Over meesterwerken gesproken: Tokyo monogatari van Yasujiro Ozu uit 1953 is een schoolvoorbeeld van dit beladen begrip. Een mijlpaal in de geschiedenis van de cinema, met een verhaal over de kloof tussen generaties dat verrassend actueel is.
Een ouder stel uit de provincie onderneemt een lange reis naar de grote stad om hun kinderen weer eens te zien. Die leiden allemaal drukke levens, zo doen ze voorkomen, en nemen niet de moeite wat tijd vrij te maken om hun ouders een leuk verblijf te bezorgen. Ze gaan zelfs zo ver om hen te verbannen naar een vreselijk vakantieoord, zodat ze handig uit zicht zijn. De oudjes ondergaan de vernederingen lijdzaam, en stellen droogjes vast dat de tijden veranderd zijn. De enige die wel aardig doet is de weduwe van hun in de oorlog gesneuvelde zoon. De man geniet van een avondje ouderwets zuipen met zijn oude kameraden.
Eenmaal terug naar huis wordt de vrouw ernstig ziek. Tijd voor de kinderen om op reis te gaan, naar het sterfbed van hun moeder. Als ze dit al zouden beschouwen als een gelegenheid nu wel een menselijk gezicht te laten zien, dan laten ze die kans weer op gênante wijze aan zich voorbij gaan.
Het eenvoudige verhaal raakt subtiel aan een veelheid van belangrijke, universele thema’s. Naast vergankelijkheid, de kloof tussen generaties en tussen stad en platteland, verval van oude waarden en normen, uitlopend in het egocentrisme van de hedendaagse jeugd (ook al in 1953), speelt ook het trauma van de oorlog een belangrijke rol.
Bijzonder is de film vooral door de totaal eigen beeldtaal van Ozu. Hij filmt voortdurend vanuit een statisch, ongebruikelijk laag camerastandpunt, in lange shots. Verreweg het grootse deel van de film speelt zich binnenskamers af, waarbij de symmetrie van de kleine Japanse woningen benadrukt wordt in de beeldcompositie. Dat de mensen op de grond zitten lijkt wel een gevolg van het beperkte woonoppervlak.
Opvallend is ook dat Oza veel van de gebeurtenissen meer suggereert en niet toont. De kijker wordt in een actieve rol gedwongen en krijgt door het lage maar aangename tempo gelegenheid de gaten in te vullen en betekenissen te verwerken.
Ondanks de grondige restauratie is natuurlijk goed te zien en vooral ook te horen dat het om een oude film gaat. De thematiek en unieke cinematografische rijkdom maken de film echter tijdloos. Goed dat hij door deze heruitgave weer in de belangstelling gebracht wordt.
Â
Aanvullende informatie
- Japan, 1953
- Speelduur: 136 minuten
- Regie en scenario: Yasujiro Ozu
- Camera: Yuharu Hamamura
- Montage: Yoshiyasu Hamamura
- Beeld: 1,37:1, zwart-wit
- Geluid: mono, Japans gesproken
- Uitgave: Lumière