In het mengpaneel of mixer zelf gebeuren er drie dingen:
- Het per ingang juist elektronisc instellen van het audiosignaal. Dit onder andere qua spanning, weerstand, waar van toepassing het omzetten van analoog naar digitaal en visa versa, en het al of niet balanceren van het signaal;
- Het bewerken volgens de instellingen per kanaal. Bijvoorbeeld het volume, de toonhoogte of een effect;
- Het samenstellen van de output (mixage) voor de camera of externe audiorecorder via de masterfader. Met behulp van een verloopkabeltje naar 3.5 mm minijack of de lijn-in (tulp) sluit u het mengpaneel aan op de geluidsingang van de camera.
Een punt van orde betreft de toepassing van vaste voorinstellingen of de inzet van een aparte geluidsman naast de cameraman of -vrouw. In het laatste geval is optimaal bijwerken en corrigeren tijdens de opname mogelijk. Een alternatief vormt het aansluiten van de camcorder op de zaalinstallatie waar achter al een geluidstechnicus zit.
Wat is nodig?
In een eenvoudige opnamesituatie met twee microfoons voldoet een simpel mixertje. Dikwijls een model dat onder de camera geschroefd of met klittenband bevestigd wordt. Heel welkom is als het mixertje over een handmatige volumeregelaar, ingebouwde versterking met type kanaal en over zowel XLR, cinch of lijn-aansluitingen beschikt. Ideaal voor de eenvoudiger camcorder en videofilmende digitale fotocamera. Ook niet echt duur.
Bij meer dan twee microfoons komt een groter model mengpaneel in het vizier. Groot betekent niet kolossaal van omvang. Er zijn diverse leuke compacte modellen te koop voor 4 - 8 kanalen naar keuze in mono of stereo te gebruiken. Schuifregelaars werken gevoelsmatig wat prettiger dan draaiknoppen. Goede faders maken een mengpaneel echter duurder. Let bij aankoop altijd op de beschikbare aansluitingen, een duidelijke lay-out van het bedieningsfront en de beschikbare bewerkingsmogelijkheden met de bijbehorende toonfilters en effecten. Voor de meeste videofilmers in het veld en de thuisstudio zal een dergelijke mixer van tussen de euro 100,- en euro 350,- meer dan voldoende zijn. Als alternatief valt een notebookcomputer in te zetten. Dan is er meestal wel ook een extra interface, USB of FireWire nodig om de externe geluidsbronnen aan te sluiten. De software op de computer functioneert dan als een meerkanaalsmengpaneel.
Voor echt grote evenementen heeft u ook een navenant uitgebreid audiomengpaneel plus geluidsman of -vrouw nodig. Het prijskaartje is uiteraard tevens een stuk hoger.
Vergeet verder niet om een hoofdtelefoon te gebruiken om het geluid vanuit het mengpaneel of de mixer te controleren. Draadloze verbindingen met zenders en ontvangers maken vele tientallen meters kabels overbodig. Wel heeft u per kanaal een zender en een ontvanger plus specifieke frequentie nodig. En de benodigde draadloze apparatuur is een stuk duurder.
Er zijn combinaties mogelijk met een opnamerecorder. De registratie vindt dan plaats op een geheugenkaart of hard disk. Achteraf kan met sleutelbeelden of speciale software als Plural Eyes het apart opgenomen geluid in de montagestudio gesynchroniseerd worden.
Conclusie
Mengpanelen en mixers zijn niet duur en veelal ook eenvoudig te bedienen. Zij verhogen niet alleen de kwaliteit van de audio-opname zelf, maar vergroten ook nogal eens de creatieve mogelijkheden voor het videogeluid aanzienlijk. Dit zowel in het veld als de montage-video thuis.