Na de review van de Angstrom ZIA100 integrated amplifier is het tijd om de hogere series te beluisteren. De ZIA100 is een highlight in de prijsklasse rond de 10K. Dat komt door een aantal redelijk unieke eigenschappen, die je niet zo snel in andere versterkers aan zult treffen. In de hogere series vinden we de Stella SMA180 mono eindversterkers en de Orion voorversterker. Die set gaat over de toonbank voor rond de 85K...
De opbouw van de Stella series is dan ook op belangrijke aspecten anders dan in de Zenith series. Het zal dus duidelijk zijn dat deze kostbare set anders presteert dan de ZIA100 en acht keer duurder is. Vergelijken is dus onzinnig, hoewel er toch enkele overeenkomsten zijn.
Angstrom systeembasis
Angstrom Audiolab is gevestigd in het wonderschone Italiaanse Brescia. In dit paradijs is de Biblioteca Queriniana e il Palazzo vescovile gevestigd. Kardinaal Querini was een verzamelaar van boeken. Wie rondneust in deze immense verzameling, bouwt een perceptie op over kwaliteit. Een kwaliteit die kenmerkend is voor veel Italiaanse producten. Boeken, design, meubelen, Stradivari instrumenten en Angstrom versterkers.
Het werken met de producten van Angstrom heeft weer glashelder gemaakt dat het eindresultaat afhankelijk is van de match tussen de versterker en de luidsprekers, zoals dat met elke set is. Je zou dat de systeembasis van een audioset kunnen noemen. Die wisselwerking is erg complex. Zonder volledig te zijn, zijn er een aantal aspecten die uiteindelijk invloed hebben op het geluid, als een versterker en luidsprekers worden gekoppeld. De centrale vraag is hoe een versterker reageert op het moment dat er een load (luidspreker) aangesloten is.
Dat is heel anders dan de opgegeven specificaties van versterkers doen vermoeden. Die specificaties worden aangegeven bij de belasting met een vaste weerstand. De lage vervorming en de lineaire frequentiekarakteristiek uit de folder zien er in het echt dus heel anders uit. Om die interactie kort door de bocht voor te stellen kan aangegeven worden dat een luidspreker capaciteit, weerstand en inductie heeft. Maar er ontstaan ook reactieve capaciteiten en inducties. Tijdens het spelen verandert de weerstand van de spoel ook continue als gevolg van thermische veranderingen. Als versterker kijk je dus naar iets dat continue wijzigt. Hetzelfde als zaken doen met een onbetrouwbare persoon. Technisch gezien gaat het dus om een steeds veranderende zogenaamde ‘load’.
Reactantie en geluid
Als de reactantie (het imaginaire deel van een impedantie) bestaat uit een puur inductieve load, dan loopt de stroomverandering achter bij de spanningsverandering. Als de reactantie bestaat uit een puur capacitieve load, dan loopt de spanningsverandering achter op de stroomverandering. In beide gevallen is de fase-relatie tussen stroom en spanning verstoord. De versterker kan daardoor minder power leveren of helemaal geen power bij een hypothetische puur elektrische reactantie.
Gelukkig is geen enkele luidspreker puur reactief. Maar, soms wel bij bepaalde frequenties. Dan is het begrijpelijk dat als er bij bepaalde frequenties minder vermogen wordt ontwikkeld dan nodig is, dat invloed heeft op het geluid. Waardoor dezelfde versterker met de ene luidspreker goed presteert en met een andere niet.
Voeding is belangrijk
Het is dus zinvol om de wisselende load een beetje onder controle te krijgen. Een audioversterker is een spanningsversterker. Idealiter volgt de spanningsverandering aan de uitgang exact de spanningsverandering aan de ingang (=lineariteit). Dat wordt dus gefrustreerd door de werking van de load. Je wilt dat de verandering aan de uitgang exact de verandering aan de ingang volgt en onafhankelijk is van de load. Feedback is een manier om dat op te lossen, waardoor een vlakkere frequentiecurve ontstaat. Dat is geluidsmatig weer waarneembaar. Om ervoor te zorgen dat die tegenkoppeling goed werkt dient de voeding een enorme hoeveelheid stroom te kunnen leveren met een vast voltage. Het zal duidelijk zijn dat niet alle versterkers een voeding hebben van die kwaliteit. Het resultaat is dat er non-lineariteit ontstaat en dat is feitelijk waarneembare vervorming. Voedingen zijn bij de betere versterkers voorzien van veel storage capacity (in de vorm van elco’s). Buizenversterkers hebben dat minder nodig, omdat er al voldoende capaciteit is vanwege de veel hogere spanningen.
Bezuinigingen
In de versterker zelf zijn veel factoren die invloed hebben op de geluidskwaliteit. Sommige daarvan hebben een relatie met wat er gebeurt als een versterker een bepaalde luidspreker aanstuurt (de befaamde match). Hoeveel stroom kan een versterker leveren? Elke eindtransistor moet minimaal een aantal keren die maximale stroom kunnen leveren. Fabrikanten bezuinigen daar vaak op. Door te weinig eindtransistoren in te zetten, door onderbemeten eindtransistoren in te zetten of door een schakelingetje in te bouwen dat de stroom beperkt (discutabele bezuinigingsmaatregel). Dan snapt de lezer meteen wat er kan gebeuren als een luidspreker veel stroom vraagt van de versterker (als totaal of bij bepaalde frequenties).
Afhankelijk van de voeding en andere factoren gaat het goed, of er ontstaat vervorming want de waveform wordt afgevlakt, de eindtransistoren fikken uit of de stroombegrenzing schakelt in (ongunstig). Die vervorming en non-lineariteit is per aangesloten type luidspreker anders, maar uit zich in waarneembare vervorming. Het is een heel studiegebied hoe versterkers reageren op oversturing. Wat gebeurt er bijvoorbeeld als een versterker clipt?
Interactie is key
In de wisselwerking tussen de versterker en de luidsprekers spelen ook nog andere factoren. Bijvoorbeeld de uitgangsimpedantie van de versterker (bij buizenversterkers vaak te hoog) en de invloed van de luidsprekerkabel. Die heeft weerstand, inductiviteit en capaciteit. Het is dus volstrekt logisch dat die kabel invloed heeft in het hierboven beschreven spel.
Diezelfde kabel heeft een net even andere invloed in een setting met een andere versterker en/of luidspreker. Dat betekent dat er, even zonder verdere nuance, in principe geen slechtere of betere kabels bestaan. De beste kabel is de kabel die in een bepaalde combinatie van versterker en luidsprekers zo min mogelijk negatieve invloed heeft op de interactie. Dus, die de lineariteit tussen het in- en uitgangssignaal van de versterker niet aantast. Voor die specifieke set is dat dan de ‘beste’ kabel. Misschien iets om over na te denken voor degenen die beweren dat luidsprekerkabels geen waarneembare verschillen veroorzaken.
Wellicht is het nu ook duidelijker waarom de match tussen een luidspreker en versterker door veel factoren wordt bepaald, Belangrijk is om echt goed geluid te krijgen en dat je soms lang moet zoeken naar de zo optimaal mogelijke combinatie. Maar, met de juiste meetcijfers van de versterker en de luidsprekers is er natuurlijk iets over te zeggen.
Betekenis voor Angstrom
De essentie van het bovenstaande moge volledig duidelijk zijn. Hoe beter de match is tussen de versterker, via een kabel, met de luidsprekers, hoe beter het geluid zal zijn. Dat was volledig duidelijk tijdens experimenten met de Angstrom ZIA100. Dat is een versterker waar de ontwerper al het nodige heeft gedaan om de effecten van een match met luidsprekers zoveel mogelijk te minimaliseren. Desondanks presteert de ZIA100 met elke aangesloten set luidsprekers net even anders. Niet dat de ZIA100 niet zeer goed presteert met heel veel luidsprekers, maar uiteindelijk was er toch een setje waar echt alles op z’n plaats viel. Meegenomen daarin natuurlijk ook een kabel die exact matcht. Die optimale match kan uiteraard met meerdere luidsprekers zijn.
Rest nog om op te merken dat in een combinatie die een uptimale match vormt uiteraard de kwaliteit van de daaraan deelnemende apparaten een rol speelt in de maximaal te halen geluidskwaliteit. Je kunt namelijk een supermatch hebben tussen een middelmatige versterker en twee luidsprekers van slecht allooi. De kwaliteit wordt dan beperkt tot wat die versterker en luidspreker maximaal kunnen bieden.
Angstrom Stella SMA180
De apparatuur in de Stella series is volledig met buizen als versterkend element opgebouwd. Los van de zes driver stage buizen zijn er per monoblok twaalf EL34’s aan boord. Die zijn zeer ruim ingeregeld, want de versterker wordt niet extreem warm en dat betekent een lange levensduur voor die eindbuizen. De reden om veel buizen toe te passen is dat de eindtrap dan meer stroom kan leveren dan de gemiddelde buizenversterker. Dat is direct terug te vinden in de kwaliteit van het laag. De Stella elektronica is point-to-point ge-wired. Hoewel de bevestigingspennen voor de discrete componenten op een board bevestigd zijn, is de bedrading dus point-to-point en met de hand gebouwd. Wederom is de SMA180 gebouwd rondom een Circlotron configuratie met uitgangstrafo’s. Er zijn in deze configuratie twee ringkern-trafo’s per monoblok voor de uitgang.
Verrassend genoeg zijn die van bescheiden afmetingen. Maar, in een Circlotron-schakeling kunnen de uitgangstrafo’s inderdaad veel compacter zijn. Je hebt ook minder parasitaire capaciteit. Alle andere trafo’s dienen voor de zes aanwezige voedingen per monoblok. De twee belangrijkste voordelen van de Circlotron zijn dat de uitgangsimpedantie van de versterker laag is (gunstig voor de laagweergave) en dat het geluid erg schoon is omdat er in een Circlotron geen verschillen zijn tussen de twee helften van een push pull configuratie. Wellicht aardig om het patent van Wiggins (25 maart 1958) te lezen. De energy storage is 300 joule. Daar is niet zoveel capaciteit voor nodig als in solid state versterkers. Buizenversterkers werken namelijk met veel hogere spanningen. Het voordeel van veel storage is dat de versterker tijdens de interactie met de luidsprekers een meer lineaire transfer curve (lees: minder vervorming) laat zien. De weerstanden en condensatoren zijn van Vishay / Rodenstein. Hoge kwaliteit, maar geen ‘over the top’ componenten omdat Angstrom daar de toegevoegde waarde niet van inziet.
Voorversterker
Normaliter zullen de Stella eindversterkers (monoblokken of een stereo-versterker) gecombineerd worden met een Stella voorversterker (SPR22). Deze voorversterker heeft een dubbele power supply. Er zijn twee transformatoren die 250Volt voor de anode spanning verzorgen. De eerste stage zet de 230Volt om in 12Volt. Vervolgens is er een filter. De tweede transformator stage zet de 12Volt weer om in 230Volt om de allerbeste AC netspanning te krijgen. In de Stella voorversterker bedienen de beide transformatoren beide kanalen van de voorversterker. Van de Stella voorversterker is een speciale versie. Die heet de Orion, is dual mono en wordt alleen op klantenspecificatie gemaakt. Het verschil is dat hier 4 transformatoren zijn. Twee voor elk kanaal.
Een ander verschil ten opzichte van de standaard Stella voorversterker is dat de Orion meters heeft en een grotere behuizing. De meters geven de tube current aan in milliampere, maar ook de dB-schaal. Elk kanaal in de Orion heeft een eigen tube filament voeding en er is een ‘swinging’ choke met een grain oriented core. Ook is er een implementatie van het bekende gyrator circuit aanwezig. Kort door de bocht betekent dit dat je een transformatie hebt met een ideale voltage-to-voltage koppeling. Alle circuits zijn volledig gebalanceerd en de output stage heeft een dubbele tube buffer. Er is dus geluisterd naar de Orion voorversterker in combinatie met de Stella mono eindversterkers.
Luisteren
De Stella SMA180 en de Orion tikken samen zo’n 80K aan. Een druk bezette budgetklasse waar veel fabrikanten hun topmodellen hebben, hoewel je ook nog het dubbele uit kunt geven aan een setje versterkers. In de genoemde budgetklasse zijn ook geen echt slechte producten. Je hebt soms wel producten die te duur zijn voor wat ze bieden. De concurrentie is keihard en je zou met elk product kunnen leven. Heel lastig om daar een versterker uit te roepen die het allerbeste is in die klasse.Het is dus meer een kwestie van dat al die voortreffelijke versterkers ieder net een iets andere mix van eigenschappen tonen en dus onderling in bescheiden mate van elkaar verschillen. Maar, het blijft allemaal binnen de bandbreedte waar verantwoord high end geluid van een zeer hoge kwaliteit mogelijk is.
Het beschrijven van deze Angstrom set gaat dus meer over het vinden van enkele unieke geluidsmatige aspecten, die wellicht net even beter uit de verf komen dan waar de concurrentie mee komt. In die budgetklasse zit je namelijk dicht bij de grens van wat mogelijk is met elektronica. In ieder geval anno 2022. Bij de ZIA100 is dat anders. In de budgetklasse rondom de 10k kun je nog eenvoudiger iets bouwen dat echt een grotere voorsprong kan nemen op de rest.
'Supermarktmodel'
De ZIA100 baseert de voorsprong niet alleen op geluidsmatige kwaliteiten. Deze versterker en ook de andere producten van Angstrom, zijn niet gebouwd volgens het supermarkt model. Supermarkten hebben maar een enkel doel. Zoveel mogelijk geld binnenharken. Kwaliteit interesseert ze helemaal niets. Als ze een product voor een cent minder in kunnen kopen en een cent extra rekenen naar de consument, dan kun je uitrekenen hoeveel geld dat is op een miljoen blikken doperwten. Dat model zie je ook in toenemende mate terug in de hifi. Producten die de prijs niet waard zijn door een (te) lage kwaliteit van geluid en constructie. Angstrom is daarin een van de uitzonderingen. De bouwkwaliteit van de ZIA100 en de andere series is magistraal. Dat vind je maar bij een beperkt aantal merken. Angstrom producten hebben dus een zeer lange levensduur. Al was het alleen al door het ontbreken van software.
Elementair verschil
Een onmiskenbare eigenschap van de Stella/Orion combinatie is dat het een full tube systeem is. Voor veel consumenten is de keuze tussen solid state en tubes elementair. Kort door de bocht zijn tube-versterkers vaak iets ruimtelijker, hebben zo’n fraaie diep harmonische ‘glow’ in het geluid en scoren iets minder aan de frequentie-uiteinden. Solid state kan net nog een streepje neutraler zijn en wat krachtiger aan de frequentie-uiteinden.
Het zijn nogmaals de al vele jaren geldende stereotypen, want de realiteit is dat solid state en tube behoorlijk naar elkaar toe zijn gegroeid. De beste exemplaren uit beide kampen laten absoluut geen verschillen meer horen in dynamiek, detaillering, focussering en kracht. Ook de laagweergave van veel tube-versterkers is zeer goed. Je hebt als consument natuurlijk de mogelijkheid om met de eerder genoemde match te spelen. Kabels hebben in verhouding een relatief geringe invloed. Dat is de laatste 5 procent. De beste manier om een beter systeem te bouwen is om te investeren in betere apparatuur (bron, versterkers en luidsprekers), in de akoestiek en in de plaatsing.
Afwijkende architectuur
Maar, zoals al gezegd, zijn Angstrom versterkers niet opgebouwd volgens de standaard architectuur van buizenversterkers, die sinds de Williams (1947) niet heel erg is veranderd. Goed, er is een stage bijgekomen, ultralineaire ontwerpen en een pentode configuratie, maar als je zo’n vintage versterker beluistert, dan zou je tot de conclusie kunnen komen dat er geen al te schrikbarende veranderingen zijn in vergelijking met veel moderne buizenversterkers. Luister maar eens naar een Heathkit W-4AM. De Circlotron-architectuur van de Stella maakt dat deze versterkers erg schoon en zuiver klinken. Dat valt op als je een koor ten gehore brengt. Op de meeste hifi-systemen klinkt dat nooit zoals je dat in het echt ervaart en zelfs in het echt kan dat een tenenkrommende ervaring zijn. Het schoon en zeer zuiver weergeven van dit soort muziek is absoluut een USP van de Stella’s.
Subliem laag
In het laag hoort de Angstrom-set bij de buizenversterkers die dat net even beter doen. Dat komt door het parallel schakelen van veel eindbuizen. De versterker levert dan meer stroom. De set kan zeer diep en krachtig laag laten horen maar ook de kwaliteit van het laag, in definitie en snelheid, is zeer overtuigend. De kwaliteit van het laag heeft uiteraard ook een relatie met de lagere uitgangsimpedantie van de Stella.
Voordat je zo’n set met de Stella en Orion opgebouwd hebt, is er natuurlijk een druggy en kosmisch visioen over een encounter met de holy grail. Dat muziek echt tastbaar en meeslepend wordt gepresenteerd. Dat is absoluut een ervaring die deze set doet ontstaan. Er is een fraaie gefocusseerde ruimte met een hoge mate van realisme. Maar het geluid kent ook een soort gemak. Een natuurlijke flow. Het is easy going en je blijft betrokken bij wat er gebeurt. De natuurljke klank van instrumenten en stemmen is op een zeer hoog niveau. Hier is zeker ook een relatie met de zeer uitgebreide voedingstechnologie die Angstrom toepast. Maar ook de rol van point-to-point wiring tussen discrete componenten van hoge kwaliteit zal invloed hebben op de weergave.
Klassiek
Uiteindelijk draaide er een stukje klassieke muziek, uitgevoerd door een groot orkest. Dat was echt adembenemend. Een enorme stage, kracht, definitie, een sublieme focussering en van een enorme schoonheid. Dat stopt meteen het luisteren naar individuele geluidsmatige eigenschappen. Als je luistert naar live-muziek, dan let je niet op focussering, definitie, detaillering en de lineariteit van de frequentiecurve.
Dat gebeurt tijdens een korte fase waarin je een systeem samenstelt en tunet. Wie op die manier doorluistert naar muziek is op een bedenkelijk niveau bezig. De Angstrom set rekent daar ook meteen mee af. Er is niet aan te ontkomen dat je meteen volledig wordt opgezogen in de muziek.
Uw auteur ervaart die betrokkenheid sterk als je bijvoorbeeld de eerste maten hoort van het Adagio uit Mozart’s Piano Concerto No.20. Het zijn ogenschijnlijk simpele maten, maar ze klinken glorieus en misschien wel hemels. Ze transformeren je naar een andere dimensie. Een wereld met een muzikale logica die een diepe interactie heeft met emotie en ratio en daarmee een volmaakter en invoelender wereld schept, die ontstijgt aan de stuitende domheid van wat er elke dag om je heen beweegt.
Je raakt haast in een trance en verborgen zintuigen schijnen de overhand te krijgen. Aan het einde van dit piano concert voel je toch bevrijding, blijdschap en je blijft nog even hangen in die hogere sferen. Opmerkelijk, omdat dit concert in een minor key is geschreven en bekend staat als dark en stormachtig. Misschien dat het komt omdat een en ander resulteert in de fraaie melodie in f-major. Maar, het systeem rondom de Angstrom elektronica is in staat om je volledig mee te nemen met de muziek. Dat is waar audio elektronica uiteindelijk voor bedoeld is.
Epiloog
Het is zeer lastig om in een prijsklasse waar veel kwaliteit is een versterker te vinden die daar echt enorm bovenuit steekt. De betere versterkers binnen deze klasse blijven allemaal binnen een bandbreedte waar je nog kunt spreken van een verantwoord geluid. Maar, de accenten verschillen wel degelijk.
Zoekend naar de USP's, de echte unique selling points van deze Angstrom-set, wordt duidelijk dat deze uitblinkt in klankdoorgifte, dynamiek, natuurlijkheid, flow, rust, betrokkenheid, realisme, snelheid, een indrukwekkend laag en de enorme zuiverheid en schoonheid. Het mooie van Angstrom is dat je die geluidsmatige aspecten allemaal bij elkaar krijgt. Het is een totaalpakket, waarin de losse eigenschappen best wel te vinden zijn bij andere merken, maar niet zo snel allemaal bij elkaar.
Andere USP’s zijn de ongekende bouwkwaliteit en de retro-vormgeving die in zekere zin tijdloos is. Er is ook geen fancy door software gestuurde functionaliteit waardoor zo’n apparaat binnen vijf jaar out of service is. Die kwaliteit komt deels voort uit de uitzonderlijke aandacht die Angstrom steekt in de voeding. Wel eens een mono eindversterker gezien met zeven trafo’s? Ook zijn er creatieve principes ingezet binnen de elektronica.
Voor degenen die zoeken is een review zoals deze slechts een aanbeveling om eens zelf te gaan luisteren. In de Benelux is er een doelgroep die 40-90k kan investeren in een versterkercombo, een prijsklasse met fraaie en serieuze producten. Het is de combinatie van USP’s die deze Angstrom-set toch een bijzondere plaats in doet nemen binnen deze prijsrange. Het kan zomaar een gemiste kans zijn om iets te kopen zonder deze Angstrom producten te hebben beluisterd. Uw auteur is in ieder geval zeer overtuigd en uiterst content met deze set.
Angstrom Stella
€ 53.400 voor de eindtrappen samen
€ 32.670 voor de Orion voorversterker
www.symphonyaudioimport.com