REVIEWDynaudio

Review: Dynaudio Evoke 50

SAMENVATTING

Hoe overlaad je een luidspreker in deze prijsklasse met superlatieven zónder eerder geuite lof voor veel duurdere luidsprekers ongeloofwaardig te maken? De Evoke serie is, als ik dit topmodel als ijkpunt neem, een méér dan waardige opvolger van de Focus serie. And then some! Ze zijn goed bezig daar in Skanderborg, héél goed bezig…

PLUSPUNTEN

  • Transparante en ruimtelijke klank
  • Innovatieve technologie
  • Fraaie en hoogwaardige afwerking
  • Relatief eenvoudige belasting voor versterkers

MINPUNTEN

  • Profiteert ondanks zijn vriendelijke versterkerbelasting echt van betere, krachtigere versterking
  • Heeft wel wat ruimte nodig, zowel qua opstelling als qua vloeroppervlak
  • Weliswaar een slank uiterlijk, maar geen kleine luidspreker
  • Niet voor bi-wiring of bi-amping liefhebbers

De Dynaudio Evoke 50 die ik voor deze review in huis kreeg is het topmodel in de nieuwe serie die begin dit jaar op de markt verscheen. Evoke is de opvolger van de zeer geliefde en lang lopende Focus-serie, die voor veel muziekliefhebbers uiteindelijk ruim 13 jaar -in meerdere revisies- de eerste stap naar serieus betere weergave vertegenwoordigde. Het zijn dus nogal grote schoenen die door de Evoke moeten worden gevuld, maar al vanaf de eerste demonstraties met vroege productiesamples was het duidelijk dat Dynaudio met deze serie iets heel bijzonders in handen heeft.

De Dynaudio Evoke 50 is een rijzige verschijning. Als je de spikes in de degelijke gietmetalen voetjes draait zijn ze ruim 116 centimeter hoog. Door de slanke kast, de afgeronde verticale hoeken en de naar achteren licht taps toelopende kast valt de hoogte echter niet zo op. De exemplaren die ik in huis kreeg waren uitgevoerd in de prachtige nieuwe kleur ‘Blonde Wood’, oftewel Abrikozenhout dat qua kleur een beetje aan licht eiken doet denken, maar een andere nerfstructuur heeft. De andere mogelijke afwerkingen zijn mat Walnoot met een open nerf, en hoogglans zwart of wit.

De frontjes die erbij zitten worden met magneetjes onder het fineer of de lak op hun plaats gehouden. Geen gaatjes of pinnetjes meer in de luidsprekerbaffle dus. Sterker nog, de randen van de metalen korf, waarmee de luidsprekers in de baffle zijn geschroefd, zijn afgedekt met een gladde kunststof ring die de schroeven aan het zicht onttrekt. En omdat de - overigens forse - baspoort zich aan de achterzijde bevindt ontstaat een prachtig, voor het oog zeer rustig uiterlijk dat de aandacht totaal niet opeist. In vind de luidsprekers echt mooier zonder hun frontjes, en aangezien er geen kleine kotertjes meer in Huize Delissen rondlopen heb ik gedurende vrijwel de gehele recensieperiode ‘naakt’ gespeeld. De frontjes hebben er alleen een dag op gezeten om te beluisteren in hoeverre ze de klank en het geluidsbeeld veranderen, en hun maskerende werking bleek zéér beperkt te zijn. Behalve esthetische overwegingen zijn er dus geen redenen om ze er niet op te doen…

De Techniek

De Dynaudio Evoke 50 is een echt driewegsysteem. De drivers zijn, zoals bij alle luidsprekerunits van Dynaudio, specifiek gebouwd voor dit model luidspreker. Qua uiterlijk zie je dat er niet aan af, maar ‘onderhuids’ kunnen er meerdere kleine of zelfs grote verschillen zijn. Een andere spreekspoelhouder bijvoorbeeld, die net iets langer of korter is of gemaakt van ander materiaal, een andere magneetkracht, subtiele verschillen in de centreerring oftewel de spider. Zo kunnen de drivers zeer specifiek worden getuned om optimaal te presteren in een bepaald model luidspreker. Dat is het grote voordeel wanneer je als luidsprekerfabrikant je eigen drivers maakt.

De Esotec+ woofers en de middentoner in de Evoke 50 hebben een conus van het bekende MSP kunststof materiaal dat Dynaudio al sinds jaar en dag gebruikt. In de loop der jaren zijn overigens wél kleine veranderingen doorgevoerd in de vórm van de conus. Ter hoogte van de spreekspoelhouder is die wat dikker en wordt naar de buitenrand toe geleidelijk wat dunner. Wat óók opvalt dat de woofers en middentoners van Dynaudio tegenwoordig allemaal een kleinere stofkap hebben. Of eigenlijk een spreekspoelhouder met een kleinere diameter. Want wat bij veel andere luidsprekermerken een los aangebrachte stofkap is maakt bij Dynaudio integraal deel uit van de conus. Dat zorgt ervoor dat de hele constructie een stuk stijver is, zonder dat het gewicht toeneemt. Die kleinere spreekspoeldiameter was noodzakelijk om de woofers een grotere uitslag te kunnen laten maken als de muziek daarom vraagt. De laagweergevers in de Evoke 50 hebben vanuit hun ruststand een mechanisch bereik van meer dan een centimeter in beide richtingen. Dat is enorm, en je zult het in de praktijk niet vaak nodig hebben, maar het praktische gevolg van deze nieuwe constructie is een aanzienlijk beter lineair gedrag bij normaal tot ‘enthousiast’ gebruik. En dus minder vervorming. De spreekspoelen van de woofers zijn gewikkeld van koperdraad. Voor gecombineerde woofer/middentoners wordt - omwille van de hogere frequenties en de daarmee samenhangende eisen aan de snelheid - vaak gewicht besparend verkoperd aluminiumdraad gebruikt. Als er echter geen middentonen hoeven te worden weergegeven kan een woofer juist profiteren van zwaardere koperen spreekspoelen, mits de magneet sterk genoeg is om alles in het gareel te houden. De nieuwe magneten van deze drivers, gemaakt van een tot een soort keramiek samengeperste mix van strontium carbonaat en ferriet+, voldoen daar ruimschoots aan.

De middentoner van de Evoke 50 is ontwikkeld op basis van het prachtige exemplaar dat in de Contour 60 luidspreker zit. Hier en daar is noodzakelijkerwijs wat strenger op de kosten gelet, maar de Evoke middentoner komt qua constructie en gebruikte materialen toch aardig dicht in de buurt van zijn grotere high end broer. De MSP conus van deze middentoner wordt aangedreven door een grote - en dus enorm sterke, maar daardoor ook kostbare - neodymium magneet.

De Hexis

De Cerotar (strontium carbonaat en ferriet+ keramiek) tweeter in de Evoke serie is een perfect staaltje van hoe ‘trickle down’ technologie werkt. Hij is rechtstreeks gebaseerd op de tweeter in de Dynaudio Special Forty en vooral op de tweeter in de nieuwe Confidence serie. Voor de Esoter3 tweeter van de Confidence serie werden niet alleen een nieuwe magneetvorm (een ‘donut’ die naar achteren toe minder refractie veroorzaakt) en een nieuw magneetmateriaal ontwikkeld, maar ook de Hexis-dome. De Hexis is een klein, gebold (convex) kunststof schijfje dat vlak achter de dome-tweeter wordt geplaatst en dat de vorm van het membraan volgt. De Hexis dome is voorzien van een uitgekiend patroon van putjes dat een beetje aan het oppervlak van een golfbal doet denken. Hierdoor worden de naar achteren afgestraalde geluidsgolven gemakkelijker en sneller weggeleid. Daardoor treedt minder compressie op, met een aanzienlijk schonere weergave tot gevolg.

De ontwikkeling van dit kleine maar unieke schijfje kunststof heeft veel tijd en geld gekost, maar binnen het R&D budget voor een serie als de Confidence valt zoiets gewoon te verantwoorden. Nu het ontwerp van dat kleine maar zeer belangrijke component eenmaal klaar is resteren slechts de productiekosten per stuk, en die zijn relatief laag. Dus kunnen nieuwe en toekomstige luidsprekerseries in elke prijsklasse voortaan ook van deze innovatieve technologie profiteren.

Filter en baspoort

De ontwikkelaars bij Dynaudio zijn geen liefhebbers van bi-wiring of bi-amping. Nooit geweest, en ook de Evoke serie is daarom voorzien van een enkele ingang voor de luidsprekerkabels. Je kunt beter in een bétere kabel investeren dan in méér kabel, vinden ze bij Dynaudio, en daar is wat voor te zeggen. De filters hebben een 2e en 3e orde topologie. Dat is ‘engineer-speak’ voor relatief sterke filtering waarbij de afzonderlijke units ieder een strikter afgebakend frequentiegebied toebedeeld krijgen. Dat vergt trouwens wél iets meer van de kunde van de ontwerper, maar dat heeft eigenlijk altijd wel snor gezeten bij Dynaudio. En in hun geweldige ‘Jupiter’ meetruimte kunnen zeer snel modificaties aan filters worden getest, dus ze zijn absoluut niet over één nacht ijs gegaan. De gevoeligheid van de luidsprekers is 87dB bij 2,83V/1m, wat niet overdreven laag is, maar 3 Watt single ended triode versterkers krijgen het moeilijk. De impedantie is nominaal 4Ω, en zakt zoals we dat van Dynaudio gewend zijn nergens onder de 3Ω. Het frequentiebereik is 35Hz tot 23.000Hz, binnen 3dB.

De baspoort, die zoals gezegd op de achterzijde van de luidspreker zit, heeft een forse diameter om poortruis te voorkomen. Dynaudio levert bij de Evoke serie twee schuimrubberen stoppen mee, die bestaan uit een kern en een losse ring daar omheen. Door de ring of de ring plus kern in het basgat te plaatsen kun je de laagweergave in twee stappen aanpassen. Ik moet toegeven dat ik in het verleden nooit echt goede resultaten heb bereikt met dit soort ‘dynamische aanpassingen’. Het leidt in mijn beleving altijd tot een stukje dynamiekverlies, en daarom pas ik de laagweergave liever aan door te experimenteren met de plaatsing van de luidspreker.

En nu muziek

We beginnen uiteraard met het verplichte rondje handenschudden met de set van dienst. De Dynaudio Evoke 50’s werden aangestuurd door een PrimaLuna Dialogue Premium HP buizenversterker, met NOS Siemens EL34 eindbuizen en na zorgvuldig luisteren een paartje NOS RCA 5963 ‘longplates’ in de voortrap. Alle bekabeling was van AudioQuest, de streamingbron was de Bluesound Node2/NAD M51 DAC combinatie aangestuurd via Roon dat op een dedicated Mac mini draaide. Analoge weergave kwam van mijn gerestaureerde Thorens TD125 met Jelco SA750E arm en Holistic Audio HA103-C element, aan een Audio Creative PhonoDude buizenphonotrap met Cinemag step up trafo’s.

De Evoke 50 ontpopte zich al snel als een luidspreker die in alle opzichten groter klinkt dan hij in werkelijkheid is. De ruimtelijke weergave was, zelfs toen er nog niet getuned was met schuiven en indraaien, van een ongelooflijk hoog niveau. De Cerotar tweeters met de Hexis dome gaven in combinatie met de prachtige middentoner een zeer gul en ver buiten de luidsprekers nog hoorbaar ruimtelijk beeld. Bij uitzonderlijk goede akoestische opnames zoals die van Michel Godard (Monteverdi: A Trace Of Grace - Carpe Diem CD 16286) en Knut Reiersrud en Iver Kleive (Nåde Over Nåde - Kirkelig FXCD 313) stonden de muzikanten volledig los in de ruimte die zich hoorbaar tot achter de luisterpositie uitstrekte. De plaatsing was zeer precies, en de verstaanbaarheid van stemmen was meer dan uitstekend. Stemmen hadden body, wat de ‘erbij zijn’ sensatie een stuk groter maakte. Jacques Brel zong zijn ‘Jojo’ (Les Marquises - Barclay/Universal Music 980 817-7) voor mij alleen. De tonale afstemming van de Evoke 50 was grotendeels neutraal, met slechts een licht zweempje warmte wat eigenlijk heel lekker was. 

Toen ik overstapte naar zwaarder synthetisch werk, waaronder de loeistrakke psytrance van Astrix (He.art - HOM-Mega Productions HM CD92) en de diepe chill-out van Martin Nonstatic (Ligand - Ultimae Records inre092) werd het laag een tikje overheersend. Mij baserend op ervaringen met andere grote luidsprekers, waaronder ook een aantal Dynaudio’s, zou de Evoke 50 moeiteloos uit de voeten moeten kunnen in mijn luisterkamer van 6 bij 4 meter, maar ik moest ze verder dan gebruikelijk naar voren plaatsen (50 centimeter van de achterwand) om het laag weer mooi in balans te krijgen. Voordeel van deze ruimere opstelling was trouwens dat de ruimtelijkheid nog een aardige stap beter werd, wat duidelijk werd toen ik met tranen in mijn ogen luisterde naar het laatste album dat de eind februari plotseling overleden Mark Hollis met zijn band Talk Talk maakte (Laughing Stock - Verve/Polydor 847 717-1). 

Maar ik kon tegelijkertijd ook niet anders dan vaststellen dat de Evoke 50 het waarschijnlijk nog iets beter zou hebben gedaan in een wat grotere ruimte. Hoewel ik het iedereen aanraad is het met name voor kleinbehuisden verstandig om de Evoke 50 in de eigen luisterruimte uit te proberen alvorens tot aanschaf over te gaan. Het is een érg goede luidspreker, die om geweldig te klinken echter wél wat eisen stelt aan de set waarin hij wordt opgenomen en de ruimte waarin hij wordt geplaatst. Hoe de Evoke 50 zich gedraagt aan een buizenversterker kan ik uiteraard alleen bepalen ten aanzien van de relatief krachtige en breedbandige PrimaLuna, maar dat ging prima. De weergave was zeer ruimtelijk en betrokken, kleurrijk en dynamisch, en het laag was diep en sonoor. Maar als je veel dance of harde rock draait en een ultieme strakheidsfetisjist bent, dan kun je beter voor een mooie en niet al te ‘solid state’ klinkende solid state versterker kiezen.

Concluderend

Toen ik eind vorig jaar op een hifi beurs bijna letterlijk omver geblazen werd door de piepkleine Dynaudio Evoke 10 en de aanvraag voor de Evoke 50 deed vormde zich een bepaalde verwachting bij me. Ik weet dat zoiets voor een hifi-recensent gevaarlijk kan zijn, want wat nu als het tegenvalt? Maar de Dynaudio Evoke 50 overtrof mijn voorgevoel zodanig dat het formuleren van deze conclusie me voor een probleem stelt. Want hoe overlaad je een luidspreker in deze prijsklasse met superlatieven zónder eerder geuite lof voor veel duurdere luidsprekers ongeloofwaardig te maken? Het aloude ‘overstijgt zijn prijsklasse met groot gemak’ dan maar?  Zucht…u zult het daar inderdaad mee moeten doen, lieve lezer…

De Evoke serie is, als ik dit topmodel als ijkpunt neem, een méér dan waardige opvolger van de Focus serie. And then some! Ik moest in het verleden wel eens in mijn vuistje gnuiven als ik een collega zag schrijven dat er nieuwe piketpaaltjes waren geplaatst die aangeven wat je als consument in een bepaalde prijsklasse mag verwachten. Maar ik ben in gedachten meermaals naar de bouwmarkt gereden voor de Evoke 50, als u mij deze wat vergezochte analogie toestaat. Ze zijn goed bezig daar in Skanderborg, héél goed bezig…

MERK





EDITORS' CHOICE