Een symmetrische opstelling van de (eind-) versterker ten opzichte van de luidsprekers is niet altijd praktisch of haalbaar. Het traject wat elke luidsprekerkabel moet afleggen zal dan natuurlijk in lengte verschillen. Voor een optimale kanaalgelijkheid zullen beide kabels de lengte moeten hebben die nodig is om de meest ver verwijderde luidspreker te bereiken.
Het is dan verleidelijk om de kabel die naar de dichtstbijzijnde luidspreker loopt in een keurige tulband-vorm achter het audiomeubel of achter de luidspreker te leggen. Alhoewel dat op zich fraai oogt heeft het gevolgen voor de weergavekwaliteit gezien er dan in één kanaal een uit de kluiten gewassen spoel (!) wordt geïntroduceerd.
Niet zo!
Maar zo!
Het teveel aan luidsprekerkabel kan men daarom beter in een zig-zag traject leggen, bijvoorbeeld 1 meter terug en 1 meter heen voor het reduceren van twee meter lengte-overschot. Door het aantal ziggen (en niet te vergeten: zaggen) tot een minimum te beperken zal de kabel relatief weinig vloeroppervlak in beslag nemen en daarmee minder in het oog springen. Leg kabels altijd in ronde bochten; maak nooit scherpe knikken want dat kan zowel voor de interne geleiders als de mantel schadelijk zijn.
Happy Routing!