De Bowers & Wilkins 685 was lange tijd een van onze favoriete boekenplankspeakers in het iets hogere deel van het instapsegment. Kan de gloednieuwe 606 deze topper onder de monitors evenaren - of zelfs overtroeven?
Bowers & Wilkins 600 Series
De 606 is de ‘grootste’ boekenplankspeaker in de geheel vernieuwde 600 Series van Bowers & Wilkins. Deze nieuwe generatie luidsprekers volgt de vorige 600-familie op en komt na de eerdere vernieuwing van de 700-middenklassers en de premium 800-reeks. Volgens de Britse fabrikant gaat het bij de nieuwe 600 Series om een significante upgrade ten opzichte van de vorige uitvoering. Een claim die wel lijkt te kloppen.
Als we even de drie subwoofers niet meerekenen, telt de vernieuwde 600 reeks nu vier speakers: twee monitors (607 en 606), een centerspeaker (HTM6) en een vloerstaander (603). De instaplijn van Bowers & Wilkins gaat dus op dieet, want voorheen bestond de 600-reeks uit meer modellen. Maar onder het motto ‘minder is meer’ bevat de nieuwe line-up een vloerstaander en een centerspeaker minder. Dat vinden we niet erg, want zo wordt het wel heel helder. Beter voor de consument, denken we dan, ook omdat Bowers & Wilkins zich nu kon concentreren op minder modellen. En dat is een stap die meestal de kwaliteit ten goede komt.
Bovendien grijpt Bowers & Wilkins de lancering van de nieuwe modellen aan om de naamgeving over alle speakerfamilies heen consequenter te maken. Binnen elke lijn is het laagste getal de betere, grotere speaker. Vroeger was dat niet zo. De CM-lijn ging in stijgende lijn (CM10 was beter dan CM9), terwijl de bij 600- en 800-families net de hogere modellen een lager cijfer ontvingen.
Bowers & Wilkins 606
De 606 die we in deze test bekijken is de betere van de twee boekenplankspeakers in de 600 Series. Met een kostprijs van 349 euro is het een heel bereikbare speaker die meer biedt dan budgetspeakers die voor 150 tot 250 euro per stuk in de winkel liggen. Het is een haalbare upgrade voor wie in deze prijsklasse shopt. En als de 606 even goed speelt als zijn voorganger, de 685, dan wordt hij geheid een geduchte uitdager in het instapsegment.
Mooi daarbij is dat er nauwelijks sprake is van een prijstoename ten opzichte van de voorganger, terwijl de 685 inmiddels wel van vijf jaar geleden dateert en de 606 techniek uit het hogere segment meekreeg. Dat klinkt bijna te goed om waar te zijn…
Druppelt naar beneden
Wat valt meteen op als je de 606 uit de doos haalt? Bowers & Wilkins-fans zullen het meteen uitroepen: er is geen gele Kevlar-conus meer. Niet dat dit helemaal een verrassing is. Met de nieuwe 600 Serie neemt het merk zoals verwacht afscheid van het gele materiaal, dat nochtans heel lang bijna synoniem stond voor B&W. In de plaats is de midrange-woofer van de 606 voorzien van een conus uit Continuum. Dit is een nieuw materiaal, gewoven net zoals Kevlar, waar Bowers & Wilkins een beetje geheimzinnig over doet. Het werd al toegepast in de 800- en 700-serie, dus dat nu het ook opduikt bij de 600-speakers is niet helemaal een verrassing. Continuum neemt de plaats in van het gele Kevlar omdat het nog voorspelbaarder wordt qua break-up. Dat is een hele goede zaak, want break-up zorgt ervoor dat een conus minder als een piston functioneert en sneller vervormt. Door die voorspelbaarheid kan Bowers & Wilkins een driver bouwen waar eventuele break-up pas plaatsvindt in heel hoge frequenties die we niet horen. We zagen Continuum voor het eerst verschijnen op de premium 800-reeks, waarna het naar beneden druppelde richting de 700-reeks (de opvolger van de CM), en nu een finale trickle-down kent naar de 600-lijn.
Op zich is dat wel een heel straffe evolutie. Een 803 D3 bevat natuurlijk veel meer high-end onderdelen, zoals de enorme ‘kop’ uit een blok aluminium, maar op zich is het wel opmerkelijk dat een prominent onderdeel zoals de midrange-woofer op een instapmodel uit hetzelfde materiaal bestaat als bij een luidspreker die tot de absolute wereldtop behoort. De 606 ging trouwens voor nog meer onderdelen buurtje te leen bij duurdere Bowers & Wilkins-modellen. De crossovers in de luidspreker zijn bijvoorbeeld ook die van de 700 Serie, en een opvallend nieuwigheid is de Decoupled Double Dome tweeter die we eveneens van hogere modellen kennen. Kortom, het lijkt wel alsof de 349-euro kostende 606 wel bijzonder veel biedt voor een heel redelijk bedrag.
Understated
De vorige 600 Serie vonden we qua afwerking gewoon degelijk, maar niets om over naar huis te schrijven. De kloof met de fraai afgewerkte 700 Serie was groot. Bij de nieuwe 606 vinden we het uiterlijk al heel wat rianter. Meer zelfs: het is gewoon heel goed voor het segment. Het blijft ver verwijderd van de mooie lakken op de 700 Serie, dat wel, maar de matzwarte 606 die in ons testruimte staat vinden we een mooie verschijning. Weliswaar op een ingetogen manier. Met de voorkant afgedekt is de 606 wat anoniem, we halen de magnetische luidsprekergrille liever snel weg om de fraaie strakke en cleane voorkant te kunnen bewonderen. Naden zijn nagenoeg onzichtbaar, wat heel strak overkomt. De luidsprekerkast van de 606 blijft qua uitstraling wel neigen naar het functionele, met een klassieke rechthoekige vorm die vrij diep is: 30 tot 32,4 cm, naargelang je de grille monteert en hoe je kabels aansluit. Iets om mee rekening te houden als je denkt aan een plaatsing op een meubel of een stand.
Het ontbreken van zichtbare schroeven, de mooie integratie van de Continuum-driver in het voorpaneel en de donkere, metalen ring rond de tweeter geven de 606 een streepje klasse dat je niet altijd in het segment ontmoet. Al moeten we wel observeren dat rond dit prijspunt de laatste tijd luidsprekers verschijnen die eigenlijk wel relatief luxe zijn afgewerkt. De Q Acoustics 3000i-reeks, Dali Oberon, Monitor Audio Bronze… fabrikanten lijken te beseffen dat doorsnee consumenten eisen dat ook speakers die 500 tot 1.000 euro per paar kosten er goed uitzien. Dat was vroeger anders. In elk geval hoeft Bowers & Wilkins zich met de 606 nergens voor te schamen. De satijnachtige kleur, afwerking en bouwkwaliteit zijn prima voor de prijs.
De 606 is een 2-wegs ontwerp, met een opvallend strak afgewerkte baspoort achteraan. Dat is niet enkel een esthetisch dingetje; de vorm en design van een baspoort heeft een impact op de luchtbewegingen en dus op de laagweergave. Als je de 606 heel dicht tegen de muur plaatst, is het wel een goed idee om deze poorten met de voorziene proppen te vullen. Dat gaat het laag net iets strakker houden. We zijn trouwens een beetje verbaasd om achteraan dubbele luidsprekerterminals te zien. Bi-amping en bi-wiring zijn nu eenmaal zaken die we eerder met een hogere prijsklasse associëren.
Meer in evenwicht
Zoals we al een paar keer hebben laten vallen vonden we de voorgaande 685 een geweldige monitor voor zijn prijs. Het was een speaker die rockmuziek, elektronica en eigenlijk elke genre op een meeslepende manier weergaf. De laagextensie was ook heel goed voor het formaat, misschien iets te wollig, maar wel gewoon fun. De 606 lijkt ons al vanaf de eerste minuut een net iets meer beheerste speaker, wat niet een slechte zaak is. Toen we begonnen te luisteren naar een nogal Frans-getinte playlist in Roon, via een Auralic Altair als streamer aangesloten op de USB-poort van een Hegel Röst-versterker, was de eerste snelle indruk zelfs: “Dit klinkt verrassend dicht bij een 700 Serie-luidspreker.” De overheersende laag van de 685 is vervangen door een klank die meer in evenwicht is, fris en gedetailleerd als de 700 – maar met een snellere roll-off in het hoog. Voor ons maakt dat de 606 een mooie weergever die zeer aangenaam luistert, niet ultrahelder maar dus ook niet agressief.
De Continuum-driver geeft de speaker duidelijk een forse upgrade. Roon stuurde ons via de ingebakken radiofunctie een paar keer langs Jacques Brel, waarbij onder meer ‘Les Bonbons’ en ‘Voir un Ami Pleurer’ aan bod kwamen. Dat is het soort muziek waar we meestal niet echt lang bij blijven hangen, maar in dit geval wel. De 606 gaf een volheid en diepte aan Brels stem die ons aanzette om deze keer toch wat langer te blijven luisteren. Dat de 606 aangestuurd werd door een zeer dempende versterker als de Röst helpt wel om de weergave strak en gecontroleerd te houden. ‘American Utopia’ van David Byrne klinkt er lekker swingend door, vooral op ‘Gasoline and Sheets’, waar je de Talking Heads-oprichter op zijn kenmerkende en wat tragere manier hoort croonen, mooi los van de snellere beats die de track voortstuwen.
Ligt dat dan aan de Hegel of aan de speakers? We verwisselen de Röst even met de Marantz PM6006 en NA6006 die nog in de testruimte staan na hun recente test, en luisteren via HEOS lossless naar Tidal. Niet geheel verrassend is er toch wel een heel verschil te noteren. De klank is iets donkerder geworden, iets platter en er is minder controle. De doedelzakken in de verte bij ‘Biko’ van Peter Gabriel verdwijnen iets meer naar de achtergrond dan bij de Hegel. Maar echt een probleem is dat niet bij de 606. Het is een vergevingsgezinde luidspreker die niet ultrakritisch is voor de versterking. Maar het hunkert wel naar een degelijke versterker. Een gevoeligheid van 84 dB betekent dat je wat meer vermogen nodig hebt om de 606 luider en beter te laten spelen.
Als we terugkeren naar de Hegel, merken we dat opnieuw wanneer we ‘The Waves of Kilkee’ afspelen, een DSD-testtrack die we al jaren gebruiken. Speakers uit de middenklasse doen dit fijn snarenspel vloeiender en ruimtelijker klinken, maar de 606 doet het voor zijn 349 euro per stuk zeer goed. Als je deze speakers als eerste stap in de hifi-wereld aanschaft, kom je thuis met iets waar je nog lang gelukkig mee kunt zijn.
Conclusie
Met de 606 haal je voor een heel redelijke prijs heel wat muziekplezier in huis. Zoals dat hoort in dit segment ligt de nadruk bij de nieuwe Bowers & Wilkins wat meer op easy listening en een klank voor het brede publiek. En toch hebben ze daar in Worthing aangedurfd om iets hoger te mikken en meer audiofiele kwaliteiten te voorzien. Hierdoor eindig je met een luidspreker die iets meer biedt dan je zou verwachten, vooral als je hem combineert met degelijke versterking. Dat is wel belangrijk. Een mooier presentatie van details (zonder overdreven helder te worden), een degelijke laag-extensie en de prima vocal-weergave zijn dingen die mogelijk worden omdat Bowers & Wilkins deze instapper uitrustte met spitstechnologie uit hogere klasse.
Bowers & Wilkins 606
€ 349 euro | www.bowers-wilkins.com
Beoordeling 4,5 op 5