REVIEW

Review: Perpetuum Ebner PE 1010MKII

Ruud Jonker | 10 april 2019 | Fotografie Fabrikant

Veel traditionele merken die platenspelers bouwden herrijzen uit de as. Vinyl is booming en extreem populair. Het is een megatrend en in het voetspoor volgt de industrie die als een gek nieuwe modellen bouwt. Hoofdtelefoons, streamers en platenspelers zijn de pijlers waar de audio-industrie momenteel op inzet. Niet zo vreemd dat Perpetuum Ebner, eens het allergrootste merk in Europa, uit de as is verrezen en opnieuw met een aantal indrukwekkende platenspelers op de markt is.

We leven al een tijdje in een tijdperk waarin teruggegrepen wordt naar een aantal waarden van vroeger. Dat is goed, want niet alles van vroeger hoeft bij het oud vuil. Dan gaat het niet alleen om apparatuur, maar ook om denkbeelden, de manier waarop we leven en de inrichting van de samenleving. Veel audioapparatuur uit eerdere decennia had misschien niet altijd een superieure geluidskwaliteit, maar was over het algemeen gesproken degelijker gebouwd. Dat kom je ook tegenwoordig nog tegen, maar daar hangt dan wel een prijskaartje aan. Vanwege een andere uitwerking van economische factoren moet, vooral mid-fi, in maximaal drie arbeidsslagen gebouwd kunnen worden.

Met de revival van de platenspeler, het cassettedeck en de open-reel recorder, is het voorlopig alleen de eerste die nu massaal opnieuw geproduceerd wordt. Zullen er ooit nog cassettedecks en open reel machines komen? Het probleem is dat het niet meer mogelijk is om apparatuur met het kwaliteitsniveau en de complexe mechanische constructie van Nakamichi of Revox op de markt te zetten. Dat kan niet meer voor een acceptabele prijs. Zo’n machine zou een winkelprijs van boven de 20K moeten hebben. Om maar te zwijgen over nieuwe professionele recorders. Vergeet ook niet dat producten van Nakamichi, Revox, Pioneer, Akai en een enkele andere fabrikant van topkwaliteit recorders, destijds ook al fikse winkelprijzen hadden. De A77 kostte tijdens de marktintroductie rond de 950 gulden. Dat was een megabedrag voor een hifi-component. Omdat de markt voor vinyl veel groter is dan de markt voor tapes, stort iedereen zich op het bouwen van platenspelers. Binnen het huidige economische bestel en met in het achterhoofd de prijs die een gemiddelde consument wil besteden, leidt dat tot een aanbod vanaf 250 euro en een kwaliteitsniveau in constructie en materiaal dat daarbij past. Het gaat dan om de populaire speler die bestaat uit een plankje mdf en een speelgoedmotortje uit China. Soms klinken die apparaten niet onbehoorlijk en ze hebben een extreem belangrijke marketingtaak in het onder de aandacht brengen van vinyl. Maar kwalitatief gezien is er vaak een behoorlijke afstand met de fraaie platenspelers uit de jaren zestig, zeventig en tachtig. Zet er maar eens een TD-160 of TD-125 naast.

Overigens werd er in die jaren best ook een hoeveelheid junk gebouwd. Het merendeel van de direct-drive tafels kon niet echt de toets der kritiek weerstaan. Er zijn er maar enkele ‘outstanding’. Toch is er momenteel een aantal herintreders die wel degelijk bouwen op een mechanisch hoger kwalitatief niveau. De winkelprijs is dan iets hoger. Denk even aan de huidige prijs van de nieuwe Technics en Yamaha modellen. Maar, als er een kostbare collectie vinyl staat, dan is elke extra investering in een platenspeler te verantwoorden. 

Perpetuum Ebner

Merken als Perpetuum Ebner, Elac en Dual zijn weggezakt binnen het collectief bewustzijn en voor de jeugd natuurlijk helemaal onbekend. Maar, in de vijftiger jaren was Perpetuum Ebner het grootste merk in Europa met een productie van vijfduizend spelers per dag. Belangrijke marktpartijen waren toen ook Acoustical, Thorens, Garrard, Elac, Philips en Braun. Met de Japanse platenspeler invasie in de zeventiger jaren, kregen deze merken een fikse concurrentie. Het is een intrigerende vraag waar al die klassieke Perpetuum Ebner spelers gebleven zijn. Gezien de productie moeten er nog duizenden spelers in gebruik zijn en makkelijk te vinden. In de opslag van de luisterruimte staan in ieder geval nog exemplaren van Perpetuum Ebner, Dual en andere merken. Maar, in tegenstelling tot hoe we daar vandaag de dag mee omgaan, was een platenspeler in die tijd een gebruiksvoorwerp. Werd gewoon weggegooid in het geval van een defect. Er zullen dus duizenden Perpetuum Ebner’s in de müllkippe zijn gegooid, want er zijn heel veel Perpetuum Ebner’s bij de oosterburen verkocht. Momenteel is een platenspeler voor velen een object met haast esoterische en religieuze dimensies. Wel eens gezien dat veel vinylisten voor de speler knielen tijdens het opzetten van een plaat? Maar dat komt deels omdat moderne audiomeubels laag zijn. Vroeger had je het obligate rack. De hoogte en het aantal daarin gemonteerde componenten bepaalde je sociale status op school. Tegenwoordig onderscheid je je door je iPhone. Die is over twee jaar defect, maar een vijftig jaar oude Perpetuum Ebner draait dan nog.

Herstart

Het bedrijf werd opgericht door Josef Steidinger in St. Georgen (Schwarz-wald) en fuseerde in 1936 met het bedrijf van Albert Ebner. Niet echt vreemd dat de familie een traditie had in de horloge-industrie, maar ook andere mechanische artikelen bouwde. De eerste producten waren veermotoren voor platenspelers, want sinds de komst van de fonograaf en de eerste Berliner en Edison grammofoons, werkten die op dit type motoren. Later werden ook loopwerken voor grammofoons gebouwd. In 1928 waren dat er al 28.000 per jaar. Ook plateaus en toonarmen rolden van de productielijn en de firma heeft zelfs nog motorfietsen gebouwd (1925-1926). Maar, gezien het verleden was het logisch dat er uiteindelijk ook complete platenspelers werden gebouwd. Zoals de bekende Perpetuum Ebner Rex, waar er rond 1951 meer dan een miljoen van werden gebouwd. Begin jaren zeventig fuseerde Perpetuum Ebner met Dual, de andere grote fabrikant uit het Schwarzwald. Het feest duurde tot 1973. Door allerlei factoren en ontwikkelingen verdween Perpetuum Ebner toen van de markt.

Ruim veertig jaar later werd Perpetuum Ebner gereactiveerd door Wolfgang Epting. Zijn bedrijf heet WE Audio Systems en het is gevestigd in hetzelfde Zwarte Woud, niet ver van de oorspronkelijke Perpetuum Ebner fabriek. Epting nam voormalige technici van Dual en Perpetuum Ebner in dienst. De bedoeling is om de oorspronkelijke reputatie van St. Georgen weer te herstellen als zijnde het centrum van een innovatieve industrie. Dit soort herstarts van audiobedrijven zijn vaak op basis van een licentie. Er zijn nog oorspronkelijke eigenaren van de oude tradenames. Denk aan Sansui of Dual en vele anderen. Die geven dan een licentie uit aan iedereen die onder de tradename producten wil bouwen.

Perpetuum Ebner PE 1010

Naast het topmodel PE 4040 MKII is er de PE 1010 MKII die nu in de luisterruimte staat. De 1010 is de instap voor echt klassiek opgebouwde draaitafels en beschikt dan ook over een echt subchassis. Het plateau is van aluminium en heeft de massa aan de buitenrand, zoals een goed ontworpen draaitafel heeft. Het is duidelijk merkbaar dat ze daar in St. Georgen nog weten hoe je een draaitafel moet bouwen volgens de wetten van de mechanica. De synchroonmotor heeft een eigen, met sorbothan gedempt subchassis en ook de verstelbare voeten zijn daarmee gedempt. Er is een 9-inch Carbon toonarm en de draaitafel komt standaard met een Ortofon 2M Blue. Design is een kwestie van persoonlijke voorkeur, maar het ontwerp van de nieuwe Perpetuum Ebner draaitafels is modern, loeistrak en de beschikbare kleurencombinaties zorgen voor een zeer luxe en chique uitstraling. Met de hernieuwde populariteit van de platenspeler worden de aloude discussies, waar nooit eens een definitieve uitspraak uit voortkomt, weer opgerakeld. Oeverloze verhalen over belt-drives, idlers en direct drive, meestal gekleurd vanuit de belangen van een fabrikant. Als je alleen mc-cartridges bouwt, dan deugt er natuurlijk niets van mm. Ook veel geneuzel over cartridges, armlengte, demping, plinths, phono-kabels, tangentiale systemen enzovoorts. Vele meters aan audiotijdschriften zijn daarover vol geschreven. De bottomline is dat het niet zozeer om basis-bouwprincipes gaat, maar om de manier waarop je die implementeert. Wie kan ontwerpen, kan een sublieme belt-drive bouwen, maar ook een topkwaliteit direct drive of idler. De platenspelers die echt zeer goed presteren laten vaak een combinatie zien van een aantal volledig geoptimaliseerde technieken.

De PE 1010 komt dus met een subchassis en volgens de gangbare theorie heeft zo’n suspended ophanging voordelen. Het subchassis werkt als low pass filter en hoe lichter de ‘veren’ hoe beter de airborne en via de stand binnendringende resonanties worden gedempt. Onderzoek wees uit dat storende frequenties onder de 20 Hz (resonant frequencies) een enorme indirecte invloed hebben op gemeten en waarneembare wow & flutter en rumble. In principe zeggen wow & flutter cijfers en rumble cijfers niets over de kwaliteit van een draaitafel. Zulke cijfers moeten namelijk gekoppeld zijn aan de resonantiecijfers van de gebruikte cartridge-arm combinatie. Feitelijk is het de demping en resonantie van de toonarm combinatie die, samen met het gedrag onder de 20 Hz aanleiding geeft tot al dan niet storende sidebands in het hoorbare gebied.

Analoog?

Het nadeel van het analoge systeem dat platen afspeelt, is dat er teveel variabelen van invloed zijn op het eindresultaat. Digitaal is daarin veel beter want de digitale code, die nagenoeg onveranderd uit elk digitaal apparaat komt, is een exacte kopie van wat er in de studio is gemaakt. Met een systeem rondom een langspeelplaat is het aantal fouten dat de samensteller van zo’n geheel kan maken maximaal en het eindresultaat knalt alle kanten uit. Fabrikanten van platenspelers komen momenteel vaak met plug & play apparaten. De consument is dan al verlost van een aantal fouten die gemaakt kunnen worden met de afstelling en de keuze van een cartridge. Er blijven dan nog enkele tientallen andere mogelijkheden over om fouten te maken. De PE 1010 is zoveel mogelijk plug & play, hoewel de draaitafel wel opgebouwd moet worden.

Luisteren

De PE 1010 werd aangesloten op een setje waar deze draaitafel redelijkerwijs nooit mee zal worden gecombineerd. Maar, dat laat meteen horen waar de prestatiegrenzen liggen van deze 1010. Het maakt ook meteen weer duidelijk dat de toegevoegde waarde van extreem dure draaitafels en elementen vaak een beetje gerelativeerd moet worden. Er zijn namelijk een aantal betaalbare phono-cartridges die horen bij het beste dat er in de markt is. Allemaal beneden de duizend euro. Dat geldt onder andere voor de Denon 103R en ook de meegeleverde Ortofon 2M Blue presteert zeer goed. De toegevoegde waarde van hele dure cartridges is vaak niet zo groot. Misschien iets meer detaillering en ruimte en soms net even dynamischer. Aan de andere kant klinken dure cartridges vaak te soft en poeslief. Niet hoe muziek klinkt. Dat komt vaak door de toepassing van allerlei houtsoorten en andere materialen voor de behuizing. Die geven kleuring. Het beste is een zogenaamd ‘naked’ element of iets van kunststof. Voor zover een Denon 103R niet voorzien is van een (kleurende) houten behuizing klinkt er vrijwel niets beter, neutraler, dynamischer en gedetailleerder dan een 103R in een EMT 927 of 930. Volgens velen de beste platenspelers in de wereld.

Ook de PE 1010 profiteert van de simpele rechttoe rechtaan Ortofon 2M Blue cartridge. Samen met de 1010 staat er een dynamisch, actueel en superrealistisch geluidsbeeld. Deze cartridge is niet aangetast door allerlei technieken die een gekleurd en soft geluidsbeeld neerzetten, maar voor iedereen die dat wil kan deze PE 1010 ook makkelijk voorzien worden van cartridges die sommige eigenschappen nog net een streepje verder voeren. Maar, over zo’n keuze moet goed nagedacht worden. In ieder geval klonk de fenomenale en originele langspeelplaat van McCoy Tyner (Dimensions) ronduit spectaculair. Vele malen beter dan de Japanse audiofiele cd. De PE 1010 is een volwassener platenspeler dan de bekende en vaak erg goede platenspelers op een mdf-plankje. De 1010 is muisstil en heeft veel meer de autoriteit, rust en presentatie van de vroegere topspelers van merken zoals Thorens. De 1010 kan dynamisch enorm uithalen, gaat diep in het laag en klinkt enorm ruimtelijk. Verbazingwekkend dat bij het luisteren naar een systeem, waarvan veel klanten vinden dat daar een platenspeler van minimaal 80K bij hoort, er niet direct de behoefte ontstaat om de 1010 te vervangen.

Epiloog

Perpetuum Ebner, zijnde het grootste platenspelermerk in de jaren vijftig van de vorige eeuw is terug. De PE 1010 is voorzien van twintigste-eeuwse bewezen technieken, aangedragen door voormalige werknemers van Perpetuum Ebner en Dual. Dat werkt nog steeds. De PE 1010 is een uitermate volwassen en ‘echte’ draaitafel. Iets duurder dan alle kwalitatief voortreffelijke instappers, maar wel met een toegevoegde waarde. Analoge kwaliteiten worden op een voortreffelijke manier belicht en de PE 1010 is dan ook de platenspeler voor de echte liefhebbers met een serieuze collectie fraai vinyl. Knap dat deze speler in een systeem met luidsprekers die letterlijk alles laten horen en met alle bijbehorende ‘she-bang’ een wat groter hapje uit het huishoudbudget opsnoepen, in hoge mate overeind blijft. Daarnaast zijn deze nieuwe Perpetuum Ebner spelers buitengewoon fraai om te zien. Het model in de luisterruimte is uitgevoerd in high gloss black en white pianolak. Dus alleen al als object ‘d art de aanschafprijs waard. Je kunt dan in ieder geval al suggereren dat je naar vinyl luistert…

Perpetuum Ebner
PE 1010MKII: € 2.499,-

Quad-raad, tel: +31(0)6-22443587, www.quad-raad.nl


EDITORS' CHOICE