Niet alleen in de modewereld, ook in de klanksferen wordt alles wat nieuw en onbekend is door velen gezien als revolutionair en het onderwerp van menig forumdiscussie op het hindernet. Werkelijk innovatieve en hoogwaardige producten verdienen het om besproken maar vooral beluisterd te worden. Dergelijke introducties gaan in de audiowereld echter niet zelden gepaard met een merkwaardig neveneffect, namelijk het onmiddelijk `downgraden` van tot dan toe alom gerespecteerde apparatuur.
Nieuwe ontwikkelingen kunnen vooruitgang met zich meebrengen maar niet de kwaliteit van het voorafgaande veranderen. Apparatuur verliest niet automatisch het bestaansrecht zodra het uit productie gaat. Voortschrijdend inzicht leert ons dat menig doordacht ontwerp na verloop van tijd meer op waarde wordt geschat dan het geval was tijdens het commerciƫle leven van het product. Meestal is die waardering niet zozeer gebaseerd op romantiek maar puur op praktische punten zoals een tonaal goed ontplooide presentatie en/of constructie en betrouwbaarheid.
(Quad II monoblokken uit 1953)
Oude electronica heeft niet het eeuwige leven, dus hoe goed het ook is gebouwd, de tand des tijds zal invloed hebben op de mechanische en elektrische prestaties en daarmee de weergave. Maar daar hebben we immers de toegewijde en expertieve techneuten voor zoals Tentlabs, Dada Electronics, Audioservice, ESK, AudioMagic, Triple M en Quad Musikwiedergabe die terecht gekoesterde klankveteranen in optima forma houden of opwaarderen voor de trotse bezitters. De audiowereld heeft nieuw, innovatief bloed nodig om in leven te blijven, maar dat staat los van het bestaansrecht van componenten die zich reeds decennia hebben bewezen.