Oosterse mystiek, westerse nuchterheid
Bij tijd en wijle verschijnt er een nieuwe importeur op de Benelux markt die ergens een product gevonden heeft dat de moeite waard is om naar onze lage landen te halen. Multitrade Belgium is zo’n firma. Al jaren bekend met importeren en distribueren buiten de audio branche, voor het eerst uit hobby gedreven actief binnen de audio wereld.
Het start merk dat is binnengehaald is Acoustic Zen. Een USA kabelfabrikant die zijn roots heeft liggen in Harmonic Technology en een aantal jaren geleden voor zichzelf is begonnen. De verkoop ziet Multitrade het liefst via een dealernetwerk gaan, maar zolang dat netwerk er nog niet is, mag de consument rechtstreeks aankloppen in Belgie.
Acoustic Zen
Drijvende en innoverende kracht achter Acoustic Zen is Robert Lee. In 2000 waren zijn kabels voor het eerst te koop in de USA en hebben sindsdien een behoorlijke reputatie opgebouwd. Elke geleider in AZ kabels is gevormd via het OCC (Ohno Continuous Cast) principe. Door dit productie proces toe te passen bereikt Lee (hij is overigens niet de enige daarin) dat de kristallen in de kabel lang gerekt zijn. Daardoor is het aantal kristallen beperkt en (dat is de clou) is het aantal overgangen van kristal naar kristal beperkt te houden. Elke overgang is in wezen een barrière. De ader zelf bestaat uit zeer zuiver zilver of koper. De individuele aders worden om een Teflon buis getwist en als isolator doen lucht en Teflon dienst. Teflon is na lucht de beste isolator met de minste verliezen. De zo getwiste aders gaan in een buitenmantel en het resultaat is een dikke kabel die nog redelijk te buigen valt. U heeft echter wel de nodige ruimte achter uw rek nodig, anders komt net als bij mij de d/a converter de kast uit zeilen. Zo soepel zijn de kabel nu ook weer niet.
Beschikbaar gesteld werden twee gebalanceerde interconnects, de Silver Reference II en de Matrix Reference II. De Silver Reference II is opgebouwd met zilveren aders. De Matrix Reference II werkt met koper aders en zilveren aders, die individueel geïsoleerd en getwist zijn. Dus geen koper met een zilver laagje. Verder kreeg ik een drietal netsnoeren aangeleverd waaronder de Gargantua II, de Krakatoa en de Tsunami+. De voornaamste verschillen tussen de drie netsnoeren zijn uiteraard de dikte van de geleiders en de hoeveelheid zilveren aders ten opzichte van de hoeveelheid koperen aders. In alle snoeren, zowel de interconnects als de netsnoeren, een vergelijkbare opbouw.
Ik weet niet in hoeverre Lee teleurgesteld is in de schrijvende audio pers en in consumenten met vooroordelen, maar opvallend is wel dat elke kabel een handleiding meekrijgt waarin de eerste stap als volgt wordt beschreven: “Om de unieke eigenschappen van de kabels te ontdekken is het absoluut noodzakelijk om de kabels uit de verpakking te halen. Deze stap wordt vaak over het hoofd gezien waardoor de kabels niet optimaal presteren”. Ik mag deze cynische humor wel en het is een reden te meer om achter het rek te duiken en kabels te gaan wisselen.
Aansluiten en muziek
Om het leven niet onnodig gecompliceerd te maken heb ik de interconnects toegepast tussen mijn d/a converter en mijn voorversterker. Andere plaats zou tussen voor- en eindversterker geweest kunnen zijn. De netsnoeren werden steeds aangesloten tussen een gescheiden audiogroep, buiten het Kemp netfilter om, en de voorversterker. Ook hier hadden meer apparaten gekozen kunnen worden. De ervaring heeft geleerd dat juist een voorversterker gevoelig is voor een ander netsnoer. En mij daarom snel de eigenschappen van kabels leert. Toegepast is een Teac T-1 loopwerk met daarachter een Monarchy Audio antijitter box. Dan een Assemblage upsampler en tenslotte een Apogee Mini-dac. De versterker komt van Marsh Sound Design en draagt als type nummer P2000b en A200s. Luidsprekers mijn eigen JMLab Electra 926 en een SW900 subwoofer. Normaal werkt de set van voor tot achter met Apogee Wyde-Eye digitale kabels en Siltech SQ-88 Classic XLR, LS-110 Classic en SPX-30 Classic kabels. Nu is dus steeds één kabel tegelijk vervangen door Acoustic Zen. Ter vergelijk van de AZ netsnoeren zijn bovendien een Sign Audio PC-150 en een CrystalCable Power Reference uit de kast gehaald. Als alternatief voor de diverse interconnects is als extra een CrystalCable Connect Reference XLR ingezet.
In hoofdzaak hebben drie cd’s dienst gedaan als materiaal om de eigenschappen en verschillen onder woorden te brengen. Van Jane Monheit is gekozen voor haar album “Come dream with me” met als eerste track “Over the rainbow”. Deze track bevat lastig materiaal omdat het snel hard en schel wordt. Bovendien is de diepte en de breedte van de weergave keten mooi te beluisteren. Afhankelijk van de kabels kun je Jane in de piano zetten, er tegenaan of ervoor. Als tweede cd is gekozen voor Kari Bremnes. Haar track “Gate ved gate” van de gelijknamige cd is mooi vanwege de details op de cd en vanwege het teveel aangezette laag dat al snel problemen geeft in een misaanpassing. Tenslotte Nils Lofgren met de cd “Acoustic live” waar hij steeds “Keith don’t go” ten gehore bracht. Heel af en toe nog wat ander werk, maar in hoofdzaak deze drie cd’s. Met 4 verschillende interconnects en 6 netsnoeren zijn de track’s dus minimaal 10 keer gedraaid om indrukken op te doen. Ik zal de cd’s aanduiden als JM (Jane Monheit), KB (Kari Bremnes) en NL (Nils Lofgren).