De audiowereld om ons heen staat nooit stil. Niet alleen verschijnen in hoog tempo nieuwe modellen, aan updates is er evenmin een gebrek. Helaas is niet elke update een daadwerkelijke verbetering, tenzij een fabrikant serieus bezig is om via research en veel luisteren een daadwerkelijk beter product op de markt te zetten, liefst tegen een vergelijkbare prijs van de voorganger.
Bij een merk als AudioQuest is het nimmer de vraag of een product inderdaad beter presteert dan een voorgaande serie, het is min of meer een vaststaand feit dat het zo is. Tegelijk is het zaak om te voorkomen dat onderweg naar de luisterruimte van AudioQuest al een vooroordeel in de hersenpan gaat leven. Dus na aankomst zo blanco mogelijk de oren open, wennen aan een systeem, eerst oudere kabels in stelling en dan vervolgens gaan de staldeuren open en komen Mythical Horses al galopperend de ruimte binnen.
AudioQuest Black Beauty en Pegasus
De Mythical Horses serie waar de Black Beauty en Pegasus interlink toe behoren, zijn de opvolgers van interlinks uit de Rivers & Elements en vervangen samen Water, Wind, Earth en Fire RCA en XLR kabels. In prijs komen de nieuwe kabels het meeste overeen met de Water en Wind, maar qua opbouw schuren ze tegen de Mythical Creatures van AudioQuest aan. Zowel de Black Beauty als de Pegasus gebruiken geleiders van Solid Perfect-Surface Copper+ dat AudioQuest afkort tot PSC+. Het zijn geleiders met een vaste kern, één draad en geen opbouw van dunne, samengevoegde draadjes. Het koper met een lange kristalstructuur is aan de oppervlakte gepolijst voor een betere geleiding in de hoge frequenties.
Andere overeenkomst zijn de gebruikte connectoren, koper als basis voor de aansluitpennen, daarna verzilverd. Verder het ZERO-Tech principe dat zorgt dat de interlinks geen karakteristieke impedantie hebben. Wat iets anders is dan een daadwerkelijke weerstand, echter wel met een neutrale capaciteit/inductieverhouding. Beide types bezitten een verzilverde geleiding voor afvoer van RF invloeden van buitenaf. Net als een afscherming in een mengsel van grafeen en carbon.
De twee grote verschillen tussen de Black Beauty en de Pegasus zijn de geschuimde polyethyleen isolatie om de geleiders in de Black Beauty, tegenover polypropyleen Air-Tubes voor de Pegasus waarbij de geleiders voor een groot deel met lucht worden gesoleerd. De Pegasus heeft bovendien het 72 Volt DBS systeem meegekregen. DBS is op de XLR interlink dubbel uitgevoerd. De Black Beauty maakt geen gebruik van DBS.
Voor de Mythical Horses serie hanteert AudioQuest verschillende prijzen voor de RCA en de XLR uitvoering. In tegenstelling tot de Elements serie waar dat onderscheid niet gold. Om een prijsindicatie te geven voor lengtes van één meter: de Black Beauty RCA is 869 euro en in XLR 1.089 euro. De Pegasus RCA is 1.699 euro en in XLR 2.099 euro. Beschikbare lengtes variëren van 60 centimeter tot 6 meter, nog langere lengtes worden op verzoek ook gemaakt door AudioQuest.
Een kleine vermelding nog, de ZERO-Tech kabels zijn vanwege hun opbouw niet geschikt om te worden gebruikt aan draaitafels met MC- (moving coil) elementen. Verder kunt u ze inzetten aan elke bron, tussen voor- en eindversterkers of naar actieve luidsprekers. | MM en MC, hoe zat het ook weer?
Plaats delict: AudioQuest HQ, Roosendaal
De luisterruimte van AudioQuest biedt plaats aan twee verschillende audio systemen die los van elkaar opgesteld staan aan de korte zijdes. Ver genoeg uit elkaar om geen last te hebben van akoestische beïnvloeding. De set die vandaag dienst doet als testopstelling bestaat uit Primare apparatuur. De Pre 35 streamer/voorversterker met Roon als streaming software voor muziek gehaald vanaf Tidal. Twee A 35.2 stereo eindversterkers staan elk in bridged mode te spelen als monoblok. Daartussen komen straks de verschillende XLR interlinks.
Luidsprekers zijn GoldenEar modellen in de prijsklasse van 5.000 tot 6.000 euro per paar. Waarvoor GoldenEar een model levert met actief aangestuurde woofers, passieve midrange en tweeter. Een set William Tell Zero luidsprekerkabels verbindt de luidsprekers met de eindtrappen. Netspanning is uiteraard volledig uitgevoerd met AudioQuest netsnoeren en een Niagara 5000 filter zorgt voor schone stroom.
Ik kies met zorg vier stukken muziek om genres als mannen vocaal, dames vocaal, pop, jazz en klassiek af te dekken. Muziek die allemaal te spelen is vanaf Tidal en gemakkelijk terug te vinden is als u het zelf wit horen.
Het zijn geworden:
- Heavn met Bright Lights
- Kari Bremnes met Kanskje
- Tingvall Trio met Hamnen
- Emmanuelle Dauvin met Sonata III in B-sharp Minor "Nativité" van Heinrich von Biber
Water stroomt
Wennen aan een systeem is een eerste vereiste en omdat ik straks graag wil weten wat de verbeteringen zijn met de Mythical Horses interconnects start ik met de Water uit de vroegere Elements serie. Omdat de Water niet meer leverbaar is, hou ik het kort. Als eerste tune ik de laagweergave van de GoldenEar door de bas wat terug te schroeven. Naar mijn eigen voorkeur. Hier staat een systeem met een hoog oplossend vermogen, meer dan voldoende power, lekker dynamisch en open. Ik let met de gekozen muziek vooral op snelheid in de weergave, het kunnen losraken van de muziek van de weergevers, de lage tonen weergave, duidelijkheid van stemmen, details en vooral of ik naar muziek luister of naar een systeem dat technisch presteert maar weinig emoties losmaakt. Het volume blijft vanaf nu constant op een prettig luisterniveau staan, zeker niet overdreven luid of juist te zacht. Met de Water interlink valt alles mooi op zijn plaats en kan ik aangenaam luisteren.
Zo is de weergave met Bremnes heel breed en lopen elektronische geluiden weg in de diepte. Heavn is wat kleiner en compacter, waarbij met aanzwellend volume de zanger dichter op de luisteraar kruipt of juist naar achteren gaat. Het Tingvall Trio laat de bas en de basdrum vet en breed lopen, zet daar met een scherpe focus de pianonoten tussen, zacht ruisende bekkens en overige percussie. Ook nu weer groots neergezet in een ruimtelijk beeld. Tenslotte Emmanuelle Dauvin met haar viool en orgel, orgel alleen de noten uit de pedalen die zij tijdens het vioolspel met haar voeten bedient, een spel dat weinig versluiert en open is getrokken.
Black Beauty in de wei
Wisselen naar de Black Beauty interlink geeft met de muziek van Heavn een minder drukkend laag, zodat de weergave helderder is en verder opengetrokken wordt. Muziek blijft compact en stevig tussen de speakers in de lucht hangen, wordt naar de zijkanten waar de speakers staan steeds ruimtelijker. De stem van de zanger is een hele stap beter te verstaan en zo ook beter te volgen. Omdat de stem losser van de muziek raakt met de Black Beauty ten opzichte van de Water interlink. Zo is Heavn ineens een stuk interessanter om naar te luisteren.
In de prijsklasse van deze interlinks gaan we een hele stap naar voren waar de concurrentie, gewend aan de kwaliteit van de Water, een kluif aan krijgt om dat te evenaren. Van hetzelfde laken een pak met Kari Bremnes. De lage tonen zijn duidelijk strakker dan eerder, sterven ook langzamer uit. Tegelijk is haar stem beter gedefinieerd, vrijer en met een strakkere plaatsing. Wat met de Water nog een beetje zompig kon zijn heeft aan snelheid gewonnen en tekent zich strakker af. Muziek weet nu geheel los te komen van de weergevers, vormt een bol van geluid voor mij. Het stereobeeld lijkt wel wat platter, kent ook minder hoogte, maar dat doet niet af aan de overige, grote voordelen van deze kabel.
Het Tingvall Trio is veel speelser met de Black Beauty, leuker, met pianotonen die dichter bij de klank van het echte instrument komen. Piano aanslagen welke natuurlijker overkomen en daarbij als een waterval de ruimte veroveren. In een veel breder stereobeeld dan met de Water het geval was. Ook dynamisch is een stukje gewonnen, de achtergrond is rustiger geworden en dan is de dynamiek indruk altijd groter dan voorheen. Bekkens laten zich meer horen gedurende de gehele track en waar ik het Tingvall Trio het meest in herken is het snelle karakter van het spel.
Met de Black Beauty is dat karakter verder onderstreept ten opzichte van de Water. Dauvin geeft in haar vioolspel meer prijs en voorziet het werk van Biber van inhoud. Haar orgelspel raakt wat verder los van de viool, er wordt een grotere afstand geschapen tussen orgel en viool, omdat de akoestiek van de kerk nu wel is meegenomen in de klanken. Viool is gestoken met de juiste hardheid, al blijft het spel lieflijk en is de vioolklank nergens voorzien van valse scherpte.
Waar ik met de Water soms de neiging had om snel naar de volgende track te willen springen, is er nu meer rust en dat geeft ook rust aan het luisteren naar het spel van Dauvin. Ik voel mij meer betrokken bij haar spel, hetgeen precies is wat ik wil bereiken. Techniek is één ding, het beleven van muziek in het voelen van het spel in hart en ziel is vele malen belangrijker. Juist dat beleven maakt een systeem de moeite waard. Straks mag de Pegasus interlink bewijzen of we daarin nog een stap verder kunnen gaan.
Steigeren met Pegasus
De Mythical Horses kabels zijn dikker dan hun voorgangers, tegelijk veel soepeler. Ook de Pegasus met zijn dubbele DBS. Dat maakt het aansluiten gemakkelijker en de kabels hangen met minder stress achter de set. Waarmee dus ook de contacten van de aansluitbussen minder zwaar worden belast. Ze passen perfect in de XLR bussen van Primare, zitten goed geklemd en toch haal je ze los zonder wringen. De Pegasus XLR is echt wel anders dan de Black Beauty. Het is zoeken naar de juiste bewoordingen onder het spel van Heavn.
Woorden als eleganter, verfijnder en ruimer springen als eerste in gedachten. Bovendien is er minder of eigenlijk geen interlink hoorbaar. Waar de Water en de Black Beauty nog als interlink bijdragen aan de weergave met een eigen signatuur, is de Pegasus minder aanwezig, alsof er even helemaal geen interlink meer tussen de versterkers zit. Het is verbazend hoeveel soepeler weergave is, waarin de band wint aan importantie en het systeem an sich juist uit beeld verdwijnt. Onder het spelen van de muziek van Kari Bremnes zoek ik het prijsverschil op tussen de twee interlinks, inderdaad een behoorlijke stap met een bijna verdubbeling, maar dat is in weergave direct herkenbaar. Lage tonen van Bremnes drukken niet langer en de GoldenEar laagweergave zou in volume omhoog kunnen, lage tonen zijn bovendien strak afgebakend in klank en tijdsduur. Kari zet een paar stappen naar voren, laat de band achter haar, heeft meer expressie gekregen in de zang.
De Pegasus interlink is ook kritischer op het systeem. Waar muziek gemakkelijk los wist te komen van de weergever, heeft de precieze plaatsing van deze kabel tot gevolg dat in de uithoeken van het stereobeeld de weergever meer wordt opgezocht en klanken daar niet langer zo gemakkelijk van losraken. De lichte onvolkomenheden van de weergevers en de elektronica zijn dieper belicht dan met een interlink die zelf meer aanwezig is, zoals de Water en in mindere mate de Black Beauty.
Het Tingvall Trio profiteert nog eens extra van de toegenomen snelheid, speelt daarom minder zenuwachtig dan met de Black Beauty. Het heldere pianospel komt extra los van de bas en percussie, bekkens krijgen de metaalklank mee waar ik vaak naar op zoek ben. De basdrum heeft weliswaar minder power in het geheel, omdat de klankbalans meer toegespitst lijkt op middengebied, dat is in mijn opinie eerder een voordeel dan een nadeel.
Dat een GoldenEar zich op dat gebied laat regelen met de actieve basdrivers is ideaal voor wie de lichtvoetige klanken wat vetter wil aanzetten. Voor mij is het middengebied juist een extra drijfveer om eerder te investeren in de Pegasus, mits het budget het toelaat en het systeem de interlink ook waard is. Dauvin’s viool wordt niet scherper of harder van klank, het is de klank van snaar en kast die uitgediept worden. Door toegenomen verfijning en transparantie betrekt de muziek de luisteraar verder in het spel. Akoestiek van het kerkje waar de opname heeft plaatsgevonden is herkenbaarder ten opzichte van eerder beluisterde sets. Haar spel is speelser, intenser, zuiverder van klank en opengegooid.
Daarmee waren de eerdere kabels niet onder de maat, laat staan slecht, de Pegasus gaat gewoon een stap verder en dat is helaas ook gerelateerd aan de prijs. Wie beter wil, betaalt meer.
Onhoorbaar
Het fijne van AudioQuest is altijd de logische opbouw. Met een duurdere kabel is de klank niet ineens anders, je ontvangt meer beleving en je gaat steeds minder van de kabel zelf te horen. De ideale interlink is geen interlink en daar stap je steeds dichter naartoe. Het is buiten kijf dat AudioQuest met de kennis opgedaan met Mythical Creatures serie kans heeft gezien in een lager echelon verbeteringen aan te brengen. Waren interlinks als Water, Earth, Wind en Fire populair, de Mythical Horses gaan serieus beter om met muziekweergave.
Het streven van AudioQuest is het onhoorbaar maken van de interlink zelf, een niet als zodanig waarneembare schakel vormen tussen bron en versterker of tussen versterkers onderling. Met de Black Beauty is AudioQuest daar voor een groot deel in geslaagd, de Pegasus is voor mij de duidelijke winnaar op de renbaan. De Pegasus gaf mij echt het gevoel alsof ik geen interlink gebruikte en de koppeling tussen voor- en eindversterker niet langer aanwezig was. Een ideaal beeld waar slechts weinig fabrikanten in slagen om dat te bereiken. Immers, u wilt in de eerste plaats muziek horen, pas daarna wilt u terug horen waar u in heeft geïnvesteerd qua apparatuur. Kabels moeten onhoorbaar en uitwisselbaar zijn.
Een neutrale kabel zonder eigen klank is een zegen, kabels zijn er niet om te tunen in klank. De Black Beauty is gunstig in prijs en komt een heel eind. De Pegasus is de weg naar het ideaal en daarmee eveneens voordelig als je die term nog kunt gebruiken in de prijsklasse. De Pegasus verdient een heel mooi systeem om zich heen, verbloemt weinig tot niets, is daarmee kritischer qua toepassing dan een Black Beauty. Precies zoals het hoort voor wie investeert in audio. Dat deze generatie AudioQuest interlinks zich soepeler laat verwerken dan eerdere modellen strekt tot voordeel. Het gunstiger kunnen beprijzen van RCA interlinks ten opzichte van de complexere en daarmee duurdere XLR modellen is eveneens een voordeel voor wie geen XLR toepast.
AudioQuest: prijzen voor één meter
Black Beauty RCA | 869 euro
Black Beauty XLR | 1.089 euro
Pegasus RCA | 1.699 euro
Pegasus XLR | 2.099 euro