REVIEWSpendor

Review: Spendor Classic 4/5 - klein maar reuze dapper

René van Es | 25 maart 2021 | Spendor

SAMENVATTING

De kwaliteit van deze Spendor Classic 4/5 is in mijn ogen en vooral oren volledig overeenkomstig met de prijs. Meest aanbevolen voor een echte muziekliefhebber die geen grote systemen kan plaatsen, maar wel zoekt naar een hoge kwaliteit en daar ook de elektronica voor heeft staan.

PLUSPUNTEN

  • Kan ondanks afmetingen een huiskamer vullen
  • Klassiek uiterlijk
  • Met echt fineer afgewerkt
  • Erg fraai voor stemmen
  • Niet typisch Brits (=wollig) getuned
  • Met de juiste versterker snel en to the point weergave mogelijk

MINPUNTEN

  • Vraagt een passende versterker
  • In slechts twee fineersoorten leverbaar
  • Beperkt in de basweergave
  • Laag rendement

Bij het uitkomen van de Spendor Classic 4/5 ben ik als een bok op de haverkist gaan zitten om deze luidspreker voor een review in huis te halen. Niet om vergelijkingen te trekken, eerder uit pure nieuwsgierigheid naar de nieuwste telg in de Spendor familie. Wie mij een beetje volgt op HIFI.NL weet namelijk wellicht dat ik privé gebruik maak van Spendor Classic 2/3 luidsprekers en in een tweede ruimte Falcon LS3/5a heb staan (review volgt snel). 

Met de Classic lijn houdt Spendor het werk van Spencer en Dorothy Hughes in ere, al hebben nieuwe technieken en materialen een vaste plek veroverd. Gebleven zijn de luidsprekers met getunede dunne wanden, die meetrillen en zo resonanties omzetten in onschuldige energie in plaats van de energie in de kast te houden en via de drivers als vervorming af te voeren. Ach, meerdere wegen leiden naar Rome en elke techniek heeft voor- en nadelen. Voorlopig ga ik met een paar ingespeelde Classic 4/5 aan de slag.

Spendor Classic 4/5 binnenstebuiten 

Hoewel het voor de hand ligt de Classic 4/5 te zien als een opvolger van de BBC LS3/5a, ooit zelfs in licentie gemaakt voor de BBC, is het niet mijn idee om dat vergelijk aan te gaan. De Classic 4/5 heeft een zelfde afmeting, is een gesloten systeem met dunne wanden, daarmee houdt de vergelijking op. Andere drivers, een ander filter, andere aansluitingen, ander frontdoek, veel gunstigere prijs, kortom een andere luidspreker. Een moderne luidspreker in een klassieke jas, zo zou je het kunnen zien.

De 4/5 is het kleine broertje van de Classic 2/3, waar hij veel op lijkt. Zelfde tweeter en het conusmateriaal is in beide gevallen EP77 van Spendor. De tweeter heeft een soft dome van 22mm, met daaromheen een surround voor een optimale spreiding. Rond de 4.200Hz geeft de tweeter het over aan de woofer, een 150mm model met de eigen Spendor conus. De woofer heeft een basket gemaakt uit een aluminium legering voor een lage eigen massa. In het hart van de woofer plaatst Spendor een relatief forse faseplug. De kast van de Classic 4/5 bestaat uit dunne, gedempte zijwanden, de baffle is wel dikker uitgevoerd. De dunne wanden met de demping absorberen de energie in de kast, die anders niet weg kan, en zetten de energie om in warmte.

Vanwege het geringe, gesloten kastvolume is de basweergave naar onderen beperkt. Ook is het rendement met 84dB aan de lage kant. De impedantie is met 8 Ohm nominaal en 6,1 Ohm minimaal vriendelijk voor versterkers. De Classic 4/5 is in tegenstelling tot de huidige mode net wat breder dan diep. De klassieke bouwwijze die borg staat voor een beter afstraalgedrag dan andersom. Het frontdoekje wordt door magneetjes vastgehouden en is simpel te verwijderen. De baffle is gefineerd, en ik raad aan bij luistersessies het doekje weg te laten.

Nog te melden zijn de afmetingen van 30,8 x 18,8 x 16,5cm, de beschikbare kleuren kersen en walnoot (echt fineer), het gewicht van 5 kilo en een wellicht aan de onderkant optimistisch gespecificeerd frequentiebereik van 55Hz tot 25kHz. De geschikte versterkers zouden een vermogen moeten bezitten tussen de 25 en 100 Watt per kanaal. Elke Spendor wordt in Engeland vervaardigd, de kasten, de filters en de woofers in eigen huis, de tweeters worden ingekocht. De prijs voor de Classic 4/5 is vastgesteld op € 2.050 per paar.

Opstelling 

Hoewel Spendor deze Classic 4/5 positioneert als een boekenplankmodel zet ik hem liever op passende stands zoals die van Spendor zelf (Stand Classic 4/5, € 975 p.p., ongelofelijk fraai en degelijk) of op mijn Custom Design QS 104 stands met de juiste maat bovenkant. Ontkoppeld van de vloer met IsoAcoustic Gaia III voeten. De wanden en de bodem van de Classic hou ik vrij, zodat ze inderdaad kunnen trillen. Ik gebruik een Auralic Aries G1 streamer aan de Metrum Acoustics Pavane DAC, met daarachter een Metrum Acoustics Forte eindversterker. Muziek komt uit mijn eigen collectie, over ethernet (Silent Angel/AudioQuest) via een Roon Core. De collectie is opgeslagen op een Melco. Op deze manier luister ik altijd naar mijn eigen, kleine speakers.

Er blijft een gevoel van ontevredenheid over deze opstelling. Uiteindelijk verplaats ik de nodige componenten naar de huiskamer. Daar vind ik een qua prijs meer passende versterker in een PrimaLuna ProLogue Four met EL34 buizen en Driade Flow luidsprekerkabels. Natuurlijk kan ik het niet laten ook mijn Audia Flight FLS4 aan te zetten, maar die valt met zijn hoge prijs ver buiten de boot. Het is wel een ode aan de Spendor Classic 4/5.

Melodie met Melody 

Ik heb zo mijn eigen referentie cd’s, niet altijd van die audiofiele opnames maar gewoon dingen die ik tot in de treuren ken. Melody Gardot met “My one and only thrill” hoort daar zeker bij. Als ik de muziek speel over de Classic 4/5 in de eerste opstelling word ik gelijk in de muziek getrokken. Mooi middengebied waar de stem in zit, heel rustig en beheerst in de lage tonen en de hoge. Het maakt de weergave soepel en zorgt ervoor dat het muziek is en blijft, geen verzameling details en tonen. De stem van Gardot komt zelfs tot leven als de band fors inzet bij sommige tracks. Telkens is zij optimaal verstaanbaar, kan ik daardoor eenvoudig bepalen wanneer ze heel dicht op de microfoon zit of juist wat verder weg beweegt. Tegelijk merk ik dat de Classic 4/5 inderdaad meer mikt op muziek dan op het heel snel naar boven brengen van de kleinste details, ze zijn er wel en ik weet waar ik ze kan verwachten, er staat geen schijnwerper op gericht. Het is er de luidspreker niet naar, het is tot nu toe een allround weergever met een aangenaam karakter. Een sexy en zwoel karakter als je Melody haar gang laat gaan op “Our love is easy”.

Een andere nog oudere favoriet is “Split” van Patricia Barber uit 1997. Een cd die behoort te openen met het ritmisch sterke “Early autumn” maar dat niet wil doen. Wat is er aan de hand? Ik besluit speakers en stand mee te nemen naar de huiskamer, af te stappen van de Metrum versterker en mijn trouwe PrimaLuna ProLogue Four van stal te halen. De transfer is magisch. Weg is het verstopte en een beetje duffe geluid, welkom helderheid, snelheid, transparantie en leven. Ik zet de kleine monitoren vrij ver uit elkaar, een eindje van de zijwanden, zo’n 80cm van de achterwand met de baffle en dat geeft na licht indraaien van de speakers een groot stereobeeld. Hier merk ik een wezenlijk verschil met een LS3/5a, die is niet in staat een huiskamer van ruim 30m2 te vullen met geluid, de Spendor Classic 4/5 wel, daarmee is het geen monitor alleen maar geschikt voor near-field luisteren. Natuurlijk blijft de bas beperkt uit een kleine luidspreker, gezien de overige kwaliteit mis ik dat niet eens heel erg. Op “Easy to love” blijkt de bas toch nog een behoorlijk woordje mee te spreken, niet zozeer in de diepte als wel in snelheid en definitie. Heerlijk om de met vingers gevormde tonen te laten glijden over de toonladder. Tel daar bij op de stem van Barber, van zacht tot scherp, het zachte slagwerk, de heldere piano en u snapt dat ik het nu meer naar mijn zin krijg dan met de eerdere opstelling.

Jong van geest

De Classic 4/5 is in staat een gigantisch ruimtelijk beeld te creĂ«ren, zo blijkt als ik het door Max Richter bewerkte “Vier jaargetijden” van Vivaldi speel. Dat komt los en wordt heel groot in zowel hoogte als breedte. De viool voor de solo’s zou wat meer body mogen hebben, want hij is treffend helder en scherp op de snede.  Gelukkig doet de soloviool zelfs bij hoog volume geen pijn aan de oren, maar meer moet het zeker niet gaan worden. De kleine PrimaLuna is natuurlijk ook al geen wonder in de lage tonen, een wat warmere versterker mag best in een opstelling als deze. Met de heldere en transparante weergave komt Max Richter wel tot zijn recht als het gaat om detaillering en snelheid. De Spendor is daarbij een kritische weergever geworden, eentje die weinig verhult en graag laat zien waarom een Classic heden ten dage geen bejaarde is maar vol in het leven staat. Hetzelfde werk van Janine Jansen is veel zachter van toon, subtieler en lieflijker. Brengt fijne nuances tot leven, laat het orkest de invulling geven aan het ondersteunen en het dragen van het fundament waarop de solo viool kan bouwen. 

Van de hak op de tak, van Vivaldi naar Bozz Scags en “What’s new” op de cd “But beautifull”, omdat ik een mannenstem wil horen op de Spendor. Door de brede opstelling van de weergevers kan ik een duidelijk onderscheid houden tussen stem, drums, piano en sax. Scags stem is door het heerlijke middengebied van de Classic 4/5 zelden zo goed verstaanbaar geweest als nu. Net als de sax waar de tonen uitrollen compleet met mondgeluiden. Het slagwerk, vooral de bekkens weten te zingen met een zuivere metaalklank. De bas zal nooit zwaar worden, heeft wel duidelijke loopjes en weet zich goed te handhaven tussen de andere instrumenten. Toch is het de stem die het meeste de show steelt. Dynamisch, rijk, volwassen zonder te gaan overdrijven of zelfs maar het geringste spoor van neuzigheid te gaan vertonen. Is dat een goed woord in het Nederlands? Zo niet, dan bedoel ik neusklanken, nasaal, verstopt. Een nog dieper reikende mannenstem is van The Stimulators met “New year’s eve on the waterfront”. Dat is wederom geen probleem, een octaaf lager is een stem nog immer duidelijk en gedetailleerd. De band zit in een stereobeeld met hoogte, diepte en door de opstelling vooral breedte. Ondanks de opstelling is er nog steeds een aansluitend beeld en vallen er geen gaten tussen de musici en de zanger. Trompet zweeft mooi door de ruimte, opgenomen met lucht om het instrument, niet droog vastgelegd in een te klein hok.

Woofers afstoffen 

Laten we de woofers eens martelen met de basgitaar op Alicia Olatuja en “No ordinary love”. De Classic 4/5 weet dat wonderlijk goed op te vangen, met een stevige bas en vooral een opvallende puntigheid in het slagwerk. Beslist niet het meest eenvoudige nummer voor een zo kleine basspeaker kan ik u vertellen en de versterker levert heel wat energie. Gelukkig voor mij, voor de importeur en voor Spendor blijft alles heel en gaat het niet vervormen. De kleine woofer krijgt heel wat voor de kiezen met de hoog gekozen scheidingsfrequentie, het overgrote deel van alle tonen komt van de conus en een minimaal aandeel van de tweeter.

Een andere dame die het een speaker lastig maakt is Sofie Sörman op “Vindarna”. Haar stem kan behoorlijk uitschieten en de bassen zijn zoals heel vaak in ScandinaviĂ« zwaar en doordringend. Is dat op een groot systeem soms heel vervelend, op een kleine monitor komt de muziek meer tot zijn recht. Juist omdat het laag beperkt is vanwege de fysieke afmeting van woofer en gesloten behuizing. Het is naast Sofie de piano die de aandacht trekt en daar wil ik graag meer van horen in een solo werk. Nathalie Darche wil de wens invullen met haar “15 Berceuses”. Het resultaat is een mooie mix van hoge en lage noten, lang aangehouden omdat de romp van instrument blijft meeklinken zonder verloren te gaan door de lichte bas. Het instrument en natuurlijk vooral de pianiste weet de aandacht naar zich toe te trekken en vast te houden. De afbeelding van het instrument is volkomen natuurlijk en ondanks dat hier een kleine luidspreker staat is het resultaat indrukwekkend te noemen.

Naarmate ik meer muziek speel wordt het luisteren steeds meer een genoegen en wil ik mijn collectie door blijven lopen. Bij de ‘S’ kom ik Sting tegen, “Live in Berlin” van een aantal jaren terug. Stem, band en orkest maken het nog niet tot een live beleving, dan is er een groter systeem nodig. Ik krijg wel een prima indruk hoe het geweest moet zijn om het concert mee te maken. De grote stage, Sting als middelpunt, de ruimte en het publiek. Met voor mij als hoogtepunt “Englishman in New York” met Branford Marsalis waar het plezier van af weet te spatten. Of het mooie “Roxanne” waar het orkest een grotere rol gaat spelen.

Het vraagt om meer live. Ane Brun met “Big in Japan” maakt indruk vanwege de stem en de klank van de gitaar, een gitaar die precies op de juiste maat is. Ane komt zo dichtbij dat je haar bijna aan kunt raken. Heel dynamisch met de uithalen van haar stem, snel als het gaat om de snaren van de gitaar. Om na Sade, Eva Cassidy er anderen toch maar de dag te besluiten met cello concerten, gecomponeerd door Vivaldi en uitgevoerd door Ofra Harnoy en het Toronto Chamber Orchestra. Niet omdat klassiek het enige is dat je kunt draaien een Spendor Classic 4/5, gewoon omdat het mooi is en intens wordt weergegeven. Haar cello neemt je mee in de muziek, laat je wegdromen en brengt rust in het hoofd, zelfs op deze schoenendoosformaat luidspreker.

Spendor Classic 4/5: de kleine diva 

De Spendor Classic 4/5 is een kleine diva gebleken. Niet de gemakkelijkste luidspreker om mee om te gaan, maar een model dat aandacht vereist voor de plaatsing en vooral voor de aansturing. Met de verkeerde versterker komt de luidspreker niet tot zijn recht, met de juiste wel! Ongeacht de prijs van de elektronica, want mijn kleine buizenversterker die een kwart kost van mijn transistor apparaat doet het beter op de Classic 4/5. Kabels verdienen aandacht, ik zie het liefste een kabel zonder rem op de lage tonen aan de Classic, neutraal is uiteraard prima, zeker niet neigend naar de heldere kant. De ruimte: te klein gaat niet goed (12m2), groter veel en veel beter (>20m2). De Classic 4/5 komt naar mijn idee op een stand het meeste tot zijn recht, hoewel ik ingeklemd tussen boeken niet heb kunnen proberen. Op een meubel mag ook, dan ontkoppeld met Gaia Orea Graphite voetjes of een vergelijkbaar product, zolang het geen spike-achtige koppeling is.

Technisch en wat betreft de afwerking is de Classic een volwassen product. Mooi gefineerd met echt hout, ook de voor- en achterzijde. Een net doekje voor de woofer en de tweeter. Met de belastbaarheid heb ik geen problemen ondervonden, de Classic 4/5 kan een forse portie (bas)energie aan, te zien aan de conusuitslagen die niet tot vervorming gaan leiden. Deze Spendor is geen luidspreker voor heel heftig klassiek werk dat de kamer ondersteboven blaast, ook niet voor knalharde rockmuziek. Het is een luidspreker om mee te genieten van zang (klassiek, jazz of pop), van akoestische instrumenten, van mannen en vrouwenstemmen, van klassieke muziek, van jazz of Franse chansons. Maak niet de vergissing de Classic af te doen als ouderwets, hij is net zo modern van binnen als de concurrent, anders is wel de vorm, breder dan diep. Hetgeen ten goede komt aan het afstraalgedrag al is het geen mode in de vormgeving. De prijs van deze Classic 4/5 is overeenkomstig de kwaliteit in mijn ogen en vooral oren. Meest aanbevolen voor een echte muziekliefhebber die geen grote systemen kan plaatsen, wel zoekt naar een hoge kwaliteit en daar ook de elektronica voor heeft staan.

Spendor Classic 4/5
€ 2.050 per paar | dimex.nl
Beoordeling 4.5 / 5

MERK





EDITORS' CHOICE