Luidsprekers kunnen het vaak minder goed vinden met de kamerakoestiek waarin ze hun werk moeten uitvoeren. Laagophoping, vroege reflecties en met name akoestische koppeling kunnen heel wat roet in het auditieve eten gooien.
De volgende methode kan worden toegepast voor het vinden van een `vlak van minimale invloed` voor luidsprekers: laat een persoon met zijn of haar rug tegen de wand achter de luidsprekers al pratende naar voren komen. In het begin zal de invloed van de muur op de stem duidelijk hoorbaar zijn maar naarmate de stem zich van de muur verwijderd zal de akoestische koppeling afnemen. Op het punt waar de stem geheel vrij van de wand klinkt kan met (papier-) tape een lijn op de vloer worden gemaakt.
Door deze methode te herhalen voor zowel de andere kant van de kamer als de zijwanden ontstaan er twee rechthoekige vlakken (zie afbeelding). Deze vlakken zijn een gebied waar de weergave van de luidsprekers zich minder aan de wanden zal koppelen. Let wel: het is heel goed mogelijk dat deze vlakken niet even groot uitvallen omdat de akoestiek aan de ene kant van de kamer anders uitvalt dan aan de andere kant. Binnen deze vlakken kunnen de weergevers weer even ver van de wanden worden geplaatst. Ophoping van lage tonen wordt hiermee beperkt doordat de luidsprekers uit de buurt van de hoeken blijven.
Deze methode is niet geheel geschikt voor dipoolstralers maar de achterste lijn kan voor dergelijke weergevers desondanks van nut zijn om als minimum-grens aan te houden. Geduld en herhaaldelijk luisteren zijn de hoofdingrediënten voor wat betreft het vinden van de juiste relatie tussen de kamerakoestiek en de weergevers. Happy Positioning!